Een Stam Claeys uit Waarschoot meer dan vier Eeuwen in Kaprijke

III f     Christoffel CLAIS

z.v. Petrus Clais (II c) en Anna Bylevinck

= Kaprijke 28/10/1621
x ±1645 Maria Neyt
† Kaprijke 22/5/1673


De pastoor van Kaprijke doopte Christoffel onder de naam Christophorus en schreef moeder in de doopregisters als Anna Van Blileve.  Zijn peter was Joannes Blileve en zijn meter Elisabeth Blileve.  Moeders' naam kwamen we zelfs tegen als Vanblere en Bijlevens, alhoewel Bylevinck en Bylevynck het meest voorkwamen.  Geboren in een periode dat Kaprijke pas begon te bekomen van al het leed na de geuzenberoerten en godsdienst-troebelen, groeide Christoffel op in een periode van relatieve rust.  Handel en landbouw herleefden lichtjes.

Doopakte van Christophorus
Doopakte van Christophorus

Pas een jaar oud verloor hij zijn moeder (zie II c).  Hij werd dan opgevoed door zijn stiefmoeder, die dan later nog eens hertrouwde na het overlijden van Christoffels' vader.  Hij was toen 22.  Korte tijd later, vermoedelijk in de eerste helft van 1645 huwde hij met Maria Neyt (ook wel Nuyt, Nuydt, Nuyts of Nijdt), dochter van Jooris en Petronella Beelaert uit Waterland-Oudeman.

Met deze welstellende boerendochter uit de polders (29a), ging Christoffel boeren op de grens van polders en houtland, te Kaprijke op de Bandam, waar ook vader zaliger had geboerd.  De hoeve was eigendom van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn en bezat een dreefje naar de straat toe.  Als we de kaart van graaf de Ferraris van rond 1775 bekijken, zien we daar in de Gravenstraat 4 hoeven met zo'n dreef.  De meest linkse (westwaarts) is de Bandamhoeve; van de drie naast elkaar liggende hofsteden was de middelste eigendom van het klooster Ten Doorne. (29b)  Christoffel gebruikte iets meer dan 7,5 gemeten op Bassevelds grondgebied tussen de Bandamwatergang en de Gravenstraat in het 20ste beloop. (29c)  Zijn omwald hof was 1 gemet en 30 roeden groot.  Daarachter en ernaast strekten zich nog 7 smalle lange stroken landbouwgrond uit op Kaprijks grondgebied.  De toegang tot de huidige hoeve ligt midden in het enige restje bos dat in het meest noordelijke deel van Bassevelde nog te vinden is.  Het heel oude woonhuis is goed onderhouden; de schuur dateert van rond de eeuwwisseling.

Die ietwat kalmere periode in de geschiedenis duurde echter niet lang en Christoffel zou het, eens gehuwd, duidelijk aan den lijve voelen.  Zo werd hij bijna jaarlijks geconfronteerd met extra-belastingen om "… diversche passaegen ende repassaegen, als loguerijn van soldaeten ende anderssints…" te helpen bekostigen.  Hij betaalde in 1647 als gebruiker van 26 gemeten en 177 roeden, niet minder dan 5 ponden 6 schellingen en 4 grooten (dus 4 schellingen per gemet) en 0-13-4 ponden voor de gebouwen.  Voor 1650 werd 9 schelling per gemet geëist, voor 1653 waren het er 5 en in 1654 nog 3 per gemet (30).

In 1658 werd 1 schelling en 6 grooten gevraagd "… ter betaelinge van de lasten ende oncosten gesupporteert met tlogement van de comp(agnie) ruyters van de Cap(itein) Christiaen Evenpoel…" die hier in opdracht van Don Juan van Oostenrijk gedurende de zomer van 1657 logeerden.

Christoffel beboerde toen nog bijna 22 gemeten en diende daarvoor 1 pond 12 schellingen en 8 grooten te betalen, alsook 2 schellingen en 9 grooten voor zijn gebouwen.  Uit de totale opbrengsten van die extra-belastingen van het jaar 1657 werden de gastheren vergoed.  Aldus had Christoffel voor het laten logeren van een soldaat en een paard tussen 26 juni 1657 en 3 september 1657 recht op een vergoeding van 2 ponden 19 schellingen en 6 grooten.

Anderzijds werd hij niet aangeslagen voor het helpen betalen van de bewaking aan de Brugse Vaart, het leger in Bassevelde en het stadhuis in augustus 1658, tegen roofbenden.

Christoffel was schepen van Kaprijke van 16/10/1664 tot 25/10/1666 (31).  Hij blies zijn laatste adem uit op 22 mei 1673 en werd in de kerk zelf met de hoogste dienst begraven.  Hij had nog net op 1 april de geboorte beleefd van een kleindochter Levina, bij wiens doopsel hij 's anderendaags peter was.

Zijn weduwe met 6 minderjarige kinderen heeft Kaprijke grotendeels weer weten vernietigen.  Christoffel was pas 3 dagen begraven of de Fransen vielen Kaprijke binnen en verwoestten de vruchten te velde, het hout in de bossen en de dieren op stal of in de wei.  En wat overbleef eisten ze op !

De staat van goed van Christoffel (32) werd door zijn weduwe op 31/10/1673 voor de wethouders van Kaprijke, die steeds oppervoogden zijn, gebracht.  De wezen stonden langs moeders zijde onder de voogdij van schoonzoon Baudewijn Deep, en langs vaders zijde onder Jan Clays.

Op de dag van het verlijden der akte werd Jan "alhier als hedent door sijne indispositie niet thebben commen vachieren", vervangen door zijn schoonzoon Andries Bral.  Deze Jan Clays was een oom van Christoffel (zie II b) en reeds vooraan in de zeventig.  Het is heel begrijpelijk dat hij, in dat reeds koele seizoen, de afstand van de grens Waarschoot en Lovendegem naar Kaprijke niet meer kon overbruggen.

Hij erfde uit het sterfhuis van zijn grootvader en -moeder (Jan Clays en Grietken De Pau)

- een stuk land van 500 roeden op Zomergem Beke : ten noorden het Wissendonckstraetken, ten zuiden en westen: Pieter Clays (bij nader onderzoek bleek deze Pieter een inwoner van Zomergem te zijn en geen dichte familie)

- 550 roeden land in Waarschoot, aan de Weststraat, ten westen Marten Raes, ten zuiden en noorden: de wezen van Maerten De Smet en ten oosten Pauwels Blomme.

- l,5 gemet land op Bassevelde op "dersten", ten oosten "den Aermen van Caprijcke", ten zuiden de Gravenstraat, ten westen Pieter Nuyt en ten noorden de landdijk.

Van zijn moeders kant erfde hij 5 gemeten en 2 lijnen land op Kaprijke in de Bandam, onverdeeld met de wezen van Pieter Martens, met ten zuiden de Beeulinck-watergang en ten oosten eigendom van het Klooster Ten Doorn van Eeklo.

Ondanks de weinig gunstige periode waarin Christoffel boerde, kon hij toch nog heel wat gronden kopen; vooral de vruchtbare polders trokken hem geweldig aan:

- 7 gemeten en 40 roeden land in de Mariapolder te Watervliet gekocht op 3 october 1657 (later Joanna)

- 3 gemeten en 3 roeden in de Cocquytpolder te Watervliet, ten zuiden het Heystraatje, gekocht op 2-11-1666

- 6 gemeten land in de Christoffelpolder te Watervliet, gekocht op 20 september 1651

- 2 gemeten land in dezelfde polder in de smalle gelanden, met ten westen de Mariapolderzeedijk, gekocht op 27-9-1650

- 3 gemeten land in dezelfde polder, gekocht op 1-6-1666

- 13 gemeten in de Hieronimuspolder op Waterland-Oudeman met ten noorden de "Caelestraete", gekocht op 4-3-1665 (later 1/2 voor Joanna)

- 470 roeden in de smalle gelanden, ten oosten en zuiden grenzend aan eigendom van hemzelf (1/2 later voor Joanna).

- 2,5 gemeten land op Waterland gekocht van de erfgenamen van Lieven Nuyt

- 6/8 delen van een behuisde hofstede en land erbij, ongeveer 8 gemeten in de Cocquytpolder te Watervliet, grenzend ten zuiden aan de Heistraat, gekocht op 17-1-1667

- 6/8 delen van het huis en de schuur op voormelde hofstede

- 4 gemeten en 94 roeden land in de Christoffelpolder te Watervliet, grenzend ten noorden aan de Willemijnstraat en ten zuiden aan de Fusierenpolderdijk (voor Joanna).

Bovendien hadden Christoffel en Maria nog 2 renten in hun voordeel:

- een bezette en gehypothekeerde rente van 100 ponden groot en ten laste van de erfgenamen Mestdagh en bezet op 3/4 van een partij land van 35 gemeten en 43 roeden met de "temmerraeghe" erop, in Kaprijke op de Bandam, grenzend ten noorden aan de Gravenstraat.

- een bezette rente van 8 ponden grooten kapitaal, ten laste van Guillaume Vergauwe fs. Guilliaeme, bezet op 1/3 part van 11 gemeten land in Kaprijke ten oosten van de Molenstraat.

Dat Christoffel en Maria het bijlange niet zo slecht hadden, bewijzen de 183 ponden 15 schellingen en 2 grooten (183-15-2) als opbrengst van obligaties en renten, 126-19-6 ponden als tegoed aan landpachten en huishuur, 24-2-5 ponden voor de verkoop van hout, koren, boekweit, een varken, en nog wat varia-opbrengst tot een gezamenlijke som van 406-5-9 ponden grooten.

Jooris Van Vooren prees op 14 juli 1673 het huis, de schuur, de koestal, de "duuveceete" en de "baeckeete" allemaal samen met het houtewerk, de stenen, stro, latten en wissen op een waarde van 130 ponden 9 schellingen en 6 grooten.

En dezelfde dag werd het kleine gerief, het vee en de landslasten door Jan Van Waes geprezen.  Om een idee te krijgen van wat er zo allemaal op een boerderij van 300 jaar geleden te vinden was, willen we wel eens in detail al het geprezene opgeven met hier en daar een letterlijke aanhaling van de sappigste omschrijvingen:

hangel, brandel, rooster, 2 tangen, hangijzer met wafelijzer 0-16-8
- een "taeffel met alle de stoellen" 0-9-0
- al het "geleyert ende erdewerck" 0-17-6
- 2 ketels, 2 ijzeren potten, 4 emmers en een "eeren sije" 3-0-0
- de "keerne met de toebehoorte, roomcuype ende keernemelckuype" 0-12-6
- een spa, "haumes en 2 anegheers" 0-5-0
- "eenen troch met een quaet (= minder goed) rebbancxken" 0-10-0
- "eenen meulenheynsel met eenen anderen, met een auten schaele ende auten tailloiren" 0-7-6
- "eenen coeffer met een bancxken" 0-13-4
- al het "vlassen ende wercken gaeren" 3-11-0
- "den garderope met 2 hekels" (= toestel om vlas te reinigen) 0-20-0
- al het vlees 2-10-0
- "een bedde met eenen hooftpulm" 4-0-0
- een oud bed met een hoofdpeluw 1-10-0
- 2 "quade cafbedde met eenen hooftpulm ende 5 wercken saergen onder quade ende goede" 0-15-0
- "acht lijnen laecken met een aut taefelken" 0-13-4
- 3 paar slaaplakens, 3 paar oude fluwijnen en 2 ellen nieuw lijnwaad 0-18-8
- 1 "lijnen laecken" 3-15-0
- 5 pond gehekeld vlas 0-2-1
- "servieten" zowel kleine als grote 0-6-0
- een waskuip, een andere kuip, een "caesbaeck" en "caeshoepe" 0-7-0
- 4 zakken en 5 "meuckens" (= graanmaat) tarwe op zolder 4-7-10
- 11 zakken koren op zolder 8-5-0
- l,5 zak mengeling (van koren) op zolder 0-15-0
- wat raapzaad, een zeef en een meuken, samen 0-8-0
- een boekweit-zeil 1-3-4
- 3 spinnewielen met toebehoren 0-3-4
- een vleeskuip met "ander romelijn" op de zolder 0-10-0
- een lijnen laken vers uit de weverij 3-14-0
- 3 paarden en 1 veulen 39-0-0
- "den waghen, ploeght, heegde en aeckerswijnghen" 4-5-0
- 7 koebeesten en 1 stier 29-0-0
- 2 varkens waarvan 1 zeug met biggen 5-0-0

De prijzij van het land en de vruchten geeft ons een idee wat er in die tijd verbouwd werd:

- een partij bonen in de Hieronimuspolder (744 roeden) 12-10-0
- een partij gerst in de Hieronimuspolder (403 roeden) 8-15-6
- 15 mucken vlas op dezelfde partije (545 roeden) 26-0-0
- "het haer van de troncken" langs de "Cauwestraete" op de voorgaande partij 1-13-4
- 1 partijtje gerst in de Christoffelpolder van 1 gemet 11-10-0
- 403 roeden tarwe aldaar 10-13-4
- een stuk haver op het einde daaraan 4-14-4
- 575 roeden tarwe aldaar 11-6-8
- 800 roeden "braecke ghelabeurt met drij veuren" 4-0-0
- 200 roeden tarwe daarnaast 2-13-4
- een stuk haver "thende daeraen" 5-0-0
- nog een stuk haver daarnaast 5-10-0
- nog een stuk haver daarachter 9-10-0
- een partij mengeling "in de smalle gelanden" 3-11-6
- een stuk boekweit op Bassevelde "op derste" 10-0-0
- nog een stuk boekweit 3-10-0
- helft van een koebeest met een kalf (andere helft is van Joos Claeys, Christoffels zoon) op een weide in de Mariapolder 4-0-0
- "het haer op de troncken op de vette wee met wat romelijn van haudt" 8-17-0
- 4 renders en een koe op voorgaande weide 11-0-0
- het hout op 4 stukskes aan het einde van het hof te Kaprijke 17-0-0
- de 3 jaren "gersrusten" van dat land 2-7-6
- 2 jaar grasrusten van 2 stukken daarnaast 0-20-6
- het hout daarvan en hout en grasrusten van het spietstuk 13-3-6
- 2 "hendekens" koren 3-18-0
- 1 gemet en 63 roeden boekweit naast het spietstuk en het hout op de tronken langs het stuk 7-14-4
- 2 stukken boekweit "thenden het vlas" aan de Bandam en de scheuten van 2 jaar 5-4-0
- een stukje haver 2-9-0
- een partijtje wortels daarvoor (hier worden bieten bedoeld) 4-3-4
- 2 stukken koren naast de boekweit met 3 kanten scheuten van 1 jaar 5-14-0
- 225 roeden boekweit 3-5-0
- 100 roeden vlas 4-0-0
- een vierkant stuksken koren dat aan de achterzijde van de schuur paalde met 2 stukken daarachter 12-13-4
- het "slachaut" op de 5 stukskens op Bassevelde vóór het hof met 3 jaar grasruste 14-7-6
- 812 roeden koren op "derste" ten westen van de dreef met hout 17-14-0
- 680 roeden boekweit op "derste" met het hout op 3 stukken daarachter 9-5-0
- 377 roeden boekweit naast het koren hiervoor 3-6-8

Heel wat rijke mensen beschermden hun juwelen en schoon gerief in een koffer, die bij oorlogsomstandigheden naar Gent gebracht werd in verzekerde bewaring.  Ook Christoffel en Maeyken hadden zo'n koffer, die op 25 augustus 1673 geprezen werd.

- een "selveren croes met een helichdom ende wat selveren cnoppen" 2-16-0
- een "selveren hangh" 8-4-0
- een "wijtte" (= een sierlijk hoofddeksel voor vrouwen) 0-9-0
- al de "manshenden" 1-13-4
- 2 ellen nieuw lijnwaad 0-3-0
- een mantel met een wambuis 4-6-8
- 38 pond "Ingels teen" 1-8-6
- 16 pond ander tin 21-4-0
- "een becken met eenen metaelen candelaer" 1-3-4
- al de cleederen van de weduwe, ook het rouwkleed 4-10-0
- 4 paar fluwijnen 0-10-0
- 3 servieten "met een langhe" 0-8-0
- 2 paar slaaplakens 0-10-0
- 55 ellen gebleekt lijnwaad 3-3-4
- de koffer zelf 0-15-0
- 62 ellen gebleekt lijnwaad 4-3-4

Bovendien werden nog 121 ponden en 4 schellingen als contante penningen aangegeven ten sterfhuize.  Aldus werden de totale baten op 1145 ponden 15 schellingen en 11 grooten geschat.  Daarentegen werden de schulden van het sterfhuis op 69-3-4 ponden berekend:

- pacht tot "baemesse 1673" aan het klooster Ten Doorn 44-00-0
- pacht aan Pieter Maerschalck 5-0-0
- voor koop van dieren aan Aernoudt Blancquaert 1-10-0
- voor watergeschotten in Watervliet (aan 2 schellingen per gemet) 50 gemeten 5-0-0
- voor klederen van de wezen van Melchior Bruynsteen, die gehuwd was met een zuster van Maria Neyt, en waarover Christoffel voogd was 7-0-0
- voor de prijzers 2-4-8
- voor het administratief werk bij het opmaken van de staat van goed 4-8-12

Volgens de gewoonten van de streek in die tijd werd de aldus verkregen nettobate nl. 1076-12-7 ponden in tweeën verdeeld: de helft voor de weduwe en de helft voor de kinderen.  Zo had elke partij recht op 538-6-3 ponden en 6 deniers.

Mayken, zoals men Maria in de omgang noemde, schonk het leven aan 10 kinderen, verloor er 4 van als kind en nog 3 als jonge gehuwden met kinderen, beleefde heel wat oorlogsgeweld, kon gelukkig de pest van 1667-1668 uit haar huis houden en overleefde, ondanks al die mizeries, haar man nog 39 jaar.  Ook al was ze misschien nog geen 20 toen ze huwde, ze was bij haar dood alleszins een heel eind in de tachtig.  Ze overleed te Kaprijke op 30 augustus 1712 en werd in de kerk op 2 september begraven.  Een eerste klasse-dienst werd gecelebreerd op 18 october daarop.

Ze behoorde tot de welstellendste parochianen van Kaprijke en het is dan ook niet te verwonderen dat ze tijdens haar leven een schenking deed aan de kerk en aan de armendis van Waterland-Oudeman, haar geboortedorp.  Ze schonk o.a. de helft van een hofstede liggend in de St.-Jeronimuspolder en nog ruim een gemet land.

Als compensatie waren de armmeesters verplicht elk jaar een jaargetijde te laten doen op de dag van haar overlijden "met eene gesonghen messe, 's avonds te vooren luyden de clocken, als ordinaire eeuwelijck…"  Verder moesten haar erfgenamen na haar overlijden 8 pond groten betalen aan de armendis, waarvan de jaarlijkse intrest van 10 schellingen moest besteed worden voor het aankopen van graan om daarmee brood te laten bakken dat aan de aanwezige arme mensen op haar jaargetijde zou uitgedeeld worden (32 bis).

De kinderen van het gezin Christoffel Clays-Maria Neyt:

  1. Adrianus Clays
    ° Kaprijke 24/3/1646 gedoopt op 28 maart.
    † Kaprijke 27/11/1647
    De peter Adrianus Clais en meter Georgia Clais waren vermoedelijk een stiefoom en stieftante, maar we zijn ze tot nog toe nergens tegengekomen.
     
  2. Petronella Clays
    ° Kaprijke 17/9/1648, gedoopt de 20ste met als Peter Franciscus Nijdt en Meter Petronella Beelaers, en reeds de 21ste begraven.
     
  3. Anna Clays
    ° Kaprijke 1/11/1649 en de vierde gedoopt.
    Grootmoeder Petronella Beelaerts was meter en Petrus De Cuypere peter in de plaats van Petrus Cortvrient.  Zij huwde te Sint-Jan-in-Eremo op 28 mei 1672 met Baudewijn Deep, zoon van Adriaen en Livina Van Vooren, voordien sinds 13/1/1672 weduwnaar te St-Jan-in-Eremo zonder kinderen van Barbara Corthals.
    Anna overleed daar op 5 maart 1677.  Ze liet twee dochtertjes achter: Livijne 4 jaar en Marie 2 jaar, waarover Jan Huyghe, zoon van Jan, en Anna's broer Jooris Claeys voogden waren.
    Toen Baudewijn een goed jaar later op 4 mei 1678 ook in Sint-Jan-in-Eremo voor goed zijn hoofd neerlegde, was hij hertrouwd met Marie Van Hee, maar zijn dochter Livijne was ondertussen ook reeds overleden.
    Hij was kerkmeester en ontvanger van de kerk van Sint-Jan-in-Eremo, en is met de hoogste dienst begraven.  Zijn weduwe betaalde daarvoor 3-8-4 ponden aan de pastoor.  Hij stierf zeker niet plots, want meester Aernout Luyben presenteerde een rekening van 2-4-0 ponden voor levering van geneesmiddelen aan de zieke.  Het jaar vóór zijn overlijden had hij ook Hollandse militairen moeten logeren en daarvoor kreeg hij 10 ponden en 10 schellingen.
    De gebouwen op zijn hofstede waren zeker niets speciaals, misschien wel als gevolg van de voortdurende troepenpassages; we lezen immers: "Item wort hier te kennen gegeven dat de temmer van huys ende schuere, staende op d'hofstede daer desen overleden vuyt gestorven is, alhier niet en is gepresen ter causen dat ter niemant en is die denselven wilt anveerden…"
    Zijn staat van goed werd afgesloten met een negatief saldo van 30-17-1 ponden. (33)
     
  4. Georgius Clays (IV e)
    ° Kaprijke 10 maart 1652
    x Petronella Moens
    xx Anna Huyghe
     
  5. Joannes Clays
    ° Kaprijke 5/12/1654, gedoopt op 9 december met als peter Joannes Peters en meter Margaretha Wolfram; overleed 4 dagen na zijn doopsel.
     
  6. Joanna Clays
    ° Kaprijke 26/11/1655
    Ze werd door Joanna Vugelaers en Georgius Roegiers op 30 november boven de doopvont gehouden.
    Zij huwde te Bassevelde op 4 mei 1681 met Carel De Causmaecker, zoon van Lieven en Joanna Speeckaert.  Lees hier meer over hen en over hun nakomelingen.
     
  7. Petrus Clays
    ° Kaprijke 8/12/1658, gedoopt de 11de (Peter: Levinus Vandevelde, Meter: Christina Van Huste) en overleden voor zijn vader.
     
  8. Marie Clays
    ° rond 1662, wordt als 11-jarige vernoemd in de staat van goed van haar vader.  Sindsdien hebben we haar nergens meer ontmoet.
     
  9. Petronella Clays
    ° Kaprijke 7/5/1664
    † Bassevelde 19/12/1691.
    Huwde in Kaprijke op 8/2/1682 met de ongeveer 8 jaar oudere Christiaen De Pape fs. Vincent uit Bassevelde (35) en ging daar op de wijk Hogevorst boeren.  Zij beviel van drie kinderen.  Na haar overlijden, hertrouwde Christiaen met Maria Van Damme uit Kaprijke, die vijf kinderen ter wereld bracht.  Christiaen overleed in Bassevelde, als "wethouder der stede ende ambachte van Boekhoute" (d.i. gemeenteraadslid) op 7 november 1699.
     
  10. Jacobus Clays (IV f)
    ° Kaprijke 18/9/1667
    x Waeytiens Elisabeth.

Naar de top van deze blz

Inleiding
Inhoudstafel
Overzicht I - Overzicht II - Overzicht III
Doorzoek onze Claeys website

Meer stambomen

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  03-01-2022
Copyright (c) 2024









OVERZICHT I

Aernout CLAYS (II a)
Aernout CLAEYS (V d)
Arnoldus CLAYS (III e)
Arnoldus CLAEYS (IV c)
Arnoldus CLAIS (IV d)
Augustinus CLAEYS
Augustus CLAEYS
Beernaert C. CLAYS (V a)
Bernardus CLAEYS
Carolus Franciscus CLAEYS
Charles Louis CLAEYS
Christoffel CLAIS (III f)
Corneel B. CLAYS (V b)
Cornelis CLAYS (IV b)
Ferdinandus CLAEYS
Georgius, fs. Jacobus Franciscus
Georgius CLAIS (IV e)
Guillelmus CLAEYS
Jacobus CLAEYS (IV f)
Jacobus CLAEYS (V g)
Jacobus Fr. CLAEYS (V c)
Jacobus Franciscus CLAEYS,
   fs. Jacobus Franciscus Claeys (V c)
Jacobus Franciscus CLAEYS,
   fs. Joannes Franciscus
Jan CLAYS (I)
Jan CLAYS (III a)
Jan CLAYS (IV a)
Joannes CLAYS (II b)
Joannes Baptista CLAEYS
Joannes Bernardus CLAEYS
Joannes C. CLAEYS (V f)
Joannes Franciscus CLAEYS
Judocus CLAYS (III c)
Petrus CLAYS (II c)
Petrus Fr. CLAEYS (V e)
Petrus Jacobus CLAEYS
Pieter CLAYS (III b)
Seferin CLAEYS
Seger CLAEYS
Zacharias CLAYS (III d)

OVERZICHT II
OVERZICHT III

Zoek het op !


MijnPlatteLand.com