Een Stam Claeys uit Waarschoot meer dan vier Eeuwen in Kaprijke

B V j     Petrus CLAEYS

z.v. Georgius Clais (IV e) en Anna Huyghe

° Kaprijke 4-3-1696
x Kaprijke 3-2-1720 Livina De Pape
† Kaprijke 23-6-1726


Moeder Anna Huyghe bracht in het tiende jaar van haar huwelijk een tweede zoon ter wereld.  Hij kreeg de naam van zijn overgrootvader Petrus (zie II c).  Hij zag het levenslicht rond 3 uur 's nachts en werd in de loop van dezelfde dag gedoopt in aanwezigheid van zijn peter Cornelius Van Hee en zijn meter Catharina De Praetere.

Petrus was dus geen volle 10 jaar oud toen zijn vader plots stierf.  Hij was er bijna 24 toen hij in Kaprijke op 3-2-1720 huwde met Livina De Pape, die in Bassevelde op oudejaarsavond 1698 geboren werd.

Livina was de dochter van Jan De Pape en Joanna Haverbeke, landbouwers op de wijk Heine in Kaprijke.  Jan was de zoon van Vincentius De Pape (fs. Jan) en Petronella Wauters (fa. Baudewijn).  Joanna was de dochter van de Basseveldse Livinus Haverbeke en Elisabeth Hercke (fa. Guillelmus).

Petrus boerde op het hof van zijn vader, op het einde van de Molenstraat en werd belast op het gebruik van ongeveer 25 gemeten land. (94)

Na amper 6 jaar huwelijk overleed Petrus als 30-jarige op 23-6-1726 en liet 2 dochters en 1 zoon achter.  Zijn weduwe hertrouwde met Frans De Clercq, wie ze 1 kind schonk, maar overleed reeds in Kaprijke op 20 december 1731.

Bij het opmaken van Petrus' staat van goed was zijn broer Jan voogd paterneel en Livina's broer Jan voogd materneel over de 3 wezen. (95)

Tijdens zijn huwelijk verkocht hij 253 roeden land in de Warande te Sint-Jan-in-Eremo.  Hij bezat onder meer volgende eigendommen afkomstig van de familie Claeys uit verkaveling van 1-3-1715:

Van zijn moeder Anna Huyghe erfde hij sedert 13 februari 1725 met vruchtgebruik voor haar:

Ondanks zijn kort leven kocht Petrus toch 4 partijen:

Bovendien had hij nog obligaties voor een totale waarde van 48 ponden sterk wisselgelt waarvan 8 ponden volgens penning 16 en 40 volgens penning 20 rendeerden (respectievelijk 6,25% en 5%). Op het land werden naast koren, klavers, gras, bonen, boekweit, vlas voor het eerst ook loof en aardappelen geteeld. Als dieren werden 2 paarden, 1 veulen, 4 koeien, 1 kalf en 2 varkens geprezen. Het huis zal er waarschijnlijk wel wat groter uitgezien hebben dan van zijn voorouders: zo spreekt men van een grote en een kleine kamer, 2 kelders, een zolder, 2 vauten en een keuken. Voor het eerst wordt ook melding gemaakt van een "orologie" in huis. En als juwelen noemen we: "een paar gaude pendanten, eenen gauden trauwrynck met eenen gauden knoprynck, een gauden herte en een paer cleene silveren gespen."

Het verpachten en verhuren van land of huizen was ook in die tijd niet steeds zo renderend.  Integendeel !  Een kei kan men niet stropen !  "Item vint den sterfhuyse goet aen Jan Claeys fs. Anthone (geen familieverwantschap gevonden) de som van 4 ponden 11 schell. 10 grooten par reste van 1 jaer landpacht verschenen baefmesse 1724, in den Bentillepolder, dan alsoo dhouderigghe de somme voor alsnoch en siet te recovreren door sijne sobere gestaethede" (= waarvan de weduwe de som niet zal kunnen recupereren, ten gevolge van zijn sober bezit).

Naast inkomsten waren er ook heel wat uitgaven te doen !  Zo was er nog 248-0-5 ponden schuld aan zijn moeder Anna Huyghe, 8-4-3 ponden en 8 deniers aan zijn schoonmoeder Joanna Haverbeke en aan Livina's tante Livina Haverbeke nog 4-5-0 ponden voor achterstallige landpacht.

In mei 1724 leende Pieter 60 pond grooten courant geld aan een zekere Adriaen in Watervliet à 5%.  Maar vermits Pieter als voogd over diens wezen, een wees ten huize opnam moest hij geen intrest betalen.

Bij een totale bate van 444-1-7 ponden en totale schuldenlast van 373-1-1 ponden en 8 deniers sloot de staat van goed met een batig saldo van 71-0-5 ponden en 4 deniers.

Later (96) worden de 2 dochters gekweekt door grootmoeder Joanna Haverbeke waarvoor ze eerst 15 ponden per jaar krijgt, tussen 1734 en 1735 verminderd tot 12 ponden.  De zoon verblijft bij tante Joanna gehuwd met Joannes Wieme.  Voor beide dochters wordt meer dan 4 ponden betaald voor bezoeken van de chirurgijn en levering van geneesmiddelen.  En ook de timmerman Hendrik van Suyt komt met een rekening voor de herstellingen aan de schuur op de hofstede waar Frans De Clercq woont, en die eigendom is van de wezen.

Hun kinderen:

  1. Joanna Maria Claeys
    ° Kaprijke 16-1-1721
    Huwde op 15-6-1740 met Livinus Van Damme, zoon van Frans fs. Lieven en Georgia De Causmaecker fa. Lieven.
    Joanna stierf echter te Kaprijke op 10 februari 1751 rond 18 uur.  Ze was amper 30 jaar oud en liet 5 wezen na, waarvan de jongste amper 2 maand oud was. (97)  Zij werd de 13de met de hoogste dienst in de kerk begraven.
    Lieven hertrouwde te Gent (Ganda, schrijft de pastoor van Kaprijke in zijn huwelijksregister) op 5 december 1752 met Jacoba Cornelia van Heulendonck, dochter van Mattijs en Georgia Van Hecke.  Lieven boerde vooraan in de Molenstraat te Kaprijke (98), en stierf er op 28-12-1791, vijf dagen na het overlijden van zijn tweede vrouw.  Zij werd op 2de Kerstdag begraven en hij de 30ste, beiden "cum introductione et missa cantate".  (Met een inleiding en gezongen mis.)
    Ook uit het tweede huwelijk werden 5 kinderen geboren. (99)
     
  2. Joannes Baptiste Claeys
    ° Kaprijke 26-8-1723.
    Hij huwde te Bassevelde op 7-2-1747 met Isabella De Causmaecker, dochter van Joannes en Petronella Cathelijn, en er geboren op 8-12-1720.  Deze Joannes De Causmaecker was een neef van de hiervoor genoemde Georgia. Pas 4 jaar getrouwd, amper 10 dagen na zijn zuster Joanna Maria, en amper 25 dagen na de geboorte van zijn jongste dochter, overleed Jan Baptist in Bassevelde.
    Jan De Pape en Lieven Minnaert waren de voogden over de wezen. (100)
    Zij presenteerden de staat van goed op 20-12-1751 aan de burgemeester van Kaprijke Joannes de Rijcke en schepenen Joannes Van Laere en Christoffel Mattheus, die als oppervoogden fungeerden.  Van zijn grootmoeder langs moeders kant, Joanna Haverbeke, erfde hij 1/15 deel van een korenwindmolen met berg en huis en nog 300 roeden land op het Hendeken te Boekhoute, de herberg "den groenen bogaert" op de markt te Kaprijke en een huis met 3 gemeten land in de Berkakker te Kaprijke, die allemaal verkocht werden en waarvoor hij als 1/15de deel de som van 10-17-8 ponden grooten verkreeg.
    Hij pachtte een hofstede op Bassevelde van zijn nog levende schoonmoeder Petronella Cathelijn, weduwe van Jan De Causmaecker.
    Door verkaveling, veertien dagen voor zijn dood, bekwam hij volgende eigendommen:
    • de helft van een behuisde hofstede en van de schuur, de fruitbomen en het land erbij, samen groot 390 roeden, in Bassevelde aan de noordzijde van de Hogevorststraat, waarvan de andere helft behoorde aan Bernard De Causmaecker, gehuwd met Jan's moeders zuster Livina Catharina Haverbeke. Deze Bernard bewoonde trouwens gans deze hofstede.
    • 2 gemeten en 90 roeden land naast het voorgaande hof.
    • 6 gemeten en 121 roeden land in 3 partijen naast elkaar, eveneens bij het vorige hof.
    • 1 gemet en 50 roeden land ten zuiden van de Meerstraat.
    • 2 gemet en 214 roeden land in de Christoffelpolder te Watervliet aan "den Basseveldsen houck", met ten noorden de Willemijnegeule en ten zuiden de Hellepolderzeedijk.
    • 3 gemeten en 165 roeden land in de smalle gelanden in de Christoffelpolder te Watervliet met ten zuiden de Fossierenpolderzeedijk.
    • de helft van 4 gemeten en 5 roeden (waarvan andere helft aan Jacobus Claeys fs. Jooris) ten westen van de Meulestraete te Kaprijke, wijk "de patente"
    • ten slotte nog gemeenzaamheid van 28,5 roeden land op Waarschoot (gemeen dus met Frans en Jacobus Claeys), meer dan 100 jaar geleden geërfd van Jan Clays en Grietken de Pau (zie IIc).
      Alsook 1/3 van een rente van 40 ponden groot wisselgeld à 4% ten laste van Jan Frans De Mey fs Rijckaert, baljuw van Kaprijke.

    Vermelden we dat de weduwe een paar gouden "pendanten", een gouden kruisje, "eenen gauden rinck met steenen" en "eenen kerckbouck met silveren slodt" bezat die voor 17-18-0 ponden geprezen werden. De twee op dat moment nog levende wezen kregen "een paer silvere gespen met een silvere snuyfdoose" toegewezen.
    Isabella De Causmaecker hertrouwde met Jan Baptist De Decker en overleed in Bassevelde op 19 mei 1790.
    Uit het eerste huwelijk met Jan Baptist Claeys, had ze drie dochters, doch ze stierven alle drie als kind:

    • Joanna Maria Claeys
      ° Bassevelde 8-7-1748
      † Bassevelde 5-9-1757
    • Carola Claeys
      ° Bassevelde 4-10-1749
      † Bassevelde 22-6-1750
    • Maria Anna Claeys
      ° Bassevelde 26-1-1751
      Bassevelde 4-4-1752
       
  3. Petronella Jacoba Claeys
    ° Kaprijke 20-1-1726.
    Zij huwde te Kaprijke op 26-11-1746 met landbouwer Livinus Minnaert, zoon van Livinus en Anna Van Acker.  Hij werd in Kaprijke geboren op 11 maart 1706 en overleed er op 16-4-1776.  Zijn vrouw was hem sinds 1 september 1775 in de eeuwigheid voorgegaan.
    Een van hun zonen, Livinus Franciscus (° Kaprijke 24-10-1752) trad binnen in het noviciaat bij de Minderbroeders te Oudenaarde en ontving er het Franciscaans habijt op 24-5-1776.  Het jaar daarna werd hij op 26 mei plechtig geprofest. In het klooster te Eeklo werd hij door de invallende Fransen op het einde der 18de eeuw verjaagd.  Hij dook onder en overleed te Geraardsbergen in 1803. (101)

Naar de top van deze blz

Inleiding
Inhoudstafel
Overzicht I - Overzicht II - Overzicht III
Doorzoek onze Claeys website

Meer stambomen

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright (c) 2024








OVER­ZICHT I
OVER­ZICHT II
OVER­ZICHT III

Achiel (B X l)
Adhemar (B XI b)
Albert (B XI j)
Amand (B X p)
André (B XI l)
Arthur (B XI d)
Bruno (B VIII b)
Bruno (B IX g)
Camiel (B X i)
Carolus Josephus (B VI e)
Carolus Ludovicus (B VIII g)
Carolus Ludovicus (B IX c)
Christoffel-Carolus (B IX h)
Constant (B IX i)
Cyriel (B X k)
Cyriel (B XI g)
Désiré Francies (B IX j)
Edmond (B X b)
Edmond (B X e)
Edmond (B X f)
Edmond (B X g)
Emiel (B X a)
Emiel Ferdinand (B IX k)
Francies (B IX f)
Franciscus (B V l)
Franciscus (B VII c)
Franciscus (B VIII f)
Franciscus Jacobus (B VI b)
Gerard (B X h)
Gerard (B XI e)
Gerard (B XI m)
Henri (B X c)
Ivo (B VIII h)
Jacobus (B V k)
Jerome (B XI f)
Joannes (B V i)
Joannes (B VII b)
Joannes Baptist (B VII a)
Joannes Bernardus (B VIII a)
Joannes Bernardus (B IX a)
Joannes Franciscus (B VI c)
Joannes Franciscus (B VIII e)
Josef (B X m)
Lionel (B XI c)
Maurice (B X o)
Maurits (B XI i)
Medard (B XI a)
Medard (B XI h)
Petrus (B V j)
Petrus (B VI d)
Petrus Anthonius (B VI a)
Petrus Anthonius (B VII d)
Petrus Anthonius (B VIII d)
Petrus Paulus (B X n)
Pieter Bernard (B IX e)
Pieter Dominicus (B VIII c)
Pieter Dominicus (B IX b)
Renaat (B X j)
Robert (B XI k)
Theofilus (B X d)
Theophilus (B IX d)

Zoek het op !


MijnPlatteLand.com