Deze blz in het NL
 

The NOE family from the Meetjesland in East-Flanders, Belgium

Estate reckonings of 27 June 1741
following the death of Adriana De Bock

Adriana was the wife of Joannes Noë (C III).  Here, in old Dutch, is part of the estate reckonings after her death.  It is followed by Marijn's glossary in more or less contemporary Dutch.  My apologies to those of you who don't speak the language.  Let's hope there will soon be a translation.  Contact me if you can help or if you want to be kept informed on the progress of this project.

Item wort nogh in baete gebracht de somme van 29 ponden, 3 schellingen en 4 grooten (in het vervolg afgekort als 29-3-4 ponden) over d'extinatie van vier coeyen, een calf, een vercken, alle d'hoenders ende kieckens, het mesch in den put ende stallen, met stroot ende rommelinghe inde schuere

Insgelijcx wort hier gebracht over de prijsie van alle het vlasch, eenen cortewaghen, drie leeders, twee riecken, drij vurcken, meschhaeck, stalschuype, alle het droogh branthout vermaeckt aen het hof, schelf en de andere peirsien, t'saemen de somme van 10-13-8 p.

Item de somme van 3-3-8 ponden over den prijs van diversche sorten van temmergeertschap, tuynschaeren, hauwmessen, bijlen, picken, seynsen, spaeden, eenen trogh, spinnewielen, haspe, swingelbert, slagh ende eenighe verwe.

Item de somme van 2-15-6 ponden over d'extinaetie van een zeyl, sacken, een taeffel, bancken, schrapaetjen, een meucken, schuype, wan, eenen coeffer ende andere rommelinghe met vijf meukens lijnzaet gesaeyt op de landen van Pieter Poppe.

Soo oock gebracht wort over de prijzie van een casken, twee taeffelkens, eenen back ende bollen, een keirne met diversche cuypen, botterteele, haute lepels, stremijne, coelvat, corven, met alle het verckenvleesch ende smeire, t'saemen weirdigh bevonden de somme van 5-16-4 ponden.

Doende nogh in baete te bringhen over d'extinaetie van eenen hangel, keten, twee brandels, ende diversche andere yserwerck, coeckpanne, waeffelijser, een eynsel, een lanteirne, twee vleeschekels, alle de coperen ketels, sijen, schuymspaen, commen, twee ijzeren potten ende twee haemers, tsaemen de somme van 4-4-8 ponden.

Gelijck oock de somme van 6-11-8 ponden soo veele geprezen sijn alle de stoelen, een taeffelken, poffet met wat zoutvatten, twee spieghelkens, alle het geleyer ende aerdewerck, steenen pullen, bouteillen, glaesen, bierpotten, pinten, alle de tinne maeten, ende eenigh ander tin van diversche sorten, alle het goet bier ende genever.

Ten surpluse wort nogh in baete gebracht de somme van 9-8-4 ponden over den prijs ende extinaetie van een spiesschen taeffel, een ander dito, een reck mantelstock, twee greynen kaskens, een pluymen en drij cafbekken, met elckx toebehoorten, gordijnen ende schauwcleeren, alle de slaeplaeckens, fluwijnen, servieten, hantdoecken, taeffelcleeren en een laecken van tachtig ellen.

Back to Joannes Noë (C III)       

And now Marijn's Glossary

brandel = brandijzer, ijzer waarmee vuur werd aangemaakt
coeffer = trunc, coffer
cortewaghen = wheel barrow
eynsel = handle, bail
extinaetie = value
greynen = of uneven, raw wood
hangel = bow or chain used to hang something (like a pot) over an open fire in a chimney or open hearth
haspe = haspel, toestel om garen tot winden te strengen of garen af te winden
keten = chain
leeder = ladder
mantelstock = kapstok
mesch = manure
meuken = a measure of contents for dry goods
peirsie = beanstalk, long, straight wooden stake used to tutor beans or peas
poffet = buffetkast
rieck = forc (with 4 teeth)
schapraai = een rek aan de muur om het vaatwerk op te zetten
schelf = a place for storing straw or hay, especially above the animals in a stable, barn or cowshed
schrapaetjen = een verschrijving van de griffier: eigenlijk wordt schapraai bedoeld
schuype = shovel
seynse = scythe
slagh = toestel gebruikt bij het spinnen en weven om een draai (een slag) of een winding te maken
spiesschen = planken van een houtsoort, goed lijkend op eik, veel gebruikt voor kerkmeubilair
stremijne = sieve, strainer
swingelbert = een bord om te zwingelen (de kleine houtdeeltjes van de vlasvezels te verwijderen)
ten surpluse = moreover, on top of that
trogh = houten bak waarin destijds het deeg voor de broden gekneed werd.
verwe = paint
vleeschekel = meat cauldron
wan = platte mand om het koren van het kaf te scheiden.
 

Back to Joannes (C III)



To the top of this page
Our NOE Welcome page
Overview
Table of contents
Find it in our NOE website !

More genealogy
Het Meetjesland

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Most recent update :  21-04-2021
Copyright (c) 2024




Adrianus (B IIIa)
Agnes Margarita
Amelie, fa Ferdinand
Antonius Franciscus (B Va2)
Arthur Aloysius (B VIIId1)
August (C VIIb)
August (C VIIIa)
August, fs Francies (B VIIb)
Bernardus Aloysius (B VIIIe)
Carolus Ludovicus
Dominicus (B VIIId2)
Edward (B VIIIa)
Emiel (C VIIIc)
Emiel Stefaan (B IXa)
Ferdinand (B VIc)
Ferdinand (B VIIc)
Francies (B VIIb)
Franciscus Marianus (A V)
Franciscus Antonius (B Va4)
Franciscus (C V)
Franciscus (D II)
Ivo Franciscus (C VIIa)
Georgius, fs Matthias (B IIb)
Hendrik (D I)
Henri (C VIIIb)
Henricus (D III)
Jacobus, fs Ferdinand (B VIc)
Jacobus Bernardus (B Vb)
Jan (A I)
Jan (A II)
Joannes (B IIIc)
Joannes (C II)
Joannes (C III)
Joannes Franciscus (A IV)
Joannes (B VIIe)
Josephina Benedicta
Judocus (B II)
Judocus (B IVb)
Jacobus (C IV)
Judocus (C V2)
Livinusfs Hendrik
Louisa Coleta
Martina Emiel (B IXa)
Martinus (B Va3)
Martinus, fs Adrianus
Matthias (B I)
Matthias (B IIb)
Petrus (A III)
Petrus (B IIIb)
Petrus (B IVa)
Petrus (B VIIa)
Petrus (B VIId)
Petrus (C I)
Petrus (D IV)
Petrus Emmanuel (B Va1)
Petrus Joannes (B VIa)
Petrus Joannes (C VI)
Petrus (B VIb)
Rosalie fa Petrus (B VIId)
Vincentius