Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1979, 12de jaargang, nr. 2

MENGELINGEN  OVER  DE
PAROCHIE  'S GRAVENJANSDIJK (3)

Na die 66-jarige kerkgeschiedenis is de kerk van 's Gravenjansdijk, een stemmige tempel van God, waarin men devoot in stilte kan bidden.  Het werk moet verder !  Wij wachten nu op een verse beschildering en herstel van de mooie glasramen, waarover een eerste open­bare aanbesteding is gestemd op 12-2-1976 te Gent (Provincie­gebouw) en toegewezen aan de kunst­glazenier Luk Hubreght van Sint-Kruis-Brugge, voor de som van 1.700.000 fr.  Architekt: Laurent Cromheecke uit Maldegem.  Moge God hier blijven wonen, aanbeden worden en een herder bewaren, "vandaag en alle dagen tot in de eeuwig­heid".  Hier voegen wij met vreugde aan toe dat - na "veel wrijven en schrijven" en admini­stratieve romp­slomp, men begonnen is met de volledige herstelling van al de kerkramen van de kerk door hoger­vermelde glazenier Luk Hubreght, dit op 2 februari 1978 (Maria Lichtmis).

Pastoor Joannes-Baptista Meuleman
Pastoor Joannes-Baptista Meuleman.

Pastoor Meuleman J.B. bouwde een kerk en eveneens een prachtige, ruime, hoge neo-gotieke pastorie.  Een "enorm" gebouw voor deze wijk.  De grond waarop pastorie en kerk werden gebouwd kwam voort uit een eigendom van Van De Keere-Goossens (Sektie A 389 - 390 - 391 - 392).  Een vroegere "doening" alhier werd afgebroken om plaats te maken voor kerk - pastorie - stallingen - tuin en kerkhof (85 a 90ca).  Ziehier de notariële akte:

"Gifte van het perceel grond waarop de kerk gebouwd werd.  Grossa-Schuldbekentenis door de echtgenoten Jan Van De Keere-Goossens, behoevens Pieter Bernard Goossens groot in hoofdsom fr. 1.500 eisbaar den 11 februari 1885, intresten aan 4% telkens 11 februari.  Bij akte voor den notaris Bovijn te Eeklo den 11 februari 1875.  Zijn verschenen: sieur Jan Van de Keere, benevens zijn echtgenote Joanna-Carolina Goossens, land­bouwers te Bassevelde, die verklaarden bij deze solidairlijk schuldig te zijn aan Pieter-Bernard Goossens, landbouwer te Sint-Laureins alhier tegenwoordig en aanvaardend ene som van vijftien honderd frank, voor lening ener gelijke door genoemde Goossens aan hen solidaire geldoplichters voor een termijn van 10 jaar gedaan en door hen vóór het over­lijden dezer in gangbare muntspeciën en ontvangen en opgestreken waarvan quittance.

Tot zekerheid en waarborg van al hetgeen voorschreven hebben de comparanten solidaire schuldenaars verpand de helft van het volgend goed, te weten: een behuisd, beschuurd en verder betimmerd hofstede met boomgaard, tuin en medegaande zaailand, gestaan en gelegen te Bassevelde, kwartier Landsdijk, sektie A nos 389, 390, 391 en 392, groot vijfentachtig aren, negentig centiaren, palende oost eenen landweg, zuid den heer ridder Dhondt-Cornelis, west Bruno Verbeke en noord de 's Gravenstraat.  Aan gemeente Bassevelde-Landsdijk, 1909-30 december".  Pastoor Meuleman schonk de pastorie aan de kerkfabriek van 's Gravenjansdijk met diengevolge dat de gemeenten Bassevelde, Watervliet en Boekhoute een jaarlijkse pacht of huishuur aan de kerkfabriek dienden te betalen.  In 1906, subsidiëring: Bassevelde 266,48 fr; Boekhoute 76,29 fr; Watervliet 57,22 fr.

"Akte door notaris-meester Joseph Vyncke te Sint-Amandsberg.  Inhoud: Remi De Visschere, bediende te Dikkelvenne, machthebber over Mevrouw Sylvia Maria Josepha Meuleman, geboren te Massemen 6-1-1868, echtgenote van Carolus Verstraete °Wetteren 20.6.1862, ere-notaris wonende te Gavere".  "D'Eerwaarde Heer Jan Baptist Clemens Benedictus Meuleman, in leven pastoor der parochie 's Gravenjansdijk, wonende te Bassevelde is komen over­lijden te Watervliet 28 oogst 1936.  Bij zijn eigenhandig testament 15-10-1934 zijn erfgenamen: Sylvia Meuleman, Michaël Meuleman en Maria-Mercelina Meuleman, van legaten en onroerende goederen.  Pastoor Meuleman schenkt aan de kerkfabriek te 's Gravenjansdijk, vertegenwoordigd door Alfons Fordeyn, voorzitter, De Wulf... schatbewaarder:

"Een woonhuis, zijnde pastorij met afhangselen, tuin en weide gestaan en gelegen te Bassevelde en bekend ter kadaster Sectie A nr 391b, 389c, 390c, samen groot 52a. 80 ca. N-straat, Oost-E.Z. Bernadinnessen-Bassevelde, Zuid Kamiel Hollebosch en C.O.O. Kaprijke, West-Kerk.  Het gemeentelijk kerkhof of perceel nr 392c is ingesloten in deze eigendom en heeft toegang alover deze geschonken eigendom.  Dit legaat werd aanvaard bij Koninklijk Besluit 24-9-1937 en is verschenen 14-10-1937, blz. 62774, 23-9-1938.  De ondergetekende beëdigde landmeter bij de rechtbank van 1e aanleg te Gent, verklaart dat volgt uit de meting door hem gedaan, dat het perceel land en uitweg op bovenstaande plan aangewezen groot is : duizend vierhonderd drieënvijftig meters vierkant.  Dit perceel land en uitweg is bekend bij plan kadastraal der sectie A van de gemeen te Bassevelde, onder­delen van nummers 390b en 392b.  Eeklo, den 30 december 1909, getekend door den heer Landmeter voor het kadaster, genoemd Colle".  "GIFTE VAN PASTOOR MEULEMAN":

"Heden... voor Meester Benoni Van de Steene, notaris verblijvende te Bassevelde in de tegenwoordigheid der na-te-noemen getuigen is verschenen: Mijnheer Jan Baptist Meuleman, pastoor van 's Gravenjansdijk te Bassevelde.  Dewelke comparant bij deze verklaart gifte te doen onder de levende en onwederroepelijk aan de kerkfabriek van 's Gravenjansdijk van een perceel grond, waarop thans de kerk gebouwd wordt door gemelde kerkfabriek, gelegen te Bassevelde en aldaar gekend ter kadaster sectie A, deel der nummers 390b en 392b, met eene grootte van duizend vierhonderd drie en vijftig vier­kante meters, palende aldus Noord kalseideweg, Zuid Mijnheer Julien Van Hoorebeke, Zuid en Oost de gever met de overblijvende delen der bovengemelde nummers.  Zijn alhier verschenen:
1. Mijnheer Francies Haverbeke, grondeigenaar te Bassevelde, 's Gravenjansdijk, voorzitter van de Kerkfabriek.
2. Mijnheer Frans De Zutter, landbouwer te Watervliet, 's Gravenjansdijk, schatbewaarder der Kerkfabriek.  Dewelke in die hoedanigheid verklaren voormelde gifte te aanvaarden onder goedkeuring der Bevoegde Overheid.

Buitengewone zitting van de Kerkfabriek van 's Gravenjansdijk.  Gehouden met toelating van Z.E.H. de Bisschop.  Zijn aanwezig: Mr Francies Haverbeke, voorzitter, Jan Baptist Meuleman, pastoor, Frans De Sutter, schatbewaarder, Francies Hollebosch, Petrus Van Parijs.  Gezien het afschrift der akte gifte, verleden voor meester Van de Steene, notaris te Bassevelde, in date van 26e januari 1910.

De kerkfabrieksraad besluit met eenparige stemmen, behalve de onthouding van de heer pastoor Meuleman, de gedane gif te te aanvaarden".

Deze korte geschiedenis van de parochie 's Gravenjansdijk zou onvolledig zijn, indien wij niet in herinnering zouden brengen de geestelijke herders alhier, "arbeiders van het eerste uur» in de «wijngaard des Heren".

Gaarne brengen wij dan ook een piëteitsvolle hulde aan onze voorgangers en alle priesters, die hun priesteridentiteit tot "het uiterste" wisten te bewaren in hun apostolaatswerken en priester­leven.

In het Vlaams zegt men "Ons Here moet zijn getal hebben".  En... "Dat is 'n rare apostel (priester)".  Goddank !  Ieder mens - ook een apostel - heeft zijn goede en kwade kanten (talenten).  Het "hoogverheven priester­schap", dat soms nederdaalt tot een "ambt" over een dolende kudde, is graag het mikpunt van de "arme schapen".  Onmogelijk is het, dat een herder, alle talenten en perfecties in zich zou dragen.  Alleen God de Vader is vol­maakt !

Heel dikwijls vergeet "de kudde" dat de priester-herder een heel leven lang zijn roeping door God moet beantwoorden en iedere dag "ja" dient te zeggen aan zijn Heer.  Dit is al zijn eerste, maar zwaarste taak van iedere dag.

Verantwoordelijkheid dragen, als priester, over het geestelijk peil en heil van "alle soorten mensen", het ware geloof bewaren, de zeden in rechte banen houden, waarheid en klaarheid scheppen voor de soms weelderige, verstarde en verwilderde geesten en tijden, hebben vele priesters lichamelijk en geestelijk ondermijnd.

"Archieven" en "brieven" bevatten tragedies over priesterwerk en priesterlevens.  De "Kerkschat" van al deze priesters...  Zij waren bekleed met honderd ambten en honderd miseries: Vader, prediker, liturgist, kerkbouwer, herder, financier, economist, organisator, jeugdleider, apostel, volksmenner, volksmis-leider, asceet, voorganger, lektor, deur-opener, duivelbezweerder, leviet, subdiaken, diaken, priester, aartspriester, hoge­priester, voorlezer, stichter, literator, dichter, pedagoog, psycholoog, filoloog, teoloog, psychiater, biechtvader, direkteur, inspekteur, rector-prefect, socioloog, studax, kunstenaar, pastoor, binnen- of buiten onderpastoor, co-adjutor, deservitor, proost, sekretaris, vicaris, archivaris, conservator, monseigneur, bisschop, aartsbisschop, nuntius, kardinaal, en last-but-not least... paus !

Al deze "mensen", van "doctor honoris causa" tot simpele apostel, hebben getracht, eerbiedwaardige dienaren, bedienaren of ambtenaren te zijn, door hun eruditie, talenten en levens­opoffering, van de éne, ware, katolieke, apostolische, Roomse, ortodoxe, hartelijke, zwijgende, pratende... KERK van Kristus.  o, Moederkerk van Rome !  Hulde en dank aan "het getal van Gods rare apostelen", deelachtig aan Kristus' Eeuwig Priesterschap.  Spijts alles en allen... "Ecclesia stat".  Hiernavolgend, willen wij, op een ietwat volkse wijze, de parochiepriesters-voorgangers" typeren".

1.  Z.E.H. JAN BAPTIST MEULEMAN (1904-1936).

Dit is de stichter van de parochie en de bouwer van de kerk te 's-Gravenjansdijk.  Hij werd geboren te Massemen op 10 september 1863 en priester gewijd te Gent in 1889.  Achter­een­volgens werd hij coadjutor of hulppriester te Merendree; leraar aan het O.L. Vrouw-college te Oudenaarde; onderpastoor te Nieuwerkerken-Aalst en pastoor te 's-Gravenjansdijk-Bassevelde (1904).  Hij overleed in die hoedanigheid op de parochie de 28 augustus 1936.  Hij was gedurende 32 jaar de herder van "zijn" kudde.

Hij had het genoegen in 1929 plechtig het zilveren jubileum van zijn pastoorschap te 's-Gravenjansdijk te mogen vieren, samen met het 25-jarig bestaan van "zijn" parochie.  Dat is nog al eens een feest geweest op "Den Dijk", zoals het luisterrijk programma laat zien !

Feestprogramma van zilveren jubileum van Pastoor Meuleman
Feestprogramma van zilveren jubileum van Pastoor Meuleman
Feestprogramma van zilveren jubileum van Pastoor Meuleman

Pastoor Meuleman werd in de volksmond algemeen "de rijke" genoemd en hij zat er inder­daad goed in.  Dit had hij vooral te danken aan een familie-erfenis langs de kant van zijn peter, Z.E.H. Galmaert, directeur van het klooster der Zusters Bernardinnen, alhier te Bassevelde.  Met dit fortuin wou onderpastoor Meuleman, in akkoord met het Bisdom, een parochie oprichten en een kerk bouwen op de wijk "Den Dijk"; en dat heeft hij inder­daad gedaan (zie: Ontstaan van de parochie).

Pastoor Meuleman hield van collegialiteit onder de priesters.  Als "pastoor van de bloei­ende wijngaard" bezat hij de aanleg en de mogelijkheid een goed glas wijn te serveren aan menig priester op een "kranske" of vergadering.  Hij liet zich rijden per sjees (siège).  Hij hield ook van een jachtpartijtje in de polders of meersen alhier.  Om zijn pastorie te bewaken had hij een Sint-Bernardus­hond en later zijn trouwe bouvier.  Naar men beweert, had hij ook nog andere verdedi­gings­middelen of wapens in huis !

Pastoor Meuleman ging volledig op in "zijn" parochie en heeft hier zeer veel wegge­schonken.  Hij wou hier niet meer weg.  Op een snikhete dag - 28 augustus 1936 - gedurende een namiddagwandeling op de Langendijk, kreeg hij een beroerte.  Dadelijk werd hulp geboden door landbouwer Maurits Willems en zijn echtgenote, Zulma De Pauw.  Het was tevergeefs !  Hij overleed ter plaatse en zijn bouvier hield trouw de wacht bij het eerbiedwaardig lichaam van zijn meester.  Men diende beroep te doen op de huishoudster Elisabeth De Brauwere om de hond van het lijk te kunnen verwijderen.  Hij beet naar iedereen die zijn meester naderde.

De eerste pastoor van de Dijk was niet meer !  Nadat hij gedurende 32 jaar het volk van God en zijn Heer in deze parochie gediend had, was hij heengegaan.  Trouw werd hij bijgestaan door de huishoudsters Marie Nopens (die eveneens alhier overleed), Alma Van Den Bunder en Elisabeth De Brauwere, bijgenaamd Tilla.

2.  Z.E.H. MAURITS DE WULF (1936-1947).

Pastoor De Wulf werd geboren te Oostwinkel op 2 februari 1884.  Priester gewijd te Gent de 27 augustus 1911, werd hij leraar aan het H. Maagdcollege te Dendermonde (1911-1919), onderpastoor te Kallo (1919-1936), pastoor te 's-Gravenjansdijk (1936-1947) en daarna te Meerdonk (1947-1954).

Pastoor De Wulf volgde de "rijke" Meuleman op.  Maar... het was niet alles goud wat blonk !  Hier stond hij voor een zeer grote boerderij (= kerk en pastorie), die hij moest onderhouden met de opbrengst van een kleine doening: slechts 500 parochianen, her en der verspreid over drie gemeenten: Bassevelde, Boekhoute, Watervliet.


Pastoor Maurits De Wulf.

Pastoor De Wulf zag het zitten...  Hier diende niet alleen gezorgd te worden voor een geestelijke gemeenschap van gelovigen, maar ook materieel voor het nodige "zaad in 't bakske" !

Gelukkig was zijn leus: "De ijver voor Uw Huis heeft mij verteerd".  Men zegde van hem dan ook dat hij "een hovaardige" was en een "zeer fiere in zijn kerk".  Inderdaad, hij bedelde en "ronselde" overal, tot in de uithoeken van het bisdom en zelfs daarbuiten.  Hij deed werkelijk alles voor de schoonheid en de proper­heid van het Huis Gods.  In 1940 kreeg de kerk een eerste verfbeurt in aangepaste neo-gotische stijl.  Door zijn verfraai­ings­werken in en aan de kerk, maar ook door zijn apostolaatsijver voor zijn kudde, drukte pastoor De Wulf zijn stempel op de parochie.  Hij was ook de herder — vergeten wij het niet — onder de moeilijke omstan­digheden van de tweede wereldoorlog: moeizame bevoorrading, armoede, Duitse bezetting, verwoesting, enz.  Hij werd samen met een 70-tal mannen, parochianen van den Dijk, als gijzelaar gevangen gezet in de klassen van het klooster en de school, onder bewaking van Deutsche Wehrmacht-soldaten, op zondag 26 mei 1940.  Maar "het was nen sterken beer", zegden zijn parochianen over hem.

Ten slotte werd pastoor De Wulf "gepromoveerd" naar de parochie Meerdonk, in het polderse Waasland.  Aldaar kreeg hij heimwee naar "Den Dijk" en overleed in 1954 in de Meerdonkse polders.  Hij werd nu priester in de eeuwigheid...  Dat hij ruste in vrede !

3.  Z.E.H. MARCEL SCHELSTRAETE (1947-1952).

Pastoor Schelstraete was een Gentenaar en een eigenaardig man.
Geboren te Gent op 15 maart 1897 en er priester gewijd in 1921, heeft hij zeer veel bedieningen gehad: onderpastoor te Buggenhout, Opstal, Sinaai, Destelbergen, Kruishoutem, Zottegem, Wachtebeke, pastoor te Maarke-Kerkem (1941-1947), 's-Gravenjansdijk (1947-1952), Erondegem (1952-1958), proost te Drongen-Luchteren en op rust te Kieldrecht (Hospice)...  Hij overleed in het Sint-Ghislaingesticht te Gent op 20 augustus 1964.  De mensen noemden hem "den wonderen" !  "Dat was nu een keer een rare apostel, zie !"


Pastoor Marcel Schelstraete.

Primus perpetuus aan het Sint-Lievenscollege te Gent in zijn Grieks-Latijnse humaniora, bezat hij een veel te groot verstand om normaal te kunnen doen.  Toch probeerde hij zijn gaven in dienst te stellen van de Heer en leefde naar Zijn voorbeeld als een verstorven asceet.

Geld en bezit zaten hem dwars en zijn linkerhand wist niet wat zijn rechterhand had weggegeven.  Zijn scherp verstand vertolkte hij in een scherpe tong.  Wie kent op de Dijk de sermoenen niet van pastoor Schelstraete ? Van ver kwam men naar deze "donderpreken" luisteren.  Hij nam geen blad voor de mond om iedereen de waarheid te zeggen.  Gekend was zijn houding tegenover de weelde en de luxe van de mensen.  Zijn beste vriend was de armoede.  Aan praal en opschik hechtte hij geen belang.

Met nooit gecoiffeerd lang krolhaar, van onder een kalotje, boven een tot groen versleten soutane, reed hij her en der op een verroeste fiets...  Zo zag pastoor Schelstraete er uit.  Verstand en wijsheid lagen bij hem voortdurend overhoop.

"De paster van de Dijk: !"  Deze uitdrukking van de streek werd door deze wondere figuur nog meer beklemtoond.

Pastoor Schelstraete verbleef ook een tijdje in het "huis zijner dromen": een Gents krotwoningje.  Hij stierf en werd begraven in het Instituut van de Broeders Sint-Jan-de-Deo te Gent.
"Zalig de armen, want zij zien God !"

4.  Z.E.H. ALBERT VAN MOORLEGHEM (1952-1961).

Pastoor Van Moorleghem werd geboren te Elsegem op 27 april 1905.  Hij werd priester gewijd te Gent in 1932 en was opeenvolgend subregent te Dendermonde (1932-39), onderpastoor te Zingem (1939-52), pastoor te 's-Gravenjansdijk (1952-61) en op rust te Lebbeke (Hospitaal).

Pastoor Albert Van Moorleghem
Pastoor Albert Van Moorleghem.

"Van Moorleghemke" - zo betitelde men hem met genegenheid in een verkleinwoord - kan men typeren als een stil, devoot en nauwgezet pastoortje.  Zijn benoeming alhier bracht op de parochie en in de kerk een grote verandering, na pastoor Schelstraete.  De parochianen dienden zich alweer eens aan te passen, van het ene uiterste naar het andere, van gedonder en sensatie naar meer kalmte en stilte.  Na die vreselijke hellepreken van pastoor Schelstraete - stel u voor - een gezapig uitleggen van het evangelie...

Menig op sensatie belust gelovige vond het niet meer interessant in de kerk van de Dijk ! Men noteerde zelfs een daling van het aantal kerkgangers.  0 Tempora, 0 mores... mensen zullen nooit veranderen.

De brave pastoor Van Moorleghem beklom onder veel inspanning en bijna met angst­gevoelens altaar­trappen en kansel, om te celebreren en het Woord Gods te verkondigen.  Na een harde, klassieke seminarieopleiding was hij priester geworden.  Vastgeankerd en gehecht aan de ware kerkleer en aan de kerkelijke hiërarchie, was hij bang iets te misdoen.  Kerkfabriek en parochiewerk deed hij dan ook zeer gewetensvol en nauwgezet.  Hij "spaarde" voor kerk en parochie.  Dank aan hem werd de weggemaaide torenspits terug op de kerk geplaatst.  Hij begon de lange weg van administratieve rompslomp om een nieuw kerkdak met schaliën te laten beleggen.  Na acht jaar (1970) was dit werk eindelijk voltrokken...  Maar toen was hij zelf reeds lang weg.

Pastoor Van Moorleghem was er de man niet naar om lang gebukt te gaan onder admini­stratieve beslommeringen of traagwerkende tussenkomsten van staat, provincie en gemeentebesturen.  Zijn gezondheidstoestand kon dat niet meer aan.  Rustig en devoot verdween hij van de parochie, om onder te duiken in een hospitaal, als directeur van een ziekenhuis te Lebbeke.

Pastoor Van Moorleghem, de Dijk dankt U voor alles en wenst U nog veel priesterdienst bij uw zieken !

5.  Z.E.H. EDGARD SNOECK (1961-1970).

Pastoor Snoeck werd geboren te Gent op 3 november 1919 en er priester gewijd de 21 mei 1944.  Hij nam een voorlopige dienst waar te Ledeberg (1944), was onderpastoor op het H.  Kerst te Gent (1946), te Lovendegem (tot 1951), te Zele (1951-60), coadjutor te Mendonk (1960), onderpastoor te Oosterzele (1960) en werd pastoor te 's-Gravenjansdijk-Bassevelde in 1961.


Pastoor Edgard Snoeck.

Pastoor Snoeck was een echt stadskind.  Gedurende zijn priesteropleiding, in volle oorlogstijd (1940-44), als vele andere stadsseminaristen was hij het slacht­offer van ontbering.  Heldhaftig-trouw aan zijn roeping tot priester hield dat "stadsmusje" stand !  Zijn optimisme en Gentse humor waren alom bekend.  Hij kon een ganse paternoster na elkaar Gentse moppen tappen, die een gans gezelschap deden proesten van het lachen.  Als onderpastoor te Lovendegem wij volgden hem aldaar op - drukte hij zijn priester- en sociaal engagement op de arbeiders­bewegingen.  Zijn ietwat onrustige drang naar "levens­ruimte" en zijn wankele gezondheid zouden hem dan ook beletten zich totaal priesterlijk verder uit te leven op een buitengehucht, zoals de Landsdijk.

Hij had veel zin voor kunst en kultuur.  Daarvan getuigt zijn welbekende diamontage, het kijk- en luisterspel "En waar de ster bleef stille staan".  Met verstand, wijsheid en priester­ijver hoedde hij minutieus zijn parochie­schapen.  Maar hij werd zenuwlijder en de laatste jaren geleken op een echte martelgang.  Hij bleef niettemin "de geduldige lijder", die zich tot het uiterste vastklampte.  Doch zijn onver­biddelijke lichaamskwaal over­meesterde hem ten slotte en verraste hem.  Hij moet ontzettend geleden hebben.  Hij sneuvelde...
De Heer weet alles beter en moet zijn getal hebben.  Er is vuur noch zwaard nodig, om martelaar te zijn.  Dat hij in vrede ruste !

6.  Z.E.H. ROBERT BERNAERT (1970).

De huidige pastoor werd geboren te Assenede op 14 oktober 1920; priester gewijd te Gent in 1947;
subregent-leraar aan het O.L. Vrouwcollege te Oudenaarde, 1947-51;
onderpastoor te Lovendegem, 1951-57;
onderpastoor te Kieldrecht, 1957-62;
onderpastoor te Maldegem-Kleit, 1962-66;
onderpastoor te Sint-Laureins, 1966-70;
pastoor te 's-Gravenjansdijk-Bassevelde de 14 juli 1970.

Pastoor Robert Bernaert
Pastoor Robert Bernaert.
 

COADJUTORS

Een coadjutor is een hulppriester of "medehelper", die door de bisschop wordt benoemd, wanneer een pastoor tijdelijk dient vervangen wegens ziekte of ouderdom.  In totaal zijn er twee coadjutors op de parochie 's-Gravenjansdijk geweest.

Bij de benoeming van pastoor Van Moorleghem te Lebbeke, in 1961, werd een eerste coadjutor aangeduid, nl. Pater Beda (Claas) o.f.m.  Hij bleef van 1 juni tot 1 augustus 1961.  Of was hij deservitor, "bewaarder" van de parochie ?...

Coadjutor E.P. Beda (Claes).
Foto Hans Hoste, Leuven.

Na pater Beda werd een nieuwe pastoor aangesteld, Z.E.H. Snoeck.  Doch deze was ziek en werd bijgestaan door een tweede coadjutor, E.H. Marcel Willems, voor de periode 1 augustus 1961 à 21 januari 1962.

Hebben tot hiertoe eveneens hun diensten op de Landsdijk bewezen: E.H. José Van den Hende, leraar aan het H. Maagdcollege te Dendermonde; Z.E.H. Ignace De Bondt, superior van het college te Eeklo; E.H. Fernand Verdonck, leraar aan het St.-Vincentiuscollege te Eeklo en thans pastoor te Waterland-Oudeman; E.H. André Roets, leraar aan het college te Eeklo; E.H. Karel Vanderhaegen, eveneens leraar aan het college te Eeklo en thans pastoor te Ronsele (Zomergem); E. Pater Frans Poppe (1962), missionaris van het H. Hart in Kongo en Brazilië, afkomstig van Oostwinkel.

Binnenzicht van de kerk.
Foto J. Valcke, St.-Laureins

DE KOSTERS

Dienstdoende kosters sinds 1904 :
1. Albert Verbrugge, koster te Watervliet.
2. Van Hoeye .......
3. Edward Van Hulse, uit Bentille.
4. Van Haverbeke ........
5. "Meester" Camiel De Clercq, uit Bentille.
6. Theofiel Beernaert, vastbenoemd.  In de volksmond heette hij "Fiester de koster".  Hij was een zoon van Willem Beernaert en van Melanie Vals alhier.  Hij schonk een legaat aan de kerkfabriek te 's-Gravenjansdijk (1919-1968).
7. Boden hier sindsdien nog hun diensten aan: Antoine Van de Poele, koster te Watervliet; Julien De Smet, koster te Boekhoute; Willy Coussement, koster te Kaprijke.

SUISSES of PIJKEN
1. Petrus Verweire.
2. Bruno Verweire.
3. John Baert ("den John").
4. Raymond De Vos.  Hij is sinds 1945 in dienst van de kerk.  Bij de afschaffing van het ambt van suisse of pijke, werd Raymond stoelbediende of "stoelgeldgaarder".

Vermelden wij hier ook nog Charles De Marlie.  Hij was de eerste misdienaar bij pastoor Meuleman.  Als kerkzanger en armmeester van de voormalige C.O.O. stond hij gedurende veertig jaar in dienst van de kerk te 's-Gravenjansdijk.  In 1977 kreeg hij dan ook welverdiende felicitaties vanwege Monseigneur Léonce-Albert Van Peteghem, bisschop van Gent.

Bidprentje van Marcella Meulebroeck
 

DE KERKMEESTERS
In dankbare herinnering vermelden wij hier onze kerkmeesters:
1906 Petrus Van Parijs, Francies Haverbeke, Francies Hollebosch, Francies De Sutter
1937 Alfons Fordeyn, Charles Vercauteren, Emiel Hollebosch, Achiel Lievens, Emiel Haverbeke 1939: Emiel Haverbeke
1941: Cyriel Fordeyn
1944: René Vercauteren, René Hollebosch
1946: René Dessomviele
1947: René Hollebosch
1948 Edgard Maenhout
1955 Cyriel Fordeyn
1956 Aloïsl Boon
1959 Gerard Maenhout
1964 Arsène Boon
1965 Gerard Willems

De Kerkraad in 1978 :
Zittend: voorzitter Cyriel Fordeyn, secretaris-pastoor Robert Bernaert en schatbewaarder René Hollebosch.
Bovenaan, rechtstaand: leden Gerard Maenhout, Gerard Willems en Arseen Boon
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

KERKRAAD EN BUREEL IN 1970

Voorzitter: Cyriel Fordeyn
Schatbewaarder: René Hollebosch
Secretaris: Pastoor Robert Bernaert
Leden: Gerard Maenhout, Arsène Boon, Gerard Willems.

In 1977 kreeg Cyriel Fordeyn, wegens zijn 35-jarig lidmaatschap van de kerkraad, welverdiende felicitaties vanwege Monseigneur Léonce-Albert Van Peteghem, bisschop van Gent.

OORLOGSSLACHTOFFERS 1914-18 (gedenkplaat achteraan in kerk):

Leo Meulders, Theofiel Bobeleyn, August De Bruycker,
Edmond Pauwels, Hendrik Andries, Honoré Bauwens,
Honoré Van Laere, Petrus Acke, Alfons Bauwens,
Julius Van Zele, K. Bovyn Augustzoon, Petrus Van Parijs,
Kamiel De Kesel, Hendrik De Vos, Jeroom Dobbelaere,
Gustaaf Van Acker, Edmond Flamey, Kamiel De Pauw,
Kamiel Steyaert, K. Bovyn Hendrikszoon,
Philemon Campe, Hendrik De Vriendt, Hendrik Van Hecke,
Julius Vande Veire, Cyriel Van Bastelaere, Serafien Claus.

HET KLOOSTER EN DE SCHOOL

De alhier verblijvende religieuzen maakten deel uit van de moedercongregatie der Zusters Bernardinnen te Oudenaarde.  Zij hadden de regel van de H. Augustinus en de H. Bernardus.

In het "Liber Memorialis", uit het kerkarchief te Bassevelde-Centrum, lezen wij volgende tekst, neergeschreven door Felix Bekaert, 28ste pastoor van Bassevelde (1847):
"In 1844 is aen Mr P.G. Puissant opgevolgd J. As. Puissant, zijnen broeder, en in 1846 gekomen als hulponderpastoor D.B. de Sadeleer van Haeltert, heeft hier gebracht ten jaere 1844 eene affiliatie van het hospitael van Audenaerde, hiertoe gekogt het kasteel hetwelk hij heeft doen schikken en vele van zijne Penningen gebruykt tot dit eynde, om te dienen voor oude menschen van beyder geslachten, arme weezekes, arme school, dagschool voor de Burgers alsook Pensionnaat, byzonderlijk voor de familie der Religieuzen..."

Alwaar het kloostercomplex van Bassevelde-Centrum zich nu bevindt, moet het voortgekomen zijn uit een kasteel of "maison de plaisance".

Een zekere kasteelheer DU BOSCH moet in de eerste helft van de 19e eeuw een grote invloed uitgeoefend hebben, op het politiek en zedelijk leven van de Basseveldenaren.  Hij was zelfs kandidaat-minister.  Een universiteitsstudent is op het ogenblik bezig aan zijn doctoraats-thesis over die figuur DU BOSCH.

Zo schrijft pastoor Bekaert in 1847, overgepend door pastoor P.T. Reyns in 1870: "Dezen Heer Pastor Tobias Verschraegen (pastoor te Bassevelde 1830-1847), uytgeput door de vervolgingen en valsche beschuldigingen ter gelegenheid van het Klooster en het opbouwen van de Kerke, aengedaen door den Typhus, is overleden in 1847 den 27 9ber, beweend door alle de brave menschen «quem morbum contraxerat in servitio aegrotorum»".

De vruchtbare Hellepolder.
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

Hier citeren wij de tekst uit een gevonden "Dagboekje" :
"In het jaar van O.H. Jezus Christus 1897, onder de Z.E.H. Carolus LUDOVICUS (= LODEWIJK !) Vanden Hende, Aartsdiaken van het bisdom Gent en de Z.E. Dame Prieure Juffrouw Braet, geboren te Bassevelde, beiden algemeene oversten van de Orde van de Dames Bernardinnen van Oudenaarde, en onder de E.H. Jan Baptist Galmaert, geboren te Massemen-Westrem en de E. Moeder Wivina, Juffrouw Colle geboren te Gent, beiden oversten van 't klooster te Bassevelde, is het klooster alhier (op de Landsdijk) begonnen.  Drie klassen werden dan opgebouwd".

In het jaar 1897 zijn er reeds twee klassen geopend, één bewaarschool en één lagere klas.  Dame Vincent en Dame Stanislas onderwezen de kinderen.  De zusters namen hun maaltijden in het derde lokaal, dat dienst deed als keuken.  Intussen bouwde men ook een huis voor de zusters.  In het jaar 1898 werd een tweede lagere klas geopend.  Toen namen de zusters hun intrek in een werkmanswoning, die stond nevens de straat rechtover het kloosterhuis.

In 1908 zijn de zusters voorgoed op de parochie van de Dijk gebleven en zij betrokken dan het kloosterhuis, na het opbouwen van de pastorie, onder het bestuur van E. Moeder Française, Juffrouw Lataire, geboren te Zelzate de 19 maart 1874.  In 1910, nadat geheel het gebouw - school en klooster - van een verdiep werd voorzien, is er een derde lagere klas bijgekomen.
Verbeteringen werden met de tijd aangebracht aan huis en school, zodat het klooster­complex nu bestaat uit vier klassen (twee beneden en. twee op de verdieping), een huis­houd­klas en een ruim, gerieflijk en gezellig tehuis voor de religieuzen.

De Houtlandse meersen met zicht op kerk en klooster.
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

Op 30 augustus 1927 werd E. Moeder Française vervangen door E. Moeder Walburga, Juffrouw Gheysel, geboren te Dendermonde de 5 september 1862.  Zij heeft het klooster bestuurd tot 30 augustus 1936 en werd toen vervangen door E. Moeder Wivine, Juffrouw Roete, geboortig van Evergem.

In 1939 werd een stemmig kapelletje gebouwd aan het klooster, zodat de religieuzen nu het groot geluk hadden, met Jezus onder één en hetzelfde dak te mogen wonen.

In 1940, bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog, heeft het klooster weinig of geen schade geleden.  Op 25 augustus 1943 werd E. Moeder Wivine vervangen door E. Moeder Augusta, Juffrouw M. De Sauter, geboren te Sint-Laureins de 2 augustus 1904.  In 1944 werd het nieuw kapelletje ingewijd.

In 1944 bood het klooster met de zusters een onderkomen aan talrijke vluchtelingen uit Watervliet en Nederland.  Het was een bange tijd.

Op 13 mei 1947 vierden de zusters in dankbare liefde het 50-jarig bestaan van de school.

Feestprogramma ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Klooster te 's-Gravenjansdijk (1897-1947): 1. Jubellied; 2. Kabouterspel; 3. De jager en het haasje; 4. Het muisje; 5. De veldkapel; 6. Samenspraak; 7. Wiegelied; 8. Brief; 9. Dankliedje.

FEESTLIED

Wat zingen die klokken met diepen klank ?
Wat jubelen die snaren met blijden dank ?
Wat melden de bomen hier op de wijk ?
Wat juichen de mensen te 's Gravenjansdijk ?
Hoort ge 't niet: 't klooster viert jubilee !
Van vijftig jaren - we vieren mee !
Want alle mensen die 't klooster beminnen
Zijn met de zusters zo blij gezind.

Heb dank, goede zusters, en heil aan U !
Gij kwaamt in ons midden, hoe zalig nu
Te weten dat gij voor ons bidt, ons mint,
Ons hart en ons ziel voor den Here herwint.
Hoor ons nu: wil thans ons hartjes verstaan -
Ze blijven zo dankbaar naar 't kloosterken gaan,
Want onze zielen ook blijven U minnen;
We zijn vandaag met U feestelijk gezind.

Elk vogelenborstje trilt met ons mee;
Elk bloemenknopje knikt trouw: "Hoezee" !
Aan elk kindermondje ontglipt eene beê:
"Laat over ons allen, Heer, Uwen vree.
Zegen, o Meester van hemel en aard
Ons huisje hier, tussen beem en gaard".
We blijven dankbaar ons kloosterken minnen,
Dan lachen wij immer zo blij gezind.

Laat luide weerklinken ons blij "Hoezee !"
Want heden viert 't klooster zijn jubilee.
Dat 't dreune rondom van ons blij geschal,
Dat 't weemle van bloemen en kinderen al !
Kom en vier: d'hemel siert zonnig en blij
Dit plekje, waar ieder thans jubelt zo vrij !
Heil U, o klooster, heil U, Bernardinnen,
We juichen 't allen zo blij gezind !

In april 1944 vertrok Dame Augusta naar Oudenaarde en werd vervangen door Dame Bernarde, Juffrouw Alma Vercauteren uit Boekhoute.  Ze fungeerde aan de Landelijke Huishoudschool te Bassevelde.  In 1946 ging Dame Bernarde terug naar Bassevelde-Centrum, vanwaar ze gekomen was.  Dame Agnes, schoolhoofd van de lagere meisjesschool te Bassevelde kwam toen naar de gemengde school te 's-Gravenjansdijk en werd te Bassevelde vervangen door Dame Augusta (of Augustine).  De ambtstermijn van zes jaar liep in 1949 ten einde voor Moeder Augusta en Dame Magda, Juffrouw Clara Gevaert uit Eine, werd dan Moeder Magda tot in 1952.

Robert BERNAERT
(wordt voortgezet).

Separator

Mengelingen over de parochie 's Gravenjansdijk 1 - 2 - 3 - 4

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  20-01-2023
Copyright Notice (c) 2024