Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1981, 14de jaargang, nr. 4

DE GOEDEREN, RECHTEN EN INKOMSTEN
VAN DE GEESTELIJKHEID
VERBONDEN AAN DE PAROCHIEKERK TE EEKLO
OP HET EINDE VAN DE 17DE EEUW

Met de benoeming van Jan Frans Kerremans tot pastoor te Eeklo op 8 februari 1678 kreeg de stad volgens de geest van die tijd een nagenoeg volmaakt priester. (1)  Goed gevormd, zich terdege bewust van zijn macht en waardigheid zou hij de hem toevertrouwde parochie bijna diktatoriaal regeren.

Van bij de aanvang bleek reeds dat hij een lastig, bemoeizuchtig en hooghartig man was.  Geen enkele gelegenheid liet hij onverlet om zijn macht te tonen !  Kerremans kon zijn wil dermate doordrijven, dat hij zelfs bij het aanvaarden van een kapelaan of onderpastoor ongestoord vermeldde "...ende is bij den onderschreven sonder imandts interventie aenveert en aenghenomen gheworden...". (2)  Hiermee schiep Kerremans een precedent dat eens te meer de zwakheid van de hogere geestelijkheid illustreerde.  De vele processen die hij zowel met wereldlijke als met geestelijke gezagdragers voerde zijn het resultaat van een onaantastbaar levensideaal.  Het valt immers niet te ontkennen dat de veelvuldige konflikten bijna steeds hun oorsprong vonden in een, zij het mogelijks overdreven ijver om de belangen van de parochiekerk en haar bedienaars te behartigen.

Toen Kerremans na zijn benoeming tot kanunnik van de St.-Baafskathedraal te Gent op 17 maart 1714 Eeklo verliet, kreeg zijn opvolger een omzeggens perfekt gestruktureerde parochie onder zijn hoede !

De hiernavolgende bijdrage is de synthese van een jarenlange studie, door pastoor Kerremans gemaakt, om alle zijn nog geldende rechten en inkomsten van de onderpastorij en kosterij te achterhalen.  Een momentweergave dus, die ons naar de geest van Kerremans, een getrouw beeld zou moeten brengen van de kerkelijke inkomsten.

In beginsel ontzag hij niets of niemand om zelfs reeds jaren verdonkerde inkomsten te achterhalen.  Een gezond streven weliswaar; zeker wanneer we stellen dat de clerus deels in zijn levensonderhoud moest voorzien met de gelden uit de kerkelijke goederen, rechten en inkomsten.  Daarom ook verklaarde pastoor Kerremans op 25 augustus 1693 met de hand op het hart, dat dit na 15 jaar verblijf te Eeklo de enige inkomsten waren waarop hij en zijn dienaars recht hadden.(3)

*   *   *

DE PASTOORSRECHTEN

a.  De Pastorie.  Kerremans noteerde dat hij bij zijn aankomst kon beschikken over een huis met 167 roeden erf.
In de kerkrekening afgesloten op 14 maart 1646, had hij teruggevonden dat het land destijds door de kerkfabriek was aangekocht van de erfgenamen van Vincent Tollens fs Jan.  Exacter ware, dat het goed was aangekocht door de Eeklose magistraat maar wel met kerkgelden.(4)
De opbouw van de pastorie dateert uit de periode 1640-43.  Uit voornoemde rekening lichten we eveneens dat het huis "is gestaen ende gelegen inde kerkstraete, achter uijtcomende met de breede van eenen wageganck ofte wech aen seker straetken west daer aen gelegen...".  Toen Kerremans hier benoemd werd verkeerde de woning in een bouwvallige staat !  Met toelating van de bisschop liet hij het dak vernieuwen, een kamer aanbouwen, een houten huisje in de hof "den welcken begonst te verduijsteren" optimmeren en een poort aan de uitgang in de Prinsenhofstraat aanbrengen.  De verwaarloosde hof werd met hagen afgezoomd en "in behoirlijcke figure" aangelegd.
b.  Het Grondbezit.  Qua grondbezit was de pastoor in de loop der tijden weinig begiftigd geworden.  Enkel in de Vrombautstraat bezat de pastorie vier gemet land, waaruit Kerremans enig inkomen genoot.  Van oudsher stond dit land gekend als "de papestucken".
c.  De Tiende.  In tegenstelling tot veel andere parochies kon de pastoor te Eeklo geen aanspraak maken op tienderechten.  Dit was zeker niet naar de zin van Kerremans, want in een schrijven uitte hij zijn verontwaardiging over het feit dat de pastoor van Zomergem "den vierden thienden schoof op eenen hoek van Eecloo loopende met een splete van waerschot tot veldekensdam, welck wort genoemt vulgo de kijfthiende", genoot zonder enige tegenprestatie !  Wel ontving hij van de twee grote tiendeheffers, het kapittel van Doornik en Harelbeke, een jaarlijkse vergoeding van 40 pond gr. elk.
d.  De Vervallen of accidentalia.
Jaargetijden en fundaties tot last van de Kerk.
In de kerk te Eeklo bestonden er een groot aantal jaargetijden en fundaties, meestal gesticht door begoede Eeklonaars of gilden, tot last van de kerk of Armenzorg en waaruit de pastoor voor zijn bediening enige gelden ontving.
De H. Sacramentsmis: bij akte van 30 juli 1647 was tussen pastoor Antonius Boucherie en de stad Brugge overeengekomen om wekelijks, op donderdag, een zingende mis te celebreren tegen 2 pond gr. jaars.  De pastoor ontving voor elke mis 12 stuiver.
Voor een dagelijkse mis en lof onder de octaaf van het H. Sacrament inde hij eveneens 12 sch. gr.
Ter gelegenheid van het feest van de H. Vincentius, patroon "vande voors. kercke ende Stede van Eecloo, wort geviert binnen de palen deser parochie cum festo in populo met een novene, welcke gedurende ider dagh gedaen wort eene solemnele misse...".(5) De pastoor ontving hiervoor 18 sch. gr. komende uit de collecten van het St.-Vincentiusaltaar.

Elk jaar op 1 oktober, werd St.-Elooi vereerd als patroon van de smeden en alle andere met de hamer en paarden werkenden.  Deze fundatie die sedert 1679 door de auditeurs verdonkerd was, werd door pastoor Kerremans aangetoond en terug opgenomen.  Met enkele oude rekeningen had hij in 1692 kunnen bewijzen dat binnen Eeklo "plecht te wesen een confrerie van Ste Eloij".  De jaarlijkse mis moest immers betaald worden uit de pacht van de "St Eloijsbilck", zijnde 1 gemet 211 roeden land de confrerie destijds toebehorende.  Welk land nu door de kerkmeesters stilzwijgend verpacht werd.
Met recht vorderde Kerremans de 3 sch. gr. terug op.
Daarnaast ontving de pastoor uit de kerkpenningen nog 1 pond 8 sch. gr. over drie jaargetijden, respectievelijk gefondeerd door Jan Haerens in 1663 j Marie Therese Haerens in 1686 en Olivier Van den Driessche in 1689.

Vergoeding voor jaargetijden uit de Armendiskas.
Veelal lieten begoede lieden op het eind van hun leven, bij testament legaten overmaken aan de Armenzorg.  Als tegenprestatie moest na hun overlijden, veelal op de sterfdag, een eeuwigdurende jaargetijde ingesteld worden.
Ingevolge de muntontwaarding diende bisschop Antonius Triest in 1618 in te grijpen om de veelvuldige jaargetijden die nog amper 140 pond parisis beliepen (11 p. 13 sch. 4 gr.) drastisch te reduceren.  De jaargetijden van deze donateurs werden toen verenigd tot één enkele maandelijkse mis, waarvoor de pastoor jaarlijks 2 pond gr. toegewezen kreeg.

Toen pastoor Kerremans in 1693 zijn inventarisatie afsloot inde hij over 33 jaargetijden 7 pond 6 sch. gr. uit de armendiskas.(6)

Jaargetijden "bij besonder versoeck".
Naast de jaargetijde die ontsproten uit legaten en doorgaans" eeuwig" gecelebreerd werden, kon men ook bij de pastoor een jaargetijde kopen.  Naar gelang die met de "solemneelsten" of hoogste, middenste of laagste dienst moest plaatsvinden betaalde men de pastoor voor een eenmalige mis 1 pond gr. j 13 sch. 4 gr. j of 5 sch. gr.

Votiefmissen.
Naar oud gebruik werden in de parochiale kerk te Eeklo jaarlijks een zestal missen opgedragen, die in wezen geen fundatiën maar onder gelofte tot stand waren gekomen.  Voor elk van deze vergoedde men de pastoor met 3 sch. gr., de kapelaan en de koster elk met 1 sch. gr. en de kerkbaljuw met 4 gr.
15 januari: Feestdag van de "Naam Jezus", ten verzoeke van de kleermakers.
20 januari: Feestdag van de H. Sebastiaan, ingesteld door de gezellen van de gelijknamige handbooggilde.

12 maart: Feestdag van de H. Gregorius.  Op verzoek van het Eekloos onderwijzend personeel.
23 april: Feestdag van de H. Georgius, patroon van de voor ons onbekende gilde opgericht onder deze naam.
25 oktober: Feestdag van de H. Crispinus (Sint Crispijn) en Crispianus (Sint Crispiaan) patroons van de schoenmakers.
3 november: Elk jaar geschiedt naar aloude gewoonte ter ere van de H. Hubertus, 's morgens heel vroeg een solemnele mis, waarvoor de pastoor niets anders ontvangt dan de gelden uit de offerande.

Gelden uit doop-, huwelijks- en begrafenisrechten...
Dooprecht:
Voor doop- en registratierecht van de "principaelste" ingezetenen ontving de pastoor 8 gr. en de koster 4 gr.

Huwelijksrecht:
Als trouwrecht betaalden de vooraanstaanden 6 sch. gr.  De "ordiniere" of middenklasse 5 sch. gr. en de armen niets.
De koster inde hier telkens 1/3 van het pastoorsrecht.

Begrafenisrecht:
Net zoals nu was overlijden een uiterst dure aangelegenheid waarvan de pastoor uiteraard zijn deel opeiste !
In tegenstelling tot het beperkt aanbod van doop- en huwelijksceremonieel kreeg de afgestorvene een veel ruimer gamma van begrafenisplechtigheden aangeboden.
Het ritueel kon reeds een aanvang nemen met het aan huis afhalen van het lijk.  "Als wanneer eenige lijcken met solemneele processie uijt den sterfhuijsen gehaelt worden..." kost dit 5 sch. gr.  Kerremans merkt evenwel op, dat dit niet zo dikwijls plaatsgrijpt !
Wat de uitvaartdienst en de teraardebestelling betrof vonden we voor de volwassenen negen onderscheiden kategorieën terug.
De hoogste, de middenste en de laagste dienst, met daarin telkens de mogelijkheid van hetzij een eenmalige dienst voor uitvaart en begrafenis of een gescheiden dienst voor uitvaart en begrafenis.
De vergoedingen voor het kerkpersoneel zijn terug te vinden in onderstaande tabel.
Voor de onvermogende bestond er ook een teraardebestelling met een gewone stille of zingende mis.  Van een echte uitvaartdienst was hier geen sprake meer !
Terwijl de paupers, zij die werkelijk niets bezaten, officieel zonder enige vorm van kerkelijke dienst begraven werden en uiteraard voor geen kerkelijke inkomsten zorgden.
Wel merkte pastoor Kerremans op dat hij voor deze laagste volksklasse "uijt besonderen charitaet oock misse is lesende... als wanneer hij niet belet is".

Overleden kinderen, dus jonger dan 12 jaar, werden te Eeklo bijna altijd zonder mis begraven.  Weliswaar kon een stille of zingende mis de begrafenis voorafgaan.  Maar volgens Kerremans gebeurde dit zeer zelden !

Van de teraardebestellingsdienst voor kinderen verwachtte Kerremans niet veel inkomsten.  Ofschoon vaste tarieven in voege waren moest hij zich veelal tevreden stellen met "eenighe minder ontfanghe en van veele niet...".
  Hoogste
dienst
Midden
dienst
Laagste
dienst
 
Gescheiden dienst
voor uitvaart en
begrafenis
P: 2-10-0 gr.
OP: 0-16-8
K: 0-16-8
1-13-4 gr.
0-11-0
0-11-0
1-0-0 gr.
0-6-7
0-6-7
 
Eenmalige dienst
voor uitvaart en
begrafenis
P: 2-0-0 gr.
OP: 0-13-4
K: 0-13-4
1-6-8 gr.
0-8-10
0-8-10
0-16-8 gr.
0-5-6
0-5-6
 
Begrafenis met
enkel een zingende mis
      P: 0-10-0 gr.
OP: 0-3-4
K: 0-3-4
Begrafenis met
enkel een stille mis
      P: 0-5-0 gr.
OP: 0-1-8
K: 0-1-8
Begrafenis paupers       P: -
OP: -
K: -
Overzichtstabel van de vergoedingen voor prestaties bij uitvaart- en begrafenisdiensten van volwassenen.
P: pastoor; OP: onderpastoor of kapelaan; K: koster.
 

Vergoeding diensten voor overleden kinderen

Pastoor
Onderpastoor
Koster
met zingende mis met stille mis
0-5-0 gr.
0-1-8
0-1-8
0-1-4 gr. voor celebrant

0-0-4
      Aangaande het overlijden van vreemdelingen noteerde pastoor Kerremans dat "dit en wort soo precies niet gheobserveert".  Niettemin wist hij te vertellen "alswanneer imant, den welcken woonachtich is op een platse ende passagie, vlucht oft ander geval op Eecloo geadministreert ende gevisiteert sijnde, aldaer compt te sterven...", dan geniet de clerus van Eeklo de helft van het uitvaartrecht dat van toepassing is op de plaats waarvan de overledene afkomstig is.  Als compensatie zal hij in de parochiekerk een mis celebreren.

Kerkgangen:
Hier ontvangt de pastoor "niets anders dan dat pro libitu geleijt wort op den boeck, midtsgaders de offerande ende keersse".

Offerande:
Deze gelden ontvangen bij uitvaarten, begrafenissen en in missen op feestdagen kwamen integraal de pastoor ten goede.
Van de was (kaarsen) ontving hij de helft, terwijl het restant de kerk toekwam.

Door de onwil van de pastoors was het onmogelijk het exact inkomen van de clerus te bepalen !  Enkel hun jaarwedde en de betalingen uit de jaargetijden lagen vast.  Over de resterende ontvangsten verklaarde pastoor Kerremans op 6 mei 1704 onomwonden "...daer van en geeft den pastor aen niemant eenighe recogniscantie (erkenning) en heeft den onderschreven noijt eenighe ghegeven dit ghenoteert".
Zeker was dat het een stuk boven de 100 pond gr. moet geweest zijn, wat zeer veel was voor die tijd !

VERGOEDINGEN AAN DE ONDERPASTOOR

In tegenstelling tot veel dorpen waar de kapelaan of onderpastoor een beneficie was - dus zonder zielzorg en enkel belast met een of meer missen - stond deze te Eeklo volledig in dienst van de pastoor.(7)

a.  "thuijs onderpastoreel".  Volgens pastoor Kerremans vermelden de kerkrekeningen, afgesloten op 14 maart 1646 over de onderpastorij "...dat met het gelt vande kercke is gekocht een vervallen hofstede om de selve te accomoderen tot de cappelrije deser stede, welcke hofstede is liggende met de westsijde aen het raemstratje, noort jacques D'hane, oost nicolaes massaert ende suijt d'hoirije van pieter de lange ende anderen, welcke groot is een hondert vijfensestich roeden...".  Het daarop staande gebouw, een huizeken met schuurken was geprezen op 13 p. 17 sch. gr.(8)

Wanneer de aankoop precies onderschreven werd konden we niet terugvinden !  Ongetwijfeld was het voor 1638, gezien in het desbetreffende landboek het eigendomsrecht reeds vermeld werd.(9)

Of de onderpastoor in de 17de eeuw er wel echt verblijf hield, blijft vooralsnog een open vraag.  Feit is, dat we er onafgebroken vreemde pachters op aantroffen !  In 1643 pachtte Jacques Keersse het goed voor 1 p. 10 sch. gr. het jaar.  Daarna verbleven er in volgorde Lieven D'houden; Jan Bolle met Jacques van Ghenachte; Joos Buise.  Jacobus de Croocq was de eerste priester waarvan we zeker zijn dat hij er verblijf hield.
Dat de onderpastoor, om een stuiver bij te verdienen, er niet voor terugschrok een deel van zijn woning in jaarpacht te geven viel bij de kerkmeesters niet in goede aarde !  Op het illegaal verblijf van Norbertus van de Kerchove in de onderpastorij kwam vanwege de kerkfabriek heel wat verzet.(10)
 
b.  Jaarwedde.  De kapelaan of onderpastoor genoot een jaarwedde van 40 pond gr.  Twintig pond kwamen uit de stadskas en het restant uit de kerkfondsen.  De zware financiële oorlogslasten waaronder de stad tijdens de tweede helft van de 17de eeuw gebukt ging en het gering bezit van de Eeklose parochiekerk, waren dikwijls oorzaak dat de onderpastoor verstoken bleef van zijn onderhoudsgelden.  Reeds op 23 augustus 1662 had de stad via de Raad van Vlaanderen stappen ondernomen om de tiendeheffers ertoe te bewegen ook bij te dragen in diens wedde.  Mede door een te laks stadsbestuur bleef deze zaak jaren hangende !  Net zolang tot pastoor Kerremans zich met het geschil ging bemoeien.  Op 20 maart 1684 volgde reeds een uitspraak.  Voortaan zouden de tiendeheffers jaarlijks 32 pond gr. en de stad 8 p. gr. afdragen, zodat Eeklo zijn kapelaan kon behouden.  Zelfs voor de Grote Raad van Mechelen waar de Kapittels van Doornik en Harelbeke de zaak nu aanhangig hadden gemaakt bleef de uitspraak gehandhaafd.
 
c.  Vervallen of accidentalia.  Struktureel verwijzen we naar de "accidentele rechten" van de pastoor.  Als assistent van deze laatste inde hij mee uit diens rechten.  De vergoedingen voor zijn bijstand zijn terug te vinden in de tabel.
Binnen de kerk bestonden nog een vijftal fundaties gesticht door Lambertus Vrombaut; Olivier van Huweke; Jan de Munster; Eligius van Hove en van Jacques de Brauwer gehuwd met Tanneke Segers die alleenlijk dienden gecelebreerd te worden door de kapelaan.  Ook de zaterdagse gezongen mis ter ere van O.-L.-Vrouw werd naar gewoonte gedaan door de kapelaan.  Deze was niet gefondeerd maar werd betaald uit de collecten van het O.-L.-Vrouwaltaar.
Jaarlijks ontving hij uit dit bescheiden 7 p. 10 sch. 8 gr.

DE KOSTERIJ

Ofschoon Kerremans het inkomen van de kosterij niet speciaal behandelt, werden de penningen als bijstand tijdens jaargetijden, missen en andere accidentalia verleend toch telkens weergegeven.  Uit deze fondsen, die we eveneens in detail terugvinden in de tabel bij de pastoor, behield de koster jaarlijks 4 p. 3 sch. 8 gr.  Verder ontving de toenmalige koster Abraham de Meij van de stad een jaarwedde van 12 pond gr. "voor te luijden de werckclocke deser stede, midtsgaders voor gaede te slaen de horlogie, daerinne begrepen de leverijnghe vande olie ende smaut veroorboort tot de selve horlogie" en 3 sch. gr. "over het vutsteken ende int trecken van het kermisvaentien...". (11)

De figuur van de Kerkbaljuw komt, hoe summier ook in Kerremans' tekst eveneens aan bod.  Naast de jaarlijkse vergoeding van 1 p. 9 sch. gr. die hij ontving uit de accidentalia, vonden we hem in de kerkrekeningen nog herhaaldelijk terug als klusjesman.

Erik De Smet.

__________________________
(1)    A. DE VOS.  De Pastoors Gheuns en Kerremans twee antipoden in het parochiaal leven te Eeklo.
Appeltjes van het Meetjesland XV, 1964, blz. 352-387. Terug naar de tekst
(2 Rijksarchief Gent (RAG) - Kerkarchief Eeklo nr. 28 fol. 87, 96, 96v. Terug naar de tekst
(3 RAG - Kerkarchief Eeklo nr. 28. "Register van de emolumenten ende revenuen vande Pastorije der Stede ende Vrijhede van Eecloo midtsgaders vande onderpastorije aldaer, gemaeckt ende in order geredigeert bij den Eerw. Heer Joannes Franciscus Kerremans deken vande Christenheijt van Ardenburgh ende Pastor der voorschreven Stede van Eecloo int jaer 1693." Terug naar de tekst
(4 RAG - Kerkarch. nr. 32 (Rek. 1643-1644) z. fol. "Item alsoo mijne heeren bailliu Burchmeestre ende Schepenen deser Stede hebben ghecocht jeghens dhoors van wijlent vincent tollens fs jan... ghemerckt dat de selve erfve ende nieuwen huijse is ghecocht ende ghemaeckt met ghelt ende innecommen van de voorseide kercke.". Terug naar de tekst
(5 Alle gegevens, indien niet expliciet vermeld, werden ontleend aan het voornoemde rapport van pastoor Kerremans.  Zie noot 3. Terug naar de tekst
(6 De jaargetijden werden ingesteld door: Pieter van Lanschoot x Josijne Rogiers; Jan Kervijn; Pieter Rogiers fs Jan; Mattheus Lambrechts x Marie Pauwels; Jacques de Brauwer x Tanneke Segers;
Pauwel de Sutter fs Joos; Anna Grootaert; Lucas Grootaert; Piet er Pauwels x Susanna de Croocq; Adriaen Pauwels fs Pieter (priester); Jan van Crombrugge x Joanna Willems fa Jacques; Anna Sionckers; Pieter Pinckel x Josijnken van den Beirghe; Lieven Rijckaert; Charles van Kerckhove; Janneken Vlaeminck; Jan de Roo de Jonghe x Lauwerijnken Pinckel; Antoonnijnke Neijt; Elisabeth en Francois Lambrecht kinderen Mattheus; Anthone de Sutter; Livinus de Sutter fs Anthone; Marie vander Stelt x Olivier van den Driessche; Pieter D'Hercker x Anna Heijne, xx Marie Lambrecht; Jan de Rijcke fs Joos. Terug naar de tekst
(7 RAG - Kerkarchief Eeklo nr. 28 fol. 78. "Declaratie vande Emolumenten der onderpastorije, de welcke geen beneficie en is, dan alleenlijck een cappelrije manuel ter assistentie vanden pastoor inde pastoreel bedieninge". Terug naar de tekst
(8 RAG - Kerkarchief Eeklo nr. 32 z. fol. Terug naar de tekst
(9 SAE - 384.  Landboek door Kornelis Boudins, anno 1638.
Fol. 198v. "De Kercke van Eecloo ande suijtseijde daeraen, metter westseijde alsvooren aen tstratken alf hier mede ghemeten j lijn lxv R". Terug naar de tekst
(10 RAG - Kerkarchief nr. 35 (rek. 1683-1684) z. fol. "Item alsoo inde voorgaende rekenijnghe staet geseijt dat norbertus vande Kerchove tot waersschoot heeft gewoont ende gebruijckt het huijs ende erfve gemaeckt voor woonste ende gebruijcke van de cappellaen deser stede sonder dat den rendant tot nochtoe eenighen pachtbrief heeft becommen ende bijdien danof geene betaelijnghe genoten, niet jegenstaende daertoe diversche devoiren ende vermaenijnghen gedaen...". Terug naar de tekst
(11 SAE - 526. Stadsrek. 1678-1679. Terug naar de tekst

Separator

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024