fs Jonas Ryckaert (I) en Cornelia Dhaese
° Kaprijke 8/3/1620
x Kaprijke 12/6/1661 Elisabeth Asschot
xx Kaprijke 2/1/1667 Joanna Van Hifte
† Kaprijke juli 1674
Martinus' peter was een zekere Martinus Ryckaert.
Martinus, geboren in 1620, huwde dus een eerste keer met Elisabeth Asschot in Kaprijke op 12/6/1661 met als getuigen Joannes Ryckaert en Andreas Boxstael. Maar Elisabeth overleed reeds op 16/4/1663 in Kaprijke in het kinderbed van een tweeling.
Passchier Ryckaert en Pauwels Asschot waren de voogden over de 2 oudste wezen. Ze boerden op een hof van Joos Vanderhaghen uit Gent (en na diens overlijden Frans Vanden Meersche), waar ook zijn ouders hebben geboerd en ze gebruikten ook nog 11 gemeten land in Lembeke. Na het overlijden van Elisabeth, bij het opmaken van de staat van goed op 23 mei 1663, bestond hun veestapel uit een paard, 4 koeien, een drachtige vaars, een kalf en een varken. Rogge, haver, boekweit, lijnzaad en vlas op de zolder werden geprezen, alsook de mest, het hooi en stro, al het hout, “het vermaecksel” en de “doorenhaeghen”, al het gerief in het woonhuis, de oven, de schuur en de gewassen op het veld (“de besaeytheyt ende landbate”). De totale baat werd geraamd op 235 ponden 8 schellingen en 8 groten (verder als 235-8-8 p genoteerd). De onkosten betroffen de kleren, de alimentatie aan Gheert Praet voor het kind dat na een maand overleed en de onkosten voor het opmaken van de staat van goed ten belope van 3-5-14 ponden.
Martinus’ moeder mocht haar leven lang blijven wonen en aan haar hebben ze 50 ponden geleend aan een intrest van 6,33% per jaar. Na aftrek van de schuldenlast bleef er nog 178-10-10 ponden over (RAG 345/119).
Martinus huwde een tweede keer in Kaprijke op 2/1/1667 met Joanna Van Hifte.
Hij overleed in Kaprijke in juli 1674. Joos De Smet en Passchier Ryckaert waren voogd over de wezen (RAG 347/305). De prijzij van al wat op het hof aanwezig was bedroeg 153 ponden, de landsbate, de mest en de vruchten op het veld werden op ruim 87 ponden geschat. Ze hadden een schoon paard (21 ponden waard!), 3 koeien en een varken; de gouden trouwring werd op 10 schellingen geschat.
Ze stonden 3 jaar achter met de pacht van het hof (ruim 61 ponden), maar ook nog 17 ponden, voor landpacht aan Passchier Claeyssens, Pieter Luck en Vincent De Pape. Bovendien had Martynken Ryckaert recht op 10-2-0 ponden voor diensturen. Wie Martynken was hebben we niet gevonden. Uiteindelijk werd de staat van goed afgesloten met een batig saldo van 297-8-7 ponden.
Joanna hertrouwde met Jooris De Langhe bij wie ze geen kinderen had. Jooris overleed in Kaprijke op 20/3/1704 en zij stierf, ook in Kaprijke, op 28/10/1715. Janneken had van haar moeder 416 roeden land geërfd in de Kerkakker te Lembeke, dat gepacht werd door Livyne Van Ypere, weduwe van Pieter Van Hyfte en ook in de Zuidakker te Kaprijke bezat ze bijna 4 gemeten land. De gebruikelijke venditie bracht een ruime 32 ponden op; ze had nog pacht tegoed van Jaecques Van Vooren, drie gouden ringen werden verkocht en ook de verkoop van bomen bezorgde hen 6 ponden.
De chirurgijn Lieven Fordyn bracht een rekening binnen van ruim 3 ponden voor visiten en medicijnen en na de begrafenis werd zelfs rundsvlees geserveerd voor meer dan 2 ponden ! Ook de kost van “broodt ende caes tot het trackeren van de vrienden ende gebueren in den uytvaert” werd uiteraard in rekening gebracht. De netto baat bedroeg uiteindelijk 190 ponden. (RAG Kaprijke 351/315v).
De kinderen van Martinus:
Uit zijn eerste huwelijk met Elisabeth Asschot:
Uit zijn tweede huwelijk met Joanna Van Hifte:
De ouders van Martinus:
Jonas Ryckaert (I) en Cornelia Dhaese
Onze Ryckaert welkomblz
Inhoudstafel -
Zoek-bladzijde
U heeft een aanvulling, een commentaar, een foto of een verbetering ?
Neem dan aub contact op met ons !
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright (c) 2024