|
Het verstellen van heeren-hemden
Niets is slordiger dan dat de man-
chetten van de hemden op den vorm
doorslijten en rafel vertoonen, terwijl
het overigens nog geheel en al goed is
Men kan deze slappe manchetten
gemakkelijk aftornen en omgekeerd
weer op dezelfde wijze aanzetten, ter-
wijl het versleten deel doorgestopt
wordt. Een andere wijze van verstel-
len is om uit het rugdeel zoo een groot
stuk te knippen als voor een versleten
voorstuk noodig is, terwijl in de rug
een nieuw deel van wit katoen wordt
gezet.
Het stuk wordt in de lengte doorge-
knipt zoodat voor iedere helft een lap
is. Men moet dit stuk echter zoo groot
knippen dat de naad niet zichtbaar is
uit het vest dus ongeveer 30 cm.
Aan drie kanten slaat men het 1/2
cm naar binnen en zorgt dat het juist
op het patroon gelegd wordt terwijl de
halsronding en schouders gevolgd wor-
den. Aan den hals zorgt men dat de
stiksteken onmiddellijk onder het
boordje komen en aan de schouders
stikt men over de bestaande stiksteken
terwijl men aan het split een deel los-
maakt, om den vierden kant onder te
schuimen zoodat het verstellen enkel
zeer weinig in het oog valt.
Bij het onderbeleg kan men het stuk
dicht langs den kant opstikken, daar
de steken niet opvallen wanneer het
overhemd gedragen wordt.
De slappe boordjes slijten meerma-
len langs den hals en hier kan een
reepje batist tegen gestikt worden.
|