fs Adriaan Ryckaert en Francisca Plasschaert
° Eeklo circa 1585/90
x Eeklo 15/10/1628 Elisabeth DE COOREBYTER
† Eeklo 1/12/1670
Elisabeth DE COOREBYTER (° Eeklo 21/1/1612 - † Eeklo 23/4/1667) was de dochter van Geleyn en van Adriana Van Loo.
|
Judocus's handtekening (SAE 1011/60)
Hun kinderen:
Judocus Ryckaert en Elisabeth De Coorebyter waren gefortuneerde landbouwers, die hun goederen zowel langs paternele als langs maternele zijde door erfenis hadden verworven. Zij hadden wel enige eigendommen in de loop van hun huwelijk verkocht, zo onder meer 2 gemeten meers in de Pokmoere op 6/4/1650 (SAE 824 blz 131) en 2/3 ven een hofstede met land, in totaal 3 gemeten, in de Peperstraat op 26/3/1657 (SAE 825 blz 384).
De inventaris van de bezittingen, die na de dood van Judocus op 13 mei 1671 door de schepenen van Eeklo werd opgemaakt, laat ons toe ons een gedacht te vormen van al de eigendonunen die het echtpaar bezaten.
Wij noteerden:
1) | Een behuisde hofstede met 3 gemet 226 roeden land, in één blok, gelegen langsheen de Peperstraat in de Waai te Eeklo, palende aan het Groot Goed en voortkomend van een paternele erfenis, bij verkaveling van 8 februari 1631. |
2) | Elf gemet taillebos langsheen de Moerstraat te Eeklo, eveneens uit de paternele erfenis. |
3) | 558 roeden land te Eeklo in de Hoogstraat, gekocht op 28 december 1644. |
4) | 3 gemet en 15 roeden bos in de Waai te Eeklo. |
5) | Een hofstede met het woonhuis, schuur en boomgard, samen 275 roeden groot, komende uit de erfenis Van Elisabeth's vader, volgens een verkaveling van 8 januari 1641. |
6) | 1 gemet, 150 roeden land uit de paternele successie. |
7) | Twee gemet 191 roeden land uit genoemde successie volgens een uitgroting van 26/11/1648. |
8) | Een boomgaard van 25 roeden, gelegen in de Bosstraat te Eeklo. |
9) | Tien gemet en 5 roeden land te Eeklo op het Oostveld, langsheen de Antwerpse Heirweg. |
10) | 3 gemet en 10 roeden land te Eeklo op Oostveld. |
11) | Een behuisde hofstede met 8 gemet en 190 roeden bijgaande landerijen, gelegen in één blok te Kaprijke in de Wacht, langsheen het "straetjen lopende van Wulfshouck naer het Rijselhof", komende uit de successie van Geleyn De Coorebyter, de vader van Elisabeth, volgens een verkaveling van 28/8/1640. |
12) | Een vervallen hofstedeken waarop alleen nog wat haveloze gebouwen en wat fruitbomen staan, gelegen te Lembeke. |
13) | 10 gemet en 104 roeden land in diverse partijen in de Vroeden te Lembeke. |
14) | 6 gemet 35 roeden land in de Bentillepolder te St.-Jan-in-Eremo aan de landdijk, palende aan de erven van de kinderen van Adriaan Ryckaert, filius Adriaan, gehuwd met Francisca Plasschaert, hun broers en zusters dus. |
De hofstede te Lembeke was verpacht aan Jooris Van Waes, hun schoonzoon, de man van hun dochter Adriana.
Na de betaling van alle kosten bleef er als netto erfenis nog meer dan 433 pond groten over, wat in die tijd een belangrijk bedrag was.
SAE n° 1015 en 1054 st.v.goed dd. 13/5/1671.
Onmiddellijk nadat de staat van goed was bekend gemaakt, werd door dezelfde schepenen van Eeklo de verdeling en uitgroting van de erfenis verricht. De onroerende goederen werden door beëdigde prijzers in vier grote kavels ingedeeld, kavel A, kavel B, kavel C en kavel D. Ze werden naar hun waarde geschat en nadien bij middel van loting aan de erfgenamen toegewezen. Kavel A werd toegewezen aan de dochter Petronella, gehuwd met Balthasar Dhont samen met de dochter Francisca. Kavel B viel te lote aan de dochters Joanna en Marie. Kavel C kwam aan Cornelius, een ongehuwde zoon en aan de kinderen van Jooris Van Waes, die gehuwd was geweest met de inmiddels gestorven dochter Adriana. Kavel D ten slotte, kwam in handen van de zoon Judocus en de dochter Elisabeth.
De totale geprezen waarde van al de onroerende goederen uit de
nalaltenschap, zoals zij hierboven uit de staat van goed gelicht werden,
bedroeg 2233 pond groten, zodat elke kavel ongeveer 559 pond waard was,
wat zeker een niet te onderschatten fortuin vertegenwoordigde.
SAE n° 1251 f°55 tot 61 st.v.goed, dd. 14/5/1671
Judocus Ryckaert was meerdere keren schepen geweest te Eeklo van 1632 tot 1637, waarna hij gedurende twee jaar vervangen werd door zijn broer Adriaan, om daarna opnieuw die functie waar te nemen van 1639 tot 1655 met een paar tussenpozen van inactiviteit.
De familie De Coorebyter was een van de oudste en meest vooraanstaande te Eeklo en te Kaprijke. Reeds in 1421 woonde een zekere Thomas de corembiter te Kaprijke, waar meer dan waarschijnlijk de wieg van deze familie heeft gestaan.
Petrus De Coorebyter, die gehuwd was met Francisca Ryckaert, dochter van Charles en van Maria Zoetaert, was een zoon van Geleyn De Coorebyter en van Simonne Roegiers. Elisabeth De Coorebyter, echtgenote van Judocus Ryckaert, had eveneens een Geleyn tot vader. Geleyn De Coorebyter, de vader van Petrus en schoonvader van Francisca Ryckaert, was burgemeester van Kaprijke van 1665 tot 1678 en voordien schepen aldaar. Elisabeth was een tante van Petrus. Bernard De Coorebyter was burgemeester Van Kaprijke van 1756 tot 1762 en kocht in 1751 van Jan Frans Ysebaert het aldaar gelegen kasteeltje "Ter Kruisen", dat thans nog bestaat.
Tijdens de twee Calvinistische perioden te Eeklo respektievelijk in 1566-1567 en 1578-1583, die voor de Eeklose bevolking en voor de inwoners van de omliggende dorpen bijzonder tragische gevolgen hebben gehad, hebben ook leden van de familie De Coorebyter hun gedrag en houding vreselijk in opspraak gebracht. Pieter De Coorebyter, schepen van Eeklo en Lembeke, werd van meet af aan van ketterij verdacht en vervolgd. Ook Ge1eyn De Coorebyter, die te Eeklo in "den binnen" woonde, eveneens schepen van Lembeke, werd wegens zijn calvinistische ideologie en sympathie vervolgd. Op 4 mei 1578 werd hij, samen met de ganse wet van Eeklo, naar Gent gebracht.
Ook verscheidene leden van andere families die zeer in aanzien stonden te Eeklo en omgeving en waarvan er enkele verwant waren met de gezinnen Ryckaert, hebben hun uitingen van sympathie voor de heresie soms duur moeten bekopen. Noemen wij de families Pynckel, Blondeel, Plasschaert, Dobbelaere, Coppens, Vanden Hende, Van Hecke, Huyghe, dHerckers en andere. Pieter Plasschaert, een gefortuneerde landbouwer, grootvader van Francisca, de echtgenote van Adriaan Ryckaert en rond 1540 pachter van het Groot Goed op den Busch te Eeklo, werd aangezien als een overtuigd calvinist, doch werd nadien niet vervolgd noch veroordeeld.In de lijvige registers met betrekking tot de calvinistische diktatuur te Eeklo, komt de naam Ryckaert geen enkele keer voor, noch als verdachten, noch als getuigen, maar wij hebben reeds aangetoond dat er toen nog geen leden van onze familie te Eeklo woonden.
Elisabeth was amper 16 jaar oud wanneer ze trouwde met Judocus, die er rond de veertig was. Nochtans schijnt Elisabeth niet zwanger geweest te zijn aangezien haar eerste kind pas in mei 1631, drie jaar na haar huwelijk werd geboren, tenware er nog voordien een doodgeboren kind was geweest, dat door de pastoor niet in het doopregister werd ingeschreven, wat wel meer gebeurde.
De ouders van Judocus:
Adriaan Ryckaert en Francisca Plasschaert
Onze Ryckaert welkomblz
Inhoudstafel -
Zoek-bladzijde
U heeft een aanvulling, een commentaar, een foto of een verbetering ?
Neem dan aub contact op met ons !
Copyright Notice
Meest recente bijwerking : 10/08/2022