Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1970, 3de jaargang, nr. 4

Oud Bassevelde 4

De wijk Haantje bezit nog verschillende oude, private gebouwen. Daar is vooreerst de hoevewoning van de Weduwe Georges Andries, Haantje 7, gebouwd in 1818. Tevoren stond hier een veel kleiner huisje, dat zeker van vóór 1700 dateerde en waarvan de sporen van de vroegere zijgevel zich nog duidelijk in de huidige aftekenen.

Tijdens het bouwen van de tegenwoordige woning in 1818 werd bij de straat een nieuw kapelletje opgericht, in dezelfde baksteen van het huis. Deze stenen kapel verving toen een gesloopt, klein, houten kapelletje op dezelfde plaats. Volgens de volkszeg zou deze eerste kapel aldaar opgetrokken zijn, om de omgeving te vrijwaren voor spoken; men had er namelijk jarenlang veel last van spokerij en tovenarij.

25. Kapelletje, Haantje 7.
Foto R. Tondat, Eeklo.

Ook het bakhuis van de hoeve is nog aanwezig. Gedurende de jongste wereldoorlog heeft men er terug tweemaal per week brood gebakken, telkens ongeveer zestien broden per oven.

    Van de woning Haantje 14 is het interieur zeer eenvoudig. In de keuken bleef de oorspronkelijke en sobere haard nog bewaard, doch hij wordt niet meer gebruikt. Vóór het huis treffen wij links eveneens een oud bakhuis aan, waarin tweemaal per week brood werd gebakken, tot in 1958 toe.

26. Woning, Haantje 14. Foto R. Tondat.

   De mooie schuur Haantje 35 is nu volledig verdwenen. Volgens de huidige bewoners zou men in het houtwerk verscheidene jaartallen gevonden hebben, die teruggingen tot 1743. Prachtige houten berden of schutsels, met allerlei motieven en data versierd, scheidden eertijds de doorgang van de schuur af en zijn nu spoorloos ...

    Over smaak en schoonheid kan niet getwist worden, maar toch zouden we de schuur Haantje 40 als de mooiste van het Meetjesland willen bestempelen. Deze bewoording is niet overdreven voor dit veilig geborgen en landelijk gebouw in hout, met verhoogde inrit, aangepaste strobedekking en afgeknot schilddak links. Helaas, ook deze schuur is in verval: nog enkele maanden verwaarlozing zoals nu en dit bouwkunstig pareltje uit het Meetjesland zal weeral reddeloos verloren zijn ! Bij ons jongste bezoek merkten wij op dat de mooie, oude berden, die in de schuur de doorgang scheidden en waarin verschillende teksten, data en molenafbeeldingen waren gegrift, ook al verdwenen waren !

27. Verdewenen schuur, Haantje 35. Foto R. Tondat, 1965.
28. Prachtige houten schuur, Haantje 40. Foto R. Tondat.

In de Venthoek 2 treffen wij het Molenaarshof aan, een hoevewoning met eenvoudige deuromlijsting, eigendom van Gustaaf De Coninck. Over de molen die hier eenmaal stond hebben wij gehandeld in «Ons Meetjesland», jaarg. 3, 1970, nr 2, blz. 17: 4) houten spillemolen-korenwindmolen, Kattendam. Volgens een verklaring van de laatste mulder, Livinus De Coninck-Van Damme, werd de houten windmolen bij dit huis, bijna tot puin vervallen, totaal afgebroken in 1922. De gesloopte molen had een oudere, doch kleinere houten windmolen vervangen en verschillende stukken daarvan overgenomen; de oudste van deze herbruikte stukken dateerden zelfs van kort na 1600.

    Tijdens een storm, in het jaar 1912, zijn de vier wieken met de askop van de molen neergestort. Deze zware beschadiging werd spoedig hersteld en men gebruikte daartoe vervangstukken, afkomstig van een molen in afbraak uit Hoek van Holland.

29. Molenaarshof, Vent 2, Bassevelde.
     Buitendeuromlijsting.   Foto R. Tondat.

De hoevewoning van de mulder werd grondig hersteld en op de ganse achterzijde verbreed in 1777. De buitendeuromlijsting bleef toen wellicht onveranderd en herinnert ons nog aan het oude gebouw; een afbeelding van deze sobere, doch stijlvolle ingang drukken wij hierbij af. In het huis zelf is er verder een mooie haard, eveneens onaangeroerd gebleven en versierd met Delftse gleierse tegels van landschappen, enz ... Men vindt daarin ook drie taferelen of tegeltableau's terug: de Prins en de Prinses van Oranje en een Kalvarie (zie de foto's). Zij dagtekenen uit de periode 1750-1777. Een tweede schouw werd - reeds enige tientallen jaren geleden - volledig afgebroken. Ck Dr. E. Dhanens over deze merkwaardige schouwbekledingen, artikel «Schouwen Schoorsteen», in Ars Folklorica Belgica, I, Antwerpen, 1949, blz. 201-226, afb. 25.

30. Merkwaardige schouwbekleding in het Molenaarshof, Vent 2.
Foto G. Van Bastelaere.

Ook voor Bassevelde, zoals voor bijna al onze dorpen, valt het op dat er nagenoeg geen landelijke gebouwen van vóór 1720 overgebleven zijn. Hout en stro zijn zeker geen al te duurzame materialen, maar ongetwijfeld hebben ook de vele oorlogen en de onrustige tijden hun rol meegespeeld. Wij weten hoe erg onze landslieden alle krijgsverrichtingen verafschuwden en hoe vaak zij ervoor moesten vluchten of erdoor tot de bedelstaf gebracht werden !

    In 1524 ontmoette men te Bassevelde reeds moeilijkheden om het vereiste aantal mannen als militieplichtigen aan het ambacht Boek¬houte te kunnen leveren; de mensen stonden er zeer weigerig tegenover en moesten door geld aangelokt worden: «Item de ghesellen van Bassevelde ende Oosteecloo, ghecommen omme te trecken inde oorloghe, omme dat zylieden ghewillich zijn zouden te trecken, iii lib. par.».

    Ook de periode van de godsdiensttroebelen en de talrijke latere invallen van de Fransen berokkenden Bassevelde veel kwaad en hebben voorzeker de bevolkingscijfers gedrukt. Daaromtrent lezen wij bij De Potter/Broeckaert, blz. 17-19 :

    «Evenals te Oost-Eekloo, Kaprijk en andere omliggende gemeenten, vond de Hervorming hier van den beginne hare aanhangers; ja, Bassevelde was, reeds in 1564, het brandpunt van de verkondiging der nieuwe leer in 't ambacht van Boekhoute. Dat hier ook kerkbraak en andere baldadigheden werden gepleegd, zoals schier overal elders, is op te maken uit de kerkrekening van 1572 (de eenigste overgeblevene uit dien tijd) en waarin van het wegvluchten der kerkjuweelen en priestergewaden gesproken wordt. Beteekenisvol is bovendien ook het feit, dat onder de afvalligen dezer gemeente de naam des pastoors, Adriaan de Schuetere, voorkomt, die na zijnen overgang tot de nieuwe leer, in huwelijk trad en op zijne voormalige standplaats, ter ontstichting en verergernis zijner oudgeloofsgenooten, predikant werd ... Den 3 November 1578 verscheen hij in deze hoedanigheid op de classis te Gent, alwaar Bassevelde, te zamen met Lembeke, onder Eekloo, waar de Hervorming voor dit gedeelte van Vlaanderen haren zetel had, werd gerangschikt. Hij was mede tegenwoordig, met zijnen diaken Adriaan Mertens, op de classis van Aksel, den 7 mei 1579, en op die van Assenede, den 2 Juli deszelfden jaars, alwaar hij tot schrijver werd verkozen. Janssen, de schrijver der Kerkhervorming in Vlaanderen, wien wij deze bijzonderheden ontleenen, houdt het er voor, dat hij den 7 Juli 1587 te Baarland werd beroepen, alwaar een «Adrianus Joannides Schuiterus» gedurende geruimen tijd den predikdienst waarnam.

31. Tegeltableau «De Prins van Oranje», Molenaarshof, Vent 2. 
Foto G. Van Bastelaere.
32. Tegeltableau «De Prinses van Oranje», Molenaarshof, Vent 2.
Foto G. Van Bastelaere.
 
33. Tegeltableau «Kalvarie», Molenaarshof, Vent 2.
Foto G. Van Bastelaere.

   —  Tot bewijs, dat de beeldstormers ook langs hier gegaan zijn, mag overigens strekken, dat in 1611 de pastorij nog in puin lag.

    —  De oorlogen van Lodewijk XIV brachten Bassevelde zeer gevoelige slagen toe en droegen niet weinig bij om deze plaats gedeeltelijk te ontvolken en ze in haren handel en nijverheid met verlamming te slaan ...

    ... Wij lezen in de kerkrekening van 1667, dat eenen der pachters twee pond groote werd toegestaan «over de schade by hem onderstaen ten tyde als de Fransche troupen overal in dese landen groote ravaise deden».  Dezelfde rekening spreekt van een algemeene vlucht uit dit dorp en van de noodzakelijkheid om het «kerk-dingen» naar Gent en Philippine te voeren, alwaar het gedurende verscheidene maanden beveiligd bleef.  In 1671 en 1672 werd het te Gent in 't Groot-Begijnhof verborgen, terwijl in 1678 de pachters andermaal eene kwijtschelding hunner verachterde schulden bekwamen, «ten regaerde vande swaere ende excessive oncosten van tFransch logement».  Hoe zwaar de laatste oorlog op de gemeente moet gevallen zijn, is alleen hieruit op te maken, dat volgens eene officiëele opgave der verliezen van allerlei aard, door 't ambacht van Boekhoute op het laatste der XVIIe eeuw geleden, Bassevelde daarin met 53.540 pond voorkomt, de belastingen daaronder niet medegerekend.  Ook waren vele landerijen door de eigenaars verlaten geworden, uit hoofde der zware belastingen daarop gelegd, en welke zij niet betalen konden.

    — Gedurende den winter van het jaar 1696 legerde alhier een troep Engelsche Dragonders; in 1704 een aantal Hollanders, onder generaal Spar, en in 1707, alsmede in 't begin van November 1708, Fransche troepen. Trokken nadien nog enkele partijen over het grondgebied dezer gemeente, deze bleef voor zooveel ons bekend is, verschoond van de duurkostende logementen gedurende weken en maanden, welke evenals de afpersingen en de plunderzucht der vreemde soldeniers en veldoversten, het bezit van den landzaat en van de gemeente tot niets versmelten deden» ...

Ook Dr. E. Dhanens getuigt dat de beeldenstorm te Bassevelde veel schade aanrichtte. Van 1601 tot 1611 werden aan de kerk werken uitgevoerd, «wellicht tot voorlopige herstelling: vensters worden in die tijd dichtgemetseld.  Men mag aannemen dat tijdens de godsdienst-troebelen vooral het koor van de kerk te lijden had en dat de heropbouw ervan, evenals in andere kerken van de streek, zeer lang werd uitgesteld»  (Invent. van het Kunstpatrimonium, Oostvl., Kanton Kaprijke, 1956, blz. 6-7).

(Wordt voortgezet).

ALFONS RYSERHOVE.
ROMANO TONDAT.

Separator

Oud Bassevelde 1, 2, 3, 4, 5, 6

Het kapelletje aan Haantje 7 op 26 Oogst 2007.
 

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024