fa Charles Ryckaert (IVb) en Maria Zoetaert
° Eeklo 10/11/1637
x Eeklo 20/7/1656 Petrus DE COOREBYTER
xx Franciscus De Rycke
† Oosteeklo 24/3/1687
Francisca werd gedoopt in Lovendegem op 17/11/1637. Dat is een gevolg van de woelige tijden: de pastoor was gevlucht of ondergedoken en de mensen zochten in min of meer naburige dorpen naar een oplossing. Zo werden in Lovendegem in november 1637 drie kinderen gedoopt uit Eeklo, 2 uit Waarschoot en 1 uit Lembeke, Sint-Laureins en Zomergem op een totaal van 20 dopen; in december van dat jaar werden 14 doopsels toegediend waarvan 4 aan kinderen uit Eeklo, 2 uit Waarschoot en 1 uit Sint-Laureins.
Petrus DE COOREBYTER (° Kaprijke 28/6/1626 - † Eeklo 19/9/1667) was de zoon van Geleyn en Simonne Roegiers. Ze kregen zes kinderen. Zij was hoog zwanger van haar zoon Petrus, toen haar man stierf.
Daarna trouwde ze een tweede keer met Franciscus De Rycke, bij wie ze nog vijf kinderen had die allen te Eeklo werden geboren. Omdat niet alle akten bewaard zijn uit de zeventiger jaren van de 17e eeuw, hebben we er slechts 4 teruggevonden
Francisca Ryckaert en haar eerste echtgenoot Petrus De Coorebyter waren zeer welstellende landbouwers. Hun bezittingen, volgens de inventaris, opgemaakt op 22 november 1668, na het overlijden van Petrus, werden geschat op meer dan 268 pond groten, wat voor die tijd een aanzienlijk bedrag betkeende. Hun roerende bezittingen bestonden uit paternele goederen, die voortkwamen uit de erfenis van Petrus en uit maternele goederen, die Francisca van haar ouders had geërfd.
De paternele goederen bevatten:
De maternele goederen bestonden uit:
Petrus en Francisca bewoonden hun eigen hofstede niet zelf, zoals dat bij gefortuneerde landbouwers meermaals het geval was, maar beheerden een uitgestrekt pachthof te Eeklo in de Waai, dat eigendom was van het klooster van Sint Benedictus, alias de Lazarije van Gent, waarvoor zij jaarlijks 100 pond huurprijs betaalden.
Gelijk het op vele grote pachthoeven gebruikelijk was, behoorden het woonhuis en de dienstgebouwen tot het bedrijfskapitaal van de pachter. Dit was ook het geval voor Petrus en Francisca, die eigenaars waren van al de gebouwen die op het pachthof aanwezig waren, waaronder het woonhuis dat in steen was opgetrokken, terwijl de schuur, de stallingen, het ovenbuur en andere gebouwen van vakwerk waren en bij de aanvang van hun pachttermijn van de vorige pachter in prijzij waren overgenonen, zoals dat expliciet in de pachtbrief vermeld stond. De waarde van al deze gebouwen was vooraf door de metser, Jan Mussche en de timmerman Joos Picavet geschat op een "staende waerde van 146 ponden 5 schellinghen grooten".
De veestapel bestond uit 2 paarden, 6 koeien, 1 vaars, 2 kalveren, 5 varkens en een aantal schapen. Op de til die op het binnenhof stond, nestelden veel duiven en op het erf liepen een aantal hennen.
Op 14 septemoer 1666 had de weduwe van Guillelmus De Coorebyter, Simonne
Rogiers,voor notaris Charles Schillewaert te Gent, haar hofstede waarop zij
woonde en gelegen was te Eeklo in de Bosstraat, "metter warmer hand" geschonken
aan haar schoondochter Francisca Ryckaert, die met haar zoon Petrus De Coorebyter
was gehuwd. Simonne had hiervoor de volgende voorwaarden gesteld.
Ten eerste mocht Francisca het goed niet verkopen noch op gelijk welke andere
manier van de hand doen, maar het moest na haar dood overgaan aan haar broers
en zusters of andere wettige erfgenamen. Ten tweede moest de donatrice gedurende
haar leven lang het recht behouden van inwoon en levensonderhoud.
Ten derde, indien Francisca zou trouwen, zou de schenking ongedaan worden gemaakt
en na de dood van Simonne overgaan aan de broers en zusters van Francisca of hun
respektievelijke erfgenamen. Aangezien Francisca na de dood van haar man Petrus
De Coorebyter hertrouwde met Franciscus De Rycke, verviel haar eigendomsrecht op
de hoeve, iets wat nadien door haar tweede echtgenoot Franciscus fel betwist werd
en tegen de andere erfgenamen een proces inspande, dat hij, gezien de klare taal
waarin het schenkingscontract was opgemaakt, verloor. Na de dood van Francisca
in Oosteeklo op 24/3/1687, werden haar vijf kinderen, die zij bij Petrus De Coorebyter
had gewonnen, de erfgenamen. Drie weken voordien op 2/3/1687 was haar tweede
echtgenoot ook in Oosteeklo overleden (RAG Boekhoute 820/281).
SAE n° 1251 f° 69 en 1258 minute, st.v.goed dd. 13/3/1673.
Het leven van Francisca Ryckaert is na de dood van haar eerste man geen meevaller geweest. Wij hebben reeds gezien dat de bezittingen van het echtpaar in 1667, na het overlijden van Petrus, nog op 268 pond groten werden geschat. Wanneer wij echter de schuldenlast van het sterfhuis nagaan, komen wij tot de vaststelling dat deze zo hoog was, dat er van de vermeende welstand maar bitter weinig meer overbleef. Deze lasten werden geraamd op 258 pond groten, wat resulteerde in een batig saldo van amper 10 pond groten, wat zeker geen fortuin vertegenwoordigde. Als wij de schuldeisers even op een rijtje zetten, dan komt de eigenares van het pachthof waarop Petrus en Francisca woonden, de Abdis van het Rijke Gasthuis te Gent, meer dan 100 pond achterstallige huurgelden opeisen. Verder waren de broers en zusters van Francisca nog niet uitgekeerd voor hun part van de erfenis van hun ouders en bleven er nog een groot aantal ambachtslieden en neringdoeners onbetaald van geleverde prestaties en goederen. Verscheidene personen die aan het echtpaar geld hadden geleend, wachtten al sedert verscheidene jaren op de jaarlijkse aflossingen van het kapitaal en de verloren intresten. Andere eigenaars waren nog niet betaald voor de pachtsommen van hun landerijen die door Petrus werden gebruikt.
Kort na haar tweede huwelijk met Franiscus De Rycke, begon voorgoed de neergang van hun maatschappelijke positie. Op 17 januari 1669 werd de herberg waarvan hoger sprake verkocht en in 1687, weinige tijd na het overlijden van haar tweede echtgenoot, lieten de voogden van de minderjarige kinderen, meerdere eigendommen onder de hamer brengen, waaronder de hofstede die Francisca nog uit haar paternele successie bezat.
SAE n° 1052 st.v.goed sterfhuis Pieter De Coorebyter dd. 22/11/1668 en 1014 f° 307, idem.
Over Simonne Roegiers, de schoonmoeder van Francisca Ryckaert, zijn nog een paar belangrijke zaken te vertellen, die wij U niet willen onthouden.
Na het overlijden van haar man, Geleyn De Coorebyter, ging zij naar Gent wonen,
waar zij een woonhuis bezat in Meerhem op de St Salvatorparochie van 's Heilig
Kerst, waar zij op 7 maart 1671 overleed. Het heeft na het huwelijk van Francisca
Ryckaert met Franciscus De Rycke nooit meer geboterd tussen hen en Simonne Roegiers,
want zij ging niet alleen in Gent wonen, maar herriep ook haar testament waardoor
zij een aantal onroerende goederen aan Francisca had geschonken. Het liep nadien
zelfs uit op een proces tussen haar en Franciscus De Rycke, de tweede echtgenoot
van Francisca, omwille van deze herroeping. In de staat van goed van het sterfhuis
van Simonne Roegiers, op 25 september 1671 door de wethouders van Eeklo opgemaakt,
vinden wij een belangrijke uitgave vermeld aan "seven advocaeten voor hun
besognen in de saecke jeghens Franciscus De Rycke".
SAE n° 1015 f° 72 en 1054 minute st.v.goed sterfhuis van Simonne Roegiers, wwe
Geleyn De Coorebyter dd. 25/9/1671
Simonne Roegiers schijnt nochtans een edelmoedig mens te zijn geweest, want tijdens haar uitvaart en nog daarna, moest volgens haar wens, heel wat gedaan worden. Aan de armen van de parochie van Sint-Salvator moest een zak tarwe in broden gebakken, worden uitgedeeld en hetzelfde moest gebeuren aan de behoeftigen van Eeklo. Tot versiering van de Heilige Kruiskapel te Gent en het altaar van de Sint-Jorisgilde in de kerk van Eeklo, moest voor ieder twee ponden groten worden gegeven. Aan de gildebroeders van genoemde gilde moest een pond groten geschonken worden.
De uitvaart van Simonne zelf in de kerk van St-Salvator te Gent, werd met veel ceremonieel en vertoon gehouden. Zowel de begrafenis als de uitvaartmaaltijd waren van hoge kwaliteit en tot in de minste details verzorgd.
Simonne Roegiers was zeer gegoed. Volgens haar staat van goed bezat zij een hofstede te Boekhoute in De Rijke, een woonhuis te Gent op Meerhem, een hoeve in de Bosstraat te Eeklo op de Pokmoer en aan de Spletwatergang, gronden te Evergem en verscheidene partijen land te Adegem op Heulendonk, op de wijk het Kruisken en langs de Grote Heerweg.
De zes kinderen van Petrus en Francisca:
De kinderen van Francisca bij Franciscus De Rycke:
De ouders van Francisca:
Charles Ryckaert (IVb) en Maria Zoetaert
Onze Ryckaert welkomblz
Inhoudstafel -
Zoek-bladzijde
U heeft een aanvulling, een commentaar, een foto of een verbetering ?
Neem dan aub contact op met ons !
Copyright Notice
Meest recente bijwerking : 13/08/2022