C Ia - Judocus Ryckaert

fs Judocus Ryckaert (IVc) en Elisabeth DE COOREBYTER

° Eeklo 5/1/1657
x Eeklo 19/8/1679 Petronella Van Hecke
† Eeklo 4/9/1695
 

Zijn peter en meter waren Judocus Ryckaert en Barbara Verlee.

Petronella VAN HECKE († Eeklo 26/4/1702) was de dochter van Christoffel en Joanna Van Speybroeck.  Ze was voordien weduwe van Jan Pynckel filius Anthonius en Petronella De Bruyne, geboren in Eeklo op 20/3/1638 op de ouderlijke hoeve ten zuiden van de Moerstraat, maar gedoopt in Lovendegem op 3/4/1638, in een periode dat de geestelijkheid van de omgeving gevlucht was uit angst voor de vrijbuiters. Jan was overleden in Eeklo op 24/10/1678.  Petronella had een zoon Joannes Baptiste bij hem (° Eeklo 14/12/1677, maar zeer jong gestorven vóór zijn vader.  Jan Pynckel was zelf ook reeds weduwnaar met 4 kinderen in leven van Petronelle Willems fa Lieven, die in Eeklo op 22/3/1676 gestorven was. (SAE 1016/723, 1017/184 en 1205/88)

Beiden werden begraven in de kerk van Eeklo naast het altaar van de H. Anna op de hoek waar het epistel gelezen werd.  Judocus is schepen van Eeklo geweest van 1687-1688.

Wij hebben reeds gezien onder A IIa dat de moeder van Petronella Van Hecke, Joanna Van Speybroeck, na de dood van haar echtgenoot Christoffel Van Hecke, hertrouwde met Joannes Franciscus Ryckaert, zoon van Petrus en Catharina Van Waes, waardoor deze de stiefvader werd van Petronella Van Hecke en de stiefschoonvader van Judocus Ryckaert.

Zij wonnen:

  1. Elisabeth Ryckaert (C IIc)
    ° Eeklo 17/7/1680
    x Eeklo 7/2/1699 Boudewijn D'Herckers
    † Eeklo 31/5/1702
     
  2. Joannes Ryckaert (C IIa)
    ° Eeklo 22/10/1682
    x Waterland-Oudeman 17/4/1720 Joanna VAN DOORSELAERE
    xx Waterland-Oudeman 27/10/1724 Cornelia De Broer
    † Waterland-Oudeman 14/11/1749
     
  3. Joanna Ryckaert
    ° Eeklo 16/12/1684 Zij was nog in leven in 1715.
     
  4. Petrus Ryckaert (C IIb)
    ° Eeklo 3/8/1688
    x Catharina MATTHYS
    † Watervliet 29/3/1729
     
  5. Judocus RYCKAERT
    ° Eeklo 26/1/1691
    † Waterland-Oudeman 3/10/1713 (ongehuwd)
     

Judocus Ryckaert en zijn echtgenote Petronella Van Hecke, mochten onder de welstellendste landbouwers van Eeklo gerekend worden.  Beiden hadden van de kant van hun ouders verscheidene eigendommen geërfd en ze hadden er tijdens hun huwelijk ook enkele door aankoop verworven.  Alhoewel Judocus en Petronella hun eigen hofstede hadden, woonden zij er niet op, maar gaven deze in huur aan Lieven De Pau(w), terwijl zij zelf pachters waren vanaf 1679 van het Groot Goed, een uitgestrekte hofstede van meer dan 100 gemet oppervlakte, die eigendom was van de Armenscholen te Gent en voordien had toebehoord aan het Rijke Gasthuis van dezelfde stad, gelegen tussen de Waai en de Peperstraat te Eeklo.  De huurprijs van dit hof bedroeg 147 pond groten per jaar.

Hier volgt een overzicht van de bezittingen van Judocus Ryckaert en Petronella Van Hecke, zoals wij die terug vonden in een staat van goed die werd opgemaakt door de wet van Eeklo op 27 september 1696, kort na het overlijden van Judocus en uit de inventaris, opgemaakt door dezelfde schepenbank op 4 oktober 1702 in het sterfhuis van Petronella Van Hecke, zijn weduwe.  Beiden waren op genoemde hofstede overleden, waar ook de grootouders van Judocus, Adriaan Ryckaert en Francisca Plasschaert hadden gewoond en gestorven waren.

Bezittingen die Judocus uit de nalatenschap van zijn ouders, Judocus Ryckaert en Elisabeth De Coorebyter had meegekregen, de zogezegde paternele goederen, die hij slechts voor de helft bezat, vermits de andere helft nog eigendom was van zijn zuster Elisabeth, gehuwd met Jan Blondeel.

Ook waren er verscheidene maternele goederen, die petronella Van Hecke uit de successie van haar ouders had verworven.

Al deze goederen waren aan Petronella gekomen door het overlijden van haar ouders Christoffel Van Hecke en Joanna Van Speybroeck, door een uitgroting van 12 juli 1687.  We weten dat Joanna Van Speybroeck, na het overlijden van haar echtgenoot Christoffel Van Hecke en moeder van Petronella Van Hecke, hertrouwde met Joannes Franciscus Ryckaert.

Zo bezat Petronella Van Hecke nog een derde van 7 gemet land in de polder van St.-Jan-in-Eremo in het ambacht van Aardenburg, in de Walstraat, waarvan de andere 2/3den toebehoorden aan Andries Van Hecke, de broer van Petronella en aan Jan Ryckaert, die hun pleegvader was.  Dit alles volgens de akte van uitgroting, gepasseerd voor de wet van Eeklo in date 28 augustus 1689.

Ook waren er een remarkabel aantal eigendommen die Judocus Ryckaert en Petronella Van Hecke tijdens hun huwelijk verworven hadden.  Wij citeren:

Verdere gegevens uit de staten van goed van het sterfhuis van Judocus Ryckaert en Petronella Van Hecke laten er geen twijfel over bestaan dat zij tot de gefortuneerde landbouwers van Eeklo behoorden.

Wat ze nog tegoed hadden aan hoevehuur en landpachten bedroeg meer dan 36 pond groten.

De houtwas en de vruchten op het veld werden geraamd op meer dan 62 pond.  De houtwas en de veldvruchten die bevonden werden op de hofstede en de landerijen die daarvan deel uitmaakten en door het echtpaar Judocus en Petronella in huur werden genomen; het Groot Goed dus, werden geraamd op een waarde van meer dan 145 pond, wat in die tijd een enorm bedrag betekende.  Door de venditie, die op 12 augustus 1702, na het overlijden van Petronella op het hof werd gehouden, kunnen wij ons een idee vormen van de diverse veldvruchten die in was stonden: 12 gemet 282 roeden koren, 425 roeden vlas, 653 roeden tarwe en drie weiden.  Er waren ook meerdere partijen bezaaid met haver en boekweit.

De veestapel, zowel het groot als het klein vee, bestond uit 2 paarden, 7 koeien, 2 renders, 3 kalveren, 7 varkens, 3 ganzen, een aantal hennen en een schapendrift, waaronder enkele geiten van meer dan 100 in getal.  De waarde daarvan werd geprezen op ongeveer 170 pond.  122 pond werd geregistreerd voor de waarde van het meubilair en de huisraad.  Er waren ook drie weefgetouwen, waarvan er twee verhuurd waren en een in het gezin zelf werd gebruikt.  De tegoeden van enkele landpachten en het leveren van hout, granen, vlas en andere produkten bedroegen ongeveer 80 pond groten.

De totale som van de baten werd ingeschreven voor 965 pond, terwijl de nog te vereffenen lasten 215 pond bedroegen.  Er bleef dus een batig saldo van 750 pond groten, een aanzienlijk bedrag, wat we niet zo vaak in de door ons gekonsulteerde boedelstaten tegenkomen en het bewijst nog eens dat Judocus Ryckaert en zijn vrouw Petronella Van Hecke, beiden van zeer gegoeden huize afstamden en hun fortuin gedurende hun huwelijk nog aanzienlijk hebben aangedikt.

Wanneer Judocus in 1695 stierf, liet hij vijf minderjarige kinderen achter, waarvan het oudste 15 en het jongste slechts vier jaar oud was.  Zij werden onder voogdij geplaatst.  Bij het overlijden van hun moeder Petronelia Van Hecke in 1702, waren de kinderen nog minderjarig, behalve Elisabeth, die reeds gehuwd was en 2 kinderen had, hoewel zij nog maar 22 jaar oud was.

De roerende goederen, zoals de meubelen, de huisraad, het veldalaam, de wagens en de karren, de weefgetouwen en de spinnewielen, de veestapel, waaronder de paarden, de koeien, de schapen en de zwijnen, de vruchten op het veld en de oogst in de schuur en tal van andere zaken meer, werden openbaar verkocht op 18/7/1702 en 12/8/1702.

Na het overlijden van Judocus waren de onroerende erfgoederen met toestemming van de voogden, zowel van vaderszijde als langs moederszijde, in gemeenschappelijk bezit gebleven omdat de kinderen toch nog minderjarig waren.

Enkele maanden na het overlijden van hun moeder, drukten de kinderen de wens uit om uit onverdeeldheid te treden en op 4 oktober 1702 had op het stadhuis te Eeklo, ten overstaan van de burgemeester en schepenen, de verkaveling van de erfgoederen plaats.  De erfgenamen waren de kinderen van Elisabeth die intussen kort na haar moeder was gestorven en gehuwd was geweest met Boudewijn Dhercker, Joannes, Joanna, Petrus en Judocus.  De erfgoederen werden in vijf kavels verdeeld: kavel A, kavel 8, kavel C, kavel D en kavel E.

Kavel A werd toegewezen aan de wezen van Elisabeth en bestond uit: de helft van 1 gemet 165 roeden land, vroeger een hofstede, gelegen te Lembeke, waarvan de andere helft toebehoorde aan de kinderen van Jan Blondeel en Elisabeth Ryckaert, dochter, van Joducus en Elisabeth De Coorebyter, hun groottante.  De helft van 1 gemet 200 roeren land, gelegen als het voorgaande.  de helft van 3 gemet 240 roeden land, zuid aan het voorgaande.  De helft van 3 gemet 233 roeden land, noord aan het voorgaande.  De helft van 3 gemet 183 roeden land, palend aan het voorgaande.  De helft van 3 gemet 160 roeden land, zuid en west het voorgaande.  1 gemet land in de Bentillepolder aan de dijk.  De helft van 800 roeden land te Kaprijke tussen de Vlotstraat en de Moerstraat.  De totale waarde van kavel A, samen met de opgaande bomen, werd geschat op een waarde van circa 213 pond groten.

De kavel B werd toebedeeld aan Judocus en bevatte: een behuisde hofstede met de schuur en 200 roeden omliggende land te Kaprijke in de Rijbekakker, langs de straat die loopt van Kaprijke naar Eeklo.  3 gemet land te Kaprijke, genaamd de Moerkens aan de Kleemstraat.  De helft van 800 roeden bos, waarvan de andere helft aan Jan Van Hecke, de broer van Petronella, gelegen te Sint-Laureins op de wijk de Rode Hand.  Een gemet land te Eeklo aan de Waaistraat en de Vlotstraat.  De helft van 4 gemet land, gelegen als de voorgaande.  2 gemet land in de Bentillepolder.  De totale waarde van deze kavel bedroeg, met de daarop wassende bomen, 182 pond groten.

De kavel C werd toegewezen aan Petrus.  Hij bestond uit: 4 gemet 74 roeden land te Kaprijke langsheen de Vlotstraat.  De helft van 558 roeden land, waarvan de andere helft toebehoort aan de erfgenamen van Jan Blondeel en Elisabeth Ryckaert, gelegen te Eeklo in de Hoogstraat.  De helft van 800 roeden land te Kaprijke tussen de Vlotstraat en de Moerstraat.  1/3de van 7 gemet land, waarvan de andere 2/3den toebehoorden aan Jan en Andries Van Hecke, gelegen in de St.-Janspolder in het Ambacht Aardenburg aan de Waelstraat.  De totale waarde van deze kavel bedroeg ongeveer 168 pond groten.

De kavel D kwam in handen van Jan en bestond uit: de helft van de woning, de schuur, de stallingen en de duiventoren, samen met de helft van 17 gemet land in diverse partijen, met de daarop staande bomen, gelegen te Eeklo in de Waaiakker, palende met het voorhof aan de Waaistraat en met de achterzijde aan de waterloop.  2 gemet land in de Bentillepolder.  De helft van 4 gemet bos, waarvan de andere helft aan Joos Dossche, gehuwd met Petronelle Ryckaert, gelegen te Eeklo in de Hazelaarshoek, samen met de opgaande bomen.  De waarde van de kavel D werd geraamd op 188 pond groten.

De kavel E tenslotte werd eigendom van Joanna, minderjarige dochter.  Hij bevatte: de wederhalft van de woning, de schuur, de stallingen en de duiventoren en de helft van 17 gemet land, waarvan de andere helft werd toegewezen aan Jan Ryckaert, zoals hierboven vermeld onder kavel D.  Deze helft werd in 1715 verkocht aan Joos Vlerick (SAE 835 blz 143v).  De helft van 4 gemet land te Eeklo in de Rostijnakker, tussen de Vlaaistraat en de Vlotstraat, samen met de opgaande bomen.  1 gemet land in de Bentillepolder aan het Hekenstraatje.  De totale waarde van deze kavel bedroeg naar raming circa 181 pond groten.

Hoewel de ene kavel volgens de schatting meer waard was dan de andere, waren de erfgenamen overeengekomen dat ieder met zijn toebedeelde goederen tevreden was en er geen geldelijke aanpassing moest geschieden.  De hypothecaire schuld van 2 pond per jaar, waarmede de 800 roeden land te Kaprijke belast waren, zouden gemeenschappelijk worden afgelost.

Na het overlijden van Judocus, zoon van Judocus en Petronella Van Hecke, te Waterland-Oudeman op 3 oktober 1713, werden zijn onroerende goederen op 11 januari 1714 verdeeld onder zijn zuster Joanna, zijn broers Jan en Petrus en de weeskinderen van zijn inmiddels overleden zuster Elisabeth uit haar huwelijk met Boudewijn Dherkers.  De eigendommen werden in twee kavels verdeel.  De kavel A kwam door loting aan Petrus en Joanna en kavel B viel ten dele aan Jan en de wezen van Elisabeth.

Wat de erfenis van Joanna betreft, zij bleef ongehuwd en maakte haar goederen de een na de andere te gelde.  Zo verkocht zij op 16 mei 1715 de helft van de hoeve die zij samen met haar broer Jan uit de erfenis van haar ouders had verworven, aan Joos Vlerick, die ze als pachter bewoonde en aan wie Joanna een schuld had van 1000 gulden, de som waarvoor zij haar goed van de hand deed.

SAE n° 1021 f° 118 st.v.goed Judocus Ryckaert dd. 27/9/1696.
SAE n° 1022 f°63 st.v.goed Petronelia Van Hecke dd. 4/10/1702 en 1081, minute van deze staat.
SAE 1282 Venditie van het sterfhuis van Judocus en Petronella dd. 18/7/1702 en 12/8/1702.
SAE 1253 f°9 en F° 701 verkaveling van de erfenis van Judocus dd. 11/1/1714

Alvorens verder in onze stamboom op te klimmen, blijven wij nog even stilstaan bij een dochter van Judocus en Petronella, nl. Elisabeth..

De ouders van Judocus:
Judocus Ryckaert (IVc) en Elisabeth DE COOREBYTER

Top van deze blz.
Onze Ryckaert welkomblz
Inhoudstafel  -   Zoek-bladzijde

U heeft een aanvulling, een commentaar, een foto of een verbetering ?
Neem dan aub contact op met ons !

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteland homepage

Copyright Notice

Meest recente bijwerking :  09/08/2022