fs Jacobus Van Zele (VI c) en Joanna Maria Buysse
° Bassevelde 25 december 1788
x Lembeke 5 februari 1812 Francisca de Langhe
† Lembeke 28 oktober 1877[145]
Hij was landman, wonende in Lembeke.
Hij was 1,60 meter groot, dus groter dan zijn broer Jacobus Franciscus.
Hij trok het lot nr 49 bij de militieloting en moest daardoor dienen.
Hij had kastanjebruin haar en wenkbrauwen, grijze ogen, smal voorhoofd, een
grote platte neus, een kleine mond en ronde kin, een rond bleek aangezicht en
geen speciale kenmerken of littekens. Hij werd voor de
dienst vervangen door Jean Quickelberge (° Nevele 2.3.1788), een wever die in
Lembeke woonde en op 16.7.1807 in het legioen van Rennes arriveerde.
Op 1 juni 1812 werd Bernard na zijn huwelijk van dienst vrijgesteld.
In 1821 was hij erfgenaam ten sterfhuize van Catharina De Langhe, weduwe
Emmanuel Othon; hij was aan mede erfgenamen de gebroeders Verroste uit
Watervliet 2057,14 gulden schuldig en vroeg hen dat om te zetten in een lening
tegen een intrest van 5 procent per jaar. Daarvoor hypotheceerde hij een
behuisde en beschuurde hofstede met boomgaard, moestuin en zaailand, samen
ongeveer 6 gemeten ten noorden van Oosthoek te Lembeke en een blok zaailand in
drie stukken, genaamd het vierde, vijfde en zesde heirelandstuck, bijna 4
gemeten groot te Lembeke Oosthoek, deels Bassevelde.
Toen in 1826 uit de gemeenschap van zijn paternele grootmoeder Carolina De Pape
in Kaprijke een blok land verkocht werd
van ruim drie bunders, ten noorden van de
Heinestraat, stelde Bernard in voor 2040 gulden. Noch bij de eerste oproeping
dd 11.2.1826 in herberg "den zwarten Leeuw" bij Jacques Bernard Steyaert
op het Dorp te Bassevelde, noch bij de definitieve toewijzing dd 25.2.1826 werd
iets bijgeboden, zodat Bernard eigenaar werd. Het land was wel verpacht tot
Kerstavond 1827 aan Jan Baptist Standaert te Kaprijke en vanaf dan aan Bernards
broer Karel voor 92,57 gulden per jaar.
Zijn zoon Bernard was van de militielichting 1839; via notaris Dauwe van
Eeklo
werd hij vervangen door Charles Louis Van Laecke, onwettige zoon van Catharina
Van Laecke, weduwe Louis De Smet, eveneens uit Lembeke. Charles Louis was
voordien knecht bij vader Bernard en kreeg bij zijn vertrek op 10 mei 1839 naar
zijn eenheid 30 frank mee. In een brief vanuit het 1e regiment, 2e compagnie
depot Philippeville dd 24 juni 1839, in opdracht door iemand anders geschreven,
meldde hij zijn goede aankomst en vroeg hij 25 frank op te sturen "...het is
den grooten noot die mij daertoe vordert...". En we lezen op het einde:
"...blieft ook de goedheid te hebben van de combementen te doen aen mijn
broeders en zusters ook aen geelde van millie (heel de familie) en geel uw
gesint... Uw dienaer Sarrel Lowi van laeken". Deze brief was
verzonden aan "Mijnheer beren naert van zille, mijnheer van zille, Lembeecken
oosdoeck, Lembeecke, tuschen Gend en Brugge".
Het antwoord van Bernard Van Zele was waarschijnlijk niet zeer positief, want in
een nieuwe brief dd 29.6.1839 toonde Charles Louis zijn verontwaardiging omdat
hij geen geld kreeg zonder kwitantie. Wij citeren graag eens omwille van het
taalgebruik:
"Baes Vanzeele! Met verwonderinge en gevoeligheyd ben ik overlaeden van uwen brief van den 26 dezer; het schijnt mij vreemd te zijn in uwen brief dat ik eene kwitantie aen u zou moeten toezenden om voor de 25 francs die ik zeer noodzaekelijk hebbe te konnen ontfangen, die door mij zou moeten onderteken zijn met een kruys en met de tegenwoordigheyd van eenige getuygen, en dan nog zou moeten gelegaliseert worden door de regentie van de stad waer ik in garnizoen lig; gelooft niet dat gij heden met eenen onrechtveerdigen dief of schurk te doen hebt, neen veel mier zou ik moeten ontrouwig zijn van u eene kwitantie te zenden, gij zoud ook kunnen zou ik moeten geloven indien ik u een kwitantie toezond dat gij aen mijn verzoek zou voldaen gij zou u ook in onweetendheyd kunnen verbuygen de kwitantie houden en mij niets opzenden. Ik schame mij alzoo van voor remplacant te dienen, te maer, ik zien dat mijn cameraeden die in het zelve vak zijn en van zoo haest zij schrijven dat zij straks indien zij geld noodig hebben het krijgen, en ik die het zoo noodzakelijk hebbe en nu maendag laets toekomende zal moeten gaen bij het regiment zonder eenen cents geld ja zelfs ik hebbe moeten geld leenen om dezen brief te doen schrijven veel min dat ik zal loopen naer pier jan of klay om eene kwitantie te doen schrijven om de geringe som van 25 francs te konnen ontfangen waermede ik sluyte in afwagting van hier op deudelijk antwoord te zullen krijgen.
Charles Louis Van Laecke.
PS veel te meer ben ik verwonderd! Heeft u wel iets ondervonden wegens mijn gedrag in den tijd dat ik bij u gewoond hebbe. Hebbe ik onregtveerdig geweest in mijnen handel of pijst gij dat ik mij zal veranderen met soldaet te zijn. Neen hoop ik. Endien gij aen mijn verzoek niet voldoet ik mij gedwongen worde op eene andere maniere te werken dat u misschien niet en zal behagen.
Met naesten.
Ik gelooft dat mijn brief zou wel is en zoo goed is of eene kwitantie.
Mijn adres is bij het eerste regiment 2e compagnie 3e bataillon tot luyk."
Op 4 juli ontving onze vriend zijn langverwachte geld. Daarvoor bedankte
hij in een volgende brief dd 12 augustus 1839, maar vroeg hij opnieuw 25 frank
"...welke mij zeer dienstig is voor mijne noodzaekelijkheyd...". Hij
verontschuldigde zich ook voor zijn vorige brief "...ik ben iets te vrijpostig
geweest, maar ik smeek u om vergeefving...". Dit schrijven kwam vanuit de
citadel in Luik waar Charles Louis toen was gekazerneerd. Enkele dagen later
ontving hij dat geld.
In september kreeg Bernard een brief van het leger waarin hij werd aangemaand de
overeengekomen 150 frank te storten in de kas van het eerste regiment curassiers
te Gent of in die van de eerste Linie en dan nog wel vóór 1 oktober of de
vervanger zou naar huis gestuurd worden en zoon Bernard zou zelf zijn legerdienst
moeten komen vervolledigen, en vader Bernard betaalde op 27 september dan ook.
Op 8 november van hetzelfde jaar meldde Charles Louis dat hij in het ziekenhuis
van Luik lag en vroeg hij geld: "...want nu dat ik gezont gaan worden nu moet ik
daar grooten onger lijden en ik die nu flauw ben kan daar nog wel heten koopen
maar het is danig dier, en daar en boven zouw ik nog geren eenne hemtrok koopen
wan om schil wagt te staan is het kout...".
Wanneer de vervanger van Bernard precies afgezwaaid is weten we niet, maar vanaf
17 mei 1841 verbleef hij wegens ziekte bij baas Van Zele op het hof. Die ziekte
evolueerde ongunstig en op 26 april 1842 overleed hij daar. Er meldden zich
geen erfgenamen en Bernard werd aangemaand de aangifte te doen van de successie.
Daaruit vernemen we dat Bernard in totaal 650 frank moest betalen voor de
vervanging van zijn zoon, maar de kosten wegens zijn ziekte en dood overtroffen
de overeengekomen som. Bernard liet Charles Louis nochtans niet in de steek,
zorgde voor een doodskist van 9 frank en liet hem begraven met een gezongen mis,
waslicht en klokluiden, waarvoor hij 15,73 frank neertelde. Bij de
eindafrekening vinden we dat Bernard 0,75 frank per dag ziekte van zijn knecht
mocht in rekening brengen, twee frank per dag bedlegerigheid en evenveel voor
elke dag "...het dode lichaam in huis te hebben gehouden". Blijkt
ook dat de visiten en de geneesmiddelen van Dokter De Hoon van
Bassevelde opliepen tot bijna 24
frank.
Op 2.2.1855 leende Bernard en zijn vrouw 13500 frank van Charlotte Elise Van
Breugel, echtgenote van Louis De Wispelaere uit Sint Gillis Waas, maar wonende
in Gentbrugge voor ten hoogste 20 jaar à 4,5%. Daartoe hypotheceerde hij
volgende bezittingen:
een behuisde en beschuurde hofstede met boomgaard, bebouwde grond, moeshof,
dreefje en 2 daarbijhorende stukken land, genaamd "het stuk achter de schure en
het achteruitstuk" samen 1ha 80a 30ca, gelegen in de Ommeloopakker te
Lembeke,
sectie C 292b, 303, 304, 306 308, ten zuiden van de Vroedenhoekstraat of
Oosthoekstraat;
een partij land in twee stukken "de wagenwielen" 1ha 15a 70ca, ten oosten
van de Goochelarestraat in dzelfde akker, sectie A 1241 en 1242;
vier stukken zaailand naast elkaar in Lembeke in de Jacobetsakker genaamd "het
middelste, het vierde, vijfde en zesde heirelandstuk" resp 40a 50ca (sectie A
1118), 69a 50ca (sectie A 1255), 30a 50ca (sectie A 1116), 58a 70ca (sectie A
1115 en sectie C Bassevelde 1657);
een stuk zaailand in Oosteeklo "het
vijfweegse stuk" 75a 60ca, sectie A 327 en
362b, ten westen van de straat van Oosteeklo naar Bassevelde en ten oosten van
de straat leidende naar de Brame;
een stuk zaailand "de bruwiersreep" , 1ha 41a 90ca, sectie C 1643 te Bassevelde
Zij boerden in de wijk Oosthoek, Vroedenhoekstraat 2 te Lembeke. In 1867 en 1877
was Bernard kiezer voor de gemeenteraad: daarvoor betaalde hij meer dan 20 frank
belastingen, zoals de andere 236 kiesgerechtigden (op 2800 à 2900 inwoners).
Bernardus is getrouwd in Lembeke op 5 februari 1812 met Francisca de Langhe
(° Lembeke 5/1/1792 - † Lembeke 27/4/1873), dochter van Petrus de Langhe en Catharina
Cathelijn.
Uit dit huwelijk:
—————— | |
145 | RAG Scheldedepartement 6038 RAG Notarieel depot Van Acker Bassevelde bundel 37 acte 155. RAG Notarieel depot Van De Ven Bassevelde, nr 35 actes 8, 12 en 18. RAG Familiefonds 7233, map Van Laecke-Van Zele RAG Notarieel depot Bekaert Watervliet, minuten notaris Taelman Kaprijke bundel 90 acte 10 RAG Lembeke modern 523,525 en 526 [Terug] |
146 | RAG Notarieel depot De Jaegher Watervliet, minuten notaris Bekaert Watervliet bundel 4 akten 76-79 [Terug] |
147 | RAG Lembeke modern 630 [Terug] |
148 | Huwelijkscontract RAG Notarieel depot Bekaert Watervliet, minuten notaris Taelman Kaprijke bundel 96 acte 59 [Terug] |
De ouders van Bernardus:
Jacobus Van Zele (VI c) en
Joanna Maria Buysse
Onze Van Zele Home page
Inhoudstafel -
Overzicht -
Zoek-bladzijde
Heeft u een aanvulling, een verbetering, een foto of een suggestie, neem dan aub contact op met ons.
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright (c) 2024
Van Zele homepage
Andreas (IV g)
Augustus (IX i)
Beda (VIII e)
Bernardus (VI f)
Bernardus (VII a)
Bernardus (VII e)
Bernardus (VIII g)
Bruno (VIII b)
Bruno (VIII k)
Camillus (IX g)
Carolus (VII f)
Carolus Judocus (V e)
Carolus Franciscus (VIII f)
Carolus Ludovicus (VII m)
Carolus Ludovicus (VIII j)
Carolus Ludovicus (VIII l)
Carolus Marie (IX a)
Christophorus (IV c)
Engelbert (VIII i)
Eduardus (VIII d)
Eduardus (VIII h)
Eduardus (IX m)
Emiel (VIII m)
Engelbert (VIII a)
Finantius (VIII p)
Franciscus (IV j)
Franciscus (V a)
Franciscus (V b)
Gaspardus (III c)
Georgius (III d)
Georgius Franciscus (V c)
Georgius Vincentius (V h)
Henri (IX h)
Henricus (VIII o)
Henri Eduard (IX k)
Hyppolite (IX e)
Jacobus (III a)
Jacobus (IV i)
Jacobus (V i)
Jacobus (VI c)
Jacobus Bernardus (VI i)
Jacobus Bernardus (VII i)
Jacobus Bernardus (VII j)
Jacobus Bernardus (VII k)
Jacobus Franciscus (VI d)
Jacobus Franciscus (VI g)
Jacobus Franciscus (VII d)
Joannes (I)
Joannes (II)
Joannes (III b)
Joannes (IV b)
Joannes (IV e)
Joannes (VI a)
Joannes (VI e)
Joannes (VII c)
Joannes (IX c)
Joannes Athenasius (V d)
Joannes Baptist (VI b)
Joannes Baptist (VII b)
Joannes Bernardus (VI k)
Joannes Bernardus (VII h)
Joannes Franciscus (VI h)
Joannes Franciscus (VII l)
Jules (IX f)
Julius (IX j)
Leo (IX b)
Leo (VIII c)
Livinus (V g)
Petrus (III e)
Petrus (IV a)
Petrus (IV d)
Petrus (IV f)
Petrus (IV h)
Petrus (V f)
Petrus (IX l)
Petrus Bernardus (IX d)
Petrus Jacobus (VII g)
Petrus Joannes (V j)
Petrus Joannes (VI j)
Petrus Leopoldus (VIII n)
Algemeen Overzicht
Inhoudstafel
Voetnoten
Zoekbladzijde
Algemeen Overzicht
Inhoudstafel
Zoekbladzijde
(I) Joannes
(II) Joannes
(III a) Jacobus
(III b) Joannes
(III c) Gaspardus
(III d) Georgius
(III e) Petrus
(IV a) Petrus
(IV b) Joannes
(IV c) Christophorus
(IV d) Petrus
(IV e) Joannes
(IV f) Petrus
(IV g) Andreas
(IV h) Petrus
(IV i) Jacobus
(IV j) Franciscus
(V a) Franciscus
(V b) Franciscus
(V c) Georgius Franciscus
(V d) Joannes Athenasius
(V e) Carolus Judocus
(V f) Petrus
(V g) Livinus
(V h) Georgius Vincentius
(V i) Jacobus
(V j) Petrus Joannes
(VI a) Joannes
(VI b) Joannes Baptist
(VI c) Jacobus
(VI d) Jacobus Franciscus
(VI e) Joannes
(VI f) Bernardus
(VI g) Jacobus Franciscus
(VI h) Joannes Franciscus
(VI i) Jacobus Bernardus
(VI j) Petrus Joannes
(VI k) Joannes Bernardus
(VII a) Bernardus
(VII b) Joannes Baptist
(VII c) Joannes
(VII d) Jacobus Franciscus
(VII e) Bernardus
(VII f) Carolus
(VII g) Petrus Jacobus
(VII h) Joannes Bernardus
(VII i) Jacobus Bernardus
(VII j) Jacobus Bernardus
(VII k) Jacobus Bernardus
(VII l) Joannes Franciscus
(VII m) Carolus Ludovicus
(VIII a) Engelbert
(VIII b) Bruno
(VIII c) Leo
(VIII d) Eduardus
(VIII e) Beda
(VIII f) Carolus Franciscus
(VIII g) Bernardus
(VIII h) Eduardus
(VIII i) Engelbert
(VIII j) Carolus Ludovicus
(VIII k) Bruno
(VIII l) Carolus Ludovicus
(VIII m) Emiel
(VIII n) Petrus Leopoldus
(VIII o) Henricus
(VIII p) Finantius
(IX a) Carolus Marie
(IX b) Leo
(IX c) Joannes
(IX d) Petrus Bernardus
(IX e) Hyppolite
(IX f) Jules
(IX g) Camillus
(IX h) Henri
(IX i) Augustus
(IX j) Julius
(IX k) Henri Eduard
(IX l) Petrus
(IX m) Eduardus
Van Zele homepage