|
Uit een landkaart van 1973
Oppervlakte: 3370 ha; inwoners: 6203.
Deelgemeenten: Kaprijke (2641 inw.),
Lembeke (3562 inw.).
Naam: Kaprijke komt van het Gallo-Romeinse 'Capriacum', 'Goed van Caprius'.
Niettegenstaande Kaprijke vermoedelijk teruggaat tot de Gallo-Romeinse tijd,
dateert de oudste vermelding van 'Capric' slechts uit 1233. Zeven jaar later
gaf Johanna van Constantinopel aan deze lokaliteit een aantal voorrechten die
van deze plaats een "smalle onbesloten" stad maakte. Tijdens de Late
Middeleeuwen (14de - 15de eeuw) kwam in Kaprijke een bloeiende lakennijverheid
tot stand die tot aan de godsdienstoorlogen van de tweede helft van de 16de
eeuw niet enkel aan heel wat inwoners werk verschafte, maar ook de naam 'Kaprijke' in
geheel het toenmalige Vlaanderen bekend maakte.
|
'Scepenhuus' van Kaprijke
De oorlogen die uit het godsdienstig conflict waren ontstaan, hadden voor Kaprijke en omliggende lokaliteiten zware gevolgen. Wevers en lakenhandelaars weken uit naar veiliger oorden en kwamen - ook toen de veiligheid terugkeerde - niet meer naar de hun vertrouwde plaats terug.Stadhuis
Het stadhuis of 'scepenhuus' zoals het in vroeger eeuwen aangeduid werd, was het
gebouw waarin de toenmalige schepenen hun vergaderingen hielden en over het politieke,
juridische en sociaal-economische beleid hun beslissingen namen. De oudste
vermelding van een 'scepenhuus' gaat terug tot het jaar 1425. Uiteraard
onderging het gebouw heel wat wijzigingen en werd het niet op zijn oorspronkelijke
plaats behouden. Toen men in 1633 besliste een volledig nieuw stadhuis te bouwen
werd daarvoor een plaats uitgekozen die zich nu noordoost van de kerk bevindt, terwijl
het voorheen zuidoost van dit gebouw stond. Naar de traditie van die tijd werd
tevens een conciërgerie voorzien, die voor de uitbater geen windeieren legde.
Met de oorlogen van Lodewijk XIV tijdens het laatste kwart van de 17de eeuw werd
het stadhuis in brand gestoken en ging een groot deel van het gebouw in de
vlammen op. Dit verklaart dan ook de twee stenen platen die aan de voorgevel
aangebracht werden met de vermelding "Ghemaeckt anno
1663" en "Verbrant anno 1683". De schade werd hersteld en enkele
tientallen jaren later werd het gebouw uitgebreid met een linkeraanbouw.
In 1881 werd het stadhuis andermaal door een brand getroffen, waarop een grondige
heropbouw volgde: alle zandsteen van de voorgevel werd vernieuwd, het baksteenwerk
kreeg reliëfvoegen, het dakgebinte werd volledig vervangen en het bordes, dat in de
18de eeuw stenen balusters had, werd nu vervangen door een ijzeren leuning.
In 1931 volgde een nieuwe algemene restauratie, waarbij rechts een nieuwe aanbouw
met platform opgericht werd. Tot 1796 werd de benedenverdieping van het
stadhuis nog als herberg uitgebaat.
De benedenverdieping is verdeeld in drie ruime kamers, overdekt met gedrukte ribloze
gewelven. Onder de noordelijke kamer is een vierkante overwelfde ruimte,
waarin het hedendaagse archief bewaard wordt. Op de eerste verdieping zijn drie
vierkante ruimten: de zuidelijke kamer is nu de raadzaal, waarin een schilderij
'Het Laatste Oordeel', van Gentse schilder Pieter Van Damme, is opgehangen.
Aan het stadhuis is een gedenkplaat aangebracht voor Dr. Hippoliet van Peene
(° Kaprijke 01.01.1811 - dagger; Gent 19.02.1864), toneelschrijver en
tekstdichter van 'De Vlaamse Leeuw'.
Plein: dries of dorpsweide
Voor het stadhuis strekt zich de unieke dries of dorpsweide uit, omzoomd met
linde- en kastanjebomen, sinds 1981 beschermd als dorpsgezicht. Naar de vorm
laat het plein vermoeden dat hier een Romeins kamp kan bestaan hebben, een
stelling die tot op heden niet bewezen is.
Kasteel Hof ter Kruisen, Vaartstraat 49
Het kasteel Ter Kruisen in de Vaartstraat is door een omwalling omgeven. Het was
een allodiaal goed dat rond 1550 gebouwd werd op verzoek van Andries de Bavière.
In de loop van de volgende eeuwen ging het over in handen van de families Hauweel en
Isebrant. In 1751 werd het verkocht aan de familie Maelcamp, die ook nu nog
altijd eigenaar is. Het is opgetrokken in baksteen met spaarzaam gebruik van
zandsteen. Een steen in de trapgevel draagt het jaartal 1628, periode
waarin het gebouw voltooid werd.
|
Het kasteel 'Hof ter Kruisen'
O.-L.-Vrouw Hemelvaartkerk
De kerk bevindt zich ten westen van het Plein en ten zuiden van de Voorstraat.
Sinds haar opbouw in 1787 is zij gedesoriënteerd naar het westen. Zij is
omringd door een kerkhof, dat door een bakstenen muur is afgesloten. In 1940
werd de torenspits beschadigd en twee jaar later hersteld. De toren werd
geklasseerd bij KB van 28 december 1936, het volledige gebouw pas bij KB van 18
september 1981.
De toren werd ingebouwd in de eerste travee van de middenbeuk. Het is de
vieringtoren van de vroegere kruiskerk van omstreeks 1241 en dus historisch
gezien een van de belangrijkste onderdelen van het gebouw.
De kerk is hoofdzakelijk van baksteen. Zij heeft thans het uitzicht van een
driebeukige pseudo-basiliek, zes traveeën groot onder één enkel zadeldak.
In de hoeken gevormd door de zijbeuken en het koor zijn, aan de zuidzijde een
sacristie en aan de noordzijde een winterkapel aangebouwd. Het inwendige van
de kerk is classicistisch: Toscaanse zuilen, rondbogen en koepelgewelven. De
vensters van het koor zijn met rondbogen afgedekt, die van het schip met
segmentbogen. Beneden aan de buitenmuur van de noordelijke zijbeuk zijn elf
stichtingsstenen aangebracht met de namen van de toenmalige burgerlijke en
kerkelijke overheidspersonen.
Kerkmeubilair en beeldhouwwerk
De koorbanken dateren vermoedelijk uit eind 18de of begin 19de eeuw. Ze hebben
eenvoudig paneelwerk met rozetten; twee Ionische pilasters met guirlandes, een
kroonlijst met tandlijst en twee cherubs zijn de enige versiering.
De preekstoel werd in 1666 door Jan Vernieuwen uit Gent geleverd, maar onderging
nog verbouwingen op het einde van de 18de eeuw. Hij heeft een achtkantig
voetstuk, een gebeeldhouwde kolom met tweemaal vier overhoeks geplaatste engelen,
schelpen en druiventrossen. De kuip is vierkantig en vertoont op de
hoeken de symbolen van de vier evangelisten. Op het middenpaneel staat
een hostiekelk met twee biddende engelen; op het linkerpaneel, een cartouche en
twee vrouwenfiguren met slangenstaart; op het rechterpaneel een cartouche en
twee engelen.
De trap vertoont twee Louis XVI-trapstijlen. De leuning is opengewerkt in de
vorm van bladvoluten, onderaan eindigend in een griffioenkop. Het klankbord
wordt gedragen door vier hermeszuiltjes. Kolom, kuip, trapleuning en
hermeszuiltjes behoren tot de oorspronkelijke preekstoel; het hoge voetstuk,
de trapstijlen en het kruisbeeld dateren uit de 18de eeuw; het klankbord lijkt
19de-eeuws.
In 1860 werd een Hooghuys-orgel geïnstalleerd, waarvan op heden nog een groot
deel bewaard is.
Een beeld van O.-L.-Vrouw ten hemel opgenomen, bevindt zich aan de buitenzijde
van het portaal. Het is 17de-eeuws en waarschijnlijk afkomstig van het
vroegere hoofdaltaar.
Enkele belangrijke schilderijen
De 'Prediking van de H. Antonius' in het rechterzijaltaar en 'O.-L.-Vrouw
overhandigt de rozenkrans aan de H. Dominicus' in het linkerzijaltaar zijn beide
van de hand van Romaan-Eugeen van Maldeghem.
De 'Hemelvaart van Maria', gedateerd 1874, bevindt zich op de muur achter het
hoofdaltaar en is van de hand van Jozef Pauwels.
'Christus en de allegorie van de Kerk' bevindt zich achteraan de
rechterzijbeuk. Het stelt de verrezen Christus voor die, het kruishout in de
linkerhand, met de andere hand de hostiekelk aanbiedt aan een geknielde vrouw.
Deze vrouw symboliseert de Kerk en is omgeven door een aantal attributen: een
opengeslagen misboek, een pauselijke tiara, een brandend wierookvat en
versieringen. Het is vermoedelijk afkomstig uit het midden van de 18de eeuw.
Kapellen
In de noordoostelijk hoek van het Plein staat een beschermde 18de-eeuwse kapel.
Het gebouwtje, afgedekt met leien tentdak, is bepleisterd en beschilderd in
nabootsing van baksteen.
Te midden der velden,
In 'n stil en vredig oord,
Staat de Kleemkapelle
Gerust, ongestoord...
Kleemkapel, Kleemstraat-Wulfshoek
De Kleemkapel is een zeer gekende bedevaartkapel in het Meetjesland. De verering
ontstond in 1750 rond een Mariabeeldje gevonden door de gebroeders Claeys in
een akker langs de Moerstraat. De broers bouwden een kapel uit latwerk,
bestreken met klei of leem. In 1795 werd deze kapel door de Fransen verwoest,
als vergeldingsmaatregel tegen de Kaprijkse lotelingen, die O.-L.-Vrouw van
Kleemkapel te voet vielen om een gunstig lot te trekken en zo te ontsnappen aan
de gehate legerdienst.
De huidige kapel dateert van 1874 en werd in 1894 vergroot. Naar de Kleemkapel
wordt nog steeds gebedevaart op de zondag na halfoogst. Rond de kapel kan men
een ommegang doen langs de 15 kapellen en de mysteries van de rozenkrans
overwegen.
Roger Buyck
Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.
Meer foto's
Het Meetjesland
— Inhoudstafel
— Doorzoek onze Meetjesland webstek
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 08-05-2022
Copyright Notice (c) 2024
Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem