Oppervlakte: 3876 ha; inwoners: 8213.
Deelgemeenten: Zomergem (6911 inw.), Oostwinkel (725 inw.), Ronsele (577 inw.).
Naam: Zomergem verschijnt onder de oudste vorm in de 9de eeuw als Sumaringahem. Dit betekent 'woonplaats van de lieden van Sumar(i)os of Sumar'. 'Sumar' is afgeleid van 'sumaro', wat 'zeer groot' betekent, de uitgang '-ing' wijst op de clan of groep, 'hem (heem)' betekent woning.
Reeds in de vroege Bronstijd was er enige vorm van bewoning. Sporen van
grafheuvels in de wijken Zomergem-Boven en Schuttershoek zijn er de getuigen van.
Ook was er menselijke bedrijvigheid in de Romeinse tijd, in de 2de en 3de eeuw na
Chr.
Tijdens de feodale tijd was Zomergem een ambacht, een rechtsgebied binnen de Kasselrij
van Gent. Het Ambacht Zomergem hing af van de Oudburg van Gent en omvatte Zomergem,
Waarschoot (gedeeltelijk),
Oostwinkel en
Ronsele. Het omvatte ook nog talrijke
enclaves van andere heerlijkheden. De kern van de heerlijkheid Zomergem was
oorspronkelijk de hoeve, 'het goed van Schipdonk', in leen gehouden van het burggraafschap
van Gent in Heusden. Het goed is nog steeds te vinden dichtbij het Schipdonkkanaal.
Als vroegst vermelde heer van Zomergem vinden we een zekere Herman van Somergem die met
Robrecht de Fries in 1085 op Kruistocht trok. De familie begiftigde de proosdij van
Papinglo, in
Maldegem-Kleit.
In de 14de eeuw kwam Zomergem onder
het huis van Massemen. In de 15de eeuw stichtte Filip van Massemen, heer van
Zomergem, bij testament een hospitaal in Zomergem. Hiervoor schonk hij twee
hofsteden, samen vijf gemeten groot.
De heer van Zomergem kon heel wat overheidsrechten laten gelden, behalve de
hoge rechtspraak. Die werd uitgeoefend door de gezant van de graaf, de amman of
hoofdbaljuw van de kasselrij. Vele heren voerden processen met de grafelijke
overheid, vooral inzake het uitoefenen van justitierechten. Dit was in 1235 het
geval met Boudewijn de Pratis, heer van Zomergem, in 1420 met Boudewijn de Vos
en in 1562 met Martin Snouckaert. Die slaagde er tenslotte in de hoogste
rechtspraak te verwerven. Verscheidene generaties Snouckaert leverden een 'heer
van Zomergem'. Louise-Marie, prinses de Montmorency, was 'vrouw van Zomergem'
aan het einde van het Ancien Régime.
Landschappelijk is Zomergem een aantrekkelijke gemeente. Het feit dat ze op de
steilrand van de cuesta Oedelem-Zomergem ligt zorgt voor heel wat hoogteverschil.
Het dorpscentrum ligt op 22 meter hoogte. Naar het westen, tussen Bouwerwaan en
Rijvers, ligt het hoogste punt op 28 meter. Dit was vroeger ook het meest beboste
gebied van Zomergem. Een restant van deze bossen is nog te vinden rond het Keigat
(plaats waar veel keien te vinden waren). De Ronselse Steenberg wijst op hetzelfde
verschijnsel.
Ten oosten van deze 'bergen' begint de Vlaamse Vallei. De vroegere moerassen, op
5 tot 7 m hoogte gelegen, zijn hier tot zeer vruchtbaar landbouwland herschapen.
Dit gebeurde vanuit de indrukwekkende pachthoeven, zoals het goed van
Rapenburg en het goed van Meirlare.
|
Poort van het Goed van Rapenburg
Dat het dorpscentrum zich uitbreidde op deze getuigenheuvel is voor de hand
liggend. Hier kruisen reeds eeuwen oude verbindingswegen. De veel gebruikte
Oude Bruggeweg, die door het Drongengoed liep, kwam er samen met de Gentweg, die van
Knesselare en
Ursel kwam en over Nekke Zomergem-dorp bereikte.
Straalsgewijze vertrekken vanuit het centrum nog wegen naar
Adegem,
Waarschoot, Gent,
Merendree.
Er zijn heel wat aanduidingen dat de eerste dorpskern van Zomergem een paar
honderd meter zuidwaarts van de huidige markt lag, op het zogenaamde
Zomergem-Boven. Talrijke toponiemen van vóór 1600, die als herbergnamen te
identificeren zijn, wijzen in die richting. De Dreef, oorspronkelijk
Kasteeldreef, die steil afdaalt naar het Motje, leidde in de 18de eeuw naar het
kasteel van de heren van Zomergem.
Zomergem heeft een drietal belangrijke waterlopen op zijn grondgebied.
Ze zijn vanzelfsprekend in het oosten en het zuiden te vinden, het laagste deel van
Zomergem.
Er is ten eerste het traject van de bekende Lieve van Beke tot Stoktevijver. De
Lieve ving vroeger een hele reeks natuurlijke waterlopen op. Nu is ze vooral een
toeristische troef. Vanaf Stoktevijver, aan het Schipdonkkanaal, kan haar loop
te voet of per fiets gevolgd worden. Een mooie tocht die leidt over Beke,
voorbij Beirtjens brug, de Kerkelanden, Klaversbrug
(Waarschoot), Kuitenbergbrug
(Evergem) tot aan het Rabot in Evergem-Belsele,
bij de Brugse Vaart.
Het kanaal Gent-Brugge werd van 1613 tot 1623 voor een groot deel gegraven in
de bedding van de oude Durme, aan de zuidrand van Zomergem. Noch dit kanaal,
noch het Schipdonkkanaal dat vanaf 1850 Zomergem van zuid naar noord doorsnijdt,
hebben veel economisch nut meegebracht. Het Schipdonkkanaal, gegraven als
afleidingskanaai van de vervuilde wateren van de Leie, ontleent zijn naam aan
het gehucht en leengoed Schipdonk, in het uiterste zuiden van Zomergem. Een
kilometer oostwaarts van Schipdonk kruisen de beide kanalen; deze
waterbouwwerken zijn zeker bezienswaardig.
|
Het fraaie grenskruis van Hoetsel
De plaatselijke toponiemen onthullen hier meteen een stuk historie. Schipdonk
betekent 'droge plek', in dit geval aan de oever van het riviertje de Durme, Ro wijst op
'roden, rooien' (= ontginnen), Overdam betekent een verhoogde doorgangsweg in
moerassig gebied en Durmen verwijst naar de vroegere Durme. Hier hangt nog de sfeer
van het oude Zomergem: het zijn wijken rijk aan oude hoeven en waar een duiventoren, een
kapel of een wegkruis, zo typisch voor deze gemeente, nooit ver weg zijn.
Zomergem was steeds een overwegend agrarische gemeente. Het jaar 1830 vertoont een
hoogtepunt in de bevolkingscijfers, dankzij de overal beoefende huisweefnijverheid.
De daaropvolgende industrialisatie van de textielnijverheid deed deze belangrijke bron
van inkomsten voor de gewone man teloorgaan. In de 19de eeuw ontstonden aan het Motje
bij het kanaal enkele cichoreibranderijen en een katoenweverij. Kort na 1900 was er
een opbloei van azaleacultuur. De familie Haerens zorgde tussen 1910 en 1920 voor
wereldberoemde primeurs.
Sint-Martinuskerk
Zomergem was een moederparochie, waarvan het patronaat in 1171 door de bisschop geschonken
werd aan het kapittel van Doornik. De parochies
Lovendegem,
Waarschoot,
Ronsele en
Oostwinkel ontstonden door afscheiding van Zomergem.
De Sint-Martinuskerk, een hallenkerk uit de 13de-15de eeuw werd in de 16de eeuw geteisterd
door de beeldenstorm en verwoestingen. Het kapittel van Doornik voerde in 1753
aanzienlijke herstellingen uit. In 1798 werd het gebouw openbaar verpacht. De
verlenging van het kerkschip met 10 meter, reeds in 1884 gepland, werd in 1850 effectief
uitgevoerd. In 1910 gebeurden opnieuw grote herstellingswerken o.l.v. Valentin
Vaerwijck: een nieuwe sacristie werd gebouwd en de gehele torenspits vernieuwd. In
1917 werd Zomergem tot dekenij verheven.
De verdedigingslinie gevormd door het kanaal van Schipdonk bracht Zomergem iedere keer in
de vuurlinie. De kerk liep in oktober 1918 grote schade op, de herstellingen duurden
tot 1924. Van 24 tot 26 mei 1940 trof het geschut weer ongenadig de mooie parochiekerk,
maar ook deze tegenslagen kwam de parochie te boven.
Meubilair
Het meeste meubilair dateert uit de 19de eeuw, zoals het hoogaltaar, in 1898
door de gebroeders Blanchaert vervaardigd. De zijaltaren van 1910 zijn toegewijd
aan de H. Martinus en aan O.-L.-Vrouw van de Rozenkrans. Het pronkstuk onder het
kerkmeubilair is de preekstoel van P. H. De Cuyper (1868), die na de
versplintering tijdens de oorlog, met monnikenwerk in zijn oorspronkelijke staat
hersteld werd. De neogotische eikenhouten communiebank dateert van 1900.
Onder de rijkdom aan beelden trekken die van Petrus en Paulus, in 1810 aan de
kerk geschonken door de prelaat van de abdij van Drongen, de aandacht. Leo
Steel schilderde in 1927 veertien kruiswegtaferelen. Sedert 1957 is een totaal
nieuw orgel in gebruik. De kerk heeft verder een rijke schat aan zilveren
voorwerpen: kelken, monstransen, wierookvaten.
Sint-Maurus, Oude Staatsbaan (Beke)
Het gehucht Beke vormt sedert 1930 een afzonderlijke parochie. De parochiekerk
Sint-Maurus, een moderne zaalkerk, werd in 1931 gebouwd door architect H.
Vaerwyck en in 1933 ingewijd.
Gemeentehuis
Het gemeentehuis, één van de fraaiste uit het Meetjesland, werd in 1923 door
Valentin Vaerwijck in Vlaamse neorenaissance opgetrokken. In dit jaar werd ook
het marktplein aangelegd. Het vorige gemeentehuis uit 1870 bevatte bas-reliëfs
van Karel De Kesel en werd in de Eerste Wereldoorlog verwoest.
|
Het gemeentehuis
Primus Steyaert
Zuidwaarts van de kerk ligt het Maarten Steyaertplein, hoogstwaarschijnlijk het
oorspronkelijke dorpsplein. Op het pleintje staat een monumentale
waterpomp die bekroond is met het borstbeeld van 'Primus Steyaert'. Maarten
Steyaert (1647-1701) was een oud-leerling van het augustijnercollege in Gent, die
primus was van de Leuvense Universiteit. Hij was theoloog, deken van de
Sint-Pieterskerk in Leuven en vicaris van het bisdom 's Hertogenbosch.
Voormalige pastorie (sinds 1917 dekenij), Dekenijstraat 10
In de Dekenijstraat, de vroegere Durmstraat, staat de classicistische pastorie
uit 1773. Ze onderging nog weinig veranderingen. Het interieur in Lodewijk
XVI-stijl heeft schouwen met stucdecoratie. Achter het gebouw ligt een
bezienswaardige 'Engelse hof' met vijver.
In de Dreef staan nog enkele stijlvolle burgerhuizen uit de 19de eeuw. Voorzieningen zoals bibliotheek, sporthal en zwembad, zijn te vinden in de wijk 'Den Boer'.
K. L. Ledeganck
Karel Lodewijk Ledeganck was van 1836 tot 1842 vrederechter in Zomergem. Hij betrok
een woning in de Kerkstraat (nu een meubelzaak) en schreef er zijn dichtwerk 'Het Burgslot
van Zomergem'. Een gedenkplaat die herinnert aan de beroemde Meetjeslandse dichter
wordt eerlang weer aangebracht.
|
De duiventoren op de wijk Durmen
Oude hoeven
Op de domeinen die vanaf de 12de eeuw door de vorst in cijnspacht gegeven werden ontstonden
belangrijke ontginningshoeven.
Het Goed van Rapenburg op Den Bos, nabij Waarschoot-Beke,
heeft een monumentale inrijpoort
en een gedeeltelijk bewaarde omwalling. Het bestond reeds in de 13de eeuw.
In de rechterzijgevel bevindt zich een cartouche met opschrift «'t Hof van Raepenburgh 1721»,
verwijzend naar een belangrijke verbouwing. Andere belangrijke hoeven zijn: het Goed
van Schaubroeck, dat reeds in de 15de eeuw vermeld wordt, het Goed Ter Meersch (Meirlare
38), het Goed te Meerlare (Meirlare 17), opgericht in 1380-1388, het Goed van Schipdonck,
kern van de heerlijkheid Schipdonck (1248), vlakbij de Brugse Vaart, en Durmenstede
(Durmstraat 49), hoeve met duiventoren uit de 17de eeuw.
Wegkruisen
Zomergem is ook de gemeente met een groot aantal wegkruisen. Het Hoetselkruis
(Berkenstraat) is een grenskruis in 1242 geplaatst bij de afbakening van de parochie
door bisschop Walter van Marvis. Het Lindekenskruis (wijk Lindeke) werd in 1923
heropgericht. Het kruis van Nekke wordt voor het eerst vermeld in 1821.
Het kruis van Beke, op het voorerf van de hoeve in-de Bekestraat 17, dateert van 1910.
Het kruis van Rijvers is uit het begin van de 19de eeuw. Het kruis van Durmen
(Hulsemstraat) is van 1821; het is omringd door vier linden.
Op je rondrit door Zomergem kom je nog menige kapel tegen, zoals op Rijvers,
Stoktevijver, Daalmen, Ro en Korteboeken.
Walter Notteboom
Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.
De bevolking van Zomergem groeit ieder jaar lichtjes aan. Eind 2011 waren er 8.214 inwoners. Een jaar later waren er 8.230 en eind 2014 stond het totaal op 8.291. Dat zijn cijfers voor groot-Zomergem, dus met inbegrip van de deelgemeenten.
Sinds 1 januari 2019 maakt groot-Zomergem samen met Lovendegem en Waarschoot deel uit van "Lievegem".
Meer foto's
Het Meetjesland
— Inhoudstafel
— Doorzoek onze Meetjesland webstek
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 09-05-2022
Copyright Notice (c) 2025
Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem