Studiekring «Nooit Volleerd» - Bassevelde
Uitgave Nr 2
F. BOURGOY
DRUKKERIJ PANIS
BASSEVELDE
Nog op heden is in bijna gans de provincie Oost-Vlaanderen het bolspel, een van de meest populaire volksvermaken. Een van de oorzaken van deze populariteit is wel te vinden, in het feit dat het bolspel geen beperkingen stelt. Klein en groot, jong en oud, arm en rijk, zelfs vrouwen kunnen het beoefenen met evenveel succes. Tevens maakt het geen grote onkosten noodzakelijk. Deze twee feiten volstaan reeds om de bol tot een volksspeeltuig te maken en ze vooral in te burgeren bij de landelijke bevolking. De dichtbebouwde steden zijn uiteraard minder geschikt om er dit spel ingang te doen vinden. Als we de geschiedschrijver mogen geloven was het ook in vroeger tijden bij uitstek een spel «van den buiten». Zo vertelt hij o. a. dat Lodewijk VIII, koning van Frankrijk op één van zijn wandelingen twee landlieden ontmoette «die bezig waren met eene bol te spelen. Hij steeg van zijn paard, sloeg het spel gade, nam eindelijk eene bol en speelde een paar malen zoo goed mede dat hij iedereen verbaasde». Verder verhaalt hij nog dat het de Fransen zouden geweest zijn die in de loop van de 17e eeuw, tijdens hun inval in Vlaanderen, het bolspel hier hebben ingevoerd. Anderen beweren dat het wellicht afkomstig is uit Engeland, en men zijn oorsprong eerder dient te zoeken in het kegelspel dat in een groot deel van België beöefend wordt.
Tot staving daarvan herinneren wij er aan dat in de jaren 1860-1870 hier nog veel gedaan werd aan de zogenaamde GAAIBOLLINGEN, waarbij gerold werd naar houten vogels, de gaaien, op een ijzeren pen geplaatst, aan het boveneinde van een hellende houten vloer. Reglement en speelwijze daarvan zijn zeer nauw verwant met het kegelspel. Het verschil bestaat hierin, dat men in plaats van kegels, gaaien gebruikt. Ter illustratie een aankondiging van zo een gaaibolling.
Charles De Busscher, bakker en herbergier te Caprijcke, laat weten dat er op zijn hof eene luisterrijke gaaiballing zal plaats hebben op Zondag 23 Augusti 1868. Op den hoogsten vogel, een schoon korrintenbrood en 1 1/2 kilo paling; op de zijdevogel 1 1/2 kilo paling ieder; »oor de verstkomenden, 26 boterkoeken; voor de meest gaaien-zettenden, een korrintenbrood, inleg per gaai 50 centimen.
Weldra werd dit spel, dat gedurende een bepaalde tijd aantrekkingskracht had uitgeoefend op het volk, verdrongen door de bollingen met de «Dikke bol» en vooral met de «Krulbo», zogenoemd door haar schuine afronding, de vorm waarin ze nu nog bekend is. Eigenaardig is het te noemen dat het bolspel zich bepaalt tot één streek in gans België: het noordelijk gedeelte van de provincie Oost- Vlaanderen. Misschien is dit te wijten aan het feit dat het bolspel alleen kan gespeeld worden op een uiterst vlak terrein. wat in onze streek het geval is. Alhoewel het gebied eerder klein te noemen is kunnen er toch nog afwijkingen en plaatselijke specialiteiten genoteerd worden. Zo is een dikke staak iets vreemds te noemen in het Meetjesland, en een metalen plaat als doelwit van de «bollen» vindt men er lachwekkend. Toch is dit het geval, of was het vroeger ten minste, in de omstreken van Lokeren.
In West-Vlaanderen en gans Limburg is het bolspel totaal onbekend.
In 1868 schreef men reeds in een Oost-Vlaams blad «Het bolspel verkwikt den geest, richt den blik af, oefent de hand, versterkt den leden en zet gezondheid bij aan het lichaam. Het is voor den speler een lustige uitspanning, een nuttig tijdverdrijf, voor den aanschouwer zelf een prettige zijde die hem aantrekt en hem vermaakt. Het bolspel is bij ons het meest geliefde zomervermaak van onze landlieden». En verder, «In Frankrijk wordt het meest beoefent door de rijken. Daar bestaat geen ander verschil dan dat de beide vlakken met platte nagels is beslagen». (G. v. E.)
Ook nu nog treft men bollen aan met nagels op de vlakke zijden, en al is het meer als bewijs van eigendom, toch zullen velen zich nog wel herinneren dat enkele jaren geleden men nog nagels erop sloeg als versiering. We menen hier te moeten aanmerken dat rond 1890 dergelijke bollen niet mochten gebruikt worden in de prijsbollingen. Want op de aankondigingen komt regelmatig voor «de bollen met lood of ijzer zullen verwezen worden», alhoewel hier waarschijnlijk bedoeld wordt op de zogenaamde «schietbollen» die somtijds wel door middel van lood verzwaard werden om de stootkracht te vergroten.
Verder vinden we nog dat in de jaren 1860-1875 bijna ieder liefhebber uit Zuid-Frankrijk eigenaar was van een of twee bollen, deze in een zakje of netje stak en zo de verschillende prijskampen van dorp tot dorp bezocht. In die tijden was dit bij ons nog niet het geval en aan de hand van de hieronderstaande aankondiging zult U er het bewijs van vinden.
GEMEENTE BASSEVELDE
Luisterrijke Kampstrijd met de dikke bollen, gegeven door de Vereenigde Bolders van den Sint-Anna wijk op Zondag 21 Juli 1878.
1e prijs 40 fr. 2e idem, 25 fr. 3e idem, 15 fr.
Daarenboven zullen er nog twee prijzen te winnen zijn te weten:
1. 10 fr. aan de bolders der verst afgelegene en 2. 10 fr. voor het grootst getal deelnemende pelotons van eene en dezelfde gemeente ieder ten minste 5 pelotons uitmakende; de mededingende voor de twee laatste prijzen zullen zich moeten voorzien van de gewone bewijsstukken. De bolders mogen zich voorzien van hunne bol, alhoewel er genoeg verkrijgbaar zullen zijn.
De commissie alleen zal oVer alle moeielijkheden onwederroepelijk beslissen. De inleg welke bepaald is op 2 fr. per peloton zal plaats hebben van 2 tot 3 uren namiddag, ter herberg van Ivo De Schepper.
De commissie: P. De Decker, D. De Maere, Ch. Steyaert, J. Beeckman, J. Van De Velde, en P. Van De Fonteyne.
Uit de nadere ontleding van deze bekendmaking kunnen we volgende besluiten trekken.
De naam «Vereenigde Bolders» wijst hier niet op het bestaan van een Club, want ook in de Assenedestraat werd een prijskamp uitgeschreven door «De Vereenigde Bolders» (Commissie: L. De Coorebyter, A. Christiaen, S. Pollet, Ch. Van Acker, Ch. De Clercq en J. Beeckman) alhoewel men er dan gewoonlijk de naam van de wijk aan toevoegde zoals dit uit bovenstaande aankondiging ook blijkt. Het volstond dat vijf of zes mannen besloten een wedstrijd in te richten en de «Vereenigde Bolders» waren geboren, wat ook in onze tijd nog wel het geval is.
De prijs voor de verst afgelegen gemeente bedraagt hier 10 fr., maar meestal werd er nog bij vermeld, dat men moest «opkomen met ten minste drie pelotons» (peleton is 4 man).
De gewone bewijsstukken waarvan men hier gewaagt, waren niets meer dan een geschreven brief, waarin het bestuur van de «Societeit» of het gemeentebestuur op hun woord van eer verklaarden dat de spelers X... , Y... en Z... dezelfde gemeente of stad bewoonden. Het spreekt van zelf dat de plaatselijke bolders geen aanspraak konden maken op de prijs van «de verstafgelegene gemeente» of op die «van het grootst aantal pelotons». Het bewijs dat ieder liefhebber nog niet in het bezit was van een eigen bol, kan opgemaakt worden uit de zin «dat er genoeg bollen te verkrijgen zullen zijn». Nochtans zijn er reeds spelers die een eigen speeltuig bezitten, want de societeit «De Bollers van Keyser's Baene» uit Eeklo, bericht op 28 Augustus 1870, «dat de bollers hun eigen bol mogen meebrengen die niet de 26 'centimeters mag te boven gaan».
De inleg van 2 fr. per peleton wijst er op dat men zijn maten meebracht.
Dat men in die tijd ook dierf meten met een strootje kan opgemaakt worden uit de vermelding «De commisie alleen zal over de moeilijkheden onwederroepelijk beslissen».
Tot zover dus deze aankondiging. Ze is nochtans verre van volledig want uit verscheidene andere bleek dat er in die jaren nog heel wat meer reglementen in gebruik waren.
Zo vinden we nog :
- Een prijs van 10 fr. aan het laatst afgebolde peleton.
- De mededingende peletons zullen elkander bekampen volgens loting. (Uit op 9 punten. In geval van te veel volk op 7 punten.)
- De staken zullen op een afstand van 11 meter van elkaar geplaatst worden.
- «Ten dage van den prijskamp, stipt om 3 uren namiddag, zal de naamlijst der mededingende pelotons worden afgeroepen alwaar al de deelnemers op VERBEURTE VAN HUN INLEGGELD, zullen moeten tegenwoordig zijn, waarna de loting zal aanvang nemen.
Het leggen van de nadruk op de vermelding «verbeurte van hun inleggeld» laat ons vermoeden dat er somtijds ingeschreven bolders waren die, waarschijnlijk door dorst gekweld, niet tijdig op de loting aanwezig waren.
In een aankondiging van 12 Mei 1878 betreffende een bolling ingericht door de «Vereenigde Broeders» uit Kaprijke, wordt aangehaald dat er «eene schoone zilveren eeremedalie za! te winnen zijn voor het schoonste inkomen van de bolders, ten minste met 4 pelotons zijnde (pelotons van 4 man) en binnentredend met trommels en vaandel». En in een aankondiging van Sint Laureins, daterend van 6 Mei 1877 vinden we, «binnentredend met trommels en vaandel en het koddigst gekleed (zonder masker)» (gewonnen door IJzendijke).
Opvallend is het dat in de ons bekende uitslagen geen bolder uit Bassevelde een behoorlijke prijs behaalde maar dat die meest werden weggekaapt door inwoners van Lembeke en Oosteeklo.
We lachen dikwijls met vroeger tijden, maar wat moet het er dan lustig, vriendschappelijk en onbaatzuchtig aan toe gegaan zijn als men er nog kan bijlezen dat het «ter gelegenheid van de prijsbolling alhier volop feest was. Al de herbergen waren bevlagd, de kanonnen bulderden van 's morgens tot 's avonds. Onze schoone straat propte van het volk «en, dat de fanfare de bolderstoet voorafging en verder de kampstrijd opluisterde».
Ten slotte nog een paar oude liedjes over het bolspel.
En zoo bollen zij, en bollen Nimmer, nimmer moegebold Totdat d' avond tra en bolle In zijn donker dekkleed rolt 't Scheebier schuimt dan in de bekers, En dan gaan zij, weemlen voort, En 't gerucht van stap en tale Wordt nu flauw, dan ongehoord. | ||
(Joost Van Den Berghe) |
Speel maar om drank tot in 't late 't Kan U geen oogenblik schaden, Bollen om pinte Pinten bij 't bollen 't Brengt bij goe vrinden Vreugde ten volle. | ||
(Is. Van Beughem) |
«De moedige Bolders» van Bassevelde zijn tenminste deze laatste traditie trouw gebleven en vervaardigden zelf een bolderslied waarvan de tekst hier volgt:
BOLDERSLIED
Ter gelegenheid van het boldersjubileum van Jef De Pauw, (40 jaar bolder)
De koers is van de baan De voetbal is gedaan Nu ziet men t' allen kant De bolbaan overmand En wie geen houtje zet Houdt ook niet van de pret Want bollen is plezant Al speelt men zelfs in 't zand. |
Bollen hier, bollen daar, bollen overal Van 's morgens vroeg, tot 's avonds laat Staan bolders steeds paraat. D' een bolt recht d' ander trekt Maar toch steeds naar staak Hangt g'er op Ge krijgt nen klop Zeg was mij dat raak Bollen, bollen is een sport voor iedereen Bollen, bollen ontwikkelt spier en been. |
En een compleet voor het Jubilé
De moedige bolders zijn in feest En zingen om ter meest Jefken bolt al veertig jaar 't Is toch al lang nietwaar 't en komt er niet op aan Als wij naar huis toe gaan Want moeder is nu toch tevree Met onzen Jubilé. |
We hebben ook een brochuurtje over de eerste 125 jaar van de
Koninklijke Harmonie Sinte-Cecilia van
Bassevelde.
All about Bassevelde
Our Meetjesland
— Table of Contents
— Find something in this Meetjesland website
MijnPlatteLand.com
Most recent update : 02-05-2021
Copyright Notice (c) 2024
Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem