|
Uit een landkaart van 1973
Wostwinle (1216) of Wostwinkala (1220), een samenstelling van de Germaanse woorden 'wostu' (woest) en 'winkila' (uithoek), lag op de grens van het Ambacht Zomergem en het Ambacht Maldegem, respectievelijk behorend tot de Kasselrij van de Oudburg van Gent en het Brugse Vrije. Samen met Zomergem, Ronsele en een deel van Waarschoot maakte de heerlijkheid Oostwinkel van oudsher deel uit van het Ambacht Zomergem. Deze woeste uithoek van het Zomergemse ambacht oefende een dermate hoge aantrekkingskracht uit op de nieuwe 'kolonisten', dat de Doornikse bisschop Walter van Marvis bij zijn historische rondreis van 1244 besloot - op verzoek van Willem van Westwinkel, de toenmalige bedienaar van een aldaar bestaande bidplaats - Oostwinkel af te splitsen van de moederparochie Zomergem om er een zelfstandige parochie van te maken. Niet dat er daarvoor geen bewoning was in Oostwinkel, integendeel. Opgravingen nabij de Mostmolen in 1991-1992 toonden sporen aan van bewoning in het Mesolithicum en het laat-Neolithicum.
Heerlijkheid en kasteel
De heerlijkheid Oostwinkel kende een ingewikkelde feodale structuur. Naast
de hoofdheerlijkheid lagen er in Oostwinkel nog een tiental andere heerlijkheden,
waarvan de belangrijkste de Baronie van Leischoot was. Het foncier of de kern
van de heerlijkheid was het Kasteeldomein van Oostwinkel, van het dorp te bereiken
via de Leendreef of Kasteeldreef. In 1782 bestond het domein uit een kasteel,
het woonhuis van de hovenier, twee remises, een pachthof, boomgaarden, dreven,
landerijen en uitgebreide waterpartijen. Vandaag blijven daar nog
nauwelijks sporen van over. Nochtans werd het hele complex nog bij het begin
van de 19de eeuw gedeeltelijk verbouwd naar de plannen van de bekende architect
Minard.
Hoevetje in de Langestraat
De eerste bekende heer van de heerlijkheid was 'Walteri de Wostwincle' (1216).
Oostwinkel kwam daarna achtereenvolgens in handen van de familie van Cleyte, van
Halewyn, Beaufort, Casembroot, van Maldeghem en tenslotte van de zeer bekende familie
Walckiers. Bij de opheffing van het Ancien Régime was de heerlijkheid nog in
extremis verkocht aan de Gentse patriciërsfamilie Papeleu.
Tijdens de Franse overheersing werd Oostwinkel een zelfstandige gemeente met een eigen
bestuur. Het dorp bleef nagenoeg de hele 19de eeuw geïsoleerd, verbindingen met
naburige lokaliteiten waren slecht en meestal onbruikbaar. Deze toestand bleef
tot in de jaren vijftig bijna ongewijzigd. Toen werd Oostwinkel
dankzij een dynamische burgemeester Van Haele uit zijn isolement gehaald en
kende het dorp een spectaculaire ontwikkeling, voornamelijk inzake woningbouw in
Oostwinkel-dorp, Langestraat en Veldhoek. Oostwinkel is en blijft echter nog
steeds een erg landelijk dorp, waar rust en stilte heersen.
Oorlog
Zowel tijdens de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog lag Oostwinkel in de
vuurlinie van de elkaar bestrijdende legers. In oktober 1918 werd het hele
dorp grondig geplunderd door terugtrekkende Duitse soldaten en werden de kerk en
verschillende woningen erg beschadigd. Ook de Tweede Wereldoorlog liet diepe
sporen na. Er waren niet alleen de militaire gebeurtenissen - enkele tientallen
Belgische soldaten sneuvelden op het grondgebied van de gemeente - maar na de
oorlog was er ook de repressie, die diepe wonden sloeg in deze kleine gemeenschap.
Wervelstorm
Vermeldenswaard is dat Oostwinkel op 29 juni 1936 getroffen werd door een
allesvernietigende wervelstorm. Aan de Kasteeldreef werden vele bomen
ontworteld, maar vooral in de omgeving van de kerk was de schade enorm.
Verschillende woningen en schuren werden totaal vernield. Ramptoeristen
en leedrecreanten kwamen massaal de schade bekijken. Voor één keer was
het stille Oostwinkel het centrum van het Meetjesland...
De parochie
Naast de heerlijkheid met haar specifiek bestuur (baljuw, burgemeester en schepenen,
officier en griffier) was er ook de parochie met de pastoor, kerkmeesters, koster,
enz. Zoals gezegd werd Oostwinkel in 1242 een zelfstandige parochie, samen met
Ronsele, en dit zeer tot ongenoegen van de pastoor
van Zomergem die zijn inkomsten zag verminderen.
Oostwinkel had enkele bekende pastoors. Van priester-dichter Martijn De Smet
(1550-1560) bleven enkele sonnetten bewaard. Hij bekeerde zich tot het
protestantisme en werd om die reden in 1567 in Mechelen opgeknoopt.
Zijn opvolger, Jan Teerlynck (1560-1566) leidde op 23 augustus 1566 persoonlijk de
beeldenstorm, waardoor het interieur van de kerk grotendeels verwoest werd.
Parochiekerk Sint-Jans-Onthoofding
De parochie was oorspronkelijk toegewijd aan O.-L.-Vrouw. Pas na de
godsdiensttroebelen in de 16de eeuw kreeg de parochie de H. Johannes de Doper
als titelheilige. Het stemmige landelijke kerkje is het resultaat van
verschillende bouwcampagnes gedurende enkele eeuwen. Bij de restauratiewerken
in 1973-74 werden funderingen uit de 13de eeuw blootgelegd die wijzen op een
aanvankelijk eenbeukige kerk met transept. Vandaag zien we een driebeukige
hallenkerk met vierkante 'westtoren'. Op 22 juni 1750 werd door Judocus
Walckiers de eerste steen gelegd van het huidige koor. Het verweerde arduinen
blazoen van de familie herinnert ons nog aan deze gebeurtenis.
Interieur
De houten lambrisering (19de eeuw), de preekstoel (18de eeuw) en de communiebank
(Filip Begyn, 1766) zijn de opvallendste onderdelen van het interieur. Pastoor
Ca(oir vond de marmeren bas-reliëfs van de preekstoel "aller fraeyst gesneden
maer niet volkomen zedig". Het Van Peteghemorgel is aan een dringende
restauratie toe.
Pastorie, Kasteeldreef 3
De pastorie werd in 1756 door het kapittel van Doornik - tiendheffer van Oostwinkel -
gebouwd. In 1841 werd ze verbouwd tot een pastorie met twee bouwlagen.
Via de Dreef komen we in de Langestraat, waar nog enkele mooie boerderijen in nagenoeg oorspronkelijk staat bewaard zijn gebleven. Aan het eind van de Veldhoek bereikt men de uitlopers van de bossen van het Drongengoed. Het is één van de laatste plekjes in het Meetjesland waar men zich ver waant van alle beschaving...
Hugo Notteboom
Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.
In tijdschrift «Ons Meetjesland»
heeft Hugo Notteboom ook een artikel over
Oostwinkel
gepubliceerd, een andere, bredere kijk op het dorp.
In hetzelfde tijdschrift verscheen ook een artikel
"Wervelstorm
over het Meetjesland in 1936" die Oostwinkel zwaarst trof.
Meer foto's
Het Meetjesland
— Inhoudstafel
— Doorzoek onze Meetjesland webstek
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 09-05-2022
Copyright Notice (c) 2024
Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem