Het Meetjesland in het noorden van Oost-VlaanderenThis page in English

Sint-Laureins, een Meetjeslands dorp

 Adegem Adegem Bassevelde Bassevelde Boekhoute Boekhoute Eeklo Kaprijke Lembeke Maldegem Middelburg Middelburg Middelburg Oosteeklo Sint-Jan-in-Eremo Sint-Jan-in-Eremo St-Margriete St-Margriete St-Margriete St-Margriete Waterland-Oudeman Waterland-Oudeman Waterland-Oudeman Watervliet
Klik op de afbeelding hieronder voor een grotere copij ervan. 
St.-Laureins en zijn geburen op een landkaart van 1973

Uit een landkaart van 1973

Oppervlakte: 7456 ha; inwoners: 6665.

Deelgemeenten: Sint-Laureins (2891 inw.), Waterland-Oudeman (443 inw.), Sint-Margriete (614 inw.), Sint-Jan-in-Eremo (1052 inw.), Watervliet (1565 inw.).
De streek ten noorden van het Meetjesland heeft een bijzondere aantrekke­lijkheid: de eindeloze vergezichten, de vlakke vruchtbare polders, doorsne­den door de dijken met hun knotwilgen of ruig struweel, de blinkende water­plassen, geulen en kreken, waar vissers, rust- en stiltezoekers aan hun trekken komen, de intieme bekoorlijkheid van de landelijke kerkjes, de beperkte aanwezigheid van industrie...  Dit alles maakt de streek tot een ideaal fiets- en wandelgebied.

Geschiedenis

Gewonnen op de zee
De kaarten van het Zeeuws-Vlaamse kustgebied tonen van de 12de tot de 18de eeuw een steeds wisselend patroon van slikken en schorren, kreken en geulen, verdronken en herrezen dorpen... Hollandersgat, Haantjesgat, Hontseinde...  De zeeboezem werd bedwongen, maar liet ons zijn naam­kaartje na.  Het krekenlandschap zoals we het nu kennen is zowel het resul­taat van menselijk wroeten: inpoldering, turfontginning, het in cultuur bren­gen, als van de niet aflatende stormvloeden en de — in tijden van oorlog — opzettelijk veroorzaakte inundaties.

Het gemeentehuis van St-Laureins

Het gemeentehuis van St-Laureins

In de 12de eeuw behoorden Sint-Laureins, St.-Margriete en Sint-Jan, en het noorden van Maldegem en Adegem tot het zeer uitgestrekte moer- of veengebied ten oosten van Aardenburg.  Het waren echte 'moerdorpen'.  Een moergrond is een bodem waarin turf of veen steekt.  In de 13de eeuw verkocht gravin Margareta van Constantinopel op grote schaal veengronden uit het moer van Aardenburg om de ontginning op gang te brengen. 
Tussen 1260 en 1280 werd heel de bodem van Sint-Laureins verkocht en was het dorp het kerngebied van de ontginning.  In die tijd ontstonden de lange, haaks op elkaar staande wegen, en ook de watergangen, zoals de Moerwatergang, het Vakeleed en het Ser Jansleed, om de turf naar Aardenburg te brengen.  De Eeklose Watergang naar Aardenburg ontstond door het verbinden van bestaande 'leden', want de Gentenaars duldden niet dat hun Lieve (1251) het Eekloos water afvoerde !  De uitgeturfde grond, 'woestine' genoemd, werd geleidelijk bebost of tot cultuurland gebracht.

Waar drukke bedrijvigheid heerst, groeit de bewoning en komt er nood aan een kerk.  In die tijd ontstond de eerste kerk van St.-Margriete, waarschijnlijk in 1244, ten noorden van de huidige landsgrens.
De ''parrochia Sancti Joannes in Eremo" verschijnt in 1307 in de oorkonden en in 1314 is er sprake van een "Sente Laureinsparochie", met een kerk gebouwd aan het einde van de Brieversweg.
Door de stormvloeden van 1375-1376, 1382 en 1404 ging veel land verloren; ook de kerkjes van Sint-Jan en St.-Margriete leden grote schade.  De kerk van Sint-Laureins, beschermd door de Waardijk, en door de hoger gelegen Horst, een smalle opduiking tussen Boekhoute en Bentille, bleef intact.

De polders die in de loop van de 15de en 16de eeuw ontstaan waren, liepen groten­deels onder water door de stormvloed van 1 november 1570 en het moedwillig doorsteken van de dijken in 1583.  De zee kreeg hierbij vrij spel, zodat talrijke geulen en kreken ontstonden.  Enkel tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werd heel wat inspanning tot bedijking geleverd.
De aanleg van de 'Generalen Vrijen Polderdijk' in 1652 was de eerste aan­zet tot de herovering van de oude polders.  Dit proces werd afgeremd in 1673, toen op last van de prins van Oranje de dijken opnieuw doorstoken werden, en door de overstroming van 1682.
In de 18de eeuw werden de uitgestrekte geulen bedijkt, zoals de Oude en de Nieuwe Haantjesgatpolder (in 1697 en 1750) en de Brandkreek (in 1775).

Bezienswaardigheden

Sint-Laurentiuskerk
In 1352 is "Jan Cloetine, parochiepape van Sinte Lauwereyns in de Wostine".  De toren en de oudste delen van de kerk dateren uit het begin van de 14de eeuw.  De toren is een typische 'westtoren', naar het voorbeeld van de oude kerk van Eeklo.
Over de beginperiode is weinig bekend.  De aangroei van de bevolking ver­eiste stilaan een grotere kerk.  In 1555 wordt daar werk van gemaakt.  In dat jaar immers was pastoor Aernout Van Zuydt "begonnen te fonderen de drye ehoren te Sinte Lauwereyns in Heremo ghenampt ten Bloeke".  Pastoor Van Zuydt vergroot de kerk en voorziet ze van een kooromgang en drie absidia­le kapellen, wat van deze kerk - na de kerk van Watervliet - de rijkste maakt van het krekengebied.
De absidiale kapel aan de zuidzijde is aan de twee beschermheiligen van de kerk gewijd: de H. Laurentius en de H. Blasius.  Deze aan de noordkant aan Onze-lieve-Vrouw, en de kapel achter het hoogaltaar aan het H. Sacrament.
Het is vooral Judocus Blomme, pastoor in Sint-Laureins van 1653 tot 1684, die zijn stempel drukte op het uitzicht van de kerk.  Het hoogaltaar, de com­muniebank en de zitbanken in het koor kwamen er tijdens zijn pastoraat, een betrekkelijk rustige periode na de godsdienstoorlogen.  Het meubilair werd vervaardigd door de Brugse schrijnwerker Ryckaard Brouckman.  Het O.-L.-Vrouwbeeld, dat het hoofdaltaar bekroont, is vervaardigd door de schrijnwerker Thomas De Stroopere.
Tegen de dreiging en de invloed van de gereformeerden was er volgens pastoor Blomme geen betere verdediging dan de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw.  Het rijk aangeklede beeld, voor het koor in een glazen kast opge­steld, dateert uit zijn tijd.
Taferelen uit het leven van de H. Laurentius vinden we op de preekstoel, een Turnhouts werk uit 1856.  De twaalf bezienswaardige glasramen komen voor de helft uit het atelier van de Bruggeling Samuel Coucke en zonen (1888-1889); de overige zijn tussen 1900 en 1907 geplaatst door Jules Dobbelaere, eveneens uit Brugge.
Boven de sacristiedeur hangt het wapenschild van Matthias Lambrecht, derde bisschop van Brugge, geboren in Sint-Laureins in 1539 en overleden in Brugge in 1602.  Hij schreef verscheidene heiligenlevens en werken over de kerkgeschiedenis.

Godshuis
Het monumentaalste gebouw van Sint-Laureins met een bijna 150-jarig ver­leden, maar momenteel [1998] zonder toekomst, is het godshuis.  Het godshuis-hospitaal werd van 1843 tot 1849 gebouwd als tehuis voor bejaarden, wezen, zieken en gebrekkigen.  Hoofdzakelijk drie personen hebben ervoor gezorgd dat de bouw van dit reusachtige complex mogelijk werd: pastoor Jozef Andries van Middelburg, pastoor Van den Berghe van Sint-Laureins en tenslotte juffrouw Antonia Van Damme, die een groot deel van haar for­tuin schonk.
De architect was Justin Bruyenne (1811-1896).  De stijl leunt aan bij het neoclassicisme, met elementen uit de neorenaissance of neobarok.  Voor het tegenwoordig verlaten gebouw met de immense ziekenzalen, trapzalen, kelders... werd tot op heden geen zinvolle bestemming gevonden.  Het sinds 3 juni 1986 beschermde gebouw staat te verkommeren, het gemeentebe­stuur zag meer heil in het bouwen van een nieuw rustoord.

Gemeentehuis
Het neogotische gemeentehuis werd in 1902 gebouwd op het centrale plein naar de plannen van architect Lambert De Vleeschouder; het werd in 1994 aan-gepast aan de noden van de tijd.

Leopoldskanaal
Het Leopold-kanaal van Boekhoute tot Heist-aan-Zee werd gegraven van 1846 tot 1848.  Het sluizencom­plex in Heist werd op 16 september 1846 ingewijd.  Pas daarna werd het kanaal gegraven.  De promotor voor het graven van het kanaal was kanunnik Andries (° Ruddervoorde 1796 - † Brugge 1886), pastoor in Middelburg van 1827 tot 1836, van 1830 tot 1835 afgevaardigde in het Nationaal Congres van België.
Dankzij het Leopoldskanaal kwam een einde aan de telkenjare terugkeren­de wateroverlast — Nederland belette immers de afvoer van water naar de Westerschelde — en de daarmee gepaard gaande polderkoorts.
In 1846 verklaarde de Kamer zich principieel akkoord met het graven van het Schip­donk­kanaal.  Zo ontstond het typische kanalenlandschap.

Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.

Ieder jaar organizeert het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland een uitstap in de streek.  Op zondag 9 augustus 1970 zijn ze naar St.-Laureins getrokken.  Hier kan u de brochure «Naar Sente» lezen die de deelnemers aan deze uitstap gekregen hebben.  Ze werd geschreven door niemand minder dan Alfons Ryserhove en L. Stockman met heel wat foto's van J. Valcke.

En in de "Appeltjes van het Meetjesland", nr. 30 van 1979 staat onder de titel "Oud St. Laureins" een bijdrage ook al door Alfons Ryserhove van meer dan negentig bladzijden met een nog groter pak prachtige foto door Jan Valcke.  Met een klik hier haalt u dat jaarboek naar uw pc, tablet of telefoon.

Naar de top van deze blz
Meer foto's
Het MeetjeslandInhoudstafelDoorzoek onze Meetjesland webstek

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  30-11-2023
Copyright Notice (c) 2024

Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem