Heemkundige wandeling door Adegem (2)
1. GRENZEN
Voor onze tweede tocht doorheen Adegem blijven we nog even verwijlen in het
noordelijk gebied van deze gemeente: we bezoeken het deel van Adegem dat over
de Lieve lag en zich uitstrekte tot aan de Boterhoek waar de drie parochies,
Sint-Laureins, Eeklo en Adegem samen kwamen.
Zoals we vorige keer schreven liep de grens tussen Adegem en Sint-Laureins in
een rechte lijn vanaf Celie tot een honderd meter onder de Boterhoek. Op
de hierbij afgedrukte kaart kan men het verloop van die grens zeer duidelijk
volgen. Men ziet dat men bij de afbakening van beide parochies geen rekening
heeft gehouden met eventueel bestaande natuurlijke grenzen (wegen, sloten, beken
enz.). Zelfs de aanleg van de Lieve wijzigde niets aan het grondgebied van
beide parochies.
De scheiding "tusschen het gescheet jeghens Sint Laureyns" liep tussen het
"alignement vanden houck van Jan Poppens leen ende
eenen staack geslaghen in het midden van wijlent eenen waterput" (1760).
Die verdwenen waterput bevond zich achter de hoeve waar in die tijd Pieter Willems
woonde. Landmeter Lammeire, opsteller van het landboek, vroeg raad aan een zekere
Jan De Clercq die zich nog zeer goed kon herinneren waar die waterput gelegen had:
"... Jan de Clercq als beleeder is aenghewezen als zijnde van zijne perfecte kenisse
welckers alignementvolghens den teneur van den landbouck is ghevolght tot het gescheet
jeghens eecloo".
Om latere moeilijkheden te ontwijken werd er op de bewuste plaats een houten
staak in de grond geslagen.
Dit kapelletje op de rechtse kant van de weg staat op
de grens van Adegem en Eeklo. Waarom en door wie het werd opgericht konden we
niet achterhalen. Het reeds meer dan 100 jaar oude kapelletje dient dringend
gerestaureerd te worden. Een tip voor Heemschut ? |
Foto Johan Van Laere. |
PLAN FIGURATIF VAN DEN PUBLIQUEN
weg leydende van het dorp der Prochie van St. Laureyns naer het gehuchte genaemt
Balgerhoucke ingevolghe 't welck de directeurs van de vier geunieerde
waeteringhen in St. Laureins aen zyne Majesteyt den Keyser en Koning hebben
versocht het Consent om den zelven weg te mogen calsyden ten coste van de
Caselrye van den Lande vanden Vryen.
Als te weten van A tot B zynde het Dorp der selve Prochie van St. Laueryns lang
167 roeden Brugsche Landmaete op de breedte van 18 voeten.
Item van C tot D lang 695 roeden op de breedte van 12 voeten.
Item van D tot E en F lang 435 roeden op de breedte van 12 voeten alsvooren.
Mitsgaeders van F tot G lang 111 roeden op gelycke breedte.
Zynde 't samen eene lengde van 1408 roeden waerop den zelven weg op het Dorp
heeft de breedte van 3 ä 4 roeden ende de reste van omtrent de 2 tot 3 roeden
gerekent van beyde de talus der aengelegen gragten.
Dan te noteren dat de geprojecteerde door snydinge a.a. van D tot F maar lang
valt 896 roeden, vervolgens adviserende de selve doorsnydinghe soude men op de
gemelde langde van 435 roeden projyteren tot 149 roeden dewelcke gereduceert van
de voorschreven 1408 roeden soude maer blyven tot 1259 roeden; dog in dat geval
zoude den grond tot deselve doorsnydinghe a.a. moeten gekogt worden, gelyck in
de Reqweste is vertoont ende te kennen gegeven, welcken grond in pryse zoude
kunnen renderen, uyterlyck dry hondert gulden par gemet.
Voorders dient te bemerken dat de doorsnydinghe b.b. oock zoude kunnen
plaetsehebben welcke maer lanck valt tot aen F 260 roeden, dus zouden daer mede
26 roeden verkort worden dog in dit geval zouden de landen en gragten meer
getraverseert moeten worden.
In 1642 lag die waterput er nog, want in de aanhef van het 11de begin lezen we:
"dit naervolghende zijn de gronden van erfven ghelegen over de Lieve, streckende
jeghens Sinte Laureyns ende Eecloo, scheedende vande noortzijde van Jan Poppens
leen dweirs deur de sticken, rechte naer eenen waeterput gelegen in het land
toebehoorende Jaecques Bertels schietende rechte deure tot het landt van Gillis
van Leeuwen, achter zijn hofstede daer eecloo aencomt..."
Die hofstede van Gillis van Leeuwen was de oude "herberghe alias het Swaentje
ofte den Boterhouck".
Vanaf de hofstede van Gillis van Leeuwen liep de scheiding tussen Adegem en "de
cuere van eecloo" verder "zuydtwaert van daer en recht deur de hofstede
van Christiaen van Peperseele ende Jan Sierens, soo t'wisch over de
Balgherhoecstraete naer de west sterre van het black rabodt".
2. WEG BALGERHOEKE - SINT-LAUREINS
De belangrijke verbindingsweg tussen Sint-Laureins en Balgerhoeke is er pas
gekomen in het jaar 1855. Toch werden er reeds vroeger plannen gemaakt om deze
verbinding te realizeren.
Op het einde van de 18e eeuw werd er (door een ons verder onbekende landmeter)
een "Plan Figuratif van den Publiquen weg leydende van het Dorp der Prochie St.
Laureyns naer het gehuchte genaemt Raverschoot" getekend.
De aanvraag om deze weg te mogen aanleggen gebeurde door de "directeuren van de
vier geunieerde Wateringhen in St Laureyns". Ze stelden daartoe een
verzoekschrift op dat ze "aen zijne Majesteyt den Keyzer en Koning" richtten
met het verzoek "het Consent om den selven weg te mogen Calsyden ten coste van de
Casselrye van den Landen van den Vryen".
De nieuwe verbindingsweg zag men als volgt:
— | in het dorp "der selve Prochie van St Laureyns" zou de lengte 167 roeden "Brugsche Maete" bedragen, terwijl de breedte 18 voeten zou moeten bedragen. (1 roede = 3,84 m.; 1 roede = 20 voeten). |
— | vanaf het dorp tot aan de Boterhoek bedroeg de lengte 695 roeden; hier zou de weg slechts aangelegd worden op een breedte van 12 voeten. |
Eens op de Boterhoek gekomen kon men uit verschillende mogelijkheden kiezen:
— | men kon de eeuwenoude weg van de Boterhoek naar Steentjes nemen, en zo vanaf Steentjes langs de Lieve tot in Balgerhoeke komen. De lengte van dit traject bedroeg 546 roeden; de breedte bedroeg ook hier 12 voeten. |
— | Indien men voor deze mogelijkheid opteerde bedroeg de totale lengte van de weg 1408 roeden "wanof den weg op het Dorp heeft de breedte van 3 à 4 roeden ende de reste van omtrent de 2 tot 3 roeden gerekend van beyde de talus der aengeleg en grachten". |
— | een andere mogelijkheid bestond erin dat men de weg vanaf de Boterhoek rechtdoor zou trekken tot op de reeds bestaande voetweg even ten noorden van Balgerhoeke. Eigenaardig is wel dat men de verbinding niet van de eerste keer doortrok naar de wijk zelf ! In elk geval, de tweede mogelijkheid maakte de weg met 149 roeden korter. De totale lengte bedroeg nu maar 1259 roeden meer. Maar, zo voegde de landmeter eraan toe, "in dit geval zoude den grond tot deselve doorsnijdinghe a.a. (zie kaart) moeten gekocht worden gelyck in de Requeste is vertoont ende te kennen gegeven, welcke grond in prijse soude kunnen renderen uyterlyck dry hondert guldens par gemet". |
— | een derde variante bestond erin een andere doorsteek te maken, nl. van de Boterhoek tot punt F (zie kaart) op de Lieve. De weg zou daardoor nog eens verkorten met 26 roeden, "dog in dat geval zouden de landen en grachten meer getraverseert moeten worden" wat de kostprijs de hoogte in zou jagen. |
Van al deze plannen kwam in de 18e eeuw niets terecht. Was het bestuur van het Brugse Vrije weigerachtig om de totale kosten, die de aanleg van deze weg met zich zou meebrengen, alleen te dragen ? De zo broodnodige verbinding kwam er dan toch, zij het in het midden van vorige eeuw, nl. in 1855 en dit onder impuls van de Sint-Laureinse burgemeester Huyghe. De baan liep recht van de Boterhoek naar de brug van Balgerhoeke. Op de Boterhoek liep hij achter de herberg "de Zwaan" en er werd toelating gegeven om er een bareel op te richten: elke voorbijrijdende wagen diende 50 centiem te betalen. Dra veranderde de naam "de Zwaan" dan ook in "Barrièrehuis".
3. DE BOTERHOEK EN OMGEVING
Waar de Boterhoek voor 200 jaar volledig op Sint-Laureins lag is dat in het begin van
de vorige eeuw gewijzigd. Men nam toen de bestaande wegen als grens; alle
eigendommen ten oosten en ten zuiden van de straat werden Adegems grondgebied.
Men wordt hier wel even in verwarring gebracht door de verschillende namen die
men hier aan de straten gaf. Het gedeelte van de weg vanaf Steentjes tot aan de
Kockuytstraat kreeg volgende namen:
— Steentens straetken
— Leeskensstraat
— Heskensstraat
— Boterhoekstraat
Tot aan de Boterhoek vonden we volgende namen:
— Moerstraat
— Oude Moerstraat
— Poelvoetstraetje
— Kockuytstraat
Het hele gebied waarover wij het hier hebben lag in de Viermatenwatering. Het is
een van de weinige gedeelten van Adegem dat in een "watering" lag.
Door het uitturven (12de-13de eeuw) ontstonden moergronden die door de grafelijke
verkopers in verschillende "maten" werden verdeeld. Die ietwat
grotere maten werden op hun beurt verder onderverdeeld in kleinere percelen.
De structuur van die maten kunnen we nog duidelijk onderscheiden in de verdeling
van de percelen en in de ligging van de wegen. Elk jaar dienden de eigenaars
aan het
bestuur van de watering te betalen voor het onderhoud van grachten en beken: het
zogenaamde "watergeschot".
De kaarsrechte weg van de Boterhoek naar Balgerhoeke. In de verte de verbrandingsoven, op de voorgrond de in 1939 gebouwde schuur van de boomkwekerij Van Hulle. |
Foto Johan Van Laere. |
Op de zuidkant van het Poelvoetstraatje lag in de 18de eeuw een hoeve, eigendom van
"joncker Coppieters tot Brugghe" die, samen met het achterliggende land, op
de parochie Adegem lag. Enkele meter achter de schuur van die hoeve liep de
grens. Die hoeve werd in 1642 bewoond door een zekere Jacques Luck. In 1760
woonde Pieter Nevejans op die boerderij. Hij diende "ommestellynghe" te
betalen voor "verscheydene hendekens landt daerof het noordteynde licht op Sinte
Laureyns".
Ten westen van deze boerderij lag heel wat land dat wordt omschreven als zijnde
"leengrond". We treffen hier eerst "Jan Poppens leen" aan,
"zijnde een dryoeckigh stuck landt", groot 3 gemeten 25 roeden.
Achtereenvolgende eigenaars waren:
— |
Jan Verheecke Pieter Jacobus Moens Aernout Verbeke Adriaen Haegeman Judocus Tytgadt Jan Imschoot |
1700 1747 1752 1762 1771 |
De grote partij land die oost van het voorgaande leen lag en aan Joos Sierens
toebehoorde was eveneens leen. De 9 gemeten 95 roeden lagen verdeeld in vijf
"stringhen".
Aernout Geeraert, Gillis van Leeuwen en Cornelis Lambrecht lagen hier eveneens met leen
dat zich uitstrekte tot op het "Steenkins straetken". Naast
al deze partijen liep een "leendreve". In totaal lag er hier 23 gemeten
en 28 roeden leen (10 ha 11 a). Waarschijnlijk maakten deze stukken deel uit van
een groter leengebied, want aan de overkant van de Lieve (op Adegems grondgebied dus)
wordt er ook heel wat land als "leen" vermeld. De Lieve werd er dwars
door getrokken.
Zo zijn we gekomen aan de hoek gevormd door de Steentjesstraat en de Lieve. Er
bevond zich hier een "cheins, sijnde hofstede" waar achtereenvolgens woonden:
— |
Jan Hamelynck Laureyn Verheecke Christoffel De Reu Jacobus Leuntjens Johannes Debbaudt Pieter De Dondere Lieven van Damme Pieter van Damme |
1719 1734 1737 1746 1759 1762 1769 1787 |
Dit huis verdween bij het graven van het Schipdonkkanaal.
Aan de andere kant van de straat stond het huis waar Laurens Verheecke woonde.
Een eeuw ervoor lag er slechts land, en, een eeuw later (in 1850), woonde Petrus
Claeys er.
Volgen we nu de straat in de richting van de Boterhoek.
Voor we de Cockuytstraat inslaan moeten we het nog even hebben over de partij land die
zich aan de linkerkant van de straat bevindt en aan de Cockuytstraat grenst. Dit
stuk hoorde "van houden tijden" toe aan de kerk van Adegem. De partij
was "twee ghemete 192 roeden (1 ha 16 a 79 ca) lants liggende inde vier maeten
wateryn int XVIIe beghin up de prochie van St Laurs. namentlick an Stenttens strate west
dhoirs Gillis Van Leeuwe noortende up et koeckhuytstraete, commende metten suythende up
een leen dreefken (waarover we het daarnet hadden) belast in schraven schult met IX
deniers tsjaers gebruyckt ten Jaere 1660 bij Guilliaeme Bertholf".
De "schraeven schult" waarover sprake is in de tekst, betreft een blijvende
jaarlijkse cijns die aan de graaf diende betaald te worden. Jaarlijks hield de
klerk van de graaf zitdagen in verschillende parochies, o.a. in Sint-Laureins.
De belanghebbenden konden dan hun "schult" betalen. In het Adegems kerkarchief
bevinden zich stukken waaruit blijkt dat de kerkmeesters wel eens vergaten te
betalen. De grafelijke klerk maant de heren aan om toch maar vlug de vereiste
sommen in zijn handen te betalen, zoniet kon er een fikse boete volgen.
Achterstallige termijnen van 6 à 7 jaar blijken geen uitzondering te zijn.
De omgeving van Steentjes met in de verte de nieuwe brug, de woning van Marcel De Saer en rechts de populierenrij langs de weg naar St.-Laureins. |
Foto Johan Van Laere. |
Een zekere Willem Bertholf was pachter van deze partij in 1652. Kerkmeesters
Gillis Dhaenens, Adriaen de Vyt, Pieter Wouters en Guilliaeme Bertholf
(kerkmeester én pachter dus, wat wel meer voorkwam !) als ontvanger stelden op 16
juni 1651 de "pachtovereenkomst" op. De te betalen pachtsom bedroeg 2 pond
derthien schellyn ende vier grooten tsjaers den hoop". Willem pachtte voor 6
jaar waarvan het "eerste jaer van betaelynghe zal vallen ende verschijnen te bamesse
1652". Na het "expirreren" van deze eerste zes jaar werd de pacht voor
nog eens 6 jaar verlengd. Hoewel de pachtsom gelijk bleef werden er nu toch
enkele bijkomende voorwaarden aan de pachter opgelegd:
"den voornoemden pachter is
verobligiert ende moet snoeyen alle de
plantsoenen die op de strate staen en, daer enighe verdroocht zijn ofte sullen
verdroghen binnen sijn pacht, moet hij daerinne planten ende groeyende houden
paepelieren ofte olmen daer. van doene is. Voorts dat hij deselve plantsoenen
moet omrijn met putten voor en te maecken ofte anderszins dat deselve niet
beschadicht worden van waghens", "voorts moet de voornoemde pachter de gracht
delven en de aerde op de straete werpen en dat alles onvermindert zijne pacht".
Deze laatste pachtbrief werd opgesteld op 2 januari 1657.
Als pachters van dit stuk land treffen we verder nog aan:
— Joos van Leeuwe — Adriaen Corthals — Jan Verheecke — Pieter Verheecke — Aernout Verbeke — Francies Crispijn — Frans Laros |
1662 1674 1697 1732 1756 1757 1766 |
pachtprijs |
3-8-6 2-16-8 2-16-8 2-0-0 1-1-8 2-0-0 3-4-0 | |
(successieven pachter loco Jan Debbaut...) | ||||
— Judocus Tytgadt — Judoc. Verstrynghe — Judoc. Verstrynghe |
1773 1784 1822 |
3-4-0 5-8-0 35 guldens 19 cent |
Deze partij vormde het 9de lot van de verkoop der kerkgoederen in vorige eeuw
waarvan de opbrengst moest dienen om een nieuwe kerk te bouwen. Er boden zich
geen kopers aan, zodat het stuk eigendom bleef van de kerkfabriek van Adegem.
Tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven. Huidige pachter is de heer Van
Rie, wonende op de Boterhoek.
Zo zijn we in de "Moerstraete", "Poelvoet straetjen" of Kockuytstraat beland.
We beperken ons tot de hoeven en bewoners die op de zuidkant van de straat
liggen.
Op het eerste perceel land dat we aan onze rechterzijde zien liggen (sect A, 453
a) stond het ondertussen verdwenen boerderijtje waar rond 1750 Pieter Laros
woonde. Van de oorspronkelijke hoeve is geen spoor meer te bekennen; vorige eeuw
was een zekere Kamiel Vervier eigenaar van de grond waarop het huis had gestaan.
Nu woont de heer Marcel De Saer er.
De totaal vernieuwde boerderij van de heer Georges Blondeel. Pieter Bogaert woonde hier in de 16e eeuw. |
Foto Johan Van Laere. |
Een drietal partijen verder woonde er in de 18e eeuw de "weese Verstrynghe"
(sect A, 466, 465). Enkel 4 roeden van deze hoeve lagen op Adegems grondgebied
(nog niet bebouwd in de 17de eeuw. Ook de hoeve ernaast, op de oostkant dus,
stond er nog niet in de 17de eeuw (sect A, 476, 468, 469). In 1500 was de grond
eigendom van een zekere Laurentius de Moerter. Jaques Bertels bezat hier in 1642
een "hende van een stuck landt daer den put in licht daer Sinte Laureyns en
Adeghem scheet..." Toen Pieter Willems er in het midden van de 18de eeuw woonde
met "d'hofstede daerop staende ande moerstraete" werd de put als "wijlent"
beschreven.
Op de volgende hoeve woonde in 1766 een zekere Jan Marsman; vóór hem:
1642 Pieter Huyghe en Jan Bertolf
1727 Jan Sierens en Gillis Buysse, elck d'helft
1729 Jan Bertolf (het deel van Sierens)
1741 Jan.Verheecke
De aloude herberg "de Boterhoek, alias het
Swaentje" ligt nu aan de rechtse kant van de weg, die vroeger echter
achter de herberg liep. De voorgevel was dus de achtergevel. |
Foto Johan Van Laere. |
De laatste hofstede aan deze kant van de straat was de enige die er in 1642 ook
stond. Eigenaar van deze toch wel oude boerderij was een zekere Pieter Bogaert
in de 16de eeuw. De oppervlakte ervan bedroeg toen twee gemeten 150 roeden.
Jan Van Leeuwe werd de volgende bewoner, en zijn zoon Gillis huisde er in 1642.
Jooris De Rycke (1706), Pieter Verheecke (1734), Aernout Claeijs (1744), Jan Van
Ooteghem (1775) en tenslotte Karel Van Ooteghem waren er de achtereenvolgende eigenaars
van. Een zekere "begijne De Busschere" bezat een deel van deze
eigendom. Nu woont Georges Blondeel er.
Door de aanleg van de weg van Balgerhoeke naar Sint-Laureins kwam de herberg "de
Zwaen" aan de overkant van de weg te liggen. Deze herberg lag dus op de hoek
van de Moerstraat en de Leemweg. Als eigenaars vonden we: Verzuyt Jan, en later
Verheecke Pieter (gehuwd met een dochter Verzuyt). Burgemeester Huyghe van
Sint-Laureins bezat de herberg in het midden van vorige eeuw. Charles Verheecke
kocht het pand van Huyghe terug.
Er heeft op de Boterhoek eeuwenlang een herberg gestaan. Laatste herbergiers waren
Aloïs Notteboom-Leonie Van Vooren. De "Boterhoek" was een gekend café bij
de "veekoopmans" uit de streek. Bij het zakendoen werd er ook de dorst
gelest !
VAN DE BOTERHOEK NAAR BALGERHOEKE
Eeuwenlang liep de grens tussen het Ambacht Maldegem en de Keure van Eeklo dwars door
enkele partijen land, respectievelijk van
het reeds genoemde begijntje De Busschere en Aernout Verstrynghe. Het was niet
gemakkelijk de preciese ligging van de grens te bepalen, "mits geene paelstenen
en existeren".
De verbrandingsoven van Balgerhoeke. Op de plaats waar deze opname gemaakt werd komt straks de expresweg. |
Foto Johan Van Laere. |
Ten zuiden van het land van Verstrynghe liep een landweg, op de oostzijde van
hetzelfde land ziet men op oude kaarten een "dreefken jeghens eecloo"
lopen. Dit dreefken liep naar de eigendommen van Francies Immesoete uit
Eeklo.
De enige twee huisjes tussen de Boterhoek en Balgerhoeke bevonden zich langs de
tragel van de Lieve. Ze stonden op "ghentschen cheyns", en lagen
naast "den leempat".
Zo zijn we dan op de wijk Balgerhoeke aangekomen, wijk die zo belangrijk is en
waarover zoveel wetenswaardigheden te vertellen zijn dat we er een aparte bijdrage
zullen aan wijden.
De gestroomlijnde betonconstructie van de verbrandingsoven zou best dienst kunnen doen als decor voor een science-fiction film. |
Foto Johan Van Laere. |
Tot besluit van deze tweede wandeling kunnen we stellen dat het besproken gebied in de loop der tijden heel wat veranderingen heeft ondergaan: het uitturven, de aanleg van nieuwe wegen, de aanpassing van de grens en de laatste jaren, de aanleg van de expresweg naar Antwerpen en de bouw van de verbrandingsoven, waarvan de rookpluim tot in de verre hoeken van het Meetjesland te zien is als teken van welvaart of milieuvervuiling al naar gelang men het bekijkt !
H. Notteboom
Bronnen
R.A.G., Adegem, 3, Landboek 1642.
G.A.M., Gemeente Adegem, Landboek 1765.
R.A.B., Ommelopers Mestdagh, nrs. 779-787 (vroeger aanwinsten 6388).
R.A.B., Kaarten en Plannen, nr. 54 en 649.
P.A.A., 131, Register van alle landen ende renten toebehoorende de kercke van
Adeghem (1660).
P.A.A., 133, Pachtboek (l651-1790).
P.A.A., 137, Verpachting van de kerkgoederen.
P.A.A., nrs. 19-44: Kerkrekeningen.
Werken
A. Ryserhove, Oud Sint-Laureins, in: Appeltjes nr. 30.
Robert Beirnaert. De Kronieken van Sint-Laureins voor 1900.
Om de publicatie van deze artikels mogelijk te maken, waren wij genoodzaakt deze
uitgave op 64 blz. te laten verschijnen. Wij doen een inspanning, help ons ook
nieuwe leden aan te werven.
Voor geïnteresseerden sturen wij een nummer ter kennismaking.
De redactie.
Heemkundige wandeling door Adegem 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12
Vorig artikel: Ten geleide |
Inhoud van 1982, jaargang 15 |
Volgend artikel: Lembeke in het hart van het Meetjesland |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024