zoon van ? Van Damme
° ?
x Elisabeth Oste
xx Marie Harien
† Kaprijke 4 mei 1656
Van de hier verder behandelde tak van Damme is
Anthonius eigenlijk de stamvader waarvan we al iets beter ingelicht
zijn.
Hij overleed te Kaprijke op 4 mei 1656, en werd er 's anderendaags met een
middelmatige dienst begraven. Hoe oud hij toen was is niet met zekerheid
te zeggen, maar zijn tweede kind werd einde 1618 geboren, en volgens de
normen van die tijd kunnen we aannemen dat hij vermoedelijk tussen 1585 en
1595 zal geboren zijn.
Waar hij geboren werd weten we al evenmin. Vergeten we niet dat op 3 mei
1568 de 80-Jarige Oorlog uitgebroken was die pas door het Verdrag van Munster
op 5 juni 1648 werd beëindigd, dat onze streken vooral in het eerste deel van
die oorlog vreselijk zijn uitgeperst en verwoest en dat daardoor veel mensen
naar betere oorden zijn gevlucht.
Bijlange niet allen zijn na jaren teruggekeerd. En of Anthonius bij die
gevluchten behoorde of bij de teruggekeerden zal niet gemakkelijk uit te maken
zijn.
Nazicht van parochieregisters (slechts verplicht sedert het Eeuwig Edict van 1611
onder de aartshertogen Albrecht en Isabella van Oostenrijk) en andere archivalia uit
Bassevelde,
Lembeke,
St.-Laureins,
Eeklo en
Maldegem
brachten tot op heden geen opheldering of aanwijzing over de herkomst van stamvader
Anthonius van Damme.
We weten dat hij zeker één broer had, nl. de reeds hiervoren vermelde
Adriaan (II a), over wiens kinderen Anthonius in
1626 als voogd werd aangesteld. Anthonius van Damme was een eerste maal gehuwd
met Elisabeth Oste (soms ook: Hoste), bij wie hij zeker vijf kinderen had.
Elisabeth is vermoedelijk kort na haar in december 1626 doorgemaakte kraambed
gestorven, want toen in november 1627 haar Staat van Goed werd opgesteld(4),
was Anthonius reeds herhuwd met Marie Hariens (ook Ariens), die op haar beurt
haar man acht kinderen zou schenken.
De ondertrouw had plaats op 16/8/1627 te Kaprijke. De pastoor schrijft dat
ze getrouwd zijn te Boekhoute, maar een juiste datum zouden we misschien kunnen
vinden mochten de parochieregisters van Boekhoute voor die periode teruggevonden
worden.
Anthonius boerde op een hofstede te Kaprijke
gelegen aan de noordkant van het Marktplein. Betrokken goed was zijn eigendom
en het werd als volgt beschreven:
"... eene behuijsde hofstede ghestaen ende ghelegen binnen deser voornoemde stede
daerden overledenen uitgestorfven is, groot van erfven 78 roeden ofte
ontrent, met alle den temmer daer op staende, te weeten twee huijzen, teen daer
de houderighe met de weezen tegenwoordig inne woonen, ende tandere bewoont bij
Jacques Daris met eenen sijnen compagnon, item eene schuere daer tenden aen,
voorder eene hovenhuijs met een steenschauwe, voorder eene coestal, de voornoemde
hofstede abouteerende oost Michiel Daris, suijt 't voornoemde Velt, west Guillaume
Seghers ende noort Adriaan Seghers...". Betrokken hofstede was belast met een
rente van 20 schel. gr. 's jaars.
Vrouw van Damme baatte bovendien een dorpswinkeltje uit waar alle soorten
kruidenierswaren en wat textielgoed te verkrijgen waren.
In 1635 werd Anthonius vergoed om het voorschieten van 180 ponden parisis “… tot het
uytcopen van enkele soldaten in de voorgaende troublen [van de Tachtigjarigen Oorlog!
Nvdr.] … in vier egaele payementen…” en ook 10-13-0 ponden parisis voor de levering
van appelen aan enige heren van het college van het Vrije omwille van een
vriendschappelijke behandeling en ook voor levering van “… vleesch tot behoufte van
de soldaten”.
1636 was Anthonius ontvanger van de belastingen te Kaprijke, een functie die vooral
waargenomen werd door mensen met een zeker gezag, ondernemingszin en ontwikkeling,
meestal slechts voor 1 jaar, maar dikwijls kwamen dezelfde namen na een paar jaar
terug. In de dertiger jaren van de 17e eeuw hebben verschillende leden van
de familie Huyghe die taak op zich genomen. (RAG Kaprijke 62: parochierekeningen).
In het Rijksarchief te Gent wordt onder het Fonds
Kaprijke de Staat van Goed van
Anthonius bewaard, gedateerd 10 juli 1656, waarvan we het begin hierna letterlijk
weergeven:
"Staet ende Inventaris van baten ende commeren bevonden ten sterfhuijze van wijlent
Anthonius van Damme, saliger memorie, overleden binnen der stede, keure ende vrijhede
van Caprijcke den 4den meije 1656, die bij dezen is maeckende ende overbrijngende
Maeijken Hariens, weduwe ende houderigghe bleven ten voornoemde sterfhuize, ter
presentie ende assistentie van Danneel van Damme fs Adriaens ende Elias vanden Baese,
beede wettelijcke voogden over de vier minderjarighe weezen van voornoemde overledene,
bij name Jan, Livijnus, Francijnken ende Margrietken, gewonnen bij de voornoemde
houderigghe..."(5).
In de Staat van Goed staat een lijst van "plakkers", maar ook één van leveranciers
aan wie nog moest betaald worden. We vinden er ook de inventaris met prijzij
in van alles wat er op de hoeve en in het huis te vinden was. Te vermelden
zijn o.a. 3 koeien en 1 kalf, 1 varken, 8 ganzen, 3 spinnewielen met hun toebehoorten,
3 wafelijzers en... 1 spekelbak.
In de winkel waren o.a. in voorraad "Suijcker candijs", "een partijde specerije",
rijst, zout, azijn, kaarsen, "17 erden potten","6 caetseballen", "13 toebackspijpen",
nagels, "schuerbessems ende salferpriemen (lucifers)", spellen en lint en
"kinderlijfkens".
Verder blijkt dat Anthonius tevens enkele gemeten land beboerde gelegen in de buurt
van het Nieuwland (tussen Kaprijke en
Lembeke) waar tarwe, bonen en vlas op stond.
In de Zuidstraat en in de Molenstraat te Kaprijke bewerkte hij ook een paar gemete
land met koren en boekweit.
Behalve de reeds genoemde hofstede op het Plein bezat Anthonius van Damme ook nog
een behuisd hofstedeken van 151 roeden in de Voorstraat te Kaprijke, "abouterende
oost dheer Pieter de Laet, griffier deser stede, ende Michiel Bauters, midtsgaeders
de weeze Jan Poteloore, zuijt de Paters Jezuijten, west Jan de Meij ende noort de
Groote Voorstraete...".
Van de zijde van zijn vrouw, Marie Ariens, was 8 gemet 50 roeden land in bezit
gekomen dat gelegen was te St.-Margriete, nl. "gronden van erfven de welke voor
't huwelijck waeren liggende met de zee ghemeene ende gheduerende de selven
huwelijcke bedijckt, gecommen vande sijde vande houderigghe".
Dit ingedijkt en bedijkt land lag:
" inde nieuwe dijckage inde Ste. Lievenspoldere, abouterende west de weesen Jan
de Pape, oost, suijt ende noort de creke genaempt . . . . . . . ., paelende deselve
creke aende straete loopende van Ste. Jansmeulen noortwaerts op naer het huijs daer
Joos Minnaert te woonen placht...".
Hier werd duidelijk de Molenkreek bedoeld. Meer dan 300 jaar geleden waren de kreken
veel uitgebreider dan nu. Onze polders zijn in de loop der tijden herhaaldelijk
onder water gelopen of gezet. Twee van de meest rampzalige overstromingen waren
die van 1375 en van 1570. Maar ook 1394, 1404, 1421 en 1424 waren rampjaren.
Vooral na 1421 is men sterk beginnen te bedijken, maar de Allerheiligenvloed van
1570 deed heel wat werk teniet. Het 12-Jarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog,
nl. van 1609 tot 1621 betekende een korte adempauze in deze troebele tijden, doch
nauwelijks was dit bestand verstreken of een tiental polders werden opnieuw onder
water gezet.
Vanaf 1651 begon men met een algemene drooglegging, waartoe Anthonius van Damme
blijkbaar ook zijn stukje heeft bijgedragen.
Het echtpaar van Damme-Ariens bezat daar in die buurt ook nog de helft van een partij
land "sijnde van auts geweest Ste. Lievenspolder zeedijck, groot int gheheele 3
ghemeten 157 roeden, waarvan de wederhelft compiteert Jan vanden Neste bij coope van
dheer Jacques Coorde ende is deselve dijck gheleghen noort oost jegens den
voorschreven lande…".
Een goede zeven jaar na het overlijden van haar eerste man is Marie Hariens te
Kaprijke op 2 oktober 1663—het jaar van de
heropbouw van het Kaprijkse stadhuis—hertrouwd met Jan Bruijnsteen, toen ontvanger
van de Armendis en ontvanger van de kerk te Kaprijke.
Ze overleed echter reeds in december 1667. Op 13 juli 1668 werd door de erfgenamen
de traditionele venditie van de roerende goederen gehouden die 56 p. 14 sch. 1 gr.
opbracht. De erfgenamen hadden zelf reeds van te voren voor 10 p. 13 sch. 4 gr.
opgekocht.
Vermeldenswaard is dat de familie-eigendom op het Plein te Kaprijke in de in 1668
opgestelde staat van Goed van Marie Hariens als volgt beschreven werd:
"… een hofstede met twee huijsen er op staende, groot in erfven 78 roeden, midtsgaders
anderen temmere van scueren ende stallen er oppestaende jegenwoordich bewoont bij
Lieven van Damme ende Lieven de Cock, tsamen abouterende oost de weese Jan van Damme
als in huwelijck gehadt hebbende de weduwe Michiel Daris, zuijt tVelt ofte Marct deser
stede, west Guillaume Segers ende noort Adraen Segers…" (6).
Na het overlijden van Bruynsteen wordt op 17/1/1673 door zijn dochter Livina die weduwe
was van Lenaert Doppegieter een wezenrekening geprezenteerd met een batig saldo van
60-13-4. Als representerende dhoorye van "Hayken Harriens" worden vermeld: Jacques
Wauters en Lieven Van Damme als voogden over de wees van Jan Van Damme (IIIa) fs.
Anthonius x Pieternelle Wauters, en Iseraweel Hasman, gehuwd met Francinken Van
Damme fa. Anthone. Deze teksten bewijzen dat men het in die periode ook niet zo
nauw neemt met de juiste schrijfwijze van de namen. (RAG: Kapr 459-1673)
Kinderen:
ex A (Elisabeth Oste)
Ex B (Marie Ariens)
De vader van Anthonius
en Anthonius' broer Adriaan (II a)
Onze Van Damme Welkom-blz
Inhoudstafel
— Overzicht
Doorzoek onze Van Damme website !
Meer stambomen
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 03-06-2022
Copyright (c) 2024
Inleiding
Algemeen Overzicht
? van Damme (I)
Adriaan (II a)
Andreas (V e)
Andries (VII c)
Anthonius (II b)
Arnold (X f)
Augustus Maria (IX c)
Bruno (VIII b)
Carolus (VIII d)
Carolus Joannes (VIII)
Carolus Ludovicus
Carolus Petrus (IX a)
Charles (X a)
Constantinus
Cornelis (VI d)
Daniël (V d)
Daniël (X g)
Daneel (III c)
Désiré
Ferdinand (VII)
Franciscus (IV)
Francis Bernard (VI)
Georges (X d)
Herman (X c)
Ivo (VII b)
Jacobus
Joannes (III a)
Joannes Baptist (V)
Joannes Joseph (IX b)
Josephus (VIII e)
Judocus (VI e)
Julien Joseph
Karel Francies (IX f)
Levinus (V f)
Levinus (VII d)
Lieven (IV b)
Livinus (III b)
Livinus (V b)
Livinus (VI c)
Omer (X b)
Petrus (IX h)
Petrus Bernardus (° 1782)
Petrus Bernardus
Petrus Henricus (VI b)
Petrus Joannes (V a)
Raoul (X e)
Richard Adolf
Rose Anne
Theophil Petrus (IX d)
Urbanus Karel (IX g)
Noten
Deze webstek doorzoeken