Het Meetjesland in het noorden van Oost-VlaanderenThis page in English

Kaprijke, een Meetjeslands dorp

St.-Margriete Waterland-Oudeman St.-Jan-in-Eremo Watervliet Boekhoute St.-Laureins Bassevelde Adegem Eeklo Lembeke Oosteeklo
Klik op de afbeelding hieronder voor een grotere copij ervan. 
Kaprijke en zijn geburen op een landkaart van 1973

Uit een landkaart van 1973

Oppervlakte: 3370 ha; inwoners: 6203.

Deelgemeenten: Kaprijke (2641 inw.), Lembeke (3562 inw.).

Naam: Kaprijke komt van het Gallo-Romeinse 'Capriacum', 'Goed van Caprius'.

Historische schets

Niettegenstaande Kaprijke vermoedelijk teruggaat tot de Gallo-Romeinse tijd, dateert de oudste vermelding van 'Capric' slechts uit 1233.  Zeven jaar later gaf Johanna van Con­stantinopel aan deze lokaliteit een aantal voorrechten die van deze plaats een "smalle onbesloten" stad maakte.  Tijdens de Late Middeleeuwen (14de - 15de eeuw) kwam in Kaprijke een bloeiende laken­nijverheid tot stand die tot aan de gods­dienst­oorlogen van de tweede helft van de 16de eeuw niet enkel aan heel wat inwoners werk verschafte, maar ook de naam 'Kaprijke' in geheel het toen­malige Vlaanderen bekend maakte.

Klik op de afbeelding hieronder voor een grotere copij ervan. 

'Scepenhuus' van Kaprijke

De oorlogen die uit het godsdienstig conflict waren ontstaan, hadden voor Kaprijke en omliggende lokali­teiten zware gevolgen.  Wevers en laken­hande­laars weken uit naar veiliger oorden en kwamen - ook toen de veiligheid terugkeerde - niet meer naar de hun ver­trouw­de plaats terug.
Tijdens de 17de en 18de eeuw was door de vroegere tijdsom­standig­heden Kaprijke van een kleine stad geëvolueerd naar een platte­lands­gemeenschap, waarin naast de land­bouw een lijn­waad­nijverheid beoefend werd, die voor­name­lijk tijdens de winter­maanden de land­bouw­gezinnen — van keuterboer tot en met groot­grond­bezitter — aan het werk zette.

Niettegenstaande deze economische ommekeer bleef Kaprijke in zijn admini­stratieve en politieke werkzaam­heden steeds de naam van "stede, keure ende vryhede"hanteren en dit tot het jaar 1795, het jaar waarin Frankrijk het bestuur over onze gewesten in handen nam.  Van stad werd het gedegradeerd tot 'commune' of gemeente, aangezien het op dat ogenblik geen 5000 inwoners telde.  Wel mocht het zich achteraf tijdens de 19de en een groot deel van de 20ste eeuw verheugen over zijn aanduiding als hoofdplaats van een kanton.

Bezienswaardigheden

Stadhuis
Het stadhuis of 'scepenhuus' zoals het in vroeger eeuwen aangeduid werd, was het gebouw waarin de toenmalige schepenen hun vergaderingen hielden en over het politieke, juri­dische en sociaal-economische beleid hun beslissingen namen.  De oudste vermelding van een 'scepenhuus' gaat terug tot het jaar 1425.  Uiteraard onderging het gebouw heel wat wijzigingen en werd het niet op zijn oorspronkelijke plaats behouden.  Toen men in 1633 besliste een volledig nieuw stadhuis te bouwen werd daarvoor een plaats uitgekozen die zich nu noordoost van de kerk bevindt, terwijl het voorheen zuidoost van dit gebouw stond.  Naar de traditie van die tijd werd tevens een conciërgerie voorzien, die voor de uitbater geen windeieren legde.

Met de oorlogen van Lodewijk XIV tijdens het laatste kwart van de 17de eeuw werd het stadhuis in brand gestoken en ging een groot deel van het gebouw in de vlammen op.  Dit verklaart dan ook de twee stenen platen die aan de voorgevel aangebracht werden met de vermelding "Ghemaeckt anno 1663" en "Verbrant anno 1683".  De schade werd hersteld en enkele tientallen jaren later werd het gebouw uitgebreid met een linker­aanbouw.

In 1881 werd het stadhuis andermaal door een brand getroffen, waarop een grondige heropbouw volgde: alle zandsteen van de voorgevel werd vernieuwd, het baksteenwerk kreeg reliëfvoegen, het dakgebinte werd volledig vervangen en het bordes, dat in de 18de eeuw stenen balusters had, werd nu vervangen door een ijzeren leuning.  In 1931 volgde een nieuwe algemene restauratie, waarbij rechts een nieuwe aanbouw met platform opge­richt werd.  Tot 1796 werd de beneden­verdieping van het stadhuis nog als herberg uitgebaat.

De benedenverdieping is verdeeld in drie ruime kamers, overdekt met gedrukte ribloze gewelven.  Onder de noordelijke kamer is een vierkante overwelfde ruimte, waarin het hedendaagse archief bewaard wordt.  Op de eerste verdieping zijn drie vierkante ruimten: de zuidelijke kamer is nu de raadzaal, waarin een schilderij 'Het Laatste Oordeel', van Gentse schilder Pieter Van Damme, is opgehangen.

Aan het stadhuis is een gedenkplaat aangebracht voor Dr. Hippoliet van Peene (° Kaprijke 01.01.1811 - dagger; Gent 19.02.1864), toneelschrijver en tekstdichter van 'De Vlaamse Leeuw'.

Plein: dries of dorpsweide
Voor het stadhuis strekt zich de unieke dries of dorpsweide uit, omzoomd met linde- en kastanjebomen, sinds 1981 beschermd als dorpsgezicht.  Naar de vorm laat het plein vermoeden dat hier een Romeins kamp kan bestaan hebben, een stelling die tot op heden niet bewezen is.

Kasteel Hof ter Kruisen, Vaartstraat 49
Het kasteel Ter Kruisen in de Vaartstraat is door een omwalling omgeven.  Het was een allodiaal goed dat rond 1550 gebouwd werd op verzoek van Andries de Bavière.  In de loop van de volgende eeuwen ging het over in handen van de families Hauweel en Isebrant.  In 1751 werd het verkocht aan de familie Maelcamp, die ook nu nog altijd eigenaar is.  Het is opgetrokken in baksteen met spaarzaam gebruik van zandsteen.  Een steen in de trapgevel draagt het jaartal 1628, periode waarin het gebouw voltooid werd.

Klik op de afbeelding hieronder voor een grotere copij ervan. 
Het kasteel

Het kasteel 'Hof ter Kruisen'

O.-L.-Vrouw Hemelvaartkerk
De kerk bevindt zich ten westen van het Plein en ten zuiden van de Voorstraat.  Sinds haar opbouw in 1787 is zij gedesoriënteerd naar het westen.  Zij is omringd door een kerkhof, dat door een bakstenen muur is afgesloten.  In 1940 werd de torenspits beschadigd en twee jaar later hersteld.  De toren werd geklasseerd bij KB van 28 december 1936, het volledige gebouw pas bij KB van 18 september 1981.

De toren werd ingebouwd in de eerste travee van de middenbeuk.  Het is de vieringtoren van de vroegere kruiskerk van omstreeks 1241 en dus historisch gezien een van de belangrijkste onderdelen van het gebouw.

De kerk is hoofdzakelijk van baksteen.  Zij heeft thans het uitzicht van een driebeukige pseudo-basiliek, zes traveeën groot onder één enkel zadeldak.  In de hoeken gevormd door de zijbeuken en het koor zijn, aan de zuidzijde een sacristie en aan de noordzijde een winterkapel aangebouwd.  Het inwendige van de kerk is classicistisch: Toscaanse zuilen, rondbogen en koepelgewelven.  De vensters van het koor zijn met rondbogen afgedekt, die van het schip met segmentbogen.  Beneden aan de buitenmuur van de noordelijke zijbeuk zijn elf stichtingsstenen aangebracht met de namen van de toenmalige burgerlijke en kerkelijke overheidspersonen.

Kerkmeubilair en beeldhouwwerk
De koorbanken dateren vermoedelijk uit eind 18de of begin 19de eeuw.  Ze hebben een­voudig paneelwerk met rozetten; twee Ionische pilasters met guirlandes, een kroonlijst met tandlijst en twee cherubs zijn de enige versiering.
De preekstoel werd in 1666 door Jan Vernieuwen uit Gent geleverd, maar onderging nog verbouwingen op het einde van de 18de eeuw.  Hij heeft een achtkantig voetstuk, een gebeeldhouwde kolom met tweemaal vier overhoeks geplaatste engelen, schelpen en drui­ventrossen.  De kuip is vierkantig en vertoont op de hoeken de symbolen van de vier evangelisten.  Op het midden­paneel staat een hostiekelk met twee biddende engelen; op het linkerpaneel, een cartouche en twee vrouwenfiguren met slangenstaart; op het rechter­paneel een cartouche en twee engelen.
De trap vertoont twee Louis XVI-trapstijlen.  De leuning is opengewerkt in de vorm van bladvoluten, onderaan eindigend in een griffioenkop.  Het klankbord wordt gedragen door vier hermes­zuiltjes.  Kolom, kuip, trapleuning en hermes­zuiltjes behoren tot de oorspron­kelijke preekstoel; het hoge voetstuk, de trapstijlen en het kruisbeeld dateren uit de 18de eeuw; het klankbord lijkt 19de-eeuws.
In 1860 werd een Hooghuys-orgel geïnstalleerd, waarvan op heden nog een groot deel bewaard is.
Een beeld van O.-L.-Vrouw ten hemel opgenomen, bevindt zich aan de buitenzijde van het portaal.  Het is 17de-eeuws en waarschijnlijk afkomstig van het vroegere hoofd­altaar.

Enkele belangrijke schilderijen
De 'Prediking van de H. Antonius' in het rechterzijaltaar en 'O.-L.-Vrouw overhandigt de rozenkrans aan de H. Dominicus' in het linker­zijaltaar zijn beide van de hand van Romaan-Eugeen van Maldeghem.
De 'Hemelvaart van Maria', gedateerd 1874, bevindt zich op de muur achter het hoofd­altaar en is van de hand van Jozef Pauwels.
'Christus en de allegorie van de Kerk' bevindt zich achteraan de rechterzijbeuk.  Het stelt de verrezen Christus voor die, het kruishout in de linkerhand, met de andere hand de hostiekelk aanbiedt aan een geknielde vrouw.  Deze vrouw symboliseert de Kerk en is omgeven door een aantal attributen: een opengeslagen misboek, een pauselijke tiara, een brandend wierookvat en versieringen.  Het is vermoedelijk afkomstig uit het midden van de 18de eeuw.

Kapellen
In de noordoostelijk hoek van het Plein staat een beschermde 18de-eeuwse kapel.  Het gebouwtje, afgedekt met leien tentdak, is bepleisterd en beschilderd in nabootsing van baksteen.

Kleemkapel
Te midden der velden,
In 'n stil en vredig oord,
Staat de Kleemkapelle
Gerust, ongestoord...

Kleemkapel, Kleemstraat-Wulfshoek
De Kleemkapel is een zeer gekende bedevaartkapel in het Meetjesland.  De verering ont­stond in 1750 rond een Mariabeeldje gevonden door de gebroeders Claeys in een akker langs de Moerstraat.  De broers bouwden een kapel uit latwerk, bestreken met klei of leem.  In 1795 werd deze kapel door de Fransen verwoest, als vergeldings­maatregel tegen de Kaprijkse lotelingen, die O.-L.-Vrouw van Kleemkapel te voet vielen om een gunstig lot te trekken en zo te ontsnappen aan de gehate legerdienst.
De huidige kapel dateert van 1874 en werd in 1894 vergroot.  Naar de Kleemkapel wordt nog steeds gebedevaart op de zondag na halfoogst.  Rond de kapel kan men een ommegang doen langs de 15 kapellen en de mysteries van de rozenkrans overwegen.

Roger Buyck

Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.

Naar de top van deze blz
Meer foto's
Het MeetjeslandInhoudstafelDoorzoek onze Meetjesland webstek

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  08-05-2022
Copyright Notice (c) 2024

Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem