zoon van Joannes Noë (C II) en Elisabeth Bochaute
° Zelzate 22-5-1686
x Zelzate 18-4-1708
Adriana De Bock
† Zelzate 13-3-1746
Deze Joannes was het enige kind uit het eerste huwelijk van zijn vader met Elisabeth Bochaute. Geboren in Zelzate op 20 mei 1686, werd hij twee dagen later boven de doopvont gehouden door Joannes Van Damme (x Anna Bochaute) en Anna Gijsels. Een jaar later was hij reeds wees.
Voor hij huwde was hij reeds meerdere malen van heel nabij met de dood gekonfronteerd: behalve zijn moeder verloor hij ook zijn stiefmoeder toen hij 6 jaar was, 2 halfzusters en 2 halfbroers, en op zijn twintigste ook reeds zijn vader.
Hij huwde in Zelzate op 18-4-1708 met Adriana De Bock, dochter van Jan De Bock en Elisabeth De Blieck. Zij was op 20 november 1688 geboren in Zelzate.
Joannes en Adriana voedden hun gezin op in de eerste helft van het Oostenrijkse bewind. Na meer dan 100 jaar Spaans bewind over onze contreien (vanaf 1598) brak na het overlijden van Karel II, de koning van Spanje, de Spaanse Successie-oorlog uit, die in 1713 door de Vrede van Utrecht beëindigd werd en waarbij onze streken bij Oostenrijk werden ingelijfd, waar Karel VI de macht in handen had.
Hij was heel wat minder oorlogszuchtig dan onze vorige heersers en was meer uit op het veilig stellen van zijn eigen bezit. Ondanks zijn vele voorzorgen had hij nauwelijks het hoofd neergelegd of Beieren en Pruisen vielen Oostenrijk aan en vochten samen met Frankrijk en Spanje in de hoop de Nederlanden te ontfutselen. In 1744 rukten Franse legers ons land binnen en behaalden in 1745 zelfs een overwinning doch met de Vrede van Aken in 1748 werd een einde gemaakt aan die Franse bezetting waardoor de Zuidelijke Nederlanden (grosso modo België) onder Oostenrijkse heerschappij stonden: Maria Theresia, de dochter van Karel VI bracht welvaart, liet handel en nijverheid bloeien en stimuleerde de landbouw.
Joannes en Adriana boerden op de wijk Denderdreve te Zelzate ten noorden van de Kattestraat, op een hofstede met erf errond van 3 gemeten 70 roeden, die hun eigendom was. Ze gebruikten ook land in Zelzate en in Assenede dat ze huurden van Alexander van Overtvelt, de erfgenamen Jan Peynaert en de weduwe Guido Dubosch, en waarop klavers, rogge, haver, boekweit, gras en vlas was gezaaid. (70)
De wijken "Denderdreve" en "den Akker" waren de vruchtbaarste van Zelzate. Bovendien was Joannes een kleine herbergier. Nergens vinden we dat letterlijk neergeschreven, maar de aanwezigheid van "steenen pullen, bouteillen, glaesen, bierpotten, pinten, alle met goet bier en genever..." bij de opsomming van zijn huisraad, alsook de vrij grote sommen die Joannes nog moest aan zijn leveranciers van bier en sterke dranken wijzen sterk in die richting. En ten slotte werd zijn woning "den Papegay" genoemd.
Tijdens hun huwelijk verwierven ze nog (71):
a) 5 stukken land te Zelzate, gekocht van Augustinus Daelman op 16-6-1739:
- 200 roeden land, genaamd "het tweede Widauwstuck",
- 2 gemeten land, nl. "de appelstucken", verdeeld in 2 partijen,
- 450 roeden land, nl. "de Heystucken", eveneens in twee delen.
Om deze koop te kunnen financieren, werd deels een lening van 20 ponden met een jaarlijkse intrest van 5% aangegaan bij Anthonius De Boes uit Assenede. Hij was de brouwer van Joannes.
b) 598 roeden "den prez-reep" in de Veldstraat te Zelzate gekocht op 14-6-1740 van zijn ongehuwde halfbroer Pieter, die het zelf van zijn moeder erfde.
c) een gemet en 24 roeden land, deel van een groter stuk van 3 gemeten, waarvan hij de grootste helft reeds erfde van zijn vader. Dit stuk kocht hij eveneens van zijn halfbroer Pieter in 1735.
Adriana schonk het leven aan 8 kinderen waarvan er 3 als kind stierven. Zij overleed in Zelzate op 12-4-1741 op 52-jarige leeftijd. Hun oudste dochter Catharina was meerderjarig en haar broer Gillis De Bock werd als voogd over de minderjarige zoon en 3 minderjarige dochters aangesteld.
In de staat van goed van 27 juni 1741 (een soort boedelbeschrijving), opgemaakt na het overlijden van Adriana, krijgen we een opsomming van al wat zich op het hof en in het huis bevond: als curiosum laten we dat deel hier letterlijk volgen (71) met daarna een glossarium.
Uit deze opsomming blijkt dat het gezin Noë in de eerste helft van de 18de eeuw niet zo armtierig leefde. Stel u gerust voor dat er zeer vele gezinnen waren, vooral de arbeiders en kleinere boeren, die met veel minder dienden rond te komen.
Na de troebele 17de eeuw steeg de welvaart langzaam en ook deze tak heeft kunnen meegenieten van deze verbetering.
Vijf jaar heeft Joannes Noë nog voortgeboerd maar op het einde van zijn leven is hij heel wat ziek geweest: meester Ysseboot uit Wachtebeke bood een rekening aan van 0-16-0 ponden "... over visiten en leveringhe van medecijnen, bij hem in de sieckte van den overledenen ghedaen...", doch ook Meester Chirurgyn Pieter De Sy uit Kluizen werd om bijstand gevraagd en rekende 0-6-0 ponden.
In het zicht van zijn zestigste levensjaar sloot hij voorgoed zijn ogen op 13-3-1746. Vier dagen voordien had hij een merkwaardig testament opgemaakt. Kort samengevat wilde hij:
- kort na zijn overlijden een mis met uitdeling van een zak brood aan de armen van Zelzate
- twee zielmissen per jaar (voor hem en zijn vrouw), zolang er een van zijn kinderen leefde. De kosten van deze 2 jaargetijden moesten worden gedragen door de bewoners van de hofstede waar Jan nu woonde
- 25 zielmissen extra
- dat zijn oudste dochter Catharina "... voor haeren dienstwilligheyt aen mij bethoont..." een koe mocht kiezen uit de stal, en tevens de grote kast kreeg. Zij moest in ruil hiervoor voor haar zus Livina een kerkboek met zilveren slot, een paar zilveren schoengespen en een lendegesp kopen.
- dat zijn zoon Jacobus "... mijn besten jupon en mijnen besten hoet ende beste caussens, met alle de halsdoecken ende alve mauwen, die ick placht te draeghen, ... alsmede de beste tuynschaere..." kreeg.
- dat de kleine kast aan zijn dochter Joanna toekwam
- dat Marie 1-3-4 ponden ontving voor het kopen van een koffer.
Op 27 maart werd reeds besloten alle bezittingen te verkopen, wat dan ook op 26 april gebeurde. Er waren 4 kopen:
1. het hof met huis, schuur en erf samen ± 3 gem. 70 roeden en het "2de widauwstuck" van 200 roeden werden gekocht door de oudste dochter Catharina voor 204 ponden. Zij zou dus voortaan ook instaan voor de 2 jaargetijden ter nagedachtenis aan haar vader en moeder.
2. de appelstukken, ongeveer 2 gemeten, gekocht door Jan Anrijs voor 23 ponden.
3. de Heystukken, 1,5 gemete groot, voor de som van 28 ponden gekocht door Joannes Van Hijfte, die er reeds pachter van was.
4. de prez-reep in de Veldstraat te Zelzate met een grootte van 598 roeden, door dezelfde Joannes Van Hijfte gekocht voor 37 ponden.
Daags nadien had de venditie plaats van al wat er op het hof en in het huis was, behalve hetgeen de kinderen bij testament reeds van hun vader gekregen hadden. Deze openbare goederenverkoop bracht 60-11-8 ponden op.
Naast allerlei onkosten voor de begrafenis van Joannes en het opmaken van zijn staat van goed, noteren we nog 1-9-2 ponden voor de 25 zielmissen die de Gentse paters Recoletten zullen celebreren, en de 0-3-2 ponden voor de uitvaartmis met uitdeling van brood aan de armen.
Voor levering van bier stond Joannes bij zijn overlijden met niet minder dan 2-7-3 ponden in het krijt bij Anthonius De Boes, en voor sterke dranken dienden de erfgenamen nog 3-7-6 ponden te vereffenen aan Jan Basoyer uit Sas-van-Gent, de prijs van ongeveer een half gemet land, dus een vrij grote som.
Hun kinderen:
Onze Noë Welkom-blz
Overzicht
Inhoudstafel
Deze NOE webstek doorzoeken
Meer stambomen
Het Meetjesland
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright (c) 2025
Adrianus (B IIIa)
Agnes Margarita
Amelie, fa Ferdinand
Antonius Franciscus (B Va2)
Arthur Aloysius (B VIIId1)
August (C VIIb)
August (C VIIIa)
August,
fs Francies (B VIIb)
Bernardus Aloysius (B VIIIe)
Carolus Ludovicus
Dominicus (B VIIId2)
Edward (B VIIIa)
Emiel (C VIIIc)
Emiel Stefaan (B IXa)
Ferdinand (B VIc)
Ferdinand (B VIIc)
Francies (B VIIb)
Franciscus Marianus (A V)
Franciscus Antonius (B Va4)
Franciscus (C V)
Franciscus (D II)
Ivo Franciscus (C VIIa)
Georgius,
fs Matthias (B IIb)
Hendrik (D I)
Henri (C VIIIb)
Henricus (D III)
Jacobus,
fs Ferdinand (B VIc)
Jacobus Bernardus (B Vb)
Jan (A I)
Jan (A II)
Joannes (B IIIc)
Joannes (C II)
Joannes (C III)
Joannes Franciscus (A IV)
Joannes (B VIIe)
Josephina Benedicta
Judocus (B II)
Judocus (B IVb)
Jacobus (C IV)
Judocus (C V2)
Livinusfs Hendrik
Louisa Coleta
Martina Emiel (B IXa)
Martinus (B Va3)
Martinus, fs Adrianus
Matthias (B I)
Matthias (B IIb)
Petrus (A III)
Petrus (B IIIb)
Petrus (B IVa)
Petrus (B VIIa)
Petrus (B VIId)
Petrus (C I)
Petrus (D IV)
Petrus Emmanuel (B Va1)
Petrus Joannes (B VIa)
Petrus Joannes (C VI)
Petrus (B VIb)
Rosalie
fa Petrus (B VIId)
Vincentius