This page in English
 

De familie NOE afkomstig uit het Meetjesland

C VI     Petrus Joannes Noë

zoon van Franciscus Noë (C V) en Petronella Theresia Wauters

° Assenede 2/2/1786
x Assenede 11/9/1815 Monica De Craene
† Assenede 5/3/1868
 

Petrus Joannes werd als derde kind en als oudste overlevende zoon in het gezin Noë-Wauters geboren te Assenede op 2-2-1786, rond half zes 's avonds.  's Anderendaags werd hij in aanwezigheid van zijn peter Judocus Noë en zijn meter Marie Catharina Wauters gedoopt.

Op 18 juni 1815 werd Waterloo plots wereldberoemd.

Maar in 1806 diende Petrus zich aan te melden voor legerdienst.  Hij lootte er het nr 93 en werd er gemeten en summier beschreven: 1.64m groot, kastanjebruin haar en wenkbrauwen, rode ogen (des yeux roux!), rond voorhoofd met een rimpel, gewone neus, kleine mond, brede kin, gewoon aangezicht, gekleurde tint.  Werd in 1809 definitief afgekeurd wegens kropgezwel.

Geen drie maanden na Waterloo huwde Petrus Joannes te Assenede op 11 september 1815, met Monica De Craene, die er op 4-7-1792 geboren werd.  Zij was de dochter van Franciscus Carolus De Craene en Livina Cornelia Lybaert.

Hun huwelijksacte luidde als volgt:

"L'an dix huit cent quinze, le onze septembre à neuf heures du Matin pardevant nous Ange Boniface De Vriendt, maire officier public de l'Etat civil de la commune d'Assenede, canton du même nom, departement de l'Escaut, sont comparus les sieurs Pierre Jean Noé, laboureur, âgé de 29 ans, né et domicilié à Assenede, majeur fils de francois Noé, laboureur au dit Assenede, ci-présent et consentant, et de petronille Thérèse Wauters, célibatair et futur époux d'une part, et monique De Craene, fileuse, agée de vingt trois ans, née et domiciliée à Assenede, majeure fille de francois De Craene laboureur à Assenede ci-présent et consentant, et de feu Livine Lybaert, célibataire future épouse d'autre part, les quels nous ont requis de procéder à la célébration du mariage projecté entre eux et dont les publications ont été faites, aux termes de la loi, en cette commune, les dimanches vingt sept aout dernier et trois du courant chaque fois à l'heure du midi, nulle opposition au dit marriage ne nous ayant été signifiée faisant droit à leur requisition après avoir donné lecture de toutes pièces civiques, mentionné et chapitre six titre cinq du code civil, nous avons demandé au futur époux et à la future epouse s'ils veulent se prendre pour mari et pour femme, chacun d'eux ayant répondu separement et affirmativement déclarons, au nom de la loi que les sieurs dit Pierre Jean Noé et Monique De Craene, sont unis au mariage de quoi nous avons presente acte en presence des sieurs Pierre Weghe, geolier de la maison de depôt, agé de 44 ans, Joseph Pussemier, garde champêtre, agé de 33 ans, Louis Cools garde champêtre, agé de 25 ans et Charles Joseph Van Peene, secretaire du Maire, 27 ans, tous quatre habitans de cette commune, témoins à ce requis qui ont signé avec nous, les epoux et leurs pères après lecture faite du present acte date que dessus."

Petrus Joannes trouwde in bij zijn vader en boerde samen met hem op de Fonteyne in Assenede.  Reeds in 1817 stierf zijn vader en na enige vereffeningen om uit de onverdeeldheid te treden, werd in 1820 Petrus Joannes volledig zelfstandig landbouwer.

Bij het ontstaan van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 als een soort bufferstaat tussen de Duits sprekende wereld en Frankrijk werd Koning Willem I van Nederland de grote baas, ook in onze streken.  De eerste jaren van zijn bewind werden gekenmerkt door een scherpe economische krisis, omdat, met de afscheiding van Frankrijk onze industrie een enorm afzetgebied had verloren.

Door enkele gelukkige initiatieven wist hij de eerste moeilijkheden te overwinnen.  Zo werd in 1827 de "Sassche Vaart" doorgetrokken tot Terneuzen om van Gent een zeehaven te maken.

Hij bevorderde sterk de industrie en hij lag ook aan de basis van de huidige Generale Maatschappij.  Bij deze beginnende industriële omwenteling wonnen de nijveraars, handelaars en geldschieters grote sommen, maar de grote meerderheid van de bevolking leefde in verschrikkelijke armoede.

Koning Willem I voerde een vruchtbare onderwijspolitiek op lange termijn en richtte meer dan 4000 lagere scholen op waar het onderwijs kosteloos was.  Het Nederlands werd de algemene voertaal.

Net als zijn voorgangers moeide hij zich ook sterk in de aangelegenheden van de Kerk, wat grote protesten uitlokte en aan de basis lag van grote moeilijkheden met het katholieke Zuiden.

Toen in juli 1830 te Parijs een revolutie uitbrak voor meer vrijheid (van pers, vereniging, godsdienst...), maakte die heel wat indruk in België.  En het volk kwam ook hier in opstand.  Op 4 oktober 1830 werd door het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid van België uitgeroepen.  Op 21-7-1831 werd Leopold I als eerste koning van België ingehuldigd. (86)

Nederland liet zijn verloren gebied niet zo maar schieten.  Op 2-8-1831 vielen een paar honderd soldaten Assenede binnen.  De alarmklok luidde, er werd geschoten maar er kwamen gauw onderhandelingen.  Op 5 augustus kwamen de Hollanders terug: ze kregen te kampen met de weerstand van 2 ondertussen in Assenede gelegerde Belgische compagnies linietroepen en moesten zich terugtrekken.

De rust keerde terug, enkel nu en dan verstoord door dronkelappen en lawaaimakers.  Ziekten en epidemieën braken uit en eisten hun dodelijke tol op, vooral onder de minder begoede families, die vaak in erbarmelijke omstandigheden leefden.  Zo vielen er 43 slachtoffers in Assenede als gevolg van de pokkenepidemie in 1863, een tiental aan cholera in 1866 en 40 kinderen aan de kinderpokken in de winter van 1869-70. (76)

Op 29-9-1826 sluit Petrus Joannes een pachtcontract af voor landerijen in Assenede, op de wijk Fonteyne en de Nicasiuspolder, samen 3 bunder 450 roeden (= 7,5 gemeten of ± 3 hectare), eigendom van Joseph Franciscus Acart uit de Peperstraat te Gent voor een termijn van 6 jaar, voor de som van 133 gulden en 71 cents vanaf kerstavond 1826.

Twee jaar later pacht hij van Juffrouw Marie Maes uit Gent een hofstede in het "harinckshoexken" te Assenede van 37 roeden 12 ellen met daarbij ± 9 bunder land rond het Meerstraetjen, voor 6 jaar aan een pachtprijs van 252 guldens nederlands per jaar.

In 1829 kan Pieter voor 1500 gulden twee woonhuizen kopen die eigendom zijn van zijn zuster Catharina en van Angelus Claeys de moederlijke halfbroer van wijlen haar man.  Het betreft de herberg van haar vader nl. De Coninginne van Hongariën en het huisje ernaast, beide ter kadaster bekend onder de nrs. E 433, 438 en 439, samen 8 roeden en 84 ellen groot en gelegen in de straat lopende naar de varkensmarkt. (87)

40. Kadastrale situatie van de "Koninginne van Hongariën"

Het ene deel verhuurde Petrus aan wagenmaker J. Baptiste Der Kinderen en het andere deel aan bakker Johannes Baptiste Van Den Bossche, beide voor 9 jaar. (88)

In 1832 verkoopt een andere zus nl. Joanna Theresia Noë, gehuwd met schoenmaker Pieter Joannes Martens haar eigendommen op de Fonteyne, die ze in 1820 na haar moeder's dood gekocht had om uit onverdeeldheid te treden. (89) Pieter koopt deze eigendommen voor 3000 frank, maar zit daarna toch wel een beetje krap bij kas.  Na wat getalm besluit hij einde 1834 zijn huizen in Assenede-centrum van de hand te doen.

Het huisje bekend onder kadasternummer E 439, ten westen van de herberg wordt door Pieter zelf ingesteld voor 1185 frank op 27/12/1834 en was op 30 december reeds verkocht aan Pieter Francies van Holle "... levend van zijne goederen..." voor de som van 1678 frank. (90)

Het andere gedeelte, nl. "huys met onderhoorigheden zijnde van ouds eene herberg en bakkerij met den grond daervan deelmaekende, groot 8 roeden 84 ellen..." te Assenede "... inde de straete loopende van de markt naer het veirkensplaetseken..." kadastraal E 438 en 433, wordt op 9/1/1835 verkocht aan timmerman Josephus Borghgracht voor 2500 frank.  Dit deel was vroeger voor de helft in gebruik van J. Baptist Derkinderen en voor de andere helft bewoond door Petrus' zuster Catharina.

De koper werd er bovendien attent opgemaakt dat er door de poort en door het straatje ten oosten eraan, zowel te voet als met het rijtuig en de peerden uitweg moest gegeven worden ten behoeve van de bewoners van het huisje E 439.

Josephus Borghgracht betaalde een stuk uit eigen zak maar leende 1814 frank 5 centiemen en 90 (negentig) millimen à 4,5% per jaar van Petrus' ongehuwde jongste zus Coleta (91).  Deze lening werd terugbetaald in 1852. (92)

Jan Baptiste Derkinderen, die het goed al 9 jaar huurde was niet erg gelukkig, ondanks de clausule van jaarlijkse opzeg 6 maand voor de vervaldag.  Er kwam dan ook een notaris-acte aan te pas op 25-10-1835 om hem ertoe aan te zetten zijn woning tegen mei-avond 1836 te ontruimen. (93)

Notaris-acten hebben wel steeds hele specifieke uitdrukkingen en zinswendingen: we willen U een staaltje uit de eerste helft van de 19de eeuw voorschotelen.  De hoofdgedachte wordt uitgedrukt in één heel lange volzin, die wel twee of drie maal gelezen dient te worden om hem te begrijpen.  Daarna volgt een korter exemplaar als slot.

"Voor J. Bernard Van Peene, openbaar notaris residerende in de gemeente Assenede, arrondissement van Gend, provincie Oostvlaenderen, ter presentie deser te noemen getuygen, is gecompareerd Sieur Jean Baptiste der Kinderen, wagenmaeker, woonende te Assenede, der welcken verklaerde dat bij voorwaerden gepasseerd voor mij notaris den 17 maerte 1829, hij in pachte heeft genomen van Sieur Pieter Noé, landman tot gemeente Assenede, eene wooning deelmaekende van een huys, onderhoorigheden en grond tot gemelde Assenede, staende en gelegen, alst aen eygendom van den zelven Noé nu toebehoorende aen Jan Josephus Borghgracht temmerman ook te Assenede voor eenen termijn van 9 jaeren met reserve echter van het wederzijds vermogen, door partijen om dezen pacht jaerlijks te eyndigen, mits elkanderen zes maenden voor den valdag verwittigende, en gemerkt de eygendomsverandering van gemelde huys, is de begeerte van Sieur Noé hier boven genoemd, dat den comparant der Kinderen op meyavond 1836 zijn voorgemelde wooning verlate, verbindende zich dan tengevolge sieur der Kinderen om op gemelde meyavond 1836 te verhuyzen en zijne wooning ruym en ijdel aen den tegenwoordigen eygenaar over te leveren om er over naer goeddunken te konnen beschikken op peine van expulsie door den eersten deurwaerder door wien ze behoort te requiseren.

"Gedaen en gepasseerd in de gemeente Assenede ter presentie van Sieurs Francies De Paepe en Leo De Paepe, schoenmaekers beyden woonende te Assenede, getuigen hier toe verzocht die na voorlezing dezer hebben geteekend met den comparant en mij notaris dezen 25-10-1835."

Begin october 1840 pacht Petrus een goede 8 ha land in de buurt van de Fonteine en Danckaertseke voor een termijn van 6 jaar vanaf Kerstavond 1840 voor 566 frank en 10 centiemen per jaar.  Dit komt overeen met 11.000 huidige franken per hectare.  Eigenaar de Heer Van Pottelsberghe - de la Potterie uit Gent verbond er wel een hele reeks (gewone en voor ons misschien ook wel ongewone) voorwaarden aan.  Wij stippen er enkele aan:

"Den pachter moet voorschreven landen gebruiken, gelijk het aan een goeden pachter behoort en betaamt te doen, de landen ten behoorlijken tijde bemesten, labeuren, bedelven, bezaeyen, kuisschen en zuiveren van alle onkruid..."

"Hij zal niet vermogen gedurende 2 achter elkander volgende jaren op dezelve landen boekwei te zaeyen, zullende hij gedurende het laatste jaer van zijn gebruik alleenelijck een derde van de voorgemelde landen met boekwey vermogen te bezaeyen"

"Indien hij voornemens is het laetste jaer van sijn gebruik voorgemelde landen of eenige van dezelve te bemesten, zal hij voor aleer het mest of vette onder te ploegen daer van den heer eigenaer of deszelfs gevolmachtigde kennis moeten geven, om iendien hij het goedvindt, hetzelve vet en mest te komen overzien of laten overzien, dit op peene van des wegens geene hoe ook genaemde vergoedenis te bekomen."

"Onder geen hoe ook genoemd voorwendsel of voor welke oorsaeck het zou mogen wezen zal hij pachter geene vergoedenis konnen pretenderen wegens geledene schade an zijn vruchten daer al de voorziene en onvoorziene toevallen te zijnen laste zijn."

"Bij het eindigen dezer voorwaerde zal de heer eigenaer geenen opzeg moeten doen en den pachter zal gehouden zijn het gebruik der verpachte landen te verlaten op peen van expulsie door den eersten requiserende deurwaerder ten koste van hem pachter."

En om zijn suprematie nog een beetje te accentueren: "... geen der voorenstaende voorwaerden zullen als bedreygende aenschouwd worden, nemaer exactelijk moeten achtervolgd worden..." (94)

De huur van dit land werd herhaaldelijk vernieuwd en bedroeg in 1863 de som van 650 frank. (82)  Dat is ongeveer 90.000 in huidige munt.  Kort voor de eerste pachtovereenkomst nl. op 3 augustus 1840 was Pieter Joannes er in geslaagd een hofstede met woning, schuur, stallingen, wagenhuis, lochting en boomgaard te verwerven, op de Fonteyne, sectie D 385, 393, 394 en 395 voor 2000 frank, met alle kosten 2260 frank 87 centimes.

Dat Pieter-Jan tot de welstellende groep landbouwers behoorde wordt niet alleen bewezen door zijn eigendommen, maar ook, door zijn te betalen belastingen.  Dit laatste is misschien wel min of meer afhankelijk van het eerste maar toch niet steeds evenredig.  En naargelang de grootte van de betaalde belastingen was men indertijd kiezer voor de senaat, de provincie of de gemeente.  In 1838 betaalde hij 34,32 frank belastingen en was hij aldus één van de 156 Asseneedse kiesgerechtigden voor de gemeente.  Voor provincie- en Senaatsverkiezingen zal zijn aanslag te laag geweest zijn!

In 1851 daarentegen, toen de staat hem 42,71 frank belastingen oplegde (ongeveer 6.200 frank nu), liet deze som hem toe zowel voor de gemeente, provincie als de senaat te stemmen. (95)

Petrus Johannes overleed in Assenede op 5-3-1868.  In de burgerlijke stand te Assenede werd zijn overlijden als volgt genoteerd:

"Het jaar achttienhonderd acht en zestig, den zesden Maart, om tien ure voormiddag, voor ons Honoré Maenhout, burgemeester, ambtenaar van den burgerlijke stand van Assenede, arrondissement Gent, provincie Oostvlaanderen, zijn gekompareerd Eduard Noë, landbouwer oud 43 jaren, zoon der overledene en Hendrik De Smet, gemeentesecretaris oud 59 jaren, geen bloedverwant, beide wonende te Assenede, welke ons hebben verklaard, dat gister om negen ure 's Avonds ter zijner woonhuize wijk fonteine nr. 18 in deze gemeente is overleden: Pieter Noë landbouwer oud 82 jaren, geboren en wonende te Assenede, zoon van Francies en Petronilla Theresia Wauters, beide overleden te Assenede, en echtgenoot van Monica De Craene, landbouwster wonende te Assenede, en na voorlezing hebben de komparanten deze akte met ons geteekend."

Monica volgde haar echtgenoot in de eeuwigheid op 2-11-1871.  Haar overlijden werd 's anderendaags ten gemeentehuize aangegeven door haar zoon Eduard en de toenmalige gemeentesecretaris Désiré Pieter De Rudder.

Ze waren meer dan 50 jaar gehuwd geweest! Enkele maanden na het overlijden van hun moeder, om precies te zijn op 28-2-1872 verklaarden de ongehuwde kinderen van Petrus Johannes en Monica "... zich te associëren met het inzichten van aankoopen van roerende en onroerende goederen te doen, en van in het gemeene uit te oefenen het bedrijf van landbouwers of al andere..." (96)

Wij noteren enkele artikels uit de "voorwaerden hunner algemeene societeit":

a) alle roerende en onroerende goederen, die reeds in bezit zijn hetzij door aankoop hetzij door successie of gift, en de voordelen ervan vallen in de gemeenschap

b) hun bedrijf gezamenlijk uitoefenen op de hofstede waar ze nu wonen of die ze later zullen pachten of kopen

c) de inbreng is voor elk berekend op een vierde, en dus zullen de partijen ook genieten elk 1/4 deel

d) zij kunnen een bestuurder aanstellen: voor deze eerste maal was het Charles Noë

e) kosten voor ziekte en medicijnen zijn voor de gemeenschap

f) deze gemeenschap werd aangegaan voor onbeperkte duur.

Helaas was deze gemeenschap een zeer kort leven beschoren.  Een goede zeven maanden later was hun bestuurder Charles reeds overleden, en nog eens een jaar later stierf ook Coleta, zodat Edward en Virginie deze mini-societeit moesten verder zetten.

Monica schonk het leven aan 11 kinderen, waarvan slechts 2 zonen huwden om het geslacht verder te zetten.

  1. Ivo Noë
    ° Assenede 22-7-1816
    † Assenede 19-3-1831
     
  2. Petrus Noë
    ° Assenede 4-5-1818
    In het jaar 1837 was deze Petrus de eerste kandidaat-milicien in het gezin. In de loop van dat jaar zou de loting plaatshebben.  Na keuring werd onze 1,78 m grote Petrus op 21-3-1837 voor de dienst goedgekeurd. (84)
    Zijn persoonsbeschrijving volgens het militieregister: Ovaal aangezicht, rond voorhoofd, bruine ogen, gewone neus, grote mond, gewone kin en bruin haar.
    Vader en zoon waren er hoegenaamd niet voor te vinden en hadden een kandidaat-vervanger gezocht voor het geval Petrus een ongelukkig lot trok.  Op 22-2-1837 sloten ze met Eduardus Ysebaert, zoon van beide wijlen Pieter Cornelius en Wilhelmina Croes, een werkloze die sedert 1834 bij loting het nr. 91 getrokken had en aldus van legerdienst was vrijgesteld, een overeenkomst waarvan we hier het grootste deel weergeven (Alleen het slot hebben we  geresumeerd.
    "Den comparant Ysebaert verbindt zich, om indien Petrus Noé, zoon van den tweeden comparant zonder bedrijf, woonende te Assenede en milicien van dezelve gemeente van den tegenwoordigen jare door het lot tot den dienst der nationale militie gedesigneerd wordt, zijnen nummer te verwisselen tegen den genen door voornoemden Noé te trekken, voor eene somme van 850 francs (nu waard ongeveer 130.000 frank), welke somme den comparant Noé vader zich verbindt aen Ysebaert te betalen namelijk: zoo haest de substitutie of lotsverwisseling voor den militieraed te Eecloo zal voltrokken zijn eene som van 150 francken.  De reste nog beloopende tot 700 francken zal noé behouden ten intreste van 4 procent 's jaers en dezelve maer moeten opleggen wanneer Ysebaert zal bewijzen definitivelijk van den dienst ontslagen te zijn als wanneer Sieur Noé vader, hem ook ongeminderd voor bepaelde vergelding zal moeten leveren twaelf metrieke meters lijnwaed, waerdig eene somme van dertig francs, zullende echter in dit geval sieur Ysebaert, slechts persoonlijk op dat lijnwaed kunnen aenspraeck maken en ingeval van afsterven door deszelfs erfgenamen niet kunnen gevorderd worden.
    "Indien Ysebaert gedurende zijnen diensttijd met verlof moogt in zijn haerdstede komen, zal sieur Noé vader hem als werkman in zijne boerenneiringe op gewoonlijke daghure moeten employeren.
    "Dan, in het geval dat Noé zoon, eenen nummer bekomt welken hem tot geenen dienst verplicht, zal Ysebaert genieten eene som van tien francs, welke somme den comparant Noé zich verbindt hem te betalen nadat den militieraed te Eecloo hier omtrent zal beslist hebben..." (97)
    De kosten voor deze notariële acte moest Vader Noë betalen en beliepen 11 fr. en 9 centiemen.  Theodoor Vermeersch, een bediende uit Ertvelde, en schoenmaker Leo De Paepe uit Assenede tekenden als getuigen.  Ysebaert kon niet schrijven.
    Petrus trok het nummer 37 (85) en moest soldaat worden: reeds op 9 april krijgt Ysebaert 150 frank zoals overeengekomen.
    Doch Edward Ysebaert, vanaf 2 mei 1837 in dienst bij het tweede regiment, "chasseurs te peerd" in het garnizoen te Namen ontving het bericht dat Petrus Noë, voor wie hij diende, op 19 januari 1838 in Assenede overleed.  Bij notariële acte van 20-11-1838 werd hem toch 235 frank uitbetaald. (98) Hier is het laatste deel van substitie-overeenkomst tussen Petrus en Edward Ysebaert.
     
  3. Charles Noë
    ° Assenede 9-4-1820
    Was 1,705 m groot, was van de militielichting 1839, trok het nr. 48, maar werd voor 1 jaar van legerdienst vrijgesteld aangezien voorgenoemde Ysebaert nog steeds in dienst was ter substitutie van Charles' oudere en ondertussen toch reeds overleden broer Petrus. (84)  Hij werd daarna niet meer opgeroepen.
    Hij vertegenwoordigde zijn vader toen deze op 19-1-1862 in Assenede 1 ha 17 a 50 ca zaailand pachtte van Senator De Block, burgemeester van Boekhoute, voor 9 jaar tegen 110 frank per jaar en gelegen in sectie D nr. 335. (99)
    Charles boerde samen met zijn ongehuwde broer en zusters op het ouderlijke hof op de Fonteine te Assenede en overleed er ongehuwd, nauwelijks een jaar na zijn moeder, op 4-10-1872.
     
  4. Coleta Noë
    ° Assenede 31-3-1822
    Bleef ongehuwd en boerde op het ouderlijke hof op de Fonteine.  Zij overleed op 10-10-1873.
     
  5. Eduard Noë
    ° Assenede 1-2-1825
    Was van de militielichting 1844, en ook voor hem had vader een geschikte vervanger gezocht -- en gevonden in het geval Eduard een ongeluksnummer trok.
    Volgens acte van 17-2-1844 kreeg Karolus Cools zoon van wijlen Benedictus Cools en Pieternelle van Caille, binnen de 4 maanden na zijn aanvaarding voor de militieraad te Eeklo 100 frank uitbetaald in gouden of silveren speciën.  Aan Cools' moeder werd 4 a 46 ca land gegeven om er gedurende 3 jaar beginnend vanaf komend plantseizoen, aardappelen te planten.  Het contract zou vervallen mocht Cools niet aanvaard worden. (100)
    Eduard, die slechts 1,56 m groot was, trok het nummer 27 en was definitief vrijgesteld op 7-3-1844. (84)  Geen nood echter voor substituant Cools.  Twee dagen later kon hij Dominicus Bernardus Claeys, zoon van Jacobus Claeys, een landbouwer uit Assenede vervangen aan - laat ons eerlijk zijn - nog betere voorwaarden. (100)
    Eduard bleef ongehuwd en boerde samen met zijn zus en broer Charles op het ouderlijke hof van de Fonteine.  Na de dood van hun vader waren Karel en Eduard gemeentekiezer en na het overlijden van Karel betaalde Eduard in 1874 de som van 23,75 frank belastingen, waardoor hij zowel gemeentekiezer als provincieraadskiezer was.  Voor 10 frank belastingen mochten in 1882 reeds 373 Assenedenaren naar de stembus om gemeenteraadsleden te kiezen; de 203 personen die het dubbele aan belastingen betaalden, konden hun vertegenwoordigers naar de provincieraad sturen, terwijl de betalers van 42,32 frank of meer belastingen mochten deelnemen aan de zogenaamde "algemene" verkiezingen waarbij ook de senatoren dienden te worden gekozen.
    Op het einde van vorige eeuw kon men zelfs meerdere stemmen uitbrengen naargelang zijn contributie.  Zo kon Eduard in 1898 één stem uitbrengen voor de senaat, twee voor de provincie en drie voor de gemeente. (95)
    Hij ging op rust in een woning in de Leegstraat, waar hij op 75-jarige leeftijd op 27 maart 1900 overleed aan de gevolgen van hydrothorax.
     
  6. Francisca Noë
    ° Assenede 25-4-1827
    Zij is op 23/10/1854 ingetreden in het convent Ter Kaarden of ter Caerden; ze werd er gekleed op 22/10/1855 en gesteed op 17/8/1856.  Toen ze naar St. Amandsberg verhuisden kwam ze in het Pius IX convent terecht samen met de andere begijnen van Ter Caerden.  Twee van die andere begijnen waren de zusjes Melanie en Sophie De Wever, dochters van Joannes Franciscus De Wever en Joanna Noë.
    Francisca is er overleden op 24/6/1890.
     
  7. Sophia Noë
    ° Assenede 21-5-1829
    † Assenede 7-4-1830
     
  8. Ivo Francies Noë (C VII a)
    ° Assenede 24-3-1831
    x Zelzate 14-5-1866 Catharina Boone
    Wachtebeke 3-12-1915
     
  9. Leo Noë
    ° Assenede 23-10-1833
    † Assenede 8-4-1839
     
  10. Virginie Noë
    ° Assenede 24-3-1836
    † Assenede 21-1-1912
     
  11. August Noë (C VII b)
    ° Assenede 14-8-1838
    x Kluizen 19-11-1870 Justine De Decker
    Bentille 8-9-1930
     

Beste dank aan Mevr. Cecile Vanooteghem voor informatie over Francisca Noë, Melanie en Sophie De Wever en andere eerwaarde Zusters en begijntjes.



Naar de top van deze blz
Onze Noë Welkom-blz
Overzicht
Inhoudstafel
Deze NOE webstek doorzoeken

Meer stambomen
Het Meetjesland

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright (c) 2024




Adrianus (B IIIa)
Agnes Margarita
Amelie, fa Ferdinand
Antonius Franciscus (B Va2)
Arthur Aloysius (B VIIId1)
August (C VIIb)
August (C VIIIa)
August, fs Francies (B VIIb)
Bernardus Aloysius (B VIIIe)
Carolus Ludovicus
Dominicus (B VIIId2)
Edward (B VIIIa)
Emiel (C VIIIc)
Emiel Stefaan (B IXa)
Ferdinand (B VIc)
Ferdinand (B VIIc)
Francies (B VIIb)
Franciscus Marianus (A V)
Franciscus Antonius (B Va4)
Franciscus (C V)
Franciscus (D II)
Ivo Franciscus (C VIIa)
Georgius, fs Matthias (B IIb)
Hendrik (D I)
Henri (C VIIIb)
Henricus (D III)
Jacobus, fs Ferdinand (B VIc)
Jacobus Bernardus (B Vb)
Jan (A I)
Jan (A II)
Joannes (B IIIc)
Joannes (C II)
Joannes (C III)
Joannes Franciscus (A IV)
Joannes (B VIIe)
Josephina Benedicta
Judocus (B II)
Judocus (B IVb)
Jacobus (C IV)
Judocus (C V2)
Livinusfs Hendrik
Louisa Coleta
Martina Emiel (B IXa)
Martinus (B Va3)
Martinus, fs Adrianus
Matthias (B I)
Matthias (B IIb)
Petrus (A III)
Petrus (B IIIb)
Petrus (B IVa)
Petrus (B VIIa)
Petrus (B VIId)
Petrus (C I)
Petrus (D IV)
Petrus Emmanuel (B Va1)
Petrus Joannes (B VIa)
Petrus Joannes (C VI)
Petrus (B VIb)
Rosalie fa Petrus (B VIId)
Vincentius