Tweede Brief
De families Leus en Casteels afkomstig van Oordegem

Tweede Brief

Hagnau, desen 18 november 1805

Seer Beminden vader ende Moeder,

Naer Ul. gegroet te hebben soo laet ik ul. weten als dat ik vertrokken ben uijt Schelestat drij dagen naer dat ik mijnen lesten brief geschreven hebbe, en wij hebben 30 dagen bij de borgers moeten logeren bij gebrek van plaetse in de casernen.  Ik bevinde mij noch in goede gesondheijt, gelijk ik van ul. ook hope, en ik hebbe in Hagenau ul. brief ontfangen.

Wat aengaet van den oorlog, 30 duijsend keijzerlijke zijn door Hagenau gepasseert die gevangen waeren, en het vijftiende regiment dragonders, daer Jan Broekaert sone van Pieter tot Moortseele van geserteert is, sijn daer vele van capot.  Wij moeten alle drij dagen de wacht optrekken, en wij hebben tot nu toe geen monteringe als een stalvest, sabel, ciberne, fusik en een copere mutse, en wij hebben noch maer (een paer) coussen bekomen en noch maer een hemde, en bij gebrek van (een paer) schoenen is en die met hun kloeffen op de wacht gaen en daer ………………..  Van de conscrits van het jaer 13 zijn der 23 noch in ons regiment gekomen van het dpt. van Schelde, waer van daer eenen onder is van Munte, die op de kermis tot Moortseele noch met Jacobus Van Haute gedronken heeft, en drij daegen daer naer is moeten opkomen.

Als gij desen brief ontvangen hebt, schrijft mij noch eens wederom, en ik soude geirn weten of de conscrits van het jaer 13 altemael moeten opgaen zijn, en of Ferdinand Van Haute en Pieter Joseph De Keijser en Charles Baeyens noch niet en is moeten opgaen, en of Frencies Baijens noch niet gepakt en is.  En ik bidde u dat gij mij vier Fransche kroonen soud op­sen­den, want met dat ik soo geweldig moeten voijageren hebben, so hebbe ik mijn gelt moeten verteiren, want sedert dat ik uijt van huijs gegaen ben, soo heb al drij hondert uren gemarcheert.  En als ik mijn gelt bekomen hebbe, soos al ik mijn konnen kousen en wanten koopen.  Want die hier moet leven bij den pree van de soldaten sijn noch slegter als eenen bedelaer.  En als gij een brief wederom schrijft, moet ul. hem selven schrijven, want ik ben groo­telijks verwondert dat ik den lesten brief soo weining geschrifte gevonden hebbe.  En als gij den brief opsend, gij moet hem doen franqueren, want ik voor den brief die gij opgesonden hebt moeten geven hebbe veerthien stuijvers, en schrijft mij eens ………………

De complimenten aen geheel mijne famille, alle goede kennisse, en is Pier Joseph De Keijser en Ferdinand Van Houte onder de troepen, schrijft mij eens onder wat regiment sij sijn, en ik begeire vader lang gij schrijven kond, dat gij selve mijne brieven schrijft, Ul. adres moet nu sijn: naer Hagenau, 27 regiment dragond, 2 compagnie, dpt du Basrhin

Ul. dienaer en sone,

Francies Casteels.

GEADRESSEERD: idem

AANTEKENINGEN:
Brief uit het Grand Dépot van HAGENAU (c. 30 Km ten N. van Straatsburg).
Volgt op een brief begin september uit Selestat, stadje in de Elzas op. c. 40 Km bezuiden Straatburg.  Het blijkt dat zijn regiment niet verder is geraakt op den aangekondigde tocht naar Lyon.  Van waaruit het regiment verplaatst werd naar het kamp van Hagenau, dat hij in een jaar niet meer zal verlaten.
Die 30.000 keizerlijken zijn wellicht een deel van de 40.000 Oostenrijkers die op 14 oct. te Ulm werden gevangen genomen !
 

Er waren postzegels maar de algemene regel was: de bestemmeling betaalt de kost van de verzending.  Daarom vraagt hij aan zijn ouders hun brieven te "franqueren".

Brief 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright (c) 2025