Jaën den 28 september 1811
Seer Beminden Vader ende Moeder
Mijne schuldige plicht en liefde die ik tot Ul. hebbe doet mij de penne in de hand nemen om mij te informeren naer den staed van ul. gesondheijd. Wat aengaet van den mijnen als ook die van Spiegleir van Velsicque, Jan Baptist de Roeck en Charles Lippens van Baelegem, wij bevinden ons nog alle drij in eene goede welvaerentheijd. In mijnen lesten brief die ik ul. toegesonden geschreven in Cordoba, heb ik laeten weten als dat ik bij Spiegleir niet en was, maer wij sijn (weer) saemen gekomen, en te saemen leven gelijk alsof wij broeders waeren, soo dat ik mag seggen dat mijnen broeder bij mij in het regiment hadde gekomen, wij noijt en souden konnen over een komen hebben gelijk als wij.
In den lesten brief die ik van u gesien hebbe, was gedagteekent van den 12 april
lestleden, waer uijt ik verstaen als dat mijnen broeder Pieter in Middelbourg in
Seeland ligt. gij schrijft mij als dat hij is onder de grenadiers,
maer gij en schrijft mij niet onder wat regiment hij is, het welk ik geirne soude
weten.
Wat aengaet van het nieuws dat tegenwoordig in Spagnien is, dat (is) altijd als
volgens gewoonte van dese oorlog: wij vegten noch bij naer alle daegen. Als
ook heb ik ul. te vraegen of gij L. ook in Vlaenderen hebt gesien in het begin
van september, maer ik en wete niet wel den dach van den hoe veelsten, een groot
teeken aan de sonne, soo dat alle menschen die het gesien hebben geschrikt en
gebeeft hebben; het heeft geduert meer als een quartier smorgens als de sonne op
gestaen is, en daer naer is gesien geweest des avonds eene sterre met eenen steirt
en die sien w1j nog alle dagen, sij staet op des avonds in den westen en met den
dag gaet sij slapen in den noord oosten, en gij sult soo goed zijn aij weder te
schrijven of gij die sterre met den steirt ook siet alle daegen, en tegenwoordig
woord er hier vele van gesproken wat dat het soude sijn.
Sijt soo goed de complimenten te doen aen den heer pastoor, aen geheel mijne famille en alle mijn goede kennisse. Waer mede ik blijve Ul. Dienaer en sone
Fr Casteels
mijn adres:
A Francois Casteels, dragon au 27 regiment, 2me compagnie, première brigade de
la division (l'armee) de midi en Espagnien.
Geadresseerd:
A monsieur van Daelen, marchand de fer demeurant sur la place du Calanderberg,
pour remettre a Constantin Casteels a Oosterseele, cheflieu 4u canton a Gand.
Departement de Lescaut.
AANTEEKENINGEN:
Brief verzonden uit JAEN, stad in Andaloesië, op een 50 km ten Oosten van
Cordoba. Het Franse leger vecht er met wisselende kansen: de tegenstand
georganiseerd van uit Cadix.
Brief 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright (c) 2025