In 1848 heerste er een grote hongersnood in Zomergem. Vele inwoners waren de hongerdood nabij, bij zover, dat er op een bepaalde dag elf mensen werden begraven, zoals burgemeester Bernard De Neve destijds in zijn kroniek schreef. Een arm gezin uit de wijk Durmen was er zo erg aan toe, dat deze lieden hun toevlucht namen tot het eten van meiboom, het gekende onkruid der koutergronden. Het 10-jarig zoontje, met name Jan Francies Wille (1838-1923) werd bijna uitgehongerd aangetroffen langs de wegkant, zittend tegen een boomstam.
De toenmalige kasteelvrouw, die het kasteel van Durmen bewoonde, werd van deze schrikbarende toestand op de hoogte gebracht. De edelvrouw zorgde ervoor, dat de knaap en zijn familie gespijzigd werden. Bovendien mochten zij elke week een roggebrood afhalen op het kasteel. Deze familiale overlevering werd steeds verder verteld, zodat zij heden tot ons is doorgedrongen. Het is misschien wel nuttig deze gruwelijke tijd te vergelijken met onze huidige toestanden.
Dit verhaal werd verteld door weduwe R. Bockaert-Van Laecke, waarvoor onze dank.
R. Claeys.
Vorig artikel: Atlas van het Meetjesland |
Inhoud van 1978, jaargang 11 |
Volgend artikel: Oud-St. Laureins: De vrijheidsboom en het gedenkteken der gesneuvelden (1) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024