Reeds jaren terug heeft "Ons Meetjesland" getracht om de laatste
bindtekens met het verleden vast te leggen en te inventariseren.
Alhoewel het fotografisch werk is uitgegroeid tot een snelinventaris van het
Meetjesland is Heemschut Ons Meetjesland zich na enkele jaren bewust geworden
van de nood aan een meer gedetailleerd bouwkundig beleid, een nood die steeds
dringender wordt.
In de overtuiging dat de kampanje van het Monumentenjaar veel ten goede zou
veranderen aan de verwaarlozing van ons bouwkundig patrimonium, startte "Ons
Meetjesland" een Heemschutaktie met de bedoeling de personen en de openbare
besturen die zorg droegen voor hun bouwkundig erfdeel, op onze manier te
bedanken voor hun gedane inspanningen.
Helaas, het was een naïef optimisme, vele bittere ervaringen hebben wij moeten
meemaken om tot het besluit te komen dat de meeste openbare besturen in het
Meetjesland met moeite, zelfs het minimale niet halen van de noodzakelijkste
werken en inspanningen voor het instandhouden van hun bouwkundig patrimonium.
Daarom ook de vernieuwde aanpak van de Heemschutaktie. Waarschoot werd reeds
afgewerkt en dan volgen Eeklo met kort daarop Lembeke en Kaprijke. De bedoeling
is dit ook te doen voor de andere gemeenten van het Meetjesland en dit af te werken
voor 1.1.1986.
Ondertussen is wel gebleken dat de sensibilisering die door de Heemschutaktie
was op gang gebracht een te beperkt resultaat heeft gehaald en dit niettegenstaande
het opmerkelijke "Bouwkundig Erfgoed te Waarschoot".
Het voorbeeld werd alleen door Eeklo gevolgd, daar is men volop mee bezig. Wel
is er veel onwetendheid over de werking van Heemschut, dit komt vooral door de te
geringe publiciteit die er wordt aan gegeven. Daar wil "Ons Meetjesland"
verandering in brengen en een vereniging voor Heemschut oprichten, die de leden een
vrijetijdsbesteding moet geven met een kulturele verrijking en kunstzinnig waardering
voor ons bestaand patrimonium.
Omdat "Ons Meetjesland" rond zijn Heemschutaktie nog meer wil presteren,
zal het vanaf 1982 ongeveer 16 blz. per nummer besteden aan de fotografische
snelinventaris van onze streek.
"Ons Meetjesland" zelf zal per nummer 56 bladzijden tellen of per jaargang een
totaal van 224 bladzijden!
Gedurende de jaren dat we daarmee bezig zijn, hebben wij toch een zeer positief
element gevonden, namelijk dat partikulier meer wordt gedaan dan vermoed wordt.
Het mag dan nog een herschilderen zijn van voorgevels, dakkonsolen e.a., het herstellen
van natuurstenen- of terra cota details, het vraagt toch financiële inspanningen die
geregeld terugkomen. Maar om de sfeer van een gemeente of stad te bewaren mag er
geen openbare verwaarlozing plaatsvinden omdat het totstandkomen van ons leefpatroon
vele generaties heeft geduurd. En om deze mensen te bedanken gaan wij met onze
aktie Heemschut Ons Meetjesland verder.
De eerste resultaten geven we in dit nummer, wij rekenen op de medewerking van al onze
leden en op de belangstelling van de Meetjeslandse bevolking. Het is ook de
bedoeling de reportage vooraf fotografisch te presenteren en als eerste
werk stellen we voor:
DE HOEVEWONING VAN LIONEL BUYSSE, BEEKSTRAAT 55, TE BASSEVELDE
De eerste woning, gebouwd in vakwerk werd in het midden van de 18de eeuw vervangen door een bakstenen gebouw. Het gedeelte voorbij de zware, brede schouw bleef in vakwerk en werd pas op het einde van de 19de eeuw door baksteen vervangen.
Foto van de oude hoevewoning voor de afbraak |
Foto: Heemschut O.M. |
De woonst behield dezelfde zoldering met de zware mooie bewerkte moerbalken,
waarvan deze met het zonnewiel de mooiste is. Het is een zeer zelden gebruikte
afbeelding.
Over het gebruik van de eiken moer-trekbalken wordt in onze landelijke bouwgeschiedenis
te weinig aandacht geschonken aan de ware funkties van deze zware balken. Bij de
oudste woningen in vakwerk kwamen de meeste moer-trekbalken te liggen op de opgaande
middenste vensterstijl.
Foto: Heemschut O.M. |
In latere periodes kwam de balk terecht op de platte bovenbalk van het
blokvenster waaronder zich de middenste stijl van het venster bevond.
Omdat de moerbalk verschillende funkties had, waaronder het opvangen van de
kinderbalken, het dragen van de geoogste granen, was er ook nog het samenhouden
van de buitenmuren.
Daarom ook vindt U nu nog, aan de buitenzijde, aan de moer-trekbalken een zwaar
ijzeren anker bevestigd.
Op de zolder van de hoeve was, van bij het ontstaan van het stenen gebouw een
duiventil aanwezig.
Foto: Heemschut O.M. |
Omdat de woning niet meer was aangepast aan de funktionele behoefte en de
hygiënische toestand te wensen overliet, besloot de huidige eigenaar, Lionel
Buysse, het gebouw te laten afbreken en een kwa uitzicht zelfde woning te laten
bouwen, met enkele kleine noodzakelijke aanpassingen. Architekt J. Delanghe,
Ottergemsesteenweg 387 te Gent werd belast met het plan van deze hoevewoning.
Na onderzoek terplaatse is gebleken dat de architekt op een korrekte wijze de
bedoelingen van de eigenaar heeft verwezenlijkt. Tevens dient de eigenaar
te worden gefeliciteerd omdat hij het metselwerk zelf uitvoerde !
Toen Eeklo zijn aandeel in de industrialisatie van de textielproduktie nam,
kwamen verschillende prachtige" herenhuizen" tot stand, gebouwd met de
gekende nieuwe produkten, waarbij ijzer het nieuwste element in het bouwen werd.
Foto: Heemschut O.M. |
Vooral voor het maken van gewelven. De steekgewelven zijn kapvormig en
rusten op "berkoenen", dat zijn de ijzeren dwarsbalken aan elke zijde
van de steekgewelven. Zo werden niet alleen de kelderverdiepingen van de
meeste herenwoningen
gebouwd, maar de onderscheiden verdiepingen in fabrieken, waarvan nog een duidelijk
voorbeeld terug te vinden is in een der magazijnen van Uneklo te Eeklo. De
verdieping waarop de "triage" zich bevond was aangebracht op een met
steekgewelven, rustende ijzeren balken, vervaardigde verdieping, waarover een
met gele fabrieksdalen geplaatste vloer lag.
De Stationsstraat, die in het midden van de 19de eeuw een landelijke straat was
kreeg een à twee generaties later verscheidene mooie woningen.
Bepleisterd in prachtig stukadoorswerk, vormden deze gevels kunstvolle panelen.
Het hielp ook Eeklo zijn hoofdstedelijke mentaliteit behouden. Hadden de meeste
bepleisterde huizen prachtige gevels, dikwijls moest worden vastgesteld dat de
binnenafwerking minder kunstig was en soms schril afstak met het zichtbare aan
de straat.
Omdat er tot nog toe alleen voorgevels van woningen worden getoond kunnen wij op
dat onderwerp nu niet verder ingaan.
De woning van PIERRE VAN GHIJSEGHEM, STATIONSSTRAAT 93 TE EEKLO.
Foto: Joris De Maertelaere. |
Gebouwd voor 1900 had deze woning op het gelijkvloers een betrekkelijk brede ingang en op de verdieping vier vensters. Er waren geen dakkapellen te zien maar een gewoon zadeldak. Na de Eerste Wereldoorlog werd de woning verruimd en de voorgevel gewijzigd door de stoel van het dak te verhogen en er vier dakkapellen met segmentbogen afgewerkt, aan te brengen.
Foto: Joris De Maertelaere. |
Op de verdieping werd het huidige balkon aangebracht en gelijkvloers de ingang verbreed tot een koetspoort en met een dubbele ijzeren deur afgesloten. Toen werd ook de gevel grondig hersteld. Onderaan heeft dit gebouw een arduinen muurplint. Tot aan de eerste verdieping is de voorgevel, afgewerkt met dammen die langs de vensters aansluiten aan een platte, smalle lijst.
Foto: Joris De Maertelaere. |
De vensters op de verdieping zijn met geprofileerde lijsten afgewerkt, in het midden van de steekboog zit een stucversiering. De arduinen vensterdorpels lopen langs de blinde muurdelen met een lichte insprong door tot aan het balkon. De dakgoot wordt door hoge met bloemen versierde konsolen gedragen. In de hoek loopt een met kleine kubussen afgezoomde lijst.
Tussen de konsolen worden de vlakken door half ronde kantlijsten beperkt. De
onderste gedeelten van de draagelementen doorbreken een langs de voorgevel
lopende geprofileerde waterlijst.
Het onderste gedeelte op het balkon is metselwerk met een arduinen dorpel
afgezoomd, daarop plaatste men de houtenkonstruktie met de afgeronde zijstukken,
een eerder zelden toegepaste werkwijze.
Het centrum van Eeklo, een ambachtelijk stadje, dat door de brede rijksweg voor
het autoverkeer verpest wordt krijgt een zware last op zijn leefmilieu. In dat
centrum staan nog enkele merkwaardige panden waarvan het huis van:
ALBERT REYCHLER, MARKT 73 TE EEKLO er een is.
In 1867 werd hier reeds tabak verkocht. Gebouwd rond die periode heeft de
voorgevel een tweedelige samenstelling waarvan de bovenste verdieping gescheiden
door doorlopende arduinen vensterdorpels rechthoekige vensters heeft die met een
geprofileerde lijst is omgeven. Een weinig boven de vensters ligt een
betrekkelijk zware" waterlijst. De bewerkte houten dakkonsolen, geven de
verkeerde indruk te steunen op de hogergenoemde waterlijst. In het omlijste
paneel vindt U de naam terug van de vroegere uitbater en eigenaar. Nu wordt de
zaak uitgebaat door zoon Roger.
Foto: Joris De Maertelaere. |
De eerste verdieping heeft doorlopende arduinen vensterdorpels, door arduinen
draagstenen worden ze opgevangen. De ronde boogvensters zijn met gemodelleerde
lijsten afgewerkt, deze zijn gedeeltelijk in de muurhoeken aangebracht.
Het gelijkvloerse rust op een kelderverdieping. Twee brede hardstenen treden
liggen met afgeronde hoeken voor de deuringang.
Foto: Joris De Maertelaere. |
De deuren hebben onderaan elk twee vlakke panelen. De muurplint bestaat uit
bezetwerk waarin de lijnen van blokken zijn getrokken. Arduinen dorpels dragen
het hoge winkelpui, en in dit deel vinden we dan toch een enig geheel terug
waarvan de vier hoofden wel sprekend zijn. De eerste indruk is dat de twee
buitenste koppen gelijk zijn en de twee binnenste het ook zijn en dat is niet
juist. Het hoofd buiten links, is gesnord en de haren kort gekruld, zijn muts
heeft enkele plooien meer. De halsomboording is mogelijk wel evenwaardig, maar
van afwerking zit er toch een verschil in.
Tussen de twee middenste exemplaren is er weliswaar minder verschil maar de
rechtse muts is hoger uitgewerkt en de halsomboording van hetzelfde exemplaar is
evenwijdiger. De hoofden zijn in het hout gebeeldhouwd. De schuinstaande
glaspanelen voor de wanden van de rolluikkasten dragen, van links naar rechts,
volgende woorden: fabriek - tabak - snuif.
|
|
Foto: Joris De Maertelaere. |
Zijn de vier hoofden zeldzaam, dan mogen de afgebeelde kapitelen ook
uitzonderlijk worden genoemd. Ze hebben enkele details die laten vermoeden
dat de toenmalige beeldhouwer zich door een Korintisch model heeft laten leiden
bij het uitkappen en snijden van de geplaatste exemplaren.
Uitzonderlijk is, dat de pilasters zeer kunstig gesneden zijn en verguld.
Ze zijn met glas afgeschermd tegen weersomstandigheden.
Het winkel gedeelte is voor onze streek een enig mooi geheel, met dank aan de
eigenaar die daar goed zorg voor draagt.
De Boelare kent minder imponerende herenwoningen maar heeft er dan toch enkele
die ook interessant zijn en waar wij nog later op terugkomen.
De woning van JOSÉ VAN KERCKVOORDE, BOELARE 23 TE EEKLO.
Deze is waarschijnlijk gebouwd omstreeks de eeuwwisseling. Deze lijstengevel
heeft een ideale verhouding en de dakgootkonsolen, prachtig gebeeldhouwd, zijn
verbonden met een doorlopende geprofileerde lijst in de hoek van de onderkant en
onderaan nu doorsneden door een waterlijst, waarop een afglijdend blad ligt.
De vensters zijn met onafgebroken gemodelleerde boorden afgewerkt, dus zonder
sluitsteen en geven aan de T-ramen een eerder luchtiger uitzicht.
Foto: Joris De Maertelaere. |
Foto: Joris De Maertelaere. |
De vensterdorpels lopen over in een iets minder brede waterdorpel die tevens de
gevel in twee deelt. Tussen de beide verdiepingen vindt U een effen vlak dat
wordt gedragen door een getrokken waterlijst. Rond de vensters en de koetsingang
zijn de muren met dammen afgewerkt. De vensterdorpels worden bij de hoeken door
arduinen kraagstenen opgevangen. De muurplint is in het zelfde materiaal en
heeft drie gietijzeren verlichtingsroosters. De koetsingang heeft een bovenlicht
dat met ijzeren roeden is verdeeld. En als laatste stukje, naast de ingang de
gietijzeren" zolenschreper". Deze woning werd verbeterd, uitgebreid en
funktioneel aangepast en is een duidelijk bewijs dat dit kan gebeuren zonder het
verminken van de bestaande voorgevel.
In dezelfde straat nr. 42 vinden we nog de woning van de FAMILIE DAUWE terug, nu
bewoond door RUDI DECLERCQ.
Foto: Joris De Maertelaere. |
Foto: Joris De Maertelaere. |
Gebouwd voor 1900 werd het onderste gedeelte van de voorgevel later grondig
veranderd en de verhouding wat gestoord. Toch vormt het nog steeds een mooi
geheel. De vensters naast de poortingang werden opgeschoven om de deuringang
op de huidige breedte (koetspoort) te kunnen brengen en met een dubbele ijzeren
deur af te sluiten. Daarboven bevindt zich een bovenlicht met een ruitmotief
bekroond. De rolluikkasten zijn hier ook reeds aan de binnenzijde aangebracht.
Vooral de verdieping, gescheiden door een omlijst lengtevlak, heeft een rijk met
stucwerk versierd bovendeel waarin de dakgootkonsolen gebeeldhouwde motieven
vertonen en onderaan de waterlijst doorbreken. De vlakken tussen de konsolen
zijn gewoon beraapt en volgen de verschillende bewegingen van de waterlijst. De
vensters zijn met geprofileerde lijsten omgeven. De imitatiesluitstenen zijn
bovenaan met een schelp afgewerkt.
Te Kaprijke stonden vele mooie boerderijen en treft men ook nog enkele
herenwoningen aan. Een ervan werd volledig onder handen genomen door de
eigenaar,
ARNOLD DE JAEGER, VROUWENSTRAAT TE KAPRIJKE.
Gebouwd in 1895 kreeg deze woning een vooruitspringend gedeelte dat aan dit
gebouw vroeger soms de bijnaam gaf van het "kasteelken ". De met vele kalklagen
gewitte gevels werden gezandstraald en hervoegd.
Foto: Heemschut O.M. |
Foto: Heemschut O.M. |
Foto: Heemschut O.M. |
Het gedeelte links, met plat dak werd zeer waarschijnlijk later aangebouwd. Toch geeft de zware afgeboorde puntgevel een stoere indruk aan de woning, nog in de hand gewerkt door de omvang van de arduinen sierelementen. In de "toren" zijn de vensters met een arduinen tussendorpel gescheiden. De arduinen bovendorpels vangen de ronde ontlastingsbogen op en zijn opgevuld door in varensverband gemetselde klampstenen.
Foto: Heemschut O.M. |
Gelijkvloers zijn de drie vensters met een steekboog uitgerust. Alle ontlastingsbogen van de woning zijn met een rij gedwarste klampstenen bedekt. Deze werkwijze, op het eerste gezicht zeer zelden toegepast, moet om een dekoratieve reden zijn uitgevoerd.
Foto: Heemschut O.M. |
Foto: Heemschut O.M. |
Stukadoorwerk, in de eetplaats. |
Foto: Heemschut O.M. |
Schouw met houten beeldhouwwerk. |
Foto: Heemschut O.M. |
Stukadoorwerk, in het salon. |
Foto: Heemschut O.M. |
Op de verdieping hebben de drie vensters een arduinen bovendorpel met een ontlastings(korf)boog, die op zijn beurt, in het opgevulde metselwerk nog een platte steek boog in klampstenen bevat.
De westelijke zijgevel heeft een tiental horizontale banden, breedte 2 stenen en
bestaande uit pleisterwerk. De twee schouwen zijn gedeeltelijk uit de muurlijn
gemetseld en elke schouwmuur wordt door twee ronde ontlastingsbogen die op
arduinen draagstenen rusten, ondervangen.
De achtergevel heeft een grote verscheidenheid aan ontlastingselementen waarbij
de imitatiesluit-, hoek- en deurstenen opvallen.
De vensters en deur van de trapzaal zijn met een witbepleisterde band omgeven.
Het zadeldak heeft twee dakkapellen.
Omdat de woning binnen fraai is versierd geven we enkele binnenopnamen weer die
voor zichzelf spreken.
Hebben we veel zien verdwijnen, dan zijn de landelijke bedrijfsgebouwen wel
meest getroffen. Al brengt elk instandhouden van oude gebouwen zijn financiële
problemen mee, toch hebben de landelijke bedrijfsgebouwen met strodaken nog een
bijkomende zorg, namelijk het vinden van de zeldzaam wordende strodekkers om de
geregeld terugkomende herstellingen van de strodaken te kunnen uitvoeren.
Daarom heeft Heemschut gemeend ook deze kant eens te belichten:
de schuur van ARSEEN WINCKELS, BENTILLE TE SINT-JAN-IN-EREMO.
Het grondplan van de schuur is lichtjes gewijzigd, wel is de indeling grondig
veranderd, daarom stellen we dit gebouw vooral fotografisch voor met een
doorsnede van de schuurgebinte.
Rechter zijgevel, straatkant. |
Foto: Heemschut O.M. |
Voorkant schuur, gezien van op de straat. |
Foto: Heemschut O.M. |
Achterkant schuur, gezien van op de straat. |
Foto: Heemschut O.M. |
Voorgevel schuur met op de zijgevel een overbouw. |
Foto: Heemschut O.M. |
De polders liggen ons nauw aan het hart, vooral onder de grond ligt nog zoveel te graven en te rapen. In Watervliet zijn er enkele opgravingen geweest met merkwaardige resultaten. Maar ook het bestaande boeit ons nog sterk, daarin ligt de mooie kerk van Watervliet. Als U het plein opkomt verwacht ze U reeds. Vele pastoors hebben er hun werk van gemaakt en we willen ze dan ook, met het werk van de huidige pastoor, LAURENT DE VRIENDT, daarvoor hulde brengen en dit samen met de kerkraad, bestaan de uit: ROBERT DUSARDYN, ALBERT DOBBELAERE, ALBERT VAN DE POELE, LEON BAEKE, RAF VAN DAELE en ROGER VAN DE KEERE.
In de laatste jaren werden zeventien nieuwe glasramen geplaatst, de twee houten zijaltaren, de kommuniebank en de predikstoel hersteld. Voor deze laatste werken werd een beroep gedaan op de Eeklose beeldhouwer Albert D'Havé.
Van deze kerk nemen we het laatst gerestaureerde werk, namelijk de triptiek van Sint-Sebastiaan. Deze werd geschilderd door Joos De Laval, geboren te Brugge omstreeks 1520, waar hij in 1546 vrije meester werd. Hij reisde naar Italië en verbleef in 1555 een periode te Milaan. Hij werkte van 24 juni 1556 tot 26 juni 1557 in de kerk van Watervliet. Na deze datum verdween zijn naam uit de registers. (1) Als we het drieluik bekijken zien we op de zijluiken, in gesloten toestand, links Sint-Sebastiaan, rechts Sint-Joris; in open toestand, links de officier Sebastiaan die aan het Christengeloof en zijn medegelovigen trouw beloofd. Het hoofdpaneel stelt Sebastiaan voor aan een boom gebonden, die in bijzijn van de keizer met pijlen beschoten wordt. Tijdens deze marteling kijkt de keizer uitdagend ten hemel waar links van de boom, in de grijze wolken, een vage kop, verweven met de wolken te zien is.
Het dorpsplein te Watervliet. |
Foto: Pierre Van Hulle. |
Bijna centraal is het redden en wegbrengen van de voor dood achtergelaten
Sebastiaan. Het rechtse paneel, de teruggegrepen Sebastiaan die dood
gegeseld wordt. Achter de keizer staan de rechters, waarvan een de
"fascio" draagt, het teken dat de bevoegdheid van de rechters
aangeeft om over leven en dood te beslissen. Links boven, het
tengravedragen van de martelaar. Op het hoofdpaneel bemerkt U verder
allerlei gebouwen, praalbogen, zuilen en rechts boven, ruïnes met een stenen
obelisk.
De foto's 2, 3, 4, 5, 6, werden genomen door de foto-atelier Luc De Rammelaere
te Gent. Het restauratiewerk werd uitgevoerd door de heer Seghers,
direkteur van het Konservatiecentrum van het Museum voor Schone Kunsten te
Gent.
Onze eerste aktie om de Heemschutgedachte te verspreiden is er gekomen en wij
hopen deze verder te kunnen zetten. Voorzien om het tweejaarlijks te doen,
zal de tijd het uitwijzen in welke richting de belangstelling onze aktie zal
leiden.
Romano Tondat.
__________________________
(1) Zie: "Bronnen voor de geschiedenis voor de schilderambacht
van de 16de eeuw".
Vorig artikel: Heemkundige wandeling door Adegem (1) |
Inhoud van 1981, jaargang 14 |
Volgend artikel: De goederen... vd geestelijkheid te Eeklo |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024