Aan onze Medeburgers !

Den Vrijdag 8 October 1915, vergaderden ten Stadhuize onder voorzitterschap van den heer Lionel Pussemier, de heeren:
E. H. De Temmerman, Pastoor-Deken,
Joseph De Scheppere, Plaatsvervangend Senatoor,
August Maenhout, Benoni Smitz, Joseph Roegiers, Franz Van Wassenhove, Désiré Steyaert, Gemeenteraadsleden.
Edmond Goethals-Goethals, Alfons Baudts, Nijveraars,
Gaston Leroux, Vrederechter,
Firmin Roegiers, Voorzitter van het Armbureel,
Aimé Van Hoorebeke en Albert Dauwe, Notarissen,
Pius Ryffranck, Stadsontvanger.
De heeren Emiel Van de Putte, Charles Van Doorne en Charles Smitz hadden zich laten verontschuldigen.

          De Vergadering:

Gehoord hebbende het verslag des heeren Pussemier nopens de kwestie der Duitsche opeisching van Metsers en Timmerlieden der Stad Eecloo:
Inzage genomen hebbende der VOLLEDIGE briefwisseling in deze kwestie;

          Verklaart eenparig:

dat het dienstdoende Schepencollege in deze zaak zijnen vollen plicht heeft gedaan, namelijk dat het onze Metsers en Timmerlieden NIET geleverd heeft, zooals dit gerucht valschelijk werd verspreid; integendeel dat het tot het uiterste GEWEIGERD heeft zelfs hunne namen bekend te maken en slechts op uitdrukkelijk en herhaald BEVEL der Duitsche Overheid de vergadering van den Woensdng avond, 6 October, heeft belegd:
Neemt kennis dat Burgemeester en Schepenen, elk met eene boete van 300 Mark gestraft werden.
De vergadering doet een krachtig en dringend beroep op de bevolking om tot de rust en de kalmte terug te keeren, dit voor het welzijn der Stad.  Het is omdat wij den ernst van den toestand inzien dat wij deze vraag tot onze medeburgers richten.