Vooraleer aandacht te schenken aan de feiten en toestanden in verband met de evolutie der herbergen binnen de gemeente sinds de zestiende eeuw, komen wel een paar toelichtingen van pas.
Drank, zowel als eten, is een noodwendigheid om in leven te blijven, en om zijn dorst te lessen kan men overal terecht, vanaf "een slok uit de beek" tot het zich laten opdienen van een verkwikkende drank. Reeds in de Oudheid werd daarop ingespeeld en waren er, ten behoeve van de uithuizigen, plaatsen waar, uiteraard tegen betaling, "gelegenheid geboden werd iets te drinken". Daaraan werden mettertijd veel benamingen gegeven, waaraan Van Dale in zijn dik woordenboek de hiernavolgende betekenissen geeft.
In de eerste plaats heeft men de HERBERG, wat in feite een logement, een plaats is waar men vreemdelingen huisvest, later uitgegroeid tot een huis waar drank in het klein wordt verkocht en waar men ook andere spijs en drank verkrijgen kan.
Ongeveer gelijklopend daarmee is er de AFSPANNING, zijnde een herberg of stalhouderij, waar de reiziger iets kon gebruiken gedurende de tijd die nodig was voor het pleisteren tijdens het uitspannen of wisselen der paarden van de postkoetsen.
Periode 1916.
Kerkstraat.
De tijdens de Franse periode gebruikte benamingen voor het beroep van herbergier geven daaromtrent een juister beeld. Een "cabaretier" was een uitbater van "un lieu où l'on boit, où l'on achète des boissons spiritueuses au détail", een plaats waar kan gedronken worden of waar men geestrijke dranken in het klein aankoopt, terwijl een "aubergist" een herbergier was, een uitbater "d'une maison où l'on trouve à manger, à boire et à coucher en payant" dus een huis waar men, tegen betaling, kon eten, drinken en slapen.
Spreekt men van een CAFE of KOFFIEHUIS, dan wordt daarmee een openbaar lokaal bedoeld, waar men zowel koffie en thee als bier, sterke dranken en likeuren kan verkrijgen en gebruiken.
Een KROEG blijkt in feite een herberg of café van gering alooi te zijn.
Met SLIJTERIJ wordt een "winkel" bedoeld, waar handel in het klein gedreven wordt, inzonderheid van sterke dranken voor gebruik elders, zodat deze benaming verkeerd gebruikt wordt voor een openbare drankgelegenheid. Daartegenover staat echter de TAPPERIJ, zijnde het bedrijf van een tapper of verkoper van wijn, bier en een sterke dranken, nog altijd volgens de Dikke Van Dale, gelijklopend met kroeg.
Sinds de gedeeltelijke veramerikanisering van onze kultuur wordt ook gewag gemaakt van PUB, zijnde het Engels voor kroeg en een BAR is een lokaal voor het gebruik van sterke dranken, waar men, staande of zittend op krukjes voor een toog drinkt, in 't bijzonder zulk een lokaal dat min of meer weelderig ingericht is (en men op voorhand al de maten kent van het bedienend personeel).
Blijft nog de meest gebruikte betiteling "STAMMENEE", zijnde het Zuidnederlands voor kroeg of estaminet, de doordeweekse herberg of bierhuis. Wie meent dat estaminet van het Frans komt, komt bedrogen uit, aangezien het afkomstig is van het Spaans. Zoals dit ook gebeurde gedurende de jongste wereldoorlog, toen de inwoners onderdak moesten verlenen aan de soldaten van het bezettingsleger, werden ten tijde der Spaanse overheersing de soldaten inderdaad ingekwartierd bij burgers. Waar een dochter in huis was, werd op de deur "esta minetta" geschreven, wat betekent:, 'hier is een mooi meisje". Wat natuurlijk zijn weerslag gaf op het vriendenbezoek, dat gretig uitgebuit werd door de bewoners, door uit het gezellig samenzijn zoveel mogelijk munt te slaan.
Er kan overal en veel gedronken worden, want zelden werd of wordt in een openbaar lokaal het geestrijk nat gedronken enkel en alleen om de dorst te lessen. Er zijn immers zoveel redenen om het edele gerstenat of geestrijke dranken te nutten, zowel tijdens een gezellig samenzijn of praatje, het klinken op een afgesloten overeenkomst, ook nog om reden van een feestelijke gebeurtenis of om de miserie weg te spoelen, en noem maar op. Neem daar nog bij de talrijke spelen die er gedaan worden, met een rondje onder de deelnemers als inzet. Op de schoolbanken werd (of wordt) aangeleerd dat "de Oude Belgen leefden van jacht en visvangst" en olijkerds voegen er, al of niet terecht, aan toe "zij dobbelden om hun vrouwen en dronken bier uit de schedels van hun verslagen vijanden".
Na het eerste of eventueel het tweede glas tegen de dorst, komen er over het algemeen nog meer, met alle gevolgen vandien. De Belgen schijnen altijd duchtige drinkers geweest te zijn, die steeds een reden klaar hadden om misbruik te maken van de geboden mogelijkheden, bij zoverre dat de wetgever moest tussenkomen om er paal en perk aan te stellen, zodat uiteindelijk bij wet van 16 augustus 1887 strafbepalingen werden vastgesteld, zowel voor diegenen die dronken bevonden werden in openbare plaatsen, als voor hen die een ander dronken maakten, en voor dezen die in dronken toestand misdrijven begingen.
Deze wet verzekerde niet in voldoende mate de beteugeling van de openbare dronkenschap, zodat bij wet van 14 november 1939 de oude werd opgeheven, meteen strengere strafbepalingen werden vastgesteld en een groot aantal ambtenaren en agenten gemachtigd werden de misdrijven vast te stellen. Daarenboven moet sindsdien de wettekst uitgehangen worden in de voornaamste zaal van alle herbergen, koffiehuizen en andere drankslijterijen.
De Belg zou echter geen Belg zijn, mocht hij niet een achterpoortje vinden op een wetgeving. Zo ook op deze van 29 augustus 1919 op het regiem van de alkohol, waarbij het verbruik, alsmede de verkoop en de aanbieding van ter plaatse te verbruiken sterke dranken verboden werd in alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Recente wetten hebben daarin verandering gebracht, maar destijds mocht het dus niet. Dat gold echter niet voor de lokalen van verenigingen en groeperingen, die door hun statuten of door de bijzondere wijze waarop zij hun leden aanwierven, een privaat karakter hadden. Met het gevolg dat een betrekkelijk groot aantal zogenaamde "private kringen" tot stand kwam, die geen andere bedoeling hadden dan alkohol aan hun leden te verkopen. Het werd derhalve een uiterlijke schijn, waarachter het werkelijk publiek karakter van de slijterij kon schuilgaan. Door die omstandigheden was het niet te verwonderen dat de herbergiers er hun beklag over maakten, dat de verbruikers hun gelegenheid voorbij gingen om zich naar die kringen te begeven, waar iedereen die er om vroeg sterke drank kon bekomen.
Door een andere wet van 14 november 1939 werden dergelijke plaatsen dan ook als publiek beschouwd, zodat het sindsdien ook daar verboden was sterke drank te schenken. Wat aanleiding gaf tot talrijke geheime of sluikcafé's.
Zeer veel openbare drankgelegenheden waren er vroeger te Waarschoot niet. De wetgeving heeft er wellicht toe bijgedragen dat er toen meer geheime dan openbare café's waren, en waarvan de sluikuitbaters enkel de voordelen kenden en geen last der nadelen hadden, zolang zij niet op heterdaad betrapt werden.
Er zijn weinig oude herbergen te Waarschoot bekend. Vallen evenwel te vernoemen de afspanning DE LEEST (1598), de RAMONCKE (1571) op de Kere, een benaming die afkomstig schijn te zijn van "Roomonke", zijnde rode monnik of rode pater, verder nog DE SONNE (1598) en vooral DE CROONE (1571), aan de kerk, ten oosten van het kerkhof, eeuwenlang de officiële vergaderplaats van het plaatselijke bestuur (zijnde het huis een twintigtal jaren geleden gesloopt en laatst bewoond door de gezusters Matthys), en na 1600 DE PEIRE.
De Potter en Broeckaert geven verder nog, aan de hand van, de telling in 1779: ST.-HUBERT, dagtekenend van vóór 1696, DEN APPEL, DE SWAENE, DE FORTUNE, DEN DOBBELEN ARENT (van vóór 1692), DE GAUDE PEIRE, allemaal op het dorp, 'T BEIRTJE, HET OSSENHOOFT, DEN HERT (van vóór 1698), DEN STUYVER (opgericht omtrent 1729), DE SCHAERE (van vóór 1677) in de Kerkstraat en DE STERRE. Verder waren er een drietal herbergen zonder uitsteekbord, naam of teken, één op Oostmoer en twee in Arisdonk. Hier ging het vermoedelijk om DE ROOSE en DEN KEYSER, volgens het landboek van het zesde jaar de Franse Republiek, in onze tijdrekening 1798.
Omstreeks 1794 waren er 22 personen, waarvan het beroep van herbergier(ster) opgetekend staat in de bevolkingsregisters, en niet "122" zoals vermeld in de "Geschiedenis van Waerschoot" door Frans De Potter en Jan Broeckaert (1866) en dat vermoedelijk te wijten is aan een drukfout.
Aangezien het onmogelijk is al de ooit bestaande herbergen te citeren, wordt de evolutie over zeven periodes behandeld, met de vermoedelijke situering in de huidige straat (ondanks het feit dat bepaalde ervan gedurende de eerste periodes niet bestonden) en zonder vermelding van die straten waar geen herbergen waren gedurende de gerefereerde periodes of jaren.
Aantal herbergen in het jaar of gedurende de periodes, | |||||||
1794 | 1798 | 1846/56 | 1866/79 | 1916 | 1943 | 1986 | |
Arisdonk | 1 | 2 | 2 | 1 | 6 | 2 | 1 |
Beirtje | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | - |
Beke | 1 | 1 | 3 | 4 | 11 | 7 | 2 |
Bellebargie | - | - | - | 1 | - | 1 | 1 |
Berg | - | - | 1 | 1 | 2 | - | - |
Bos | - | - | - | 1 | - | - | - |
Daasdonk | - | - | - | - | 1 | - | - |
Dam | 1 | 1 | 2 | 1 | 3 | 1 | 1 |
Dorp | 2 | 3 | 3 | 3 | 5 | 1 | 1 |
Eikelstraat | - | - | - | - | 1 | - | - |
G. Gezellelaan | - | - | - | - | - | 3 | 4 |
Guldensporenwijk | - | - | - | - | - | 1 | - |
H. Consciencelaan | - | - | - | - | - | 2 | 3 |
Hoekje | - | - | 2 | 3 | 10 | 4 | 1 |
Hogevoorde | 1 | - | - | - | 2 | 1 | - |
Jagerpad | - | - | - | - | 1 | - | - |
Keerstraatje | 1 | - | - | - | 1 | 1 | 1 |
Kere | 1 | 2 | 5 | 7 | 13 | 4 | 1 |
Kerkstraat | 2 | - | 3 | 4 | 9 | 5 | - |
Leest | 1 | 3 | 2 | 4 | 8 | 7 | 2 |
Legevoorde | 1 | - | - | 1 | 1 | - | - |
Metaalstraat | - | - | - | 1 | 1 | - | - |
Molenstraat | - | - | - | 1 | 4 | 5 | 1 |
Nieuwstraat | - | - | - | - | 1 | 1 | - |
Nijverheidsstraat | - | - | - | - | 1 | 2 | 2 |
Oostmoer | 2 | 1 | 4 | 4 | 10 | 6 | 1 |
Patronagiestraat | - | - | - | - | - | 1 | 1 |
Renning | - | - | - | 1 | 1 | - | - |
Schoolstraat | - | - | 3 | 2 | 6 | 4 | 1 |
Stationsplein | - | - | - | 1 | 2 | 2 | 1 |
Stationsstraat | 5 | 5 | 11 | 14 | 31 | 13 | 8 |
Stuiver | 1 | - | 1 | 1 | 5 | 1 | - |
Veldeken | - | 1 | - | 2 | 3 | - | - |
Veldstraat | - | - | - | - | 1 | 1 | - |
Weststraat | - | - | - | 1 | 4 | 2 | 2 |
Zoutweg | - | - | - | - | - | - | 1 |
Totalen | 22 | 21 | 44 | 61 | 146 | 80 | 36 |
Periode 1866/1879 | |||
Sektie A | |||
11 | Stuiver | zonder | Livyn Willems, herbergier en landman (+ 1867) daarna Florquyn Charles Louis, landman-herbergier tot mei 1875 |
61 | Weststraat | zonder | Petrus Meiresonne, wever-herbergier |
101 | Keere | PRINS VAN LOREYNE | Louis Jos. Verselder, herbergier-landman (+ september 1867) (Judocus Cromheecke, herbergier-koopman (Rosalie Nuyt, tapster (tot jan. 1872) |
110 | Dam | zonder | Anne-Marie Matthys, wed. Jos Bral, herbergierster en landb. (+ nov. 1871) |
149 | Hoekje | zonder | Francies Bauwens, herbergier (+ mrt 1877) |
Sektie B | |||
8 | Hoekje | DE VLAEMSCHE LEEUW | Karel Francies Van Daele, herbergier |
27 | Hoekje | BELLEBARGIE | Karel Franc. De Clercq, boswachter/landb. |
36a | Oostmoer | DE LEEUW | Livinus Engels, herbergier (+ dec. 1869) |
65 | Oostmoer | zonder | Bernardus Buysse, herbergier |
88 | Oostmoer | zonder | Petrus Strubbe, herbergier en winkelier verhuisde in 1867 naar de Kerkstraat |
113a | Hoekje | zonder | Marie Cordina De Greve, wed. Vereecke, herbergierster (+ juli 1869) |
Sektie C | |||
10 | Beke | zonder | Charles Verselder, herbergier en landbouwer (+ feb. 1879) |
16 | Renning | NIEUWE WANDELING | Bernard Gyssels, landman-herbergier (+ juli 1872) |
32 | Leest | HET SCHAERKEN | Angelus Van Vooren, herbergier/winkelier (+ mei 1867) |
35 | Leest | DEN WELGEZINDEN | Henri Aerens, herbergier/bakker/winkelier (+ maart 1869) |
45 | Leest | zonder | Charles L. Meirsman, herbergier / gareelmaker |
47 | Leest | zonder | Louis Joseph Standaert, herbergier/hoefsmid |
68 | Kerkstraat | DE LEEUW | Bernard De Keyser, herbergier/slachter/landbouwer |
74 | Kerkstraat (D) | zonder | Jan Bapt. Gryp, herbergier/hoefsmid (+ augustus 1878) |
77 | Kerkstraat (St) | zonder | Charles Louis Meire, slachter/herbergier |
82 | Kerkstraat (St) | zonder | Pieter Antonius Michielsens, herbergier/kamslager |
95 | Kerkstraat (St) | zonder | Livinus Benedictus Vols, herbergier/winkelier |
103 | Kerkstraat (St) | zonder | Pieter Vervaet, herbergier |
116 | Kerkstraat (St) | zonder | Theresia Eggermont, wed. Pieter Jacquemyn en Francies Lambert, herbergierster (+ jan. '70) |
122 | Kerkstraat (M) | zonder | Jacobus Mallezie, herbergier |
125 | Kerkstraat (St) | zonder | Petrus Naessens, herbergier/winkelier |
132 | Kerkstraat (St) | AU CASINO | Marie Anne Haemers, herbergierster |
172 | Oostrnoer | zonder | Charles L. Coppens, herbergier/winkelier |
212 | Arisdonk | zonder | Jan Francies Vanden Berghe, bakker/herbergier |
240 | Beirtjen | HET OUD KRUISKEN | Carolus Ludovicus Van Holderbeke, herbergier |
242 | Beirtjen | zonder | Karel Francies De Meyer, herbergier/landb. |
Sektie D | |||
9 | Beke | zonder | Petrus Vervaet, hoefsmid/herbergier nadien in Kerkstraat |
14 | Beke | zonder | Joanna Coleta De Lood, wed. Aug. De Blauwer en Francies Vervaet, herbergierster |
90 | Legevoorde | ROODHUIS | Jan Baptist Van Hulle, herbergier/ landbouwer tot 1871 |
97 | Veldeken | zonder | Sophie Wille, wed. J.B. Vande Veire, herbergierster |
104 | Veldeken | zonder | Simoen Verspille, herbergier/wever |
Sektie E | |||
11 | Keere | OSSENKOP | August Van Kerkhove, temmerman/herbergier |
25 | Keere | zonder | Petrus Jacobus Versluys, herbergier/landbouwer |
38 | Kerkstraat (Sch) | zonder | Jan Baptist Geirnaert, herbergier/landb. |
54 | Kerkstraat (Sch) | zonder | Petrus Aers, herbergier |
63 | Kerkstraat (St) | zonder | Jan Andreas Cromheecke, herbergier (+ april 1870), daarna Alphonse Meire |
65 | Kerkstraat (St) | D'OUDE KROON | Bernard Matthys, herbergier/kloefkapper |
81 | Kerkstraat (St) | zonder | Rosalia Teirlynck, wed. Judocus Cromheecke, herbergierster/slachtster |
91 | Kerkstraat (St) | zonder | Ignatius Callemaert, herbergier |
103 | Kerkstraat (St) | zonder | Julia Lambert, wed. Boniface Vercauter en echtgen. Francies D'Hooge, herbergierster |
118 | Kerkstraat (St) | zonder | Pieter B. Bingels, fabrikant in matten en herbergier |
120 | Kerkstraat (St) | JACOB VAN ARTEVELDE | Charles Gemaey, herbergier/winkelier en mulder |
125 | Kerkstraat (St) | HUYS VAN COMMERCE | Petrus Joannes Cromheecke, herbergier en landman |
227 | Berg | zonder | Jan Vervynck, herbergier |
253 | Keere | zonder | Francies Van Haelst, smid/herbergier |
258 | Keere | zonder | Charles Louis Paesbrugge, winkelier/herbergier en kamslager |
259 | Keere | DE EECLOONAER | Jan Baptist De Beir, kloefkapper/herbergier |
268 | Keere | zonder | Angelus De Paepe, herbergier |
313 | Kerkstraat (D) | ST. HUBERT | Seraphinus D'Havé, herbergier en vleesverkoper |
315 | Kerkstraat (D) | CHARLES | Virginie Coleta Cromheecke, wed. J.B. Vermeersch, herbergierster |
319 | Kerkstraat | zonder | Pieter Vervaet, smid/herbergier |
329 | Kerkstraat | zonder | Franciscus Xaverius Michielsen, herbergier/kamslager |
343 | Kerkstraat | zonder | Charles Louis De Smet, herbergier/vlaskoopman |
379 | Beke | zonder | Karel Francies Baekelandt, herbergier/slachter |
384 | Bosch | zonder | Petrus Joannes Paelman, landbouwer/ herbergier (tot dec. 1867) |
87bis | Kerkstraat (Metaalstraat) |
zonder | Rene Pieter Meire, herbergier |
PERIODE 1846/56
Tussen 1846 en 1856 was het aantal drankgelegenheden gestegen tot 45, waarvan zestien bij naam zijn bekend. Hier weze aangestipt dat de huisnummers niet per straat, doch wel volgens sektie werden opgegeven, terwijl de Kerkstraat bijna gans het centrum der gemeente besloeg, enerzijds vanaf de Leest tot aan de Kere, en anderzijds van de dorpsplaats tot aan Oostmoer. Eerst vanaf 1880 is er sprake van Statiestraat en Schoolstraat.
Het is dank zij de toenmalige aanduiding der herbergbenamingen in de
bevolkingsregisters, dat thans de inlichtingen dienaangaande kunnen verstrekt
worden. Aangezien evenwel deze inschrijving niet verplicht was, kan met
zekerheid gezegd worden dat enkel de voornaamste werden opgetekend door de
gemeentediensten.
Het aantal drankgelegenheden steeg gestadig, niet alleen omwille van grote
dorstlijders, doch meer omwille van de verdiensten. De herbergiers hadden immers
een zekere welstand als gevolg van het feit dat over het algemeen het beroep van
herbergier gecumuleerd werd met een zelfstandig beroep. Ze werden dan ook bij de
gegoede ingezetenen gerekend. Het grootste deel was immers kiesgerechtig en was
opgenomen op de kiezerslijst ingevolge betaalde belastingen. Om te mogen kiezen
moest echter de vereiste penning betaald worden en het niet voldoen daaraan was
de oorzaak dat er regelmatig werden geschrapt van de kiezerslijst.
LIGGING | BENAMING | UITBATER EN BEROEP(EN) | |
Sektie A | |||
119 | Dam | zonder | Karel Vander Heyden, tapper en tolpachter daarna Josephus Bral, herbergier (1847) |
121 | Dam | zonder | Bernardus Van Beveren, herbergier (1853) |
13 | Stuiver | DEN STUYVER | Livin Willems, tapper |
110 | Kere | d'afspanning "IN DEN PRINS VAN LORREINEN" |
Joseph Verselder, tapper en koopman |
159 | Hoekje | zonder | Karel Geirnaert, tapper en matraswever |
Sektie B | |||
8 | Hoekje | zonder | Francies Bauwens, tapper |
42 | Oostmoer | zonder | Livinus Engels, tapper (tot 1848) |
68 | Oostmoer | zonder | Bemdrd De Meyer, tapper en kleermaker (1851) |
98 | Oostmoer | DE GROOTE HERBERG | Petrus Loete, tapper en winkelier |
Sektie C | |||
36 | Leest | zonder | Rosalie Goethals, We Aerens, broodbakster en herbergierster |
68 | Kerkstraat | d'herberghe IN DEN LEEUW | Jacobus De Keyser, verkensslagter |
107 | Kerkstraat (St) | zonder | Felix Van Audenhove, dagloner-herbergier |
116 | Kerkstraat (St) | d'herberghe GOUDEN PIRRE | (Franciscus Lambert, schoenmaker (Theresia Eggermont, herbergierster |
130 | Kerkstraat (St) | zonder | Francisca Aerts, We Heems, herbergierster |
134 | Kerkstraat (St) | zonder | (Petrus De Pau, temmerman (Amelie Standaert, herbergierster |
165 | Oostmoer | zonder | )Bernard Verheecken, matraswever )Coleta Cocquyt, herbergierster-huisvrouw |
210 | Arisdonk | zonder | Petrus Judocus Versluys, herbergier |
214 | Arisdonk | zonder | Maria Jacoba Vandaele, We De Groote, herbergierster |
240 | Arisdonk (Beirtje) | d'herberghe IN BEIRTJEN | Bernardus Gysels, herbergier en koehouder |
242 | Arisdonk (Beirtje) | zonder | Karel Francies De Meyer, landbouwer en herbergier |
Sektie D | |||
6 | Beke | Smis en herberg DEN HERDER | Franciscus Vervaet, hoefsmid |
Sektie E | |||
9 | Keere | zonder | Francies Bruggeman, tapper en temmerman |
22 | Keere | zonder | Judocus Cromheeke, tapper |
31 | Kerkstraat (Sch) | zonder - aen Meulenhuyzeken | (Joannes Franciscus De Beek, herbergier (Angelina Christina Vande Wiele, herberg. |
42 | Kerkstraat (Sch) | zonder | Karel Callant, temmerman en herbergier (+ 1847) |
48 | Kerkstraat (Sch) | zonder | Petrus Aers, tapper |
54 | Kerkstraat (Sch) | zonder | Pieter Paulus Vande Velde, herbergier (vanaf 8.12.1847) |
56 | Kerkstraat (St) | d'herberghe D'OUDE KROON | Petrus De Greve, tapper en slagter |
70 | Kerkstraat (St) | d'herberghe ST. ELOY-smis | Celestinus Reyniers, hoefsmit |
76 | Kerkstraat (St) | afspanning DEN APPEL | Constantin Priem, tapper |
82 | Kerkstraat (St) | zonder | eerst Petrus Lammens, herbergier daarna Ignatius Callewaert, tapper |
114 | Kerkstraat (St) | zonder | Livinus Pyckevet, herbergier in 1857 Petrus Bingels, mattenmaker en herbergier |
121 | Kerkstraat (St) | d'herberghe 'T HUYS VAN COMMERCE (aen 't kapelleken) |
Marie Petronella De Vliegher, wed. Cromheeeke, tapster |
197 | Keere | zonder | Judocus Bernardus Pauwels, slijter in sterke dranken |
223 | Berg | 'T STERREKEN | Jan Baptist Vervynck, herbergier |
233 | Keere | zonder | Jan Lampaert, hoefsmit en herbergier |
287 | Kerkstraat (D) | zonder | Arthur Mettepenningen, herbergier |
303 | Kerkstraat (D) | Afspanning ST. HUBERT | (Karel Landuyt, schoenmaker (Julia De Booser, herbergierster |
305 | Kerkstraat (D) | Hotel PRINS CHARLES | )Ferdinand Vermeersch, ondernemer )openbare werken )Francisca Geluck, herbergierster |
316 | Kerkstraat | zonder | Antone Bouckaert, kleermaker en herbergier |
318 | Kerkstraat | zonder | Francies Michielsen, kammenmaker en herbergier |
339 | Leest | IN DEN GOUDEN LEEST | Désiré De Vriendt, broodbakker en herbergier |
363 | Beke | zonder | (Judocus Bernard Payhille, wagenmaker (Coleta Coppens, herbergierster |
365 | Beke | zonder | )Charles Verselder, kuiper )Ursula De Meyer, herbergierster in 1850: Karel Francies Baekelandt, herbergier |
In de Weststraat (sektie E 177) was er "In de Brouwerij" uitgebaat door Jan De Jaeger, colporteur, in 1856 opgevolgd door Pieter Standaert, bierbrouwer. Vermoedelijk betrof het hier geen drankslijterij, doch wel een brouwerij. |
Periode 1916.
Dorp met:
- 't Gemeentehuis
- Prins Karel
- St. Hubert
Waren voorheen enkel de voornaamste en meest bekende herbergbenamingen weerhouden in de bevolkingsregisters, dan kan de telling van 17 SEPTEMBER 1916 BESCHOUWD WORDEN AL5 DE EERSTE OFFICIËLE lijst der drankgelegenheden te Waarschoot.
Om deze te kunnen situeren weze aangestipt dat de huizen toen nog niet genummerd waren zoals heden ten dage (onpaar voor de linkerkant, en paar voor de rechterkant der straat) doch de nummers volgden elkander op, te beginnen met de linkerkant der straat, gezien vanuit het centrum der gemeente.
Straat en nr. |
Benaming | Uitbater en beroep(en) |
ACHTERSTRAAT (thans Nijverheidsstraat) | ||
5 | IN 'T NIEUWDORP | Henri Buysse, wever-herbergier |
DAASDONK | ||
4 | IN DE NIEUWE WANDELING | Jan Bapt. Van Belle, muldersgast-herbergier |
EIKELSTRAAT | ||
1 | IN DE TOEKOMST | Joanna Wieme, herbergierster |
HOEKJE | ||
7 | IN SLEYDINGER | Jan B. De Greve, wever-herbergier |
33 | IN 'T BOLDERSHOF | Alfons Bollé, wever |
36 | IN 'T BELCEELS KLOEFKEN | Aloïs Martens, kloefkapper |
68 | IN 'T BOSCHZICHT | Philemon Van Haele, wever |
67 | zonder | Pieter De Craene, voerman-herbergier |
52 | zonder | Pius Bonamie, koopman |
116 | IN DEN VLAAMSCHEN LEEUW | Pieter Andries, vuurstoker-herbergier |
120 | IN DEN GRAAF VAN VLAANDEREN | August Ros, kolenhandelaar-herbergier |
94 | HET KASTEELKEN | Serafien Vervynck, wever |
METAALSTRAAT | ||
1 | IN DEN HANDBOOGSCHUTTER | Marie Meire, herbergierster |
NIEUWSTRAAT | ||
27 | IN VALENTINO | Camiel De Pauw, herbergier |
OOSTMOER | ||
1 | IN 'T LINDEKEN | Charles Temmerman, herbergier-winkelier-landbouwer |
3 | IN DEN ENGEL | Petrus Pieters, herbergier-brouwersgast |
13 | IN DEN GROENEN BOOMGAARD | Alfons Van Kerckvoorde, landbouwer-herbergier-winkelier |
27 | zonder | Angelus Temmerman, landbouwer-herbergier-winkelier |
64 | zonder | Ivo Ribbels, landb.-herbergier |
83 | zonder | Henri Braeckman, broodbakker-herbergier-winkelier |
93 | zonder | August Verbiest, herbergier-hoefsmid |
95 | IN SLEYDINGE | Arsene De Poorter, klompenmaker-herbergier |
97 | IN DEN OUDEN MAN | Aloïs Janssens, wever-herbergier |
108 | IN DEN NIEUWEN BOUW | Camiel De Pauw, wever-herbergier |
ST. ZUSTERSTRAAT (thans Molenstraat) | ||
3 | zonder | Elodie Paelman, wed. Van Hoorebeke, herbergierster |
5 | IN DE KUIPERIJ | Ivo Duprez, kuiper-herbergier |
7 | IN 'T FORTUINTJE | Pieter Heyde, schipslosser-herbergier |
9 | IN HALFWEGEN RUST MEN ONVERLEGEN |
Pieter Wille, herbergier-meestergast |
STATIEPLEIN | ||
1 | CAFE DE LA STATION | Achiel Van d. Hende, meubelmaker-herbergier |
7 | PRINS BOUDEWIJN | Edmond Vermeersch, timmerman-herbergier |
STATIESTRAAT | ||
1 | zonder | Jozef Vervaet, magazijnier |
3 | IN DE OUDE KROON | Marie Wille, wed. Edm. Matthys, herbergierster |
4 | HET SCHUTTERSHOF | Alfons Meire, slachter-herbergier |
6 | DE VLAAMSCHE LEEUW | Edmond Buysse, broodbakker-winkelier |
9 | IN ST. ELOY | Alfons Van Hecke, hoefsmid |
12 | zonder | Charles Meiresonne, varkensslachter-herbergier |
19 | zonder | August De Baerdemaeker, wagenmaker |
17 | IN DEN BONTEN OS | Eduard De Smet, slachter-herbergier |
25 | IN SELSAETE | Pieter Laureyns, herbergier-huisschilder |
24 | ST. CECILIA | Guillaume Soetewey, kloefkapper-herbergier |
30 | zonder | Pieter Van Meenen, herbergier-metser |
38 | zonder | Kinderen Van Vooren, winkel. |
41 | IN MARIAKERKE | Victor Coddens, hoefsmid |
44 | IN DE TRUWEEL | Kinderen Van Meenen, metser en wever |
45 | IN DE KEIZERIN | Désiré Buysse, kloefkapper-herbergier |
47 | IN SOMERGHEM | August Vande Veire, herbergier-brouwersgast |
53 | JACOB VAN ARTEVELDE | Amelie Windels, wed. J.B. De Pauw, herbergierster |
56 | IN DEN LEEUW VAN VLAANDEREN | Henri De Beer, herbergier-huurhouder |
69 | zonder | Jules Standaert, herbergier-voerman |
70 | IN DEN RUYTER | Alfons T'Jolijn, herbergier-barbier |
71 | IN DE ROOZE | Medard T'Jolijn, herbergier-fabrieksbediende |
73 | PRINS ALBERT | Jan Pauwels, herbergier-broodbakker |
77 | IN DE PISTON | Gustave Paelman, herbergier-kloefkapper |
79 | DE ERNSTIGE BOER | Charles Pauwels, meestergast-wever-herbergier |
82 | IN DEN HAZEWIND | Melanie De Cuyper, wed. Angelus Vincent, herbergierster |
84 | IN HET PAARD VAN BINCHE | André De Walsche, herbergier-paardenkoopman |
94 | zonder | Eduard Vereecke, herbergier-wever |
99 | IN DEN AREND (drankhuis) | Maurice Bouchier, likeurhandelaar |
102 | DEN ZWARTEN LEEUW | Valere De Paepe, herbergier-broodbakker |
104 | IN DE STER | August Duprez, meestergast |
113 | zonder (drankhuis) | Eduard De Reytere, liquoriste |
ARISDONK | ||
22 | IN DEN DRUIFTAK | Gustave Aers, wever |
26 | IN OOST-INDIE | Polydoor Roelandt, landwerkman-herbergier |
32 | IN HET KAMP | Alfons Dhondt, wever-herbergier |
77 | IN 'T SCHUTTERSHOF | Rosalie Bastiaen, wed. Petrus De Maertelaere, herbergierster |
82 | zonder | Wed. Désiré Maenhout, landbouwster-herbergierster |
46 | IN HET MEIROOSJE | Henri Windels, wever-herbergier |
BEIRTJE | ||
2 | IN HET OUD KRUISKEN | Theofiel De Meyer, landbouwer-herbergier |
3 | IN DEN OUDEN KEIZER | Vital Van Hecke, landbouwer-herbergier |
BEKE | ||
1 | LAAT VLIEGEN DAT VLIEGT | Jan Van Laere, herbergier-dagloner |
15 | zonder | Henri De Ruyter, slachter-herbergier |
17 | IN HET TONNEKEN | Jan Van Durmen, herbergier-brouwersgast |
26 | IN DEN DRUIFTAK | Camiel Van Laecke, metserdiener |
27 | zonder | Désiré Vervaet, smid-herbergier |
30 | IN HET KOEFKEN | Petrus Paelman, herbergier-bakker-kloefkapper |
34 | IN DEN PRIEM | Pieter Van Oudenhoven, herbergier-koopman in boter |
44 | IN PRETARIA | Elodie Mussche, wed. Angelus Gyssels, herbergierster |
45 | IN DE STER | August De Bie, wever-herbergier |
48 | IN KNESSELARE | Eduard Nys, fabriekssmid-herbergier |
56 | zonder | Marie Leonie De Ruyter, wed. Jules De Keyser, herbergierster |
BERG | ||
1 | IN DEN NACHTEGAAL | Jan Van Vooren, wever |
16 | IN DE VREDESTER | Petrus Vervaet, herbergier-broodbakker |
DAM | ||
8 | IN DE GROOTE PINT | Francies De Vlieger, timmerman-herbergier |
13 | IN DE OUDE BARIERE | Cyriel De Beir, landbouwer-herbergier |
17 | IN ELK WEERD HEM | Amelie Vols;wed. Pieter Frans Boone, herberg. |
DORPPLAATS | ||
1 | GEMEENTEHUIS | Cyriel Van Kerckvoorde, gemeentebediende |
7 | HOTEL PRINS KAREL | Pauline Vermeersch, herbergierster |
9 | IN ST. HUBERT | Jozef Van Vooren, herbergier |
12 | IN DEN VELO | Oscar Lievens, herbergier-rijwielhandelaar |
16 | IN DEN HOOP VAN VREDE | Eduard Willems, broodbakker |
HOOGEVOORDE | ||
34 | IN 'T KAPELLEKEN | Romaan Pauwels, wever-herbergier |
35 | zonder | August Pauwels, wever-herbergier |
JAGERPAD | ||
4bis | IN LEUTEGEM | Francies Verstraete, landbouwer |
KEERE | ||
9 | IN DE REVUE | Charles Willems, herbergier-varkensslachter |
17 | IN ST. JOZEF | Leo Gernaey, herbergier-timmerman |
18 | IN 'T KLOKSKEN | August Paesbrugge, herbergier-barbier |
23 | IK WOON HIER OP DE KEERE, WAT KAN IK BETER WENSCHEN, DAN DE ZEGEN VAN DEN HEERE EN DE NERING VAN DE MENSCHEN |
Philemon Van Vooren, herbergier-dagloner |
29 | IN DEN PRINS VAN LOREINEN | Charles Van Holderbeke, herbergier-landb. |
32 | zonder | Ivo Van Vlaenderen, herbergier-koopman |
40 | IN ST. ANNEKEN | Alfons De Baets, herbergier-werkman |
41 | BIJ DEN FRUITENIER VERKOOPT MEN BIER |
Kinderen Van Speybroeck, herbergiers-winkeliers |
46 | IN 'T SPANJAARDS KASTEEL | Gustaaf Paelman, herbergier-varkensslachter |
47 | BIJ DEN THIELTENAAR | Henri Verheecke, herbergier-hoefsmid |
55 | IN CONSTANTINOPEL | Henri De Schuyter, winkelier-herbergier-wever |
56 | IN CONGO | Alfons Dhooge, herbergier |
64 | zonder | Petrus Van Hecke, herbergier-wagenmaker |
KEERSTRAATJE | ||
5 | IN DE HOOP VAN VREDE | Ivo Meulebroeck, katoenbleker |
KERKSTRAAT | ||
2 | zonder | Petrus Geeraert, negociant |
5 | IN DEN LEEUW | Emiel De Keyser, slachter-herbergier |
13 | IN DEN GRAAF VAN VLAANDEREN | Alydoor Aerens, kleermaker-herbergier |
18 | IN DE REISDUIF | Edmond Vormezele, katoenwever-herbergier |
27 | IN DE PLUIM | Philomena Taets, wed. Désiré Meuleman, herbergierster |
35 | IN 'T BROUWERSHUIS (velorust) | Eugeen Baele, timmerman-herbergier |
37 | IN DEN HERT | Jozef Buysse, wever |
42 | IN FLORA | Jules De Baerdemaecker, landbouwer-werkman-herbergier |
53 | IN DE STAD EEKLO | Adolf Larnpaert, voerman-herbergier |
LEEGEVOORDE | ||
25 | zonder | Edmond De Sutter, landbouwwerkman-herbergier |
LEEST | ||
3 | IN 'T MEETJESLAND | Gustaaf De Vilder, herbergier-blokmaker |
16 | IN DEN WELGEZINDEN | Henri Buysse, katoenscheerder |
23 | zonder | Amelie Surmont, wed. Reyniers, herbergierster |
48 | IN DRONGEN | Oscar de Schyncke, hout- en kolenhandelaar |
54 | IN AMERIKA | Charles Heyde, wever-herbergier |
65 | IN DE LANGE MUNT | Charles Van Holderbeke, dagloner-herbergier |
80 | IN DE DRIJ RINGEN | Leopold Vormezele, dagloner-herbergier |
92 | IN DEN OOST | Alfons Meire, fabriekssmid |
RENNING | ||
3 | IN DEN RENNING | Eduard Claeys, wever-herbergier |
SCHOOLSTRAAT | ||
9 | zonder | August Aers, herbergier-slachter |
27 | IN PARIJS | Jan Meiresonne, herbergier-varkenskoopman |
36 | zonder | Petrus Maenhout, herbergier-smid |
56 | IN DE ZWAAN | Kinders De Groote, timmermans-herbergiers |
64 | IN DE OUDE FORTUIN | Kinder Blomme (dochter herbergierster) |
72 | IN 'T KLOEFKEN | Achiel De Vilder, kloefkapper |
STUIVER | ||
16 | zonder | Napoleon Bonne, landbouwer-voerman |
20 | IN DEN STUIVER | Jules Coopman, herbergier-landbouwer |
3 | IN DEN GROENEN BOOMGAARD | Charles De Rynck, dagloner |
5 | IN DE NIEUWE WANDELING | Charles De Loof, landwerker |
4 | IN 'T GOED VAN BREEBROEK | Petrus De Smet, fabriekwerker |
VELDEKEN | ||
1 | zonder | Marie-Leonie Goethals, wed. August De Bal landbouwster-herbergierster-winkelierster |
16 | IN HET VELDEKEN | Alydoor Vande Plaetsen, herbergier |
13 | zonder | Henri Wauters, herbergier |
VELDSTRAAT | ||
2 | IN DE KUIPERIJ | Alfons Verselde, kuiper |
WESTSTRAAT | ||
28 | IN DEN WELGEZINDEN | Bernard Van Hoorebeke, bakker-herbergier-landbouwer |
38 | zonder | Alfons Bonne, voerman-tapper |
68 | IN 'T KONIJNTJE | Emiel Lefevre, bakker-herbergier |
79 | IN DEN BIERBOOM | August Van Holderbeke, herbergier-brouwersg. |
HOEKJE | ||
ZN | IN ST. CECILIA | Octaaf D'Hoore, bakker |
Periode 1916.
Dorp.
De door de bezettende overheid opgelegde telling gedurende de oorlogsjaren 1940/44 (vermoedelijk gedaan in het begin van 1943) zag er als volgt uit:
ARISDONK | ||
IN DEN DRUIFTAK | Gustaaf Aers, katoenwever | |
82 | ESTAMINET | Emma De Vidts, wed. Maenhout, tapster |
BEIRTJE | ||
1 | IN HET OUD KRUISKEN | Herman Van Hecke, landman |
2 | IN HET BEIRTJE | (Aimé Van Hecke, landbouwer (Magdalena Buysse, tapster |
BEKE | ||
21 | DUIVENMAATSCHAPPIJ ONDER ONS | Zulma Surmont, tapster |
25 | IN 'T SCHUTTERSHOF | Cyriel Meese, fabriekwerker-tapper |
38/3 | ST. ISIDORUS | Guillaume Buysse, bieruitzetter |
47 | IN 'T GEMEENTEHUIS | Medard De Pauw, slachter |
55 | 'T LIEFKEN | Edmond Joos, schrijnwerker |
68 | 'T HUIS VAN COMMERCE | (Richard Surmont, koopman (Rachel Claeys, tapster |
70a | IN DEN GOUDEN HOORN | André Gysels, monteur-herbergier |
BELLEBARGIE | ||
1 | IN DEN GROENEN BOOMGAARD | Ivo Braeckman, landbouwer |
DAM | ||
9 | IN 'T GROENE WOUD | Maurice Van den Broecke, handelaar in vlas en tapper |
DORP | ||
13 | DE HOOP VAN VREDE | Herman Willems, broodbakker-tapper |
G. GEZELLELAAN | ||
1 | ST. CHRISTOPHE (H) | Gezusters Braeckman, tapsters |
17 | IN ELK WEERDT HEM | (Medard Vande Walle, rijwielhersteller (Helena Paesbrugge, tapster |
12 | IN DE G. GEZELLELAAN | Louis Roelandts, betonarbeider-tapper |
GULDENSPORENWIJK | ||
17 | IN SONNY BOY | Eduard Buysse, brouwersgast-tapper |
H. CONSCIENCELAAN | ||
9 | EDELWEISS | (Jules Aerens, autovoerder-tapper (Elodie Reyniers, tapster |
20 | DE LEKKERBEK (TOERISME) | Bertha Cremers, tapster |
HOEKJE | ||
20 | IN SLEYDINGE | Jan Baptist De Greve, tapper |
61 | CONCORDIA | Oktaaf Buysse, herbergier |
95 | HET KASTEELKEN | Theophiel De Muynck, viggenskoopman-tapper |
128 | IN ST. ANTONIUS | André De Wispelaere, werktuigkundige |
HOOGEVOORDE | ||
29 | IN 'T KAPELLEKEN | Marie Clementine De Wever, wed. A. Scheirlynck, winkelierster |
KEERSTRAATJE | ||
21 | IN 'T NIEUW STERREKEN | Gustaaf Van Hoorebeke, katoenwever |
KEERE | ||
9 | IN DE WAGENMAKERIJ | Raymond Van Hecke, timmerman |
11 | BIERHUIS (toerisme) | Maria Ludovica Van Speybroeck, winkelierster-tapster |
16 | IN CONGO | Mathilde Boone, wed. Alf. Dhooge, tapster |
45 | IN DEN PRINS VAN LOREINEN | Amelie Steyaert, wed. Desire Lippens, tapster |
KERKSTRAAT | ||
19 | CAFE RUBENS | (Désiré Van Hoorebeke, fabriekswerker (Martha Meulebroeck, tapster |
27 | IN DE PLUIM | August De Smet, wever |
37 | CAFE ALBERT | (Albert Buysse, haarkapper (Clarissa Crul, caféhoudster |
42 | IN FLORA | (Jules De Baerdemaeker (Marie Mathilde Buysse, caféhoudster |
6 | IN DE LEEUW | Leonie De Keyser, tapster |
LEEST | ||
3 | IN 'T MEETJESLAND | Leon Heyde, tapper-schrijnwerker |
20 | DE IJZER | Gaston Nys, rijwielmaker-herbergier |
48 | LAAT VLIEGEN DAT VLIEGT | (August Pieters, landwerkman (Marie Louise Standaert, tapster |
69 | IN DE LANGE MUNT | Juliana Lammes, wed. Van Holderbeke, tapster |
91 | CAFE DES SPORTS | Gaston Lievens, garagist |
98 | CAFE WILSON | Andre Van Hulle, slachter-herbergier |
112 | CAFE ACCORDEON | Raymond Windels, katoenwever |
NIEUWSTRAAT | ||
DE LINDEKENS | (Carniel De Pauw, meestergast-wever (Elisa Claeys, tapster | |
NIJVERHEIDSSTRAAT | ||
18 | IN HET VENNEGOED | (René De Bruyne, meestergast-wever (Irma De Waerle, koffiehuishoudster |
32 | IN ST. CECILIA | René Van Hoorebeke, meubelmaker |
OOSTMOER | ||
1 | IN 'T LINDEKEN | Marie Rosalie Goethals, wed. Temmerman, tapster |
3 | OVER D'IJZERS | Marie Emelie Pat, wed. Oscar Van Belle, tapster |
15 | IN DEN GROENEN BOOMGAARD | Eduard Van Kerckvoorde, katoenwever - kolenhandelaar |
90 | zonder | Christina Switzynck, wed. Van Kerckvoorde, tapster |
100 | zonder | (Clement Verbiest, smid (Zulma Vander Haeghen, tapster |
102 | IN SLEYDINGE | Arsene De Poorter, houtbewerker |
PATRONAGIESTRAAT | ||
2 | ST. GHISLENUSKRING | |
SCHOOLSTRAAT | ||
1/10 | TERMINUS | Camiel Pauwels, coiffeerder-tapper |
37 | IN ROLLEGEM | (Petrus Maenhout, landwerkman (Emma Vande Walle, caféhoudster |
51b | LUXOR | (Emiel Gysels, katoenwever (Martha Raes, tapster |
67 | CAMBRINUS | Medard Pauwels, meestergastwever-tapper |
ST. ZUSTERSTRAAT | ||
22 | IN DEN VIJVERSPUT | Frans Danneels, tapper |
75 | VLAAMSCH HUIS | Gerard Van Maldeghem, autogeleider |
91 | IN HALFWEGE | Pharaildis De Maertelaere, wed. Pieter Wille, tapster |
124 | IN DE KUIPERIJ | Emilia Janssens, wed. Ivo Duprez, tapster |
130 | CAFE WELKOM | Aimé Vervaet, tapper-hoeveknecht |
STATIESTRAAT | ||
9 | DE SPORTMAN | (Leon Claeys, velomaker (Clara Dossche, tapster |
12 | IN ST. GHISLENUS | )Henri Willems, varkensslachter en fruithandel )Rachel Willems, tapster |
39 | IN DE VASTE KONTROOL | Raymond De Corte, caféhouder-beroepsrenner |
47 | IN DE KEIZERIN | (Eduard De Craene, katoenwever (Eleona Buysse, herbergierster |
50 | CAFE KRÜGER | Maurice De Smet, fabriekwerker-haarkapper |
55 | JACOB VAN ARTEVELDE | Gezusters De Pauw, tapsters |
70 | zonder | Theophiel Standaert, voerman |
72 | VOLKSHUIS | Achiel Dhooge, lokaalhouder |
76 | ZWARTE LEEUW | Maurice Reyniers, slachter-fruithandelaar |
82 | IN HET PAARD VAN BINCHE | (André De Walsche, paardenhandelaar (Helena De Beir, tapster |
85 | CHRISTEN WERKMANSHUIS | Alfons Meiresonne, lokaalhouder |
102 | SCHUTTERSHOF | (logement-spijshuis) Herman Verbiest, timmerman |
125 | DE ZWAAN | Gezusters Putman, tapsters |
STATIEPLEIN | ||
CAFE HANDELSHUIS | Raymond Reyniers, fruithandelaar | |
10 | PRINS BOUDEWIJN | Robert Vermeersch, broodbakker-winkelier |
STUIVER | ||
25 | CAFE DE STUIVER | Jules Coopman, landbouwer |
VELDSTRAAT | ||
2 | zonder | (Cyriel Reyniers, slachter-fruitkoopman (Clemence Vervinckt, tapster |
WESTSTRAAT | ||
40 | DE BOSLUCHT | (Alfons Bonne, voerman (Prudentia Verbiest, tapster |
82 | CAFE ARISTONA | Andre Verbiest, tapper-rijwielhersteller |
Periode 1916.
Statiestraat.
Was het aantal drankgelegenheden toen reeds sterk gedaald, momenteel zijn er te Waarschoot volgende bekende herbergen:
1986 | ||
ARISDONK | ||
103 | BUNGALOW | Robert Boucquaert, barman |
BEKE | ||
133 | LIBERO | (Henri Boute, vleesbewerker (Christiane De Pauw, caféhoudster DAM |
56 | SCHUIMPINTJE | Ingels Karel, handelaar |
DORP | ||
14 | HOOP VAN VREDE | (Greta Heyndrickx, handelaarster (Lippens Palmyre, gérante |
G. GEZELLELAAN | ||
1 | CHRISTOPHE | Filip Bulté, handelaar |
27 | GUIDO GEZELLE | Antoinette Boes, caféhoudster |
29 | DE DAM | Denisia Braeckman, caféhoudster |
18 | LE JOKER | onbewoond |
H. CONSCIENCELAAN | ||
43 | EDELWEISS | (René Claeys, betonwerker (Palmyre Bovyn, caféhoudster |
59 | RELAX | Juliette Banckaert, herbergierster |
26 | THE MUST | (Pierre Sollie, handelaar (Fathia Benotmane, herbergierster |
HOEKJE | ||
80 | KASTEELKEN | (Carolus Verhoeven, chauffeur Elza Devos, handelaarster |
KEERSTRAATJE | ||
50 | 'T NIEUW STERREKEN | Stefaan Van Hoorebeke, haarkapper-herbergier |
KERE | ||
71 | CENTRUM | Simonne Bastiaen, herbergierster |
LEEST | ||
7 | 'T LEESTJEN | Christiana De Rycke, caféhoudster |
118 | 'T BUURTHUIS | (Mark Bekaert, metserdiener (Caroline Coddens, caféhoudster |
MOLENSTRAAT | ||
45 | SPORTWERELD | Christiaan Lievens, caféuitbater |
NIJVERHEIDSSTRAAT | ||
1a | DE TRUCKER | (Guido Goemaere, chauffeur Jeannine Stal, herbergierster |
OOSTMOER | ||
88 | VERGEET-MIJ-NIET | (Julien Janssens, wever (Simone De Wispelaere, herbergierster |
SCHOOLSTRAAT | ||
10 | CAMBRINUS | Helena Janssens, gepens.-caféhoudster |
STATIONSPLEIN | ||
7 | BAREELKEN | onbewoond |
STATIONSSTRAAT | ||
1 | SPORTMAN | (Rik Claeys, handelaar en rijwielhersteller-caféhouder |
89 | DE WELKOM | Angele Hallaert, caféhoudster |
119 | JACOB VAN ARTEVELDE | (Wilfried Vande Keere, schrijnwerker (Mia De Meyer, caféhoudster |
2 | SALAMANDER | Etienne Gevaert, caféhouder |
44 | METRO | Robrecht Lippens, caféhouder |
86 | MIAMI | Wilfried De Clercq, zaakvoerder |
92 | LINDENHOF | Lucien Proot, uurwerkmaker-herbergier |
112 | 'T NIEUW VOLKSHUIS | Erik Smekens, caféhouder |
WESTSTRAAT | ||
22 | TREFPUNT | Jeugdlokaal |
59 | YVETTE | Yvette Verbiest, caféhoudster |
PATRONAGIESTRAAT | ||
3 | KRING | Andrew Mollet, kok |
BEKE | ||
46 | ANITA | (Irené Van Daele, borduurder (Ernestina Bral, caféhoudster ZOUTWEG |
32 | DERBY | onbewoond |
BELLEBARGIE | ||
KWADE BOS | Jeugdlokaal | |
NIJVERHEIDSSTRAAT | ||
Sporthal |
Periode 1916.
Statiestraat.
De Zwarte Leeuw - V. De Paepe.
Zoals uit de opeenvolgende lijsten kan worden vastgesteld, waren er weinigen die uitsluitend leefden van de opbrengst der herberg, en hadden de tappers toendertijd ook een ander beroep. Uit de benaming der herberg alleen reeds bleek dat het beroep van herbergier gecumuleerd werd met een hoofdberoep, zodat waarschijnlijk in feite de echtgenote uitbaatster was - en er wellicht meest verstand en aanleg voor had terwijl de man zijn dagtaak volbracht, een feit dat nog het meest tot uiting komt, sinds de vrouw haar eigen beroep krijgt toegewezen, meestal om sociale redenen.
De benamingen op zichzelf vergen ook enige aandacht.
Is het nogal logisch dat een drankgelegenheid de naam krijgt van de straat of wijk waarin zij gevestigd is, gebeurde ook wel eens het omgekeerde.
Eertijds sloot het Hoekje aan met Oostmoer. In 1866 was er de herberg " Bellebargie" - en hier moet verwezen worden naar de betekenis ervan, nl. de plaats tot waar de bel gehoord werd, werkkrachten oproepende om een bargie op het vaardeken te lossen of te laden - en die uitgebaat werd door Karel Frans Declercq, boswachter en herbergier. Later werd aan dit gedeelte van het Hoekje, vanaf de Zoutweg tot aan Oostmoer, de naam Bellebargie gegeven.
In de loop der jaren konden tal van naamsovernemingen en -veranderingen worden vastgesteld bij het openen van een nieuwe herberg of overname ervan. Waar een zaak om zo te zeggen in de familie bleef, bleef het uitsteekbord meestal ongewijzigd. Er kunnen echter ook voorbeelden gegeven worden van herbergen die aan derden overgingen, en toch hun naam behielden. Zo bleef de naam behouden van café" 't Meetjesland" op de Leest, oorspronkelijk uitgebaat door Gustaaf De Vilder, vervolgens door Leon Heyde en laatst door Roger De Corte. Eerst na hem werd de benaming veranderd in «'t Leestjen».
Daartegenover gebeurde het ook wel, dat dezelfde uitbater na een tijd een andere naam koos. Zo veranderde Camiel De Pauw (Nieuwstraat) de oorspronkelijke benaming "In Valentino" (volgens telling 1916) in "De Lindekens" (telling 1940/45), terwijl de uitbater Vanden Broucke, Dam, de benaming "In 't Groene Woud" wijzigde in «'t schuimpintje».
Het gebeurde ook meermalen dat, dat 't beëindigen van een bedrijf, de naam werd
overgenomen door een ander, die elders opgericht werd. Zo stond vóór 1914 op de
Kere de herberg "Elk weerd hem", uitgebaat door Philemon De Vogelaere, terwijl
deze benaming op de lijst van 17 september 1916 voorkomt op de Dam met als
uitbaatster We Boone, en tijdens de oorlogsjaren 1940/45 in de G. Gezellelaan op
naam van Medard Van de Walle. Evenzo bestond in 1846 de herberg «'t Huys van
Commerce» in de Kerkstraat, terwijl achteraf dezelfde naam opduikt op Beke. Dit
om er slechts een paar te noemen. Wat ook meermalen voorkwam was het feit dat,
ofwel om de welluidendheid, ofwel bij gebrek aan inspiratie, er twee, zelfs méér
drankgelegenheden waren met dezelfde benaming. Zo was er in 1916 bv. "In den
groenen boomgaard" op Oostmoer bij Alfons Van Kerckvoorde en op de Stuiver bij
Charles De Rynck. Als manlief gezegd had: «'k Ga even een kaartje leggen in den
groenen boomgaard», dan wist moeder-de-vrouw niet of hij werkelijk aan 't buurten was
in de boomgaard dan wel op de Stuiver of op Oostmoer vertoefde.
Hetzelfde met "In de druiftak" in Arisdonk bij Gustaaf Aers en op Beke bij
Cyriel Van Laecke. "De Graaf van Vlaanderen" was terzelfdertijd gelogeerd
in het Hoekje bij August Ros en in de Kerkstraat bij Alidoor Aerens.
De benamingen waren en zijn uiteraard zeer uiteenlopend en heterogeen. Het is vanzelfsprekend onmogelijk de oorzaak en redenen te bepalen van alle benamingen. Toch spreken sommige uitsteekborden voor zichzelf, zowel vroeger als nu.
In de eerste plaats was er de overlevering en traditie: " De Zwaan", "St.-Hubert", "De Leeuw" en "Jacob Van Artevelde" zijn benamingen die ten minste een eeuw hebben standgehouden.
Anderzijds was er de ligging die een rol speelde, zoals bv. "De Leest", " 't Beirtje", "In 't Boschzicht", "In den groenen boomgaard", "In den Stuiver", "Café de la Station", "Over d'IJzers", "In de Vijverput", "De Boslucht", enz.
Onder de benamingen van 1916 komen bijna alle omliggende gemeenten voor, die alle duiden op de herkomst van de herbergier of de waardin.
Ook het beroep speelt een rol, zo "De Schaere", "In de kuiperij", "St. Eloy", "In de truweel", "De ernstige boer", "In het kloefken", "In de priem", "In de velo", "In de vaste kontrool" "In de wagenmakerij", enz., alsmede de geboden ontspanning, zoals "In 't schuttershof', "Laat vliegen dat vliegt", "In de reisduif", "In den handboogschutter", "De sportman".
Volgt dan nog de eventuele gezindheid, zoals deze blijkt uit "In den Vlaamschen Leeuw", "In de Graaf van Vlaanderen", "Prins Boudewijn", "Christenwerkmanshuis" en "Volkshuis".
In vele gevallen werden de benamingen kort gehouden, om het uitsteekbord te kunnen aanvullen met de geboden mogelijkheden, zoals rol- en schietbaan, biljart, tir, velorust e.d.m. Toch zijn er op de lijst van 1916 een paar die opvallend zijn en nogmaals de aandacht vergen. Pieter Wille in de St. Zusterstraat beklemtoonde "In halverwegen rust men onverlegen", terwijl Philemon Van Vooren op de Keere het toen veel langer trok met "Ik woon hier op de Keere; wat kan ik beter wenschen, dan de zegen van den Heere en de nering van de menschen". Dat was nog niet zo slecht gezien, want hij wenste niet rechtstreeks de tering, maar wel dat de mensen voldoende zouden verdienen om zich, via hem, een verzetje te kunnen gunnen.
Het minste part der huidige herbergen kan bogen op een lange traditie. Slechts een viertal kunnen zich immers beroepen ontstaan te zijn tijdens de vorige eeuw, of nog vroeger. Het merendeel werd immers opgericht tussen de beide wereldoorlogen, en zelfs na 1945. Met een oorsprong in 1866 en met dezelfde benaming rest enkel de "Jacob Van Artevelde".
Uit de lijst van 1916 vielen er in 1943 nog een twintigtal te noteren wier naam
ongewijzigd was gebleven. Vergelijken wij de huidige lijst met de voorgaande,
van
veertig jaren terug, dan stellen wij vast dat er toch nog drieëntwintig van
overblijven, zijnde dertien die ondertussen een naamswijziging ondergaan hebben,
en tien wier naam behouden werd. De overige zijn nieuwkomers in de reeks.
Het moge dan ook interessant zijn even de "stambomen" te vermelden van een viertal herbergen, die als oudste binnen de gemeente kunnen beschouwd worden.
De eer de oudste herberg te zijn komt toe aan "HET LINDENHOF" die reeds bestond vóór 1798, zij het onder de naam van "De Gaude Pirre" en ondertussen ook reeds een ander uitsteekbord kreeg.
In het landboek der grondbelastingen van 8.8.1798 staat de beschrijving als
volgt:
"Huys, synde herberghe genaemt de gaude pirre (7R 1ste 5 calsynen) met grond
logtingen, west de voorgaende, suyt de wed. Carel de Bourdere, Oost de St.
Susterstraete hiermedegaende en noort de straete" uitgebaat door Bernard
Temmerman. Hieruit kan afgeleid worden dat het wel degelijk "Het Lindenhof"
betreft.
Na zijn overlijden in 1808 werd hij opgevolgd door "cabaretière" Caroline Van Assche, die overleed op 28 juli 1836. Daarna volgden Franciscus Lambert (schoenmaker - overleden in oktober 1854) en diens echtgenote Theresia Eggermont (herbergierster, overleden in januari 1870). De daaropvolgende uitbater was Henri Coddens, herbergier-dagloner, tot in 1900.
Wanneer de naamverandering heeft plaatsgehad, kan niet met zekerheid bepaald worden, maar vermoedelijk was het toen in 1900 het echtpaar André De Walsche (paardenkoopman-caféhouder) - De Beir Helena (tapster) er hun intrek namen en de "Gaude pirre" plaats moest ruimen voor "Het paard van Binche". De vrouw overleed op 24 december 1943 en de man verhuisde op 14 oktober 1949.
Periode 1916. | |||
Rechts: | - De Vlaamse Leeuw - Schuttershof - In de Oude Kroon - Sportman |
Links onderaan: Achtergrond: |
- Gemeentehuis - Prins Karel - St. Hubert |
Alfons Meiresonne, die voordien lokaalhouder was van het Christenwerkliedenhuis nam er toen zijn intrek, samen met zijn echtgenote Martha Pauwels, caféhoudster tot einde 1964. De huidige uitbater is er komen wonen op 1 februari 1965, en wijzigde de vroegere benaming in "Het Lindenhof".
Volgt de huidige herberg «'t Leestjen», die haar benaming kreeg door de huidige uitbaatster bij de overname in december 1983. In deze drankgelegenheid wordt ononderbroken getapt sinds 1857, toen Pieter Meirsman er kwam wonen. De oorspronkelijke benaming is niet bekend. Tot in 1900 werd de zaak uitgebaat door de familie Meirsman: na het overlijden van Pieter op 23 juli 1857, volgden Rosalie, herbergierster, samen met haar broeder Charles Louis, die herbergier-gareelmaker was. In 1887 werden zij opgevolgd door Joseph Meirsman, eveneens herbergier-gareelmaker.
Gustaaf De Vilder, die blokmaker-caféhouder was, gaf er in 1900 de naam «'t Meetjesland» aan. Hij overleed in oktober 1941. Leon Heyde, timmerman-caféhouder, kwam er wonen in mei 1942 en behield de zaak onder dezelfde benaming tot september 1949. Van dan af kwam zij in handen van het echtpaar Roger De Corte (toen nog wielrenner en achteraf handelaar-caféhouder-schepen der gemeente) Simonne Buysse. Na vierendertig jaar uitbating kwam de zaak in handen van Christiana De Rycke, die er, zoals gezegd, een andere naam aan gaf.
Op het dorp staat "De Sportman", die op een ononderbroken traditie kan bogen vanaf 1853. Het gebouw werd opgericht als "huys synde herberghe (5R 2st 9 cals.) op grond paelende oost 't voorgaende (herberghe De Croone), suyd en west het dorp en noort het kerkhof" door Jacques De Craene, die destijds zelf een "aubergiste" was. (grondboek der belastingen 1798). Achteraf werd hij echter "boutiquier", zodat het huis gebruikt werd als winkel.
Pieter Vande Velde was er herbergier gedurende één jaar, van 1847 tot 1848.
Eerst vanaf 1853 is het huis gebruikt voor wat het was opgericht: brouwersgast Pieter Lammens en echtgenote Marie Lippens, herbergierster, dreven er de zaak tot oktober 1858. Volgde Jan Andreas Cromheecke, herbergier, die overleed in 1870 en opgevolgd werd door herbergier-slachter Alphonse Meire. Toen die in 1885 verhuisde naar het gemeentehuis, er vlak tegenover, kwam Barbara Madou, weduwe Ignace Callewaert in zijn plaats tot haar overlijden in 1898. Haar twee dochters Marie-Louise en Marie- Theresia, waarvan de eerste herbergierster en de andere herbergierster-hoedenverkoopster was, namen haar taak over.
Joseph Vervaet, magazijnier-herbergier vestigde er zich op 13 juli 1915, om te worden opgevolgd vanaf 21 april 1920 door zijn dochter Emerentia, die gehuwd was met Camillus Vyncke, fabriekssmid-tapper (+ februari 1929). Driemaal weduwe (Claeys, Baert, Vyncke) werd nadien de zaak overgenomen door haar zoon Leon Claeys, rijwielhandelaar-caféhouder, die gehuwd was met Clara Dossche, caféhoudster. Sedert 1976 wordt de zaak uitgebaat door de zoon Hendrik Claeys, handelaar en rijwielhersteller-caféhouder. De benaming" Sportman" is in voege vanaf de overname door Joseph Vervaet.
De enige herberg die nooit van naam veranderde sinds zijn ontstaan in 1866 is de
"JACOB VAN ARTEVELDE". Hij werd opgericht door herbergier-winkelier en mulder
Charles Gernaey, die hem uitbaatte tot zijn overlijden op 30 juli 1871. Nadien
woonde Ivo De Grauwe er tot mei 1879, waarna Ivo De Groote, veekoopman-herbergier
er zijn dagelijks brood verdiende tot hij er geen meer nodig had op 6
juni 1889. Van dan af werd de zaak gedreven door de familie Jan Baptist De
Pauw-Amelie Windels en kinderen, tot de laatste er verhuisde in januari 1966.
(Jan Baptist De Pauw + 12 juni 1910 - Amelie Windels + 27 januari 1919 - De Pauw
Cordula + 24 mei 1927 - De Pauw Romanie + 30 maart 1947 - De Pauw Justine + 7
mei 1965 en De Pauw Maria, verhuisd in januari 1966). Méér dan vijfenzeventig
jaren was de zaak in handen geweest van deze familie.
Na een paar jaren werd de zaak heropend door Willy Braet (jan. 1969) die, naast zijn hoofdberoep van metaalbewerker, er caféhouder was tot einde 1980. Opnieuw werd de herberg een gesloten huis, tot hij verhuisde in februari 1984 en de zaak werd overgenomen door schrijnwerker Wilfried Vande Keere en diens echtgenote Mia De Meyer, caféhoudster.
Eveneens vermeldenswaardig is het feit dat een herberg kon opgericht worden op algemeen verzoek der geburen ! En waardoor dan nog een eeuwenoude benaming in stand kon blijven.
Op de hoek tussen de Lieve en de steenweg, nabij de oude brug op Beke stond op het einde van de 18de eeuw de herberg "De Sterre". Die benaming bestaat ten huidige dage nog, zij het onder een andere vorm.
In 1846 bestond die herberg niet meer, maar de naam «'t Sterreken» dook op voor een café op de Berg. De laatste uitbater daarvan was Pierke Vervaet, die over enkele "minetta"-dochters beschikte en daar handig gebruik wist van te maken. Mettertijd verlieten dezen echter het ouderlijk dak, zodat de herberg gesloten werd in 1923, toen Sylvere Vande Vijver één der dochters huwde en er zich kwam vestigen.
Meteen was gans de wijk zonder drankgelegenheid en kon men de jaarlijkse wijkkermis vergeten. Dit duurde zo tot in 1931, het jaar waarin vol heimwee naar leute en plezier op de tweede zondag van augustus de kermis terug plaats had, maar dan op het hof van boer Camiel Goethals, waar thans Paul Vermeire woont. Die was echter tevreden dat alles voorbij was, want na de kermisdagen kon hij zijn eigen hoeve niet meer herkennen vanwege de aangerichte schade, zodat het bij een éénmalige heruitgave van Bergkermis dreigde te blijven.
Doch waar de nood het hoogst is, is de redding nabij. Het echtpaar Gustaaf Van Hoorebeke-Maria De Smet nam het initiatief een herberg te laten bouwen in het Keerstraatje, en dit op aandringen van de geburen. Op 27 juni 1932 werd de grond aangekocht jegens de familie Vermeulen te Lochristi, terwijl het bouwplan reeds in de maak was. Aannemer Maurice Timbreur werd aangesteld voor de uitvoering der bouwwerken, terwijl Leon Suttels belast werd met het houtwerk. Op zeven weken tijd was de herberg, die de naam «'t Nieuw Sterreken» meekreeg, gebruiksklaar, weliswaar zonder trappen, noch naar de zolder, noch naar de kelder, die voorlopig moesten bereikt worden via ladders. Doch op de tweede zondag van augustus kon de kermis doorgaan, met een tering zonder weerga, want de leverancier van dranken moest dagelijks de voorraad komen aanvullen.
Dit heuglijk feit werd vijftig jaar later, in 1982, gevierd door de zoon en huidige uitbater "Etienne uit 't Sterreken", die zijn stamgasten een avond lang kosteloos gelag aanbood.
Bron: Gemeentearchief Waarschoot. | Hubert Reyniers |
Vorig artikel: Oud Zomergem |
Inhoud van 1986, jaargang 19 |
Volgend artikel: Meetjesland in vroegere jaren |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024