De tekst van dit volkslied werd ons medegedeeld door de heer Georges Lampaert. De drie vrienden — vermoedelijk de auteurs — waarvan spraak in de aanhef, waren blijkbaar geen Eeklonaars (zie de tweede stroof); misschien kwamen zij wel van Watervliet ?
Deze tekst moet dateren uit de jaren 1897/99, wellicht van kort na de oprichting van het standbeeld van K.L. Ledeganck (zie de laatste regels van de vierde stroof). Dit monument werd immers onthuld op 29 augustus 1897, in aanwezigheid van Prins Albert.
Het stuk kan bezwaarlijk van 1900 of later zijn, vermits men in de derde stroof spreekt over het oude stadhuis, «een kunstgebouw uit d'andre eeuw» en dat opgericht was in 1609.
Weet iemand soms iets méér over het ontstaan van dit lied en over de auteur(s) ?...
Wij zijn gedrieën kameraden We hebben toch zoveel plezier En zonder iemand ooit te schaden Zijn wij vandaag weer op de zwier; Een reisje door de schone streken van ons zo rijke Meetjesland, Naar geld of moeite niet gekeken Langsdoor ons schone Vlaanderland. Nu zijn we t'Eeklo aangekomen En wat ons daar het eerste trof Dat zijn die schone rijen bomen die ook verdienen ieders lof; En langs die brede rijke straten, ja die men nergens groter ziet Daar kan men vrij en rustig praten Daar rijdt de tram naar Watervliet. Het stadhuis ook is eigenaardig, Een kunstgebouw uit d'andre eeuw en recht daarover iets merkwaardig, het groot hotel de Gouden Leeuw en wat op zij heeft men 't theater, nog een juweel dat komt van Gent en binnenkort of wel wat later wordt het verklaard als monument. En op de Markt daar ruist u d'ore van al die zwijns de donderdag en ook die wijd vermaarde foore waar men zovele wondren zag, maar wat wij meest hebben bewonderd dat is standbeeld van Ledeganck door ene grielde afgezonderd van meer dan honderd meters lang. Recht vóór de kerk daar hebt ge 't rotje 't zijn al hotels 'lijk het stadhuis ware het ons doens al met één stootje ze lagen al meteen in gruis; waarvan we ook nog moeten spreken 't estaminet «het Boerenhol» daar is antiek uit alle streken daar zijn liefhebbers van de bol. In Eeklo zijn nog wondre dingen ja kunst en schatten zonder tel maar nu, we scheiden uit met zingen en zeggen u dan al vaarwel. Verheugt dees lied u, heren vrienden, wel dan eens klappen in de hand en roep met mij dan al te zamen : «Vivat ons schone Meetjesland». |
LUCIEN LAMPAERT.
Vorig artikel: Het Rattenkasteel te Waarschoot |
Inhoud van 1970, jaargang 3 |
Volgend artikel: De Diligence Aardenburg-Maldegem |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024