Sinds het verschijnen van de jongste aflevering van ONS MEETJESLAND hebben wij door bemiddeling van de heer Buysse, sekretaris van de huidige gilde, inzage gekregen van een oud «Registre van Reglementen der Societeyt van het Jong Gilde te Bassevelde», daterend van 1841.
In gezegd jaar bestond de oude Sint-Sebastiaansgilde nog wel, maar wegens het gering aantal leden — nog zeven ! — leek zij toen onvermijdelijk ten dode opgeschreven.
Enkele ingezetenen van de gemeente besloten dan tot het oprichten van een nieuwe en levenskrachtige «societeyt». Dit gebeurde in 1841 nog, met D. Dhanens als hoofdman en E. De Decker als koning. Elk nieuw lid diende bij zijn aanvaarding 5 frank te betalen, wat een groot bedrag was voor die tijd.
In 1843 was de nieuwe vereniging reeds zo bloeiend, dat de oude gilde besloot van dan af samen te gaan met de nieuwe Sint-Sebastiaansgilde en haar tevens haar bezittingen af te staan. Dit geschiedde nog hetzelfde jaar, terwijl de afstand van het archief en van de eretekens volgen zou in 1865.
Er werd een inventaris opgemaakt van die bezittingen en, wegens de
interessante mededelingen, nemen wij enkele punten daaruit over:
«1° Een register begonnen in 1728 en beschreven tot bladzijde 78.
16° Een zottekleed bestaande in broek, vest met bellen.
17° Eene muts met eene bel.
24° Eenen zijden standaert, met koperen pijk, vergult, van 1842.
25° Eenen baillieu-stok met zilveren vogel daarop.
26° Eene ketting met den aanhangenden vogel in zilver.
27° Een zilveren vogelken met lint, bij de koninginne, huisvrouw J.B. Goole.»
Elke handbooggilde die zichzelf respekteerde had eertijds ten minste twee hoornblazers, een tamboer of trommelaar en zeker en vast een nar of «zot». De nar moest steeds weer de nodige humor bij de gaaischietingen aanbrengen, door zijn kluchten en koddige gedragingen. Het betreden van het schietplein gebeurde altijd per groep, in formatie, waarbij de «zot» van de vereniging voor de nodige komische luister moest zorgen. Gewoonlijk werd een ereprijs uitgereikt voor de intrede van de best geslaagde formatie.
De ereprijs «voor de schoonste inkom» werd zo door Bassevelde weggekaapt de 5 juni 1842 te Zelzate en de 17 juli 1842 te Kaprijke.
In bijna alle rekeningen van uitgaven van de vereniging vinden wij de post terug: «betaeld voor poer». Dit poer (schietpoeder, buskruit) was bestemd voor het afvuren van de kanonschoten, die werden gelost bij de aanvang van de grote koningschieting der handbooggilde, welke jaarlijks plaatsgreep.
In de zitting van 21 augustus 1859 deelt de hoofdman Goole mee dat «de peers nu werd verplaatst op een stuk grond, gelegen bij de herberg «De Carosse», uitgebaat door Jan Van Hamme, met akkoord dat er 50 roeden land onbezaait blijven, om ten allen tijde en wijl te komen schieten en dit tegen het bedrag van 0,50 Fr per jaar en per lid». Deze herberg «De Carosse» stond in de Dorpstraat en werd enkele jaren geleden gesloopt.
De handboogmaatschappij «Gilde Sint-Sebastiaan» verkreeg het recht de titel van «Koninklijke» te voeren op 12 juni 1927. Op de dag van heden is deze Basseveldse gilde nog zeer bloeiend en telt zelfs méér dan zeventig leden. Ad multos annos !
ROMANO TONDAT.
Vorig artikel: Oud Boekhoute (1) |
Inhoud van 1971, jaargang 4 |
Volgend artikel: Herbergen opgericht te Eeklo tussen 1820 en 1830 (1) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2025