HET LIED VAN PIERLALA
En Pierlala lag uiterst slecht; Hij was in grote nood. Hij kon allene niet meer recht En ging zo naar zijn dood. Wie zal mij helpen, zo riep Pier, Is er dan genen dokter hier, Want 'k sterve, zei Pierlala sa sa, Want 'k sterve, zei Pierlala. Maar juist kwam daar een dokter aan, Mijnheer van Katerghem ; Hij pakte Pier bij zijne kin En vizenteerde hem. Gij moet, zo sprak hij met een zucht, Algauw veranderen van lucht. Naar waar? zei Pierlala sa sa. Naar waar? vroeg Pierlala. De dokter hernam: Ik ken een streek Genaamd de Katerhoek; 'k Verzeker dat gij in een week Weer zijt gezond en kloek. Voorwaar ik ben geen leugenaar, Gij wordt er meer dan honderd jaar! 'k Ga mee, zie Pierlala sa sa, 'k Ga mee, zie Pierlala. |
En Pier die sprong nu uit zijn bed En deed zijn kleren aan ; Zijn beste hoed ook opgezet, Om naar het nieuw verblijf te gaan. Maar, dokter, houd hem stevig vast, Want 't is een rare, vieze kwast! Waarom? vroeg Pierlala sa sa, Waarom? vroeg Pierlala. Ziet u dat rijtuig dat daar staat? Is dat niet naar uw zin? Wel, kom er dan maar aanstonds aan En stap er nu maar in ; En zie wat ik u vorenschrijf, Al zonder kinderen of wijf. 't Is best, zei Pierlala sa sa, 't Is best, zei Pierlala. Sa, vrienden van de Katerhoek, Bewijs aan Pier veel eer En bak hem alle jaar een koek, Lijk deze eerste keer. 't Is vast dat hij u nering geeft En zo de oude hoek herleeft ! Lang leve Pierlala sa sa ! Lang leve Pierlala! |
PIERLALA - AFSCHEIDSLIED |
Op de wijze van: «o Denneboom». |
1. |
o Pierlala, o Pierlala, Wij moeten u begraven. o Pierlala, o Pierlala, We vergeten nooit uw gaven! Als d'oude belgen waart gij fel Verslaafd aan vrouwen, drank en spel! o Pierlala, 0 Pierlala, Wij moeten u begraven. |
3. | o Pierlala, o Pierlala, We gaan nog eentje drinken, o Pierlala, o Pierlala, Op uw eeuwigheid gaan we klinken. We zijn nu zeker overtuigd, Dat gans de hemel voor u buigt. o Pierlala, o Pierlala, We gaan nog eentje drinken! |
2. |
o Pierlala, o Pierlala, Dit moogt ge nu wel weten, o Pierlala, o Pierlala, Nooit zullen w'u vergeten! Gij waart een echte goede vriend, De dood en hebt ge niet verdiend. o Pierlala, o Pierlala, Dit moogt ge nu wel weten! |
4. | o Pierlala, o Pierlala, Spreek ginder nu ten beste, o Pierlala, o Pierlala, Voor URSEL en de reste. En volgend jaar, dat staat al vast, Zijt g'hier bij ons weer de «eregast» ! o Pierlala, o Pierlala, Spreek ginder nu ten beste! |
Folklore-Komité - Ursel. |
Vorig artikel: Edmond Van Hove en Ledegancks Drie Zustersteden |
Inhoud van 1973, jaargang 6 |
Volgend artikel: Eeklo in beeld en schrift (3) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024