Op 3 augustus van het jaar 1771 zaten Andries INGHELS en Bernardus TEMMERMAN, beiden van Waarschoot, zich te goed te doen aan Leuvens bier in de koele gelagzaal van de "herberghe genaemt het Schip met roer en mast", gelegen 'bij de caeye van de Schipvaert" te Eeklo. De Eeklose loskaai bevond zich in die tijd aan het huidige Gebroeders Van de Woestijneplein.
De hete augustuszon zal er zeker voor iets tussen hebben gezeten dat Jacobus DE BEIR, zoon van Frans en 18 à 20 jaar oud, ook even de herberg binnenwipte, want De Beir was student aan het Eeklose College of de "Latijnsche Schoole van de Paters Recoletten" en het strenge schoolreglement verbood herbergbezoek. DE BEIR woonde te Waarschoot en wij mogen aannemen dat hij zijn dorst kwam lessen alvorens zijn weg huiswaarts te vervolgen.
INGHELS en TEMMERMAN riepen hun binnengekomen medeparochiaan bij zich om in hun gezelschap een pint te drinken.
Terwijl de drie Waarschootse mannen daar zo "onder malcander drijnckende" - verenigd zaten, begon Andries INGHELS allerlei beledigingen te uiten tot DE BEIR, wiens familie en vooral zijn vader het moesten ontgelden.
Tavernier Felix PIRO, ziende dat het niet bij woorden zou blijven, stelde zich op tussen INGHELS en DE BEIR om - zo zou hij later verklaren - "beijde teghen te hauden ofte beletten van te vechten".
Doch daarmede was de mond van INGHELS nog niet dichtgesnoerd.
Die zette zijn scheldpartij maar verder en op zeker ogenblik lapte hij er o.a. uit dat de vader van DE BEIR "eenen deughniet" was.
Dit moet te veel geweest zijn voor DE BEIR die INGHELS dan "heeft toegebracht met de handt eenen slagh op de slinker cant van het hoofd, soodaenigh dat hij - Inghels - daervan ter aerden is gevallen, al of hij dood hadde geslaegen gheweest".
DE BEIR wachtte de verdere tribulaties niet af en zoals het in de meeste van die gevallen gebeurt, maakte hij dat hij daar vlug weg kwam.
De slag met de hand - of was het een vuiststoot - en de val met het hoofd op de vloer, waren in elk geval zeer hard aangekomen, want INGHELS bleef bewusteloos liggen.
Hulpdienst 900, ambulance's en klinieken bestonden toen nog niet en INGHELS is "sieck te bedde blijven ligghen" in de woning van Felix PIRO.
"Sonder bij sijn volcomen verstant te comen" bleef INGHELS daar met een of ander hersenletsel in comateuse toestand liggen.
Dagelijks werd hij door een doctor in de medicijnen en door twee chirurgijnen "gevisiteerd ende gecureert", doch hun hulp mocht niet baten want in de nacht van 12 op 13 augustus gaf Andries INGHELS de geest.
Op 13 augustus werden Tavernier Felix PIRO, 28 jaar oud, en zijn vrouw Joanna van ACKER, 33 jaar oud, verhoord door de Eeklose Schepenen. Beide getuigen legden een bijna eensluidende verklaring af, die ons in staat stelde het verhaal van de feiten weer te geven (1).
Ook Bernardus TEMMERMAN fs Cornelis, 19 jaar oud, wonend te Waarschoot, werd verhoord en het is opvallend dat hij geen partij koos voor zijn gewezen kameraad INGHELS. Bepaalde invloeden hadden misschien reeds hun rol gespeeld !
TEMMMERMAN wist wel te zeggen dat wijlen INGHELS die bewuste dag "continuelijck was verwijtende, sjockerende ofte injurierende" student DE BEIR, "sonder dat die hem daertoe eenige redenen gaf". TEMMERMAN had ook nog gezien dat Felix PIRO getracht had de ruziemakers tegen te houden, doch dan werd getuige TEMMERMAN zeer voorzichtig en hij beweerde dat hij dan in gesprek was geweest met een zekere Frans van ZELE, zodanig dat hij met zijn rug naar De Beir en Inghels had gestaan, maar hij had INGHELS op zeker ogenblik nog zien "ter aerden vallen al of hij dood geweest hadde", er bijvoegend "sonder dat hij nochtans gesien heeft dat den voornoemden Jacobus De Beir aen Inghels soude toegebracht hebben eenigen slagh".
In opdracht van de Eeklose Wet werd eveneens op 13 augustus een autopsie op het lijk van INGHELS verricht door Claudius Fr. CARION, licentiaat in de medicijnen, bijgestaan door Cosmas Damianus TAELMAN, chirurgijn.
Hun verslag luidde als volgt:
"Wij onderschrevene Meester Cl. Fr. Carion Licentiaet inde medecijnen
residerende tot Caprijck ende Meester Cosmas Damianus Taelman Meester Chijrurghijn
binnen Eecloo, verclaeren ende attesteren bij desen als dat wij op den 13 augusti
1771 ten versoecke van dheer Jan Francies Vanzele, bailliu der Stede Keure ende
Vrijhede van Eecloo, ter presentie van den selven heere ende ter interventie van
d'heeren Schepenen Francies Martens ende Cornelis van Killeghem, ter adjunctie van
den heer greffier, visie ende inspectie ghenomen hebben van het cadaver van Andries
ENGHELS, ligghende ten herberghe ghenaemt het Schip, bewoont bij Felix Piro, waerin
wij hebben ghevonden als volgt.
"Deselve persoone was overleden den 12 ontrent den twaelf huere snachts.
Achter de Lingher (linker) oore hebben wij ghevonden een contusie (kneuzing)
beginnende a lobo inferiori (oorlel) tot ontrent een vijngher boven de selve oore
sigh verbreedende ontrent een vingher naer den occiput (achterhoofd), waer een incisie
(insnijding, snede) ghedaen was omme de selve contusie te ontlasten, langh circiter
(ongeveer) drij vijnghers, gaende recht naer boven ad verticum (schedeltop).
"De selve incisie verlenght hebbende ende de selve doorghekruist,
hebben wij ghevonden eene fissure (barst) in het osse parietali sinistro (linker
wandbeen) beghinnende aen het jommen auris juxta partem squammosam occipitis
(beginnend aan de ooropening nabij het squameusdeel van het achterhoofdbeen) gaende
krom langhs het os parietale (wandbeen) daer ontrent ghelijck in dese figuere
(tekening van barst wordt in verslag weergegeven) ten minste vier vijnghers lang,
soo dat het rechte eijnde sijn directie boven hebbende, disteert ontrent twee
vinghers van de commissure van de sutura lambdoidea (d.w.z. de barst stopt omtrent
twee vingers van de lambdanaad) ofte wel het bovenste deel van het os occipit
(achterhoofdsbeen). Dese fissure met de dilatatie (uitzetting) maekte een
St Andrieskruis ontrent ghelijck in de figuere (tekening van barst wordt hier
weergegeven).
"De musculus temporalis (spier die over het slaapbeen loopt) was wat
ghecontundeert (gekneusd).
"De Schotel (schedel) gheopend hebbende, hebben wij de Dura Mater
(buitenste of harde hersenvlies) onder de fissure (barst) geinflammeert (ontstoken)
ghevonden, soo nochtans dat boven de selve gheen draghma (medicinaal gewicht)
bloet en was ghestort, ende onder de selve Duret Mater, ontrent een draghma
gheclontert bloedt. Maer boven den rechter ooghe ontrent een vingher van het
orbita (oogkas) was de Dura Mater geinflammeert soodanigh dat de circumscriptie
(grootte) van het geinflammeerde pleck (ontstoken gedeelte) was ontrent drij
vijnghers van diameter en onder de Dura Mater was ghestort ten minsten twee oncen
(once = 1/12 van een medicinaal pond) gheclontert bloedt.
"Alle dese ommestandigheden, fissure, inflammatie ende bloedt ghestort,
hebben de herssenen ghepraemt (gedrukt, geprangd) ende derselve belet sijne
fonctie te doen waer uijt de secretie van de gheesten, ende als consequent de
natuerlijck levendigh ende animale beweghingen, sijn ghecesseert ende de doot
ghevolgt.
"In teecken der waerheijt hebben wij desen onderteekent, date ut
ante.
"w.g. C. Fr. Carion, Med.
w.g. Cosmas D. Taelman".
De heer Carlos Immesoete, student in de medicijnen, gaf ons volgende
kommentaar:
"Het gaat hier om een schedelfractuur (achter het linkeroor),
gecompliceerd door twee subdurale haematomen, d.w.z. bloedingen onder het
buitenste hersenvlies, waarvan er een veroorzaakt werd door de slag (achter
het linkeroor) en een door de val (boven rechteroogkas).
"Door de slag en de val liep INGHELS waarschijnlijk daarbij nog een zware
hersenschudding op, waardoor hij direkt bewusteloos bleef. Subdurale
haematomen die onbehandeld blijven, veroorzaken in de regel de dood.
En dit is hier het geval geweest" (2).
Aan de hand van het voor die tijd zeer omstandig opgestelde autopsieverslag, konden de rechters de feiten reconstrueren. INGHELS heeft een zeer zware slag (een vuistslag) gekregen achter het linkeroor (schedelbreuk en subduraal haematoom). Hij is dan naar rechts omvergevallen en hij is op de grond terecht gekomen met het rechtergedeelte van het voorhoofd (subduraal haematoom boven rechteroogkas).
W. HAMERLYNCK.
__________________________
(1) Stadsarchief Eeklo. Informatie Preparatoire, dd. 13.8.1771.
(2) Wij danken de heer Carlos Immesoete, die zo bereidwillig was het
autopsie-verslag te bestuderen en die ons de nodige anatomische verklaringen
bezorgde, die nu in het verslag tussen haakjes zijn weergegeven.
Vorig artikel: Landelijke woningen in het Meetjesland |
Inhoud van 1976, jaargang 9 |
Volgend artikel: Arthur De Meulemeester - Een vergeten Waarschoots toondichter |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024