Wie door de Schroonhoek te Sleidinge komt, zal onwillekeurig verrast en verwonderd even blijven stilstaan bij de hoeve van de heer Petrus Meiresonne. In het begin ietwat wantrouwig wegens mijn belangstelling voor zijn oude woning, is Petrus echter spoedig een minzaam man en een uitzonderlijk verteller gebleken. Wat een spraak, welk een vuur en welke vinnigheid van blik ! Geboeid heb ik geluisterd naar zijn levensverhaal, doorweven met allerlei anekdoten.
Hoevewoning van Petrus Meiresonne, Schroonhoek 12, te Sleidinge. |
Foto R. Tondat, Eeklo. |
Zijn vertelling steunde ten slotte op een levensbeschouwing, die hem steeds de moed en de kracht gaf om verder te werken, trots alles voort te leven en zelfs nog van de vele kleine dingen te genieten, op een eenvoudige en volkse wijze. Die levensopvatting is de weergave van een bijna kinderlijk en vertrouwensvol aanvaarden van alle levensproblemen. Dat schenkt hem die gemoedsrust en die kalme gelatenheid, die kenmerkend waren voor de vroegere generaties en waarvan men denkt dat die thans niet meer terug te vinden zijn. Petrus Meiresonne is in feite een uitzondering geworden met zijn gezonde levensvisie, die hem rust en vredige geborgenheid verschaft, iets waar zovelen vruchteloos naar zoeken in deze tijd...
MEIRESONNE PETRUS SCHROONHOEK 12 SLEIDINGE |
Bij het betreden van de woning lijkt alles ons nog zo oud. Petrus woont hier reeds jaren helemaal alleen en doet zelf wat hij kan. Dit huis, dat vroeger een tweewoonst was, werd door de ouders van Petrus - kort na hun huwelijk - aangepast tot een gezinswoning. Na het overlijden van vader en moeder waren er nog twee broers en een zuster, die daar samen met Petrus bleven wonen. Met zijn broers, die in een fabriek gingen arbeiden, bewerkte Petrus in zijn vrije tijd het land. Zelf trok hij als seizoenarbeider erop uit om bij "de hereboeren" te gaan werken, meestal voor één jaar, soms zelfs voor enkele jaren. Het zaailand hier had slechts een grootte van vierhonderd roeden. Paard of wagen werden nooit gebruikt. Alles gebeurde met de hand, elke transport geschiedde telkens met de kruiwagen. De oppervlakte van de tuin bedraagt negen roeden.
Mooie foto van de optimistische en gelukkige Petrus Meiresonne te Sleidinge. |
Foto Georges De Maertelaere. |
De woning zelf dateert uit de 18e eeuw. Vroeger was het dak afgedekt met stro. De vervanging door dakpannen gebeurde na de eerste wereldoorlog. De buitendeuren van de plaatsen 2 - 4 en de achterdeur van plaats 5 werden alle dichtgemetseld. De deuropening tussen de plaatsen 3 en 4 werd in dezelfde periode gemaakt. Voor het overige is alles onveranderd gebleven. Plaats 1, de hoogkamer die werd gebruikt als slaapkamer, was te bereiken langs vijf bakstenen, verdreven treden. De stenen vloer was de bovenkant van het onderliggende keldergewelf. In deze kamer staat ook de houten trap, langs waar men de zolder kan bereiken. Om een bepaalde reden werd geen onderzoek gewijd aan de zolder zelf. Ook plaats 2 werd gebruikt als slaapkamer.
In de woonkamer 3 - de huidige keuken - is de haard aangepast voor het gebruik van een Leuvense stoof of plattebuiskachel. Het overige bleef onveranderd. Wij treffen hier rode vloertegels aan, 12,5 cm x 12,5 cm groot. De ganse vloer werd moedwillig met een sterke helling naar de achterzijde toe gelegd, waar er - naast de achterdeur - een afloop doorheen de muur is. De muren zijn bekleed met behangselpapier, doch onderaan - tot ongeveer 70 cm boven de begane vloer - werden ze donkergroen geschilderd.
Eén van de blokvensters in de hoevewoning Meiresonne. |
Foto Georges De Maertelaere. |
Kamer 4, die in de tijd de "beste kamer" was, wordt nu door Petrus als slaapvertrek gebruikt. De vloer werd gelegd in cementtegels, donkergrijs van kleur, 20 cm x 20 cm groot. De haard is ook hier aangepast geworden, maar wel zijn de haardmuren onveranderd gebleven. Evenals in de woonplaats vinden wij hier een moerbalk met een eenvoudige versiering, 31 cm hoog x 22,5 cm dikte en met de nodige kinderbalken, 10 cm x 9 cm. De kelder, van normale grootte, met enkele treden naar beneden, wordt in de jongste jaren niet meer gebruikt.
De belangrijkste plaats op volkskundig gebied is echter de woonplaats 5 van de vroegere tweewoonst. In het Meetjesland heb ik bijna een duizendtal hoeven bezocht en vele daarvan hadden nog bepaalde bindtekens met het verleden, sommige ouder en beter dan de andere. Maar bij Petrus vond ik in die kamer nog een volledige bakoven, met de ovendeur uitmondend in de haard. Er konden maximaal twaalf broden ineens worden gebakken. Over het broodbakken vertelde Petrus: "Ik heb die oven dikwijls aangestoken, het gaf telkens wel wat rook, maar ja, gerookt vlees bewaart beter... Ge ziet het wel aan mij !".
De bakoven in kamer 5. |
Foto Georges De Maertelaere. |
Petrus is geboren in 1893 en wanneer u de foto bekijkt zal u inderdaad moeten bekennen dat Petrus er werkelijk nog goed uit ziet.
Gedurende de wintermaanden, als er werd gebakken, kwam gans het gezin de warmte van de bakoven opzoeken. In de brand- of stookplaats zelf was het "vuurputje ", zo noemde Petrus het. 's Avonds, vóór het slapengaan, werden de nog aanwezige gloeiende houtstukken in het putje (zie foto) gestoken en overdekt met de nog warme as. Bij het opstaan 's morgens werd die as verwijderd en de nog aanwezige gloei was steeds voldoende om, bij middel van de blaaspijp en wat fijn droog hout, terug het haardvuur erdoor te krijgen. Dat vuurputje was ook één van de weinige die nog te vinden zijn in het Meetjesland.
De Schuur Meiresonne |
Foto Georges De Maertelaere. |
In deze plaats 5 is de moer-trekbalk, evenals in de andere plaatsen, vastgemaakt bovenop de zijkant van het venster, in de muur. De ijzeren ankers, die vastliggen aan de moerbalken, omvatten langs de buitenzijde een gedeelte van de stijlen der blokvensters (zie de foto op pagina 12).
De blokvensters zijn van jongere datum, gemaakt naar de voorgaande, maar dan toch van minder dik en zwaar hout. Alleen de houten stijlen die vóór de ramen staan en bedoeld zijn om mogelijke inbrekers te ontmoedigen, zijn van dezelfde verhouding en zwaarte als de voorgaande.
Haard en vuurputje Meiresonne. |
Foto Georges De Maertelaere. |
Zoals in de woonplaats 3 het geval is, werden ook de andere plaatsen vroeger met kalk gewit. Later werden de muren behangen en de onderkant werd in donkergrijze verf gezet, tot ongeveer 70 cm boven de vloer. Petrus bleef echter de plaats 5 verder kalken.
Dit gebeurde met de buitenmuren evenzo, tot op heden toe, met natuurlijk onderaan de klassieke teerlaag.
De schuur, van dezelfde ouderdom als de woning, had eertijds houten zijgevels. Na de eerste wereldoorlog werden deze vervangen door muren in cementsteen. De dorsvloer 1 lag vóór de aardappelkuil en de schuurwinkel. De koestal 2 gaf slechts plaats voor twee runderen. Petrus zegde trouwens dat er nooit méér dan één melkkoe op de doening was.
De varkenshokken 3 en 5 werden gebruikt om een varken vet te mesten om zelf te slachten; de andere varkens die erbij liepen werden bij tijds verkocht. De W.C. draagt het nummer 4, met de doorgang naar het varkenshok 3.
Petrus heeft zijn zaai- en weiland nu verpacht en houdt nog alleen een schaap, dat graast op het grasplein tussen de schuur en het woonhuis. Op dit "keuterdoeningsken" leeft Petrus Meiresonne in rust en stilte verder, gezond en tevreden, met de vele herinneringen uit zijn lang leven...
ROMANO TONDAT.
Vorig artikel: Het Goed te Kromeke te Bellem |
Inhoud van 1977, jaargang 10 |
Volgend artikel: Boeren- en andere wijsheden... en over de mensen die ze vertelden |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024