In het Meetjesland van vroeger, met zijn kanten en hagen (zie in "Ons
Meetjesland", 12e jaargang nr. 4, het artikel
"De tijd van toen... Het oude
Meetjesland") kende men een speciale manier om merels te vangen.
Men deed dit met het meerlaarsnet...
Het meerlaarsnet was gemaakt van gewoon zwart naaigaren, het was dus zeer licht, en als het in een duistere plaats opgehangen werd was het niet, of moeilijk te zien. 't Had een grootte van een meter tot een meter twintig in 't vierkant en de mazen waren vijf centimeter breed.
Het net werd in een kant, dwars over de dulf opgehangen, de onderkant ter hoogte van of een beetje hoger dan het water, het ijs of de bodem van de droge gracht. Bovenaan werden de hoeken ervan losjes vastgehaakt langs weerszijden van de gracht, aan een takje van de elzenstruiken. Echte kenners staken echter aan weerskanten een wis in de grond, brachten er op de gewenste hoogte een licht keepje aan in de schil en maakten daarin de nethoeken vast.
Als er dan een merel tussen struikenrijen van de kant aanwezig was werd die opgejaagd in de richting van het net. Het beest vloog dan weg, laag boven de gracht, maar bleef tussen de struiken. Het zag de dunne, donkere draden niet en vloog in het net. De merelaar geraakte verward in de mazen, rukte het net los en viel weerloos op de grachtbodem, in het water of op het ijs, waar hij door de vogelvanger opgeraapt of opgevist werd.
Een gevangen merelwijfje liet men terug vrij: de wijfjes fluiten niet. De mannetjes werden meegenomen naar huis en opgesloten in een vogelkooi van geschikt formaat. Als het na een zekere tijd bleek dat er bij waren die niet schuifelden dan werden die ook los gelaten. Kwestie van werk en voedsel te besparen ! Een vooruitziend merelvanger nam dan echter de voorzorg enkele centimeters van de staartveren af te knippen, om de betrokken vogels te kunnen herkennen als ze gebeurlijk later terug in het net terecht kwamen.
De schuifelaars werden rechtstreeks verkocht aan vogelliefhebbers, of men deed ze van de hand bij de vogelmarchands. In de twintiger jaren bracht een merel van vijftig centiem tot een frank op, volgens het spel van vraag en aanbod.
Het merels vangen werd vooral gedaan door de jonge gasten die zich hiermede amuseerden en bovendien trachtten wat bijkomende speelcenten te verdienen... want de zondagpree was in die tijd zo vet niet!
Het meerlaarsnet kon ook zijdelings geplaatst worden in een opening waar een struik ontbrak. Langs daar vlogen de vogels bij voorkeur in en uit de kant.
En soms stelde de merelvanger zijn net op links of rechts naast de kant, loodrecht ten overstaan van zijn lengterichting. Dan was hij natuurlijk verplicht het aan de buitenzijde vast te haken aan een stok die in de grond gestoken werd. Op die manier ging men ook te werk om merels te vangen die aan de voet van de "weren" (doornen hagen) hun voedsel zochten tussen en onder de samengewaaide blaren.
Tijdens de lente en de zomer werd het net niet gebruikt om merels te vangen. De vogels leven dan in paren, broeden en kweken hun jongen op... Als ze gevangen en opgesloten worden bestaat er veel kans dat ze beginnen te treuren en dat ze sterven. Bovendien waren de kanten dan in volle bladerdracht en was het plaatsen van het net heel wat moeilijker. In die periode zocht men de merelnesten op met "vlugge" jongen (jongen die op het punt staan het nest te verlaten) en haalde men die er uit, men kon ze in leven houden en opkweken.
Het verdwijnen van de meeste kanten, doornenhagen, knotwilgen en hoogstammige boomgaarden heeft het natuurlijk leefmilieu van de vogels ten zeerste aangetast. Het veralgemeend gebruik van scheikundige mest- en sproeistoffen viel eveneens zeer nadelig uit voor onze gevleugelde vrienden.
De vogelstand - mussen en spreeuwen terzijde gelaten - is dan ook in het Meetjesland, en overal, veel verminderd.
Sedert juli 1972 mogen de vogels niet meer gevangen worden, ook is het verboden de nesten te roven (Koninklijk Besluit van 20 juni 1972). Uitzonderingen hierop zijn de vogels die als wild beschouwd worden en onder de toepassing van de jachtwet vallen, de tamme duivenrassen, de tamme zwanen, de mussen en de spreeuwen.
Sindsdien is de merel een door de wet beschermd dier geworden... En het meerlaarsnet, dat al lang praktisch niet meer gebruikt werd, behoort nu definitief tot het verleden.
M.V.
Vorig artikel: Ten geleide |
Inhoud van 1980, jaargang 13 |
Volgend artikel: Oud Sleidinge (7) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024