In onze voorspoedige tijd van grote sociale en wetenschappelijk-economische vooruitgang, wordt het verleden vaak verwaarloosd en vergeten. De huidige tijdsevolutie gaat in sommige levens- en werkgewoonten zo snel, dat «heden» na enkele jaren reeds tot «verleden» kan behoren. Daarom werd te Eeklo een heemkundige tentoonstelling ingericht, met de bedoeling bij de mensen wat meer begrip te verwekken. Tevens was het de bedoeling de mensen te helpen bij het bewaren van datgene wat hun voorouders en ouders in hun levens- en werkgewoonten verwezenlijkten.
Het tentoonstellingslokaal was bereidwillig ter beschikking gesteld door de EE.PP. Minderbroeders van Eeklo.
Bij het binnenkomen van de tentoonstellingsruimte werd men onmiddellijk gekonfronteerd met de «lichtdruk uit het verleden». Er was immers een fotoreportage over de beroemde Eeklose dichter K.L. Ledeganck, samen met enkele brieven uit zijn persoonlijke correspondentie. Deze reportage is een gedeelte van de gewaardeerde verzameling van de heren Lampaert Lucien en Cyriel Van den Bouchaute; die het verwezenlijken van de fototentoonstelling «Oud Eeklo» mogelijk maakten. Bij dit eerste gedeelte van de tentoonstelling bevonden zich ook enkele oude sierstukken, oude houten kaasvorm, een voetverwarmer, een Bijbel uit 1657 (met honderden rijke gravures), het Ceuren en Costuymenboeck 1676, en een mooi bewerkte doopschotel.
De volgende blikvanger was het oude stadhuisuurwerk, indertijd geplaatst (1878) door Serafien Minne. Bij de restauratie van het oude stadhuis in 1931, vond dit oude uurwerk plaats noch genade en verdween van het stadhuis. Gelukkig was de heer Leon Minne — kleinzoon van Serafien — de redder in nood. Hij zorgde dat het uurwerk bewaard bleef, en deed het na een afwezigheid van 37 jaar opnieuw een week lang zijn nauwkeurigheid tentoonspreiden. Het bezitten van een stadhuisuurwerk gaat overigens terug tot minstens 1403. In dit jaar vindt men in de oude stadsrekeningen het volgende geschreven: «Eerst betaelt Boudewin den Keysere en Pieter van Craeylo, van haerlieder aerbeide die zy dit jaer ghedaen hebben, om te houdene en bewarene ende te stellene tengien (mechanisme) van de huerclocke, waer of zy hadden onder hem beede VI §p. (Zes pond paris.)
Bij het binnenkomen van de zaal zag men in de rechterhoek oude gebruiksvoorwerpen zoals strijkijzers, wafelijzers, koperwerk. Ook verschillende verlichtingsvoorwerpen, gramofonen — zelfs een Edison — muziekdozen en allerlei aardewerk.
De volgende standen toonden een unieke en prachtige verzameling oude, Vlaamse, zilveren en gouden juwelen — uit het bezit van de heer en mevrouw Minne. Ook zeldzame zilveren en gouden munten van de late middeleeuwen tot heden, met daarbij de fameuze franse assignaten. In een derde kast, allerlei oude brillen, uurwerken, patientiespelen, enz...
Het midden van de zaal werd ingenomen door twee kasten met een verzameling oude wapens — bereidwillig afgestaan door dhr. André Baudts — zelfs een revolver met 36 lopen. Bij de vuurwapens waren echte juwelen met mooi-bewerkte kolven. Verschillende van de vuurwapens zijn nog uitgerust met de vuursteenontsteking. Spijtig genoeg is de evolutie ook daar niet blijven stilstaan... een mooi harnas met het «kogelproefteken» van degelijkheid was er het bewijs van.
Een gedeelte van de tentoonstelling was voorbehouden aan de archiefstukken der Stad Eeklo — een kuriosum, zowel wat betreft schrift als inhoud.
Ook de verschillende oude ambachten en het daarbij behorend alaam waren vertegenwoordigd. Vooreerst was er de wagenmaker: het alaam voor het maken van wagenwielen was bijzonder eigenaardig en eiste van de ambachtsman een grote nauwkeurigheid. Dit wagenmakershoekje werd bijna volledig geschonken door de heer Gaston Van Laere, Blommekens te Eeklo.
Bijzonder pittoresk was het hoekje van de «kloppekapper» — klompenmaker:
kleine snijmessen met lange houten handvatten vormen het materiaal waarmede van
elke klomp een pronkstuk kan worden gemaakt. De grote attraktie van dit gedeelte was
zeker de klompenmakerij in bedrijf.
Bruno Wittewrongel uit Kaprijke - beter
gekend onder «Bruuntje Kloef» toonde er zijn meesterschap in zijn vanouds
beoefend beroep.
«Het paard» was zeker wel het imposantste kuipersgereedschap van het kuipersambacht. Het toestel diende om de houten vatbanden te snijden. Het is afkomstig uit de brouwerij «Kruger» van Eeklo.
Ook het oude strodekkersgereedschap — dat nu en dan nog zijn diensten laat gebruiken — lag te kijk. Oude, landelijke woningen profiteren er soms nog van.
De stand met het houtenpompenboorgereedschap was enig. In het Meetjesland vindt men nog bij tientallen van die houten pompen, meestal vervallen.
Verder kon men nog werktuigen vinden voor het bewerken en verwerken van vlas. Even toch willen wij nog blijven stilstaan bij de stand «Heemschut». Heemschut wilde hiermee de aandacht vestigen op zijn aktiviteiten, die talrijk en vaak moeilijk zijn. Heemschut richt zich vooral op het verzamelen — al was het maar fotografisch — van alles wat een waardevol souvenir is van het verleden. Men zag er van elke Meetjeslandse gemeente een typische foto, tekeningen en foto's over uitgevoerde opgravingen en opmetingen, enz...
Deze tentoonstelling heeft een afdoend bewijs geleverd van het feit dat er nodig — ja, zelfs dringend — een plaats moet gevonden worden om een oudheidkundig museum in te richten ten definitieven titel. Eeklo is hiervoor de aangewezen plaats, als centrum van het nieuwe recreatiegewest.
Buiten de 14 klassen van diverse scholen uit Eeklo, mocht de tentoonstelling zich verheugen in 1200 bezoekers.
Vorig artikel: Het verdwenen molenhuis te Sint-Jan-ten-Boven |
Inhoud van 1969, jaargang 2 |
Volgend artikel: Jaarboek «Bos en Beverveld» nr 3 |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024