Zopas, met een weinig vertraging, kwam het 19e jaarboek van het Heemkundig Genootschap van het Meetjesland van de pers. Het is weerom een lijvig en mooi boekdeel geworden, dat zijn prijs dubbel waard is.
Typografisch uiterst verzorgd, uitgegeven op zwaar, glanzend papier en verlucht met een viertal kaarten en niet minder dan vijftig foto's, neemt dit jaarboek opnieuw een ereplaats in, in de statige rij van de reeds verschenen 19 «Appeltjes».
Voorzitter A. De Vos maakt vooraf enkele waarderende kanttekeningen «Bij een bestuurswisseling» (pag. 5). In een fors artikel doet Ir. Luk Stockman een ernstige peiling naar het ontstaan van Aalter en zijn vroege nederzettingen: «Historische geografische ontwikkeling van de Villa Haleftra tot de parochie Aalter» (p. 7). Deze studie heeft beslist veel werk gekost, waarbij de auteur gelukkig kon steunen op de jarenlange, voorbereidende opzoekingen van dhr. Arthur Verhoustraete.
Vervolgens wijdt M. Ryckaert een tiental bladzijden aan «Het Gemeentewapen van Zomergem», met toevoeging van een stamlijst, die wij danken aan Dr. Warlop.
G. Van Vooren zet zijn merkwaardige reeks bijdragen verder met «Eede van Protestant naar Katholiek» (p. 58). Levendig en boeiend verteld, kunnen wij hier stap voor stap de godsdienstige strijd en evolutie in dit grensdorpje volgen, vanaf de Hervorming tot heden. Enkele zeer oude foto's verhogen nog de waarde van deze bijdrage.
Daarna behandelt Dr. P. Rogghé, op de hem eigen wetenschappelijke manier, «De Gentse Bouwmeesters en Metselaars tijdens de Calvinistische Republiek», 1577-1584 (p. 108).
Van over de grens ook, wijdt J. Ch. Cornelis, enkele sympathieke bladzijden aan «De 'banaele koornwindmolens' van de heerlijkheid Watervliet» (p. 130). Daarop volgt een hoogst interessant dagboekfragment van G. Van de Veire, heet van de naald, werkelijk om van te snoepen: «De laatste oorlogsmaand te Ursel (13 oktober 11 november 1918)». Alle bijzonderheden, tot de kleinste details, op het ogenblik van de feiten zelf vijftig jaar geleden genoteerd, worden hier ongewijzigd overgedrukt, zelfs in de oorspronkelijke spelling en geïllustreerd. Zij vormen een reëel tijdsdokument (p. 139).
«Onze Kwartierstaat» wordt opnieuw bezorgd door W. Steeghers, met zijn beknopt artikel over «Joannes Maria de Millecamps, burgemeester van Watervliet (1792-1849)» (p. 184).
Ongetwijfeld zal de bevolking van Eeklo veel genoegen beleven aan de uitgebreide reportage van W. Hamerlynck over het «Ontstaan en eerste jaren van de Koorzangvereniging 'De Welgezinden' (1893-1903), te Eeklo». Aan de hand van verslagen en notulen kunnen wij voet voor voet het ontstaan en de opgang van deze merkwaardige zangmaatschappij volgen, met alle wel en wee van de jonge vereniging. Meer dan honderd personen, nagenoeg alle thans overleden, treden hier als spelers en figuranten op (p. 188).
M. Timperman, uit Harelbeke, brengt ons in kennis met de dichter-onderwijzer David, uit Aalter, gehuwd met de dichteres Mathilde Van Peene. Naast talrijke levensbijzonderheden wordt ook de nog nimmer gepubliceerde bibliografie meegedeeld van «Leonard Frans David, Dichter-onderwijzer (Harelbeke 1818 - Aalter 1883)» (p. 215).
Verder volgt andermaal een stevige brok van Dr. P. Rogghé, nl. een uiterst gedegen bijdrage over «Gent in de XIVe en XVe eeuw», werkelijk van méér dan lokaal belang; zij is onderverdeeld in drie grote rubrieken: 1) «De Gentse Politiek en Politici» (p. 227); 2) «Stad en Vorst» (p. 242); 3) «Gentse koppigheid en fierheid» (p. 289).
Ten slotte werd er voortgewerkt aan de ikonografie van het Meetjesland, verleden jaar met succes ingezet door het artikel «Oud Aalter». In alfabetische orde kwam thans «Oud Adegem» aan de beurt. Dank aan de steun vanwege het Gemeentebestuur, dat alle lof verdient, kon deze rubriek volkomen op peil blijven. A. Ryserhove, R. Tondat en P. Van Cleemput halen eer van hun werk. Een aangepaste tekst en 34 foto's roepen een enig beeld op van het vroegere Adegem, met zijn mooie kerktoren, straten, hoeven, huizen, molens, enz... Het ware werkelijk een unicum in ons land, indien alle gemeenten van het Meetjesland over iets dergelijks beschikten !
Alf. Ryserhove wijdt verder een uitgebreide bespreking aan het magistraal boek van Dr. Michel Cloet: «Het kerkelijk leven in een landelijke dekenij van Vlaanderen tijdens de XVIIe eeuw. Tielt van 1609 tot 1700» (p. 340). Ook de «Kroniek» (p. 344) beslaat nog een twintigtal bladz., met illustraties.
Alles bijeen is het jaarboek 1968 een kanjer van zo maar even 368 blz. geworden, keurig en degelijk. De vijfhonderd leden van het Genootschap zullen het verschijnen ervan voorzeker met blijdschap begroeten. Andere belangstellenden kunnen eveneens dit prachtig werk bekomen door storting of overschrijving van 200 fr., op postrekening van de penningmeester, O. Lippens, Gentstraat 13, Lembeke (p.c.r. nr 6040,56).
Proficiat en dank aan het Genootschap en aan alle medewerkers !
A.R.
Vorig artikel: Vraag en aanbod |
Inhoud van 1969, jaargang 2 |
Volgend artikel: Meetjesland: wat kan die naam betekenen? |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024