Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1971, 4de jaargang, nr. 2

Pieter Ecrevisse
1804 -1879

Pieter Ecrevisse
Geschilderd portret van Pieter Ecrevisse.
(Fotoverzameling L. Lampaert-
C. Van De Bouchaute).

Pieter Ecrevisse werd geboren op 3 juni 1804 te Obbicht (Limburg), als zoon van Herman Francies Domien en van Marie Geertruide Claassens.

Hij was als doctor in de rechten aanvankelijk te Sittard gevestigd.

Als bewoner van het Limburg, dat in de omwentelingsdagen van 1830 veel sympathie toonde voor de afgescheiden Zuid-Nederlandse provinciën, en dat tot 1839 tot het onafhankelijk geworden België behoorde, voelde hij zich aangetrokken tot de Vlaamse ontvoog­dings­strijd.  Hij zag de scheuring der Nederlanden als een ernstige kwaal, die kost wat kost moest geheeld worden, door economische en vooral kulturele samenwerking tussen Noord en Zuid.

Bij de vrede van 1839 werd hij tot kantonrechter te Eeklo benoemd, alwaar hij zich dan met vrouw en kinderen vestigde (1).  In 1840 werd hij vervolgens lid der Provinciale Staten van Oost­vlaanderen.  In de periode van 1848 tot 1860 fungeerde hij tevens als raadslid der stad Eeklo. (2).

Voor de zo schoon tot ontplooiing gekomen romantisch-idealistische Vlaamse beweging, zette hij zich ten volle in.  Zo was hij o.a. de medestichter der «Taalcongressen», stichtte te Eeklo in 1848 het bekende blad «De Eecloonaer» (3), was verder medewerker aan «Het Taelverbond», het «Nederlandsch letterkundig Jaerboekje van 1846».

Als trouw «geheel-Nederlander» drong hij vooral aan op een nauwere toenadering inzake handelsverkeer tussen Noord en Zuid, een voorloper of liever wegbereider dus der Benelux-gedachte.

Men beschouwde hem min of meer als epigoon van de Vlaamse romancier Hendrik Conscience, daar hij bekend was voor zijn regionalistische en romantisch-historische volksromans.  De handeling en het onderwerp dezer romans speelt zich hoofdzakelijk af in Limburg.  Als mens en als schrijver vooral voelde hij zich totaal heemverbonden met zijn heimat, het land der «Bokkenrijders».

Hij was gehuwd met Hubertine Machteld Burgens, (°3 november 1807 te Sittard).

Hun kinderen waren:

1) Catharina Francisca Ludovica, geboren op 10 juli 1834 te Sittard.  Zij huwde op 16 november 1865 te Eeklo met de fabrikant Angelus Bernardus Locufier (° 1 januari 1830 te Eeklo).  Zij woonden in 1865 in het «paterstraetjen 343» te Eeklo.  Zij zijn de ouders van de bekende Eeklose kunstschilder, Arthur Locufier (° 1871 - † 1915).

2) Adolphine Lambertine, geboren op 28 december 1836 te Sittard.  Zij vertrok op 27 december 1865 naar Tielt.

3) Ludovica Gertrude (Louise Marie), geboren op 9 juni 1838 te Sittard.  Vertrok op 6 april 1857 naar Brussel.  Huwde op 25 juli 1861 te Eeklo met de fabrikant Eduard Joseph Daneels (° 13 oktober 1834, Eeklo).  Woonde in 1856 volgens het bevolkingsregister op het «Oosteindeken 277» te Eeklo.

4) Karel Francies, geboren op 17 mei 1842 te Eeklo, «gister morgen om zeven uren».  De getuigen bij de geboorteaangifte waren: Karel Francies Stroo «oud negen en veertig jaren, Burgemeester der stad» en Ferdinand Van Hoorebeke, «oud vijf en veertig jaren, greffier bij het vredegeregt binnen deze stad». (4).

Bidprentje voor Pieter Ecrevisse,
uit de verzameling
van Alf. Ryserhove,
Knesselare.
Bidprentje voor Pieter Ecrevisse

Staat in het bevolkingsregister van 1856 vermeld als «student.  Hij vertrok naar Oostende op 11 maart 1867».

Pieter Ecrevisse was in zijn tijd een graag gelezen veelschrijver, die in onze tijd in de talrijke literatuurgeschiedenissen zelfs niet eens meer wordt vernoemd.  In zijn werk kreeg spijtig genoeg het Meetjesland niet eens een plaatsje toegewezen.

Zijn zeer omvangrijk werk bestaat uit:
«De Teuten, eene zedenschets uit de XVIIIe eeuw» (1844), «De Drossaert Clercx, eene Omwerking der Teuten, in de Limburger Kempen» (1845), «De Bokkenrijders in het Land van Valkenburg» (1845), «Het Meilief van Geleen, Limburgsche Zedenschets onder Fransch Beheer» (1858), «De Verwoesting van Maestricht», «Egmont's Einde», «Een tafereel uit de geschiedenis van 1813-1814», «De vadermoorder», «De stiefzoon», «De Kanker der Steden», «De Nicht uit de Kempen», «De Gebroeders De Wit», «Patrick de Walvischvaarder», «Verslag en voorstel betrekkelijk het herdelven der Eekloosche schipvaart» (1858).  Zijn verzameld werk verscheen in 1878-1880 en in 1884.

Hij overleed schielijk op 16 december 1879 te Eeklo in de ouderdom van 75 jaar «om elf ure van den avond ten zijnen huize, staende op het Oosteindeken». (5).

__________________________

(1) «Kanton van Eecloo, Vrederegter, P. Ecrevisse, adv.t, te Eecloo, Oosteindeken 210», Wegwijzer der Stad Gent, 1853, blz. 181; - idem, 1860, blz 171; - ibidem, 1869, blz. 164. Terug naar de tekst
(2) «Leden van den Stedelijken Raed, P. Ecrevisse, vrederegter», Wegwijzer der Stad Gent, 1853, blz. 227; - idem, in 1860, blz. 217. Terug naar de tekst
(3) Nam als eerste de redactie waar, van het blad waarvan hij de stichter is, stond later deze functie af aan August Van Acker. Terug naar de tekst
(4) Geboorteregister 1842, akte nr. 121 - B.S. Eeklo. Terug naar de tekst
(5) Overlijdensregister 1879, akte nr. 234 - B.S. Eeklo. Terug naar de tekst

Separator

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024