Was de Markt het hoofd van Eeklo, dan mogen de bewoners uit de Boelare ongetwijfeld het hart opeisen.
Van oudsher is het kenmerkend dat zijn bewoners erg aan elkaar gehecht waren. Die vriendschapsbanden waren reeds jaren geleden bezegeld door het houden van een jaarlijkse, bonte straatkermis.
Wanneer in 1948 het bestuur een verjongingskuur doorvoerde, kwamen met andere mensen ook andere ideeën naar voor. Waar voorheen de kermis hoofdzakelijk bestond uit kaart-, bol- en kinderspelen, met als apotheose op zondag namiddag een rondgang door de folkloregroep van Lily De Munter uit Gent, zochten de drie nieuwelingen, de heren Albert Van Branteghem (voorzitter), Urbaan Vanden Berghe (schatbewaarder) en Roeges Gaston (secretaris) naar een nieuwe formule.
Rond de jaren '50 kende gans Vlaanderen een heropbloei van het folkloristisch leven.
Wetenschapslui beweren dat deze heropflakkering te wijten was aan de vier jaar durende bezetting. De mens hunkerde meer dan ooit naar al wat herinnering opriep aan ons geliefd heem... aan onze aloude tradities, welke meestal met het begin van de oorlog verdwenen of lamgelegd waren.
Geïnspireerd door de overdonderende successen van andere steden zoals Ieper en Tielt, werd uiteindelijk in 1952 de knoop doorgehakt !... Boelare zou een reus krijgen.
![]() |
De reuzen Gratiaan en Ermelinde, van de Boelare. |
(Foto Brandy, Eeklo). |
Hoe dicht de mensen van het feestcomité ook maar de hoofden bij elkaar staken... Het probleem, wat voor een reus en welke naam hij zou dragen, kreeg geen oplossing.
Uiteindelijk kwam men tot het besluit dat een specialist inzake het laatste woord moest krijgen. Bij wie kon men beter te rade gaan dan juffrouw Elisabeth Dhanens, Dr in de kunstgeschiedenis en de oudheidskunde, en tevens inwoonster van de Boelare.
Dank zij juffrouw Dhanens kwam Gratiaan na negen eeuwen van zijn verre reis uit het Heilig Land nog eens terug.
Wie was nu die Heer Gratiaan ?
De gegevens omtrent Heer Gratiaan zijn zeer sporadisch en berusten bijna uitsluitend op louter vermoedens.
Zo zou hij op het einde van de elfde eeuw slotheer geweest zijn op de burcht van Raverschoot.
Als godvruchtige middeleeuwer, die een grote devotie aan de dag legde voor allerlei bedevaartplaatsen, zou hij met de eerste vlaamse graaf, Robrecht de Fries, nog vóór het ontstaan van de georganiseerde kruisvaarten, naar het oosten vertrokken zijn (1086-1090).
De kroniekschrijvers hebben helaas niet al de namen overgeleverd van hen die de verre pelgrimage naar Jeruzalem hebben gewaagd. Slechts enkele vooraanstaande persoonlijkheden uit de Nederlanden kregen vermelding.
Wanneer Gratiaan overleed is niet bekend. Het moet echter vóór 1127 geweest zijn, want wanneer op voormelde data de burcht werd geplunderd en verwoest na deelname aan het complot tegen Karel de Goede, was ze in handen van Robertus Puer.
Oud theaterdirekteur dhr De Gruyter uit Gent kreeg de eer het hoofd van Gratiaan te ontwerpen en te «bakken». Intussen werden lijvige boekdelen geraadpleegd om een zo origineel mogelijke snit voor zijn rood fluwelen kleed te vinden; onder dit alles zat de klassieke rieten kevie. Zijn totale hoogte van 2,40 meter maakte van Gratiaan zeker een «grote» heer.
Dat Eeklo's eerste reus dan ook letterlijk en figuurlijk op de handen werd gedragen, blijkt uit de hulde welke hem te beurt viel. Een greep uit het gevulde feestprogramma mag ons enkel het beste laten vermoeden. Na zijn lange afwezigheid werd Gratiaan de 26 juli 1953 opgewacht aan de stadsgrenzen. Stoetsgewijze trok het gezelschap door de voornaamste straten van de stad, gevolgd door een officiële huldiging op het stadhuis. Bij die gelegenheid overhandigde wijlen Burgemeester Goethals het reuzenpaspoort van de stad Eeklo aan Gratiaan (dat hij helaas in de loop der jaren verloren liet gaan ! Personen die inlichtingen kunnen verstrekken tot het terugvinden van dit verloren gewaande document, gelieven kontakt op te nemen met de auteur).
Deze gigantische optocht omvatte niet minder dan 300 figuranten, talrijke wagens welke typische volksspreuken uitbeeldden, o.a. de dubbelgebakkenen. Het reuzenpaar Goliath en Gloria uit Wetteren en de reuzenfamilie uit Lovendegem betuigden hun sympathie door de huldiging met hun aanwezigheid meer luister bij te zetten. De folkloregroep van De Munter, de fanfare van de stedelijke brandweer, herauten te paard... Wanneer die rij van bonte groepen met hun volkse uitbundigheid nogmaals in onze geest voorbijtrekken, lijkt het ons onwaarschijnlijk dat dit grootse schouwspel de massa nu niet meer zou aanspreken.
Zoals het ieder succesrijke reus past, was het voor Gratiaan een noodzakelijkheid in het huwelijk te treden, teneinde later een reuzenkroost te stichten.
Om de nodige fondsen samen te krijgen werd in de hof van dhr Claeys een groot folkloristisch feest op touw gezet. Terug kwamen er onvoorziene moeilijkheden opdagen !
Nu eenmaal Gratiaan er was, moest men ook een waardige ega vinden.
De geschiedkundige bronnen waren zo schaars dat men nooit enige zekerheid had over een eventueel huwelijk van Gratiaan.
Een tweede maal werd beroep gedaan op juffrouw Dhanens. Was er geen gemalin geweest, dan moesten we er maar een maken.
Oordeelkundig werd gevorst naar een 11 e eeuwse naam. De oplossing kwam onder vorm van ERMELINDE.
Was Gratiaan een historisch figuur uit de plaatselijke geschiedenis, dan was Ermelinde een fiktieve gemalin.
Wijlen kunstenaar Antoon Boute zorgde voor het ontwerp terwijl terug dhr De Gruyter het sierlijke hoofd vervaardigde.
Helaas zijn er weinigen die dit prachtig hoofd hebben kunnen bewonderen. Het was werkelijk een schepping van de bovenste plank, elegant, volkomen in harmonie met Gratiaan ... Kortom een «gemalin» een «heer» waardig.
Tot overmaat van ramp hingen de voorlaatste zondag van juli 1954 dreigende onweerswolken over Eeklo.
Ermelinde zou een huldiging krijgen minstens de gelijke van haar gemaal.
Te 14u30 brak een hels onweer los... de show was gepland en moest doorgaan. Huldiging op het stadhuis, overhandiging van het reuzenpaspoort; optocht door de stad.
Omstreeks 20 uur eindigden de feestelijkheden, maar ook het kortstondig bestaan van Ermelinde's hoofd. De broze massa had het onweer niet weerstaan, doorweekt van het water brak het kunstwerk middendoor.
Er heerste grote verslagenheid in de rangen van het bestuur, dat zijn maandenlange arbeid zag verloren gaan in een paar uur.
Was het door de eindjes aan elkaar te knopen en met de milde steun van de nering, het volgende jaar had Ermelinde een nieuw hoofd. Ongetwijfeld heeft ze meer dan wie ook de spotnaam van de Eeklonaars eer aangedaan, volgens mijn weten is het de enige persoon die werkelijk een «nieuw gebakken hoofd» kreeg. Was het niet meer de weerspiegeling van dat elegante en kunstzinnige van weleer, dan mogen we toch opmerken dat er ditmaal een warme vrouwelijke charme van uitging.
Negen jaar heeft het paar wel en wee samen gedeeld.
In 1958 bij de opening van de wereldtentoonstelling werden ze uitgenodigd naar het reuzenfeest op het Heizelstadion. Bij die gelegenheid werden speciaal prentkaarten van het paar gemaakt.
Hun grootste triomf hebben ze geoogst te Gent op de vermaarde bloemencorso. Van de circa vijftig reuzenparen welke de eretribune voorbijtrokken waarop vooraanstaande prominenten hadden plaatsgenomen, was er slechts één paar dat zich naar de tribune had toegekeerd om een buiging te maken... Heer Gratiaan en Gemalin Ermelinde.
s Anderendaags blokletterden de kranten de hoffelijkheid van dit reuzen paar. Zij het al dan niet met opzet, maar in even vette letters had de pers eraan toegevoegd dat het hier een Gents paar betrof.
De teleurgang van datgene wat onvergankelijk leek, gebeurde sneller dan de meest ingewijde kon vermoeden.
Het uitwijken van aktieve leden en het gebrek aan daadwerkelijke hulp noodzaakten de drie voorstrijders van het eerste uur in 1961 hun dierbaarste bezit over te geven aan een nieuw bestuur.
Krampachtig hield men tot 1963 de traditiegetrouwe uitgang in leven.
Daarna werden de kevies vrijgegeven aan weer en wind. De kledij en de hoofden kwamen terug bij dhr Roeges, die ze voor verdere verwoesting wou vrijwaren.
In 1967 schonk hij Boelare's grootheden aan de Broeders van liefde, waar ze sindsdien wachten op nieuwe redders, die het niet kunnen dulden dat zoiets schoons voor altijd in het donker opgesloten blijft.
__________________________
(Mondelinge mededeling van de heer Roeges Gaston, waarvoor mijn hartelijke dank.)
Vorig artikel: Restauratie van oude gebouwen |
Inhoud van 1971, jaargang 4 |
Volgend artikel: Wieze van 't Kruisken en Gust Pom-Pom |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2025