— «Boerken Noteboom» (Hendrikus Noteboom), geboren te IJzendijke op 17 april 1857 en overleden te St-Margriete op 11 juli 1942, woonde in de Vlamingstraat, waar hij, samen met zijn zoon Karel en zijn dochters Clarisse en Gusta (zolang deze laatste niet getrouwd was) een boerderijtje van dertien en half gemet uitbaatte. Hij hield er een trek-os op na — sommige jaren zelfs twee — die traag maar zeker met de driewielkar of de wagen over de al dan niet gekasseide wegen van St-Laureins en St-Margriete sjokte. In de loop van 1938 vertelde hij mij eens, terwijl hij profijtigweg zijn onafscheidelijk stenen pijpke (met een draadje rond het mondstuk) van onder zijn grote grijze moustache uit zijn tandeloze mond nam:
«Met vespers en lof komt er niet veel op 't hof... Maar 't zijn geestelijke zaken om in den hemel te geraken !» |
— Marcel Verbeke (St-Laureins, 16 juni 1897 - 9 december 1972) trouwde — praktisch na een zilveren vrijage-jubileum ! — met Gusta van Boerken Noteboom, doch verloor zijn vrouw spijtig genoeg na nog geen acht jaren huwelijk. Hij boerde wat, deed destijds in 't vlas, kweekte varkens, kippen en konijnen, en heeft een tijd bijen gehouden... Bij dat alles had hij zijn leven lang nog een flinke dosis wild- en visstropersbloed in zijn lijf. In verband met het pikken en maaien wist hij het volgende te zeggen:
«Wetten is geen verletten ! Ge verzacht de snee, en ge rust er wat mee ! Maar altijd wetten is toch verletten ! Ge verzacht wel de snee maar ge kort er niet mee !...» |
— Van mijn eigen moeder, geboren in 1896 te St-Laureins, hoorde ik :
«'t Fatsoen van den hond is de krulle van den steert !» |
— Petrus Van Hee (St-Margriete 14 oktober 1860 - St-Laureins 17 maart 1957)
was vóór de oorlog 14-18 boerenwerkman en woonde te St-Margriete, op de
Hondseindse Steenweg, nabij de hofstee van Van Haelemeersch, in een klein
huizeke, waar hij herberg hield.
Op het uitsteekbord van zijn staminee formuleerde hij zijn herbergiersfilosofie
als volgt:
«Kom bij Peet die hier woont, Die aan elkeen den zegen joont, (1) Kom binnen en gebruik den drank, En na betalen ga je gang.» (2) |
De herberg werd rond de jaren twintig afgebroken.
De gegevens betreffende Petrus Van Hee en het uitsteekbord van zijn herberg
werden ons verstrekt door de thans 73-jarige Karel Noteboom, waarvan hoger
sprake. Sedert 1954 woont hij te St-Laureins in de Moerstraat waar hij nu,
samen met zijn vrouw, «op zijn goed» leeft.
Na het overlijden van zijn vader, en later van Clarisse, boerde Karel verder
in de Vlamingstraat. Hij heeft nog enkele jaren zijn ossen behouden, doch
in de loop van 1948 schakelde hij over op een paard.
Doorgaans had hij twee ossen: een volwassen trekdier en een jongere die hij
het trekken aanleerde. Karel kweekte zelf zijn dieren op van als ze nog
kalf waren. De voorpoten van zijn beesten waren niet met typische tweeledige
ossenhoefijzers beslagen zoals het bij sommige ossenhouders de gewoonte was.
Dirk, zijn laatste os, was van het roodbonte ras. Het was een beestje dat
eventjes 1180 kg woog, een beetje eenhandig, doch met een echte rustige en
bezadigde ossennatuur. Hij kon op zijn gemak een voer van 2500 kg en zelfs
meer voorttrekken. Dirk had veel genegenheid voor zijn baas, en die
vriendschap was volledig wederkerig. Toen Karel in 1948 zijn os aan de
slachterij Van Landschoot (Adegem) moest verkopen was hij er werkelijk van
aangedaan en bij het weghalen van Dirk kreeg hij de tranen in de ogen...
Karel en zijn vader waren van de weinige die, in de Noorderstreek van het
Meetjesland, een werk-os hielden. In de vóóroorlogse tijd gebruikten veel
koehouders hun koe als trekdier en regelmatig kon men zelfs een gemengd gespan
zien, waarbij een geleend paard en de eigen koe vreedzaam naast mekaar liepen
— de kop van de koe een goed eind achter die van het paard ! —
bij het mennen van een lading vruchten tijdens de oogst.
Karel was ook gekend voor de boer die het rechtst kon ploegen uit gans de
omtrek: samen met Dirk ploegde hij voren van 80 tot 100 roeden lang, die zo
recht liepen als een gespannen koord...
M.V.
_______________
(1) - jo(n)nen = gunnen.
(2) - Het gebruik van de Hollandse "je" door Peet mag
ons niet verwonderen: zijn herberg bevond zich amper op een kilomter van de grens.
Vorig artikel: De munten van Vlaanderen (6) |
Inhoud van 1973, jaargang 6 |
Volgend artikel: De schuttersgilde van St-Sebastiaan te Eeklo onder het oud régime |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024