«Het verleden sterft nooit helemaal voor de mens. De mens kan het wel vergeten maar hij draagt het altijd in zich mee, want hij is wel in elke tijd zichzelf, maar hij is tevens het product en de samenvatting van alle voorafgaande tijdperken». | |
Fustel de Coulanges (1). |
De streek ter weerszijden van de grens tussen Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen bestaat grotendeels uit schrale zandgrond. Door de eeuwen heen is deze grond bewoond geweest door een arme boerenbevolking. Voor deze mensen was huis en hof, het HEEM, het belangrijkste in hun leven.
Een vers uit de middeleeuwse EDDA luidt:
«Goed is de hoeve al is zij niet groot. Heer is elkeen in zijn huis. Heeft men twee geiten, van twijgen een dak: beter dan beed'len is dat.» |
De hoeve betekent een thuis, een gezin, hard werken op de schrale grond, maar zij betekent ook: rust en tevredenheid. Omdat alles in het werk moest worden gesteld, om het heem veilig te stellen en om de vruchtbaarheid te bevorderen, werden magische krachten te hulp geroepen.
De tegenwoordige mens, van zucht naar GELD bezeten en daarbij door alle mogelijke vormen van techniek opgejaagd, kan zich moeilijk verplaatsen in de gedachtengang van de middeleeuwse mens. Veel van datgene waarin men toen geloofde en waarvan men zelfs totaal overtuigd was, is voor ons eigenlijk pure onzin.
Op de toegang tot zijn erf bracht de boer het ODAL-teken aan (zie de nummers 1 tot 4 op de tekening). De ODAL had in de Germaanse tijd de betekenis van bescherming van huis en hof, maar alleen de vrije boer mocht dit symbool voeren. In die tijd beschouwde de boer zich als de beheerder van het land waarop hij werkte. Hij was ervan overtuigd, dat hij in opdracht van de Goddelijke Macht zijn land in goede staat en ongedeeld moest overdragen aan zijn oudste zoon. Dit erfrecht wordt ook nu nog in Noorwegen aangetroffen onder de naam «ODALSRECHT» (2).
Op zijn huis en op de stal bracht de vroegere boer het «ING-teken» aan. Daarmede was de vruchtbaarheid verzekerd, dacht hij. Kinderen, lammeren, kalveren, veulen, biggen, goede oogst op de akker, dat alles werd bevorderd door het «ING-symbool».
Wat waren die ODAL en ING voor tekenen ?... Het waren runentekens en dus magische tekens. De ODAL was het symbool voor de jaarlijkse loop van de zon; de ING was het zinnebeeld voor de vruchtbaarheid. Van oorsprong is het laatste een afbeelding van de paring. Beide symbolen zijn zeer toepasselijk.
De ODAL wil aangeven: het elk jaar opnieuw dagelijks klimmen van de ZON tot
21 juni en het weer dagelijks dalen tot 22 december; dus de orde en de regelmaat
van de Cosmos. F.E. Farwerck schrijft op pag. 22-23 van «Het teken van dood en
herleving en het raadsel van het Angelsaksische runenkistje»:
«Men drukte deze zonneloop echter niet alleen door tekeningen uit, maar men streefde
ernaar het menselijk leven en de samenleving in overeenstemming te brengen met de
Cosmische gebeurtenissen in de loop van het jaar, omdat men tussen deze beide en de
Cosmische kringloop een analogie zag en men het de plicht van de mens achtte zich in
te leven in het cosmische gebeuren, om zodoende daarmede — en dus ook met de
Goddelijke achtergrond daarvan — in overeenstemming te komen».
De vorm van het ING-symbool was oorspronkelijk die van figuur 7 (zie de tekening), ontstaan uit de samenvoeging van het teken nummer 5 voor de (vrouwelijke) aarde en het teken nummer 6 voor de (mannelijke) zon. De hiëros Gamos (Godenhuwelijk, paring van Goden) van de zon en de aarde werd aldus voorgesteld door figuur 7. In de loop van de eeuwen is er nogal wat aan dit symbool veranderd en vereenvoudigd (zie de nummers 10 en 11), tot het tenslotte gewoon een ruit werd (nr 8 en nr 9), waarmede het geworden was een symbool voor de vulva.
Er moet ook nog rekening mee worden gehouden dat dit teken een apotropaeïsche voorstelling is, een onheilafwerende, bezwerende voorstelling dus. Men vindt dit symbool niet alleen op de «mannenhuizen» in Nieuw-Guinea (3) — (West-Irian) — maar ook in de portalen van de kerken in Engeland en Ierland, in sommige kerken in Frankrijk en Duitsland en zelfs in het Vaticaan (4) !
De ING zien we vaak samengevoegd met een — uit een ander begrip ontstaan — ruitvormig symbool voor de AARDE, namelijk de afbeelding van de kruiselings geploegde akker (zie de tekening, nr 15). De akker kon alleen maar een flinke oogst opbrengen als er goed geploegd was, maar dan schonk «Moeder Aarde» ook volop voedsel.
Het zijn juist deze symbolen die we veelvuldig aantreffen in dit gedeelte van het vroegere Graafschap Vlaanderen.
De kruiselings geploegde akker zien we vaak ook als symbool aangebracht op het vlaams romeinse aardewerk, dat in de eerste eeuwen na Christus in deze streken door de inheemse, vermoedelijk Keltische, bevolking werd vervaardigd. Zowel de Germanen als de Kelten hadden dus de ING als symbool voor vruchtbaarheid. Op de sierlijk gevormde vazen uit die tijd zien we dan bovendien soms nóg een vruchtbaarheidssymbool, uitgebeeld door driemaal twee vrouwenborsten op de «schouder» van de vaas. Ook een duidelijk symbool.
F.E. Farwerck schrijft op pagina 495 in zijn boek «Noord-Europese Mysteriën
en hun sporen tot heden»:
«De voorstelling van een vierkant of een rechthoek, die door horizontale
en verticale lijnen of door kruiselings geplaatste schuine lijnen in
ruiten zijn verdeeld, is een in de Oudheid veel verbreid zinnebeeld. Wij
vinden het terug in de rotstekeningen in de westelijke Alpen, in Ierse
grafkamers, aan de noordwestkust van Spanje, uit de jongere steentijd in
Joegoslavië, in Vóór-Azië en in het praedynastieke Egypte. Ook in latere
voorstellingen treffen wij telkens weer hetzelfde aan en, naar men algemeen
aanneemt, was het overal een zinnebeeld voor Moeder Aarde en gaf het een
omgeploegd of omgeharkt stuk land weer.
In de volksgebruiken is de ruit als zinnebeeld van de vruchtbaarheid — een
denkbeeld, dat met «nieuwe geboorte» samenhangt — blijven voortleven.
Nog tegenwoordig menen hier en daar de boeren, die dit teken in de geveltop van
hun huis aanbrengen, dat dit vruchtbaarheid zal brengen aan hun gezin, hun vee
en hun land».
Vraagt men aan iemand die een ODAL, of een ING, of het symbool van de kruiselings geploegde akker op zijn hek heeft staan (zie b.v. de figuren 12 à 15), waarom hij juist zo'n «versiering» op zijn hek heeft, dan krijgt men in de regel het antwoord: «Mijn grootvader of overgrootvader had zo'n hek, dus heb ik net zo'n hek opnieuw bij de smid laten maken» ! Eén enkele keer is het antwoord: «Ze hebben hier allemaal zo'n hek. Waarom zou ik een andere versiering laten maken ?» — Niet enkel de traditie, maar ook de samenhorigheid, het niet buiten de gemeenschap willen staan, speelt dus nog een rol.
In het begin van deze eeuw waren al de dorpjes in deze streek nog praktisch geïsoleerde gebieden, waar nog niets was veranderd aan oude gebruiken en gewoonten. De beide wereldoorlogen en daarna de auto en de brommer, de radio en de televisie hebben dat isolement radikaal verbroken.
Zou het onlogisch en al te gewaagd zijn te veronderstellen dat op het einde van de 19e eeuw, of zelfs in het begin van de 20e eeuw, er hier nog mensen waren die de betekenis begrepen van de symbolen op hun hekken ?...
Over enige tientallen jaren zullen er waarschijnlijk niet veel symbolen meer te vinden zijn in deze streken. Gevreesd moet worden dat de «vooruitgang» heel wat cultuur zal wegwalsen.
JAN VAN HINTE.
__________________________
(1) Fustel de Coulanges, 1830-1889, professor aan de Sorbonne.
(2) Brockhaus Enzyklopädie, uitg. 1971, deel 13, pag. 662.
(3) Manfred Lurker: «Symbol, Mythos und Legende in der Kunst»,
Verslag Heitz, Baden-Baden/ Strassbourg, 1958, pag. 118.
(4) Gerhard Zacharias: «Satanskult und schwarze Messe», 2e druk.
Limes Verlag, Wiesbaden, 1970, pag. 158.
Vorig artikel: Grafelijke hondenmerktekens in het Meetjesland |
Inhoud van 1974, jaargang 7 |
Volgend artikel: Victor De Lille (1863-1940) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024