Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1975, 8ste jaargang, nr. 4

HOE C.A. VERVIER, UIT EEKLO,
REEDS IN 1840 SCHREEF OVER DE SCHEIDING TUSSEN NOORD EN ZUID ...

BY DE,
SEDERT DE BELGISCHE OMWENTELING VAN 1830,
EERSTE BIJEENKOMST
der Zeeuwsche en Vlaamsche Groot-Ingelanden
DER WATERING VAN DEN CAPITALEN-DAM,

PLAATS GEGREPEN HEBBENDE TE MALDEGHEM
(OOSTVLAANDEREN) OP 28 APRIL 1840.

De dag rijst uit de blijde kimmen,
Die ons in minnende armen voert;
Den schop geeft aan de herzenschimmen
En harten weêr aan harten snoert;
Het roer der dierbaarste belangen
stelt ons, na uitgerekt verlangen,
De vrede weêr in de eigen hand; *
Na de uitgewoede staatsorkanen,
Omhelst zich (met het oog vol tranen)
Het kroost van 't zelfde vaderland.

De tweedragt mogt hen wel vervoeren,
Door vreemd gebroedzeI aangehitst;
De burgeroorlog hen beroeren,
Tot weêr hun' erfgrond werd gesplitst;
Maar, hoe kon zich de vijand vleien
De broederstrijden uittebreiên
Van Schelde's zoomen tot de Waal?
Onmooglijk... neen! zelfs onder 't moorden,
Weêrgalmde 't schrikbevel in woorden
Ontleend aan de eigen moedertaal.

Moest dan de Belg de zucht verzaken
Zijn' .edlen boezem ingeprent?
En slechts in duivlenwellust blaken,
Die heilge broederbanden schendt?
Of zouden kinders, door wier adren
Het bloed nog vloeit der zelfde vadren,
Zich, in dit bloed, op d'akker, baên
Het erf van beider voorgeslachten,
Door meer dan menschelijke krachten
Ontwoekerd aan den Ocean?

't Is waar, zij riepen, de verwaten,
Sla dood !  als 't heir hun weêrstand bood;
En aan onwaardige soldaten
Ontsteeg de vlaamsche kreet: Sla dood !
Maar, bij het schrikbare verdelgen
Erkenden zij zich soms voor telgen
Van een en 't zelfde vaderland;
En, wars hun' bloeddorst wreed te lessen,
Zag men ze elkaar in de armen pressen,
Door d'ingeboren aard vermand.

Het Bardenchoor, met duizend stemmen,
't Befloersde speeltuig in de hand,
Zong, om het woedend volk te temmen,
De liefde tot het Vaderland;
Bedreigd door flikkerende klingen,
Liet zich hun yver niet bedwingen,
Den ban uitstortend of gebeên ;
En, in de schaauw der oorlogsvanen
Verwekte hunne godspraak tranen,
Waar de oorlogswoede voor verdween.

Niet hij, die, als in vredestijden
Het land des rijkdoms stempel draagt;
Als we in die welvaart ons verblijden
En de eendragt onzen voorspoed schraagt ;
Als we in elkanders armen zinken ;
Den naam van Broeder hoog doet klinken
En 't bekergoud, bij zwelg op zwelg,
Der vriendschap ledigend ter eeren,
Het eeuwig broederbond durft zweeren,
Niet hij is een regtschapen Belg.

Maar hij, die, als de stormen prangen,
En 't staatsgebouw reeds wagglen doen;
Als burgers burgerbloed verlangen
Hun' schrikbren wrok en wraak ten zoen;
Als driften zoo geweldig bruisschen
Dat Belgen 't staal met Belgen kruissen,
Hij, die den onverbreekbren band
Der broedermin hun doet herdenken
En zalige eendragt mag herschenken,
Hij is een zoon van Nederland.

Aan 't Bardenchoor, dus, heil, verengling !
Aan Neêrlands vijand doodsch verdriet,
Als hij op onze handenstrengling
Met sombre blikken nederziet ;
Aan hen, aan braven, doch verdwaalden,
Die over 't land het onheil haalden,
Vergeving, medelijden, troost !
Maar onze vloek daal op d'ontaarde,
Die 't broederlijk gezin ontpaarde
En om zijn gruweldaad niet bloost.

C. A. VERVIER.

* Gedurende zeven jaren, werd de zeesluis van den Capitalen-dam door hollandsche krijgsmagt bezet.

- Uit de verzameling van Alf. Ryserhove te Knesselare.

Separator

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024