Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1985, 18de jaargang, nr. 1

DUIZEND JAAR WATERVLIET !

Sommigen verwijten me dat ik te veel hypothesen maak.  Men zegt dat het niet wetenschappelijk is !  Vooreerst ben ik Albert Einstein niet; ik moet dus zijn reputatie niet ophouden.  Doch als ik hem wél was, zou ik het levend bewijs zijn van het tegendeel.  De man heeft immers zijn kernfysica verder uitgebouwd (en hoe !), steunend op een... veronderstelling: de konstruktie van het atoom, dat hij nooit te zien kreeg, tenzij, misschien, helemaal aan het eind van zijn leven.  Trouwens, moeten geneesheren en veeartsen niet dagelijks werken met hypothese ?  Of is geneeskunde dan geen wetenschap meer ?

Nu, ik vind het prettig om aan de hand van allerlei gegevens veronderstellingen te maken over vroegere tijden; het onderhoudt de belangstelling en reeds meer dan eens werden op die manier ernstige vondsten gedaan, omdat, zodoende, de aandacht in een bepaalde richting gescherpt werd.  Komt men tot het bewijs van het tegendeel, dan is er nog een vooruitgang; we weten immers dat we van dan af een andere richting uit moeten en de verminderde mogelijkheden brengen ons dichter bij het doel.  Ik vind het echt geen schande.

Meermaals reeds kon ik voor een of andere van mijn hypothesen een bevestiging vinden.  Geloof me, het verdubbelt de pret.  Waarom zou ik dan de geïnteresseerden niet laten mee genieten ?

Zo dacht ik eens (1) dat de Oude Keure, het alleroudste Watervliet, waarvan men reeds sprak in de 10de eeuw, in de Cocquytpolder moet gelegen hebben.  Als ik er op terug kom is het omdat ik meen een bevestiging ervan gevonden te hebben.  Vooraleer te spreken van een onweerlegbaar bewijs zou ik liefst nog een paar totaal onafhankelijke dokumenten vinden.  Maar anderzijds zijn deze gegevens zo officieel vermeld, dat ik een beetje last ervaar om me in te tomen en niet voortvarend te lijken.

De Heistraat, vroeger de Lecstraete
De Heistraat, vroeger de Lecstraete.

Ondertussen zal iedere minnaar van Watervliet zeker weten dat de 16de eeuwse heerlijkheid steunde op twee grote keuren: die van november 1504 en die van mei 1505.  In de eerste zegt de graaf dat hij Lauwerijn een vrije warande, een soort jachtterrein, schenkt, die zijn gebied verbindt met de Landsdijk tussen Bentille en Boechoute, inbegrepen de bermen van die dijk, en zelfs nog een honderdtal roeden grond erbij aan.  de zuidkant ervan, tot aan de eerste haag en de eerste sloot (2).  Langs een dijk moet men nooit ver zoeken om een sloot te vinden.  Er wordt echter nog iets speciaals gezegd: de warande is een stuk grond in de lengte uitgestrekt van aan de Vierschare van Watervliet tot aan de wal van de oude molen, die in de richting van Boechoute staat op de Graafjansdijk.

De Bandam, met de Bandamhoeve op de achtergrond
De Bandam, met de Bandamhoeve op de achtergrond.

De voorlopige keure, waarover men niet veel meer praat, daterend van februari 1500 (3), die o.m. de naam 's GRAEVENGOET de plaats deed ruimen voor de naam van de verdronken heerlijkheid WATERVLIET, wordt zuidwaarts afgebakend door de "paelen van het oudt gescheet".  De ene stond op de Linde, de andere in de St-Jorispolder, op nagenoeg dezelfde breedte, en beide waren verbonden door een rechte lijn, de Lecstraete, op weinig na de huidige Heistraat.  Dit is duidelijk te zien op een kaart van François Van de Velde uit 1557, waarvan een foto voorkomt in O.M. nr. 1/1983 p. 29.  Nu krijgt Lauwerijn er een smalle puntige strook bij; en inderdaad, zie maar eens op de moderne stafkaarten: de zuidergrens van het dorp ligt nog aan de zuidzijde van de Graafjansdijk, over een lengte gelijk aan het gehucht Bandam, bijna zo lang als de Cocquytpolder.

Ook de Keure van 1505 spreekt over de warande (4).  Toch brengt ze ons terzake niet veel verder.  De term "Vierschaere" is echter zes maanden eerder gevallen, zij het niet nader bepaald, als een door iedereen bekend begrip.  Op zichzelf is het woord reeds een vlag die verschillende ladingen dekt.  Het Middelnederlands hecht er de betekenis aan van "rechtbank", maar eveneens van het gebied waar de rechtbank bevoegd is, en dat door een keure omschreven wordt.  Onder "Keure" verstaat men, naast het welbekende dokument, het territorium waarop het betrekking heeft.  Zodoende verwisselt men wel eens de beide woorden als het over een grondgbied gaat.  Hier hebben we de keus: het gebouw of het gebied, en ik heb het gevoel de voorkeur te moeten geven aan de laatste betekenis.

Belangrijker is echter de vraag: "Welke Vierschare ?  Die van de nieuwe heerlijkheid is uitgesloten, dat zou eenvoudigweg een contradictie zijn, en wat de plaats van de rechtbank betreft, die zetelde in het Scepenhuys, op het Stee.

Daer doude vierschaere van Watervliet placht te staene
Daer doude vierschaere van Watervliet placht te staene.

Een verduidelijking vinden we in drie verschillende, zeer officiële, dokumenten, alhoewel, op dat stuk, het één een afschrift is van het andere, nl.  de leenverheffing dd. 26 maart 1591, als Marc Lauwerijn (zoon van Guido) heer van Watervliet wordt (5), deze van zijn zuster Françoise dd. 17 november 1609 (6) en die van haar zoon, Alexander Leboeuf op 17 september 1631 (7).  Ze zeggen het alle drie zó: "... van desen Leene ende Heerlyckhede, Ten welcken Leene noch volcht ende toebehoort eene vrye warrande beghinnende van daer de oude vierschaere van Watervliet voornoemt plach te staene ende streckende lancxt den ouden landsdycke oostwaerts naer bochaute totten wal vanden meulene die daer van oude tyden ghestaen heeft ghenaempt den oostmeulene den zelven landsdyck metten baerme daeran begrepen ende boven over den dyck streckende zuyenwaert naer Bassevelde ende grootte van zeven mael twintich tien ghemeten de welcke warrande in sulcke nomber ende groote ende extendue alsvooren byden voornoemden Coninck Philippe naederhant by vorme ende maniere van augmentae ende acroistement gheapplicqueert ende ghevarieert es gheweest aen tgrootte van den Leene ende Heerlichede van Watervliet voorseyt ome by de Leenhouderigghe ghehouden ende ghebruyct te zyne..."

Hier zien we dat het gaat over de "Oude Vierschaere" of de "Oude Keure", dus diegene die de keure van 1257 voorafgaat.  In welke tijd ze ankert is nog niet bekend, doch de naam Watervliet gaat tenminste tot de 10de eeuw terug.

Een stukje oorspronkelijke Graafjansdijk
Nog een stukje oorspronkelijke Graafjansdijk.

We weten nog meer: men spreekt van "de vierschaere en dan oostwaarts langs de Landsdijk".  Hoever westwaarts begint men dan ?  Ik dank oprecht de wet van het Ambacht Boechoute, die in de 17de eeuw de heerlijkheid Waterdijk betrekt in een proces, al was het maar omdat ze antwoord geven op mijn huidige vraag.  Inderdaad, in een dokument van 1 augustus 1660 (8) komen ze het volgende vertellen: "... alwaer de verweerders ons bethoont hebben dat den selven dyck voorby de herst muelen van aende clockstraete tot aenden houck vanden bentillepolder, wesende eene langhde van ontrent de vierhondert tachentich roeden, is bestaen met eene warande van keunen synde doorboort met hollen ende pypen..."

Een stukje oorspronkelijke Graafjansdijk
Nog een stukje oorspronkelijke Graafjansdijk.

Zo weten we niet alleen dat de heren er konijntjes gingen jagen, maar ook dat de warande, van uit Watervliet gezien, aan de rand van de Bentillepolder begon, bijgevolg aan de Linde, want daar loopt ze uit op een punt.  Hieruit kan men besluiten dat het oude kleine dorpje wellicht voor een stuk, of helemaal, buiten het grondgebied van de Nieuwe Keure lag.  Een zekere logica steekt er stellig in, want iedereen is er van overtuigd dat al dergelijke plaatsjes destijds terpendorpen waren.  De mooiste terp in de streek was toen ongetwijfeld de Heerst.  Is het dan te verwonderen dat de woonkernen daar op lagen, wat ook het geval moet geweest zijn voor Boechoute en Bentille.  Onze vroegere hypothese kan dus heel wat juister geformuleerd worden: de Oude Keure lag in het zuid-westen of tegen de zuid-westhoek van de Nieuwe Keure.  In elk geval blijkt het, zowel voor Philips de Schone als voor de heren van Watervliet, een zekerheid te zijn dat tussen de Graafjansdijk en de Lecstraete, aan de rand van de oude Vrauwenwech, een stuk van de Oude Keure lag, wellicht het centrum.  Ik meen dat ik in goed gezelschap ben.  Of niet soms ?

J. De Paepe

__________________________

(1) O M. nr. 2/1981: Watervliet, Prooi en Gift van de Zee.  pp. 23, 24, 25, 27 en 28.
(2) Uittreksel uit de Keure van nov. 1504 (te consulteren op vele plaatsen; een gedrukte Kopie vindt men in RAG, Watervliet-kerk nr. 14): "…….. Item.  Que luy voulons aussy accorder une franche garenne joignant sa ditte terre aussy avant quelle s'extend du long & en la lansdicque entre bentille & Bouchautte avec le barin entier d'icelle dicque & par dessus ce en cent verges de terre outre icelle dicque vers Bassevelde ou Capricke avec union & accroissement de Seigneurie en la terre et avant que la ditte garenne s'extendre dedans et dehors la ditte dicque comme il tient la ditte Seigneurie de Watervliet, a quoy ne pourrions avoir interest attendu que depuis cent ans en ca ny a eu aucuns habitans.
........
Item.  Que le dit Supliant & ses dits successeurs puissent faire & entretenir une franche garenne depuis la Vierschare du dit Watervliet jusques a la morte du vieux moulin tirant vers Bouchaute y compris la dicque & encore outre icelle dicque toutte l'espace jusques a la premier haye & fosse Prochain d'icelle dicque et non plus avant, laquelte garenne de tel grandeur & extendu que dessus nou avons uny & unissons par ces dites presentes au gros du fief de la ditte Seigneurie de Watervliet pour par le dit Suppliant ses dits hoirs & successeurs la tenir dores navant & en jouir en tel justice franchise & liberté comme, il fait de sa ditte Seigneurie de Watervliet……..
(3) RAG Waterdyck 2° reeks nr. 1.
(4) Uittreksel uit de keure van mei 1505 (eveneens op vele plaatsen te consulteren, en eveneens gedrukt te vinden in het RAG Watervliet-kerk nr. 14).
………...
... saulf Les conditions continues es lettres de la creve de la ditte Seigneurie a cause de viese dicques & terre nagueres par nous y adjoustée pour faire une garenne, exepte la garde d'icelle garenne laquelle avec son domicille de notre plus ample grace ensemble du mosuur, qui aura & tiendra le moulin que le dit Suppliant entend faire & dresser sur les dittes vieses dicques comprises es sept-vingt-dix mesures de terre qui nagueres Seigneurie avons exempté & affranchy.
(5) RAG Watervliet-heerlijkheid nr. 9.
(6) RAG Watervliet-heerlijkheid nr. 13.
(7) RAG Watervliet-heerlijkheid nr. 288.
(8) RAG Watervliet-heerlijkheid nr. 6 pp. 18 en 19.

Separator

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024