Patersstraat :
De Sterre, 13/11/1820. Nijs Jan Francies opent aan de westzijde van de
Patersstraat, in het nieuw gebouwde huis van Jan Baptist Verdick een herberg.
Sektie E nr 1059.
In 1822 vinden we hem terug op de Markt. Het «waarom» van zijn vroegtijdig
sluiten vinden we meer gedetailleerd terug onder bijlage 2.
De Zilveren Pluym (penne), 25/4/1822. Na de uitwijzing van Nijs (zie voorgaande) werd de herberg overgenomen door Bernard Bruggeman. Voordien herbergier in de Molenstraat, in een drankhuis met dezelfde titel.
De Hertog van Wellington, 5/5/1823. Gestimuleerd door de goede gang van buurman Bruggeman's zaken opende Spittael Joannes (een 3-tal huizen van voornoemde) eveneens een herberg. Sektie E nr 1056.
Den Bonten Os, 19/6/1823. Naast het beroep van beenhouwer staat Van de Genachte Benedictus eveneens achter de tapkast, dit op de westhoek van de Patersstraat en de Zuidmoerstraat. Sektie E nr 1044a.
De Schietspoel, 21/4/1825. Op een 2-tal huizen van «Den Bonten Os»
beproeft Pieter Goethals, wever-herbergier eveneens zijn kans. Sektie E nr
1047.
Beide voorgaande benamingen tonen ons nogmaals aan hoe nauw het beroep de
mensen aan het hart lag. Zowel de beenhouwer als de wever houden eraan hun
benaming te putten uit hun beroepsterminologie.
In de Vier Gekroonden, 9/5/1825. Aan de oostzijde van de Patersstraat tegenover «De Zilveren Pluym» opent Standaert Petrus een herberg, sektie E nr 1017e.
St-Sebastiaan, 25/5/1827. Kloeckaert Antonia ging zich vestigen in het huis tussen «Den Bonten Os» en «De Schietspoel». Aldus kregen we drie herbergen naast elkaar.
De Kroon, 17/5/1830. Evenals de voorgaande ging Plasschaert Gillis zich vestigen tussen twee herbergen. Het zijn respectievelijk «De Zilveren Pluym» en «De Hertog van Wellington».
Pokmoer :
De Gouden Kroon, 27/4/1829. Dyserynck Pieter, die tevoren woonde in
Waarschoot, wenst in de woning, eigendom vande heer Bovyn, aan de westzijde vän
de grote baan leidend van Eeklo naar Waarschoot, een herberg te openen.
Prinsenhofstraat :
Het Prinsenhof, 31/10/1822. Uitbater was hier Pieter De Vos. Vermoedelijk
kreeg deze herberg later de meer bekende benaming «Het Boerenholn.
Raamstraat :
De Geluwe pluym, 20/5/1820. Jan Baptist Van Haecke wenst in het
«Krommewalstraetje» een herberg te openen, sektie D nr 192. Hedendaags zijn
die huisjes verdwenen, ze stonden noord van de Stads meisjesschool.
Op 6/5/1824 wordt de herberg overgenomen door Dominicus De Haeck en dezelfde
benaming blijft behouden.
De Graaf Olivier, 7/7/1825. Herbergier: Verbrugge Johan, gevestigd sektie D nr 186. De huizen werden later opgeslorpt bij de bouw van de melkerij Stassano.
Het Boerken, 5/5/1828. Herbergier Joannes De Groote heropent de van ouds zo genoemde herberg, sektie E nr 795.
De Nachtegael, 6/5/1820. Dagloner-herbergier Francies Van Overberghe opent een herberg in het huis gelegen sektie E nr 776. De hedendaagse herberg «De Nachtegaal» mag niet vereenzelvigd worden met de hier behandelde; eerstgenoemde bevond zich tegenover de nu bestaande.
Raverschootstraat.
Het hof van Commerce, 24/9/1827. Johan De Busschere, wonend in een nieuw
gebouwd huis aan de noordkant van Raverschoot... In de bevolkingsregisters
vinden we hem terug in één der laatste huizen van de wijk Raverschoot. Wij
mogen hieruit besluiten dat het de hedendaagse herberg «In het Stadhuis van
Raverschoot» betreft !
Brug over het Leiken en herberg «Het Motjen» te Eeklo vóór 1910. |
Prentkaart uit de verzameling van André Verbeke, Gent (afstempeling 14/9/1909). |
Zuidmoerstraat :
De Gouden Kop, 3/5/1821. Herbergier Pieter Laerebeke, voordien wonend op
het Schuttershof, erfde het huis van Frans Antoine Van de Poele, aan de noordzijde
van de «Suydmoerstraete». De herberg was gevestigd tussen de Kaaistraat en
de St-Theresiameisjesschool, sektie E nr 952bis.
Steenweg naar Gent.
De Nieuwe Afspanning, 22/11/1827. Joannes Baere neemt de herberg over van
Pieter Francies De Groote (zie: Oosteindeken, «In de Fonteine» ).
Teerlingstraat :
De Truweel, 25/8/1827. Uitgebaat door Livin De Lancker. Vermoedelijk
aan de zuidzijde van voornoemde straat, tussen de Prinsenhofstraat en de Boelare.
Trekweg:
Het Motjen, 24/5/1821. Bleker-wasser-herbergier Baele José vestigde zich op
het kruispunt van de Leikensweg-Dullaert-H. Consciencestraat, sektie F nr 698.
Vlamingstraat.
Boerinneken, 27/4/1826. Pieter Braedt neemt de herberg over van Pieter
Tourny, maar «moet» de oude benaming blijven behouden. Gelegen aan de
noordzijde van de straat, sektie E nr 1236/3bis.
Zilverstraat :
Princenhof, 18/3/1830. Waarschijnlijk weinig fantasierijk, nam Beelaert
Francies de naam over van een nabijgelegen herberg (zie: Prinsenhofstraat).
De herberg bevond zich aan de noordzijde van de straat, op een viertal huizen van de
hoek Zilverstraat-Prinsenhofstraat, sektie E nr 492.
De Olijfboom, 18/3/1830. De aanvraag gebeurde gelijktijdig met de voorgaande.
Toeval ?... Of was de uitbater, die Beelaert voorafging, zich nu een paar
huizen verder gaan vestigen ?...
De herberg was gelegen aan de zuidzijde van de straat, daar waar tot vóór een paar jaar
het makelaarskantoor De Neve gehuisvest was.
Besluit:
Wij willen geenszins beweren dat dit artikel mag aanspraak maken op een
absolute volledigheid. Wèl hebben wij getracht — uit de voorhanden zijnde
bronnen — een maximum aan gegevens te putten.
Wij kunnen vaststellen dat:
— Het aantal nieuw opgerichte herbergen, tussen 1820 en 1830, 103 beloopt.
— Het aantal herbergiers in 1825, oude en nieuwe, 72 bedraagt.
— Dit aantal herbergiers in 1830 teruggelopen is tot amper een vijftigtal.
Waaruit wij mogen besluiten dat:
— Er heel wat herbergiers waren die in een tijdsverloop van tien jaar twee-
en driemaal een herberg openden.
— De levensduur van de meeste nieuwe herbergen veelal miniem was; sommige
bestonden niet langer dan 1 à 2 jaar.
— Het bijna over het algemeen die herbergen waren, welke reeds van vóór
1820 bestonden en van ouds beklant waren, die ook na de wilde race van de
twintiger jaren het hoofd boven water hielden.
ERIK DE SMET.
BIJLAGEN
Dat sommige herbergen ook toen reeds de zorgenkinderen van onze politie waren
en de gedragingen van de mensen in de grond niet zoveel veranderden, blijkt
vOidoende uit de onderstaande teksten (Hollandse tijd) van Bijlagen I en
II.
Bijlage I.
Politie
WAERSCHOUWINGE
Den commissaris van de politie der stad Eecloo, met veel ongenoegen
ondervinden de dat in veel herbergen en kroegen de zoogenaemde herbergkermissen,
ofschoon hun zulks nooit toegestaen word, als onder de voorwaerden van
strictelijk de wetten der goede politie te observeeren, veelen zig verstouten om
hoelang hoe meer tegen alle orders in, de zelve te overtreden, hunne huizen tot
laet in den nagt, ja zelve tot bij den morgen open te houden en voor een paer te
tappen, waerdoor zij naturelijk oorzaek zijn van veele ongeregeldheden van
disquten, vechteriën en baldadigheden door dronkarts langs de straete gepleegd
worden de, zoo met vloeken, tieren, schreeuwen en geweld te maeken, waerdoor de
burgers in hunne ruste gestoord worden. Ja, zelf zig verstouten brutaliteyten
aen de huyzen der vreedzaeme burgers te pleegen met kloppen en bellen aen de
deuren, en dus veele van de brooddronkene jongheid zig zoodoende te buiten gaen,
dat zulks niet langer door de politie kan geduld worden. Uyt dien hoofde word
ider herbergier of kroeghouder bij deezen aengezegd, dat voortaen, aen niemand
van hun, wie hij ook zijn zal, toegestaen worden om op zondagen en
hoogefeestdagen, zoodanig kermissen te houden, daertoe zoogenaemde meye aen of
voor hunne huizen eenige andere teeken van kermis uit te steeken, of speelmans
te houden, zullende de zelve ordelijk geweerd worden.
Verder, wanneer in bijzondere gevallen op vrije dagen, zulks zal eens meer
toegestaen, zullen zij nog gehouden zijn te zorgen dat hunne huizen zullen
gesloten zijn en niet meer getapt en worde na het uer bij de wet bepaeld, op
pene van agtervolgd te worden, ingevolge den wetboek der misdaeden en straffen.
Alvoorens deeze waerschouwing te doen zal aen den heer meyer der stad des
zelfs approbatie hierop verzogt worden en na de zelve bekomen te hebben, zal
hiervf1n een gelijkvormige gezonden worden aen den officier commandant der
marechaussées alhier, met invitatie om voor patrouilles, benevens onze
veldwagters, daerop nauwkeurig te waeken.
Bijlage II.
Politie
Sluyting eener herberg.
Bron: Schepencollege Eeklo — Zitting 26-7-1821.
Burgemeester en schepenen der stad Eecloo,
Gehoord het rapport van den heer commissaris van politie wegens de
ongeregeltheden welke ter herberg en wooning van Jan Frans Nijs, woonende in
het Paterstraeljen binnen deeze stad, gepleegt worden;
Overwegende dat gemelden Jan Frans Nijs menigmael zich heeft verstout van in
tegenstreving van het besluit van den voor deezen heer prefect van den 15
genninal jaer 9, zijne herberg gedurende den nacht open te houden, en drank
te verkoopen; Dat hij dies aengaende verscheyde berispingen heeft gehad,
dat hij zelfs voor zulks voor de rechtbank van enkel politie is gecondemneert
geweest;
Dat volgens rapport er menigmael ten zijnen huyze des nachts tusschen de
lieden die aldaer toegelaeten worden en wel namelijk tusschen den nacht van 22
en 23 dezer maend, grooten twist is ontstaen waerdoor de geheele gebuert is
ontroert ende vreedzame burgers van hunne rust berooft zijn geweest;
Dat aldaer ongeregeltheden gepleegt worden die nadeelig zijn aen de goede
zeden en strekken tot verderf der jongheyd; Overwegende dat het hoogst
noodzakelijk is maetregelen te nemen om de verdere buytenspoorigheden te
beletten en de rust en veyligheyd van de goede omwoonders te bevoorderen;
Gezien het art. 58 van het stedelijk reglement, die het bestuer en
oppertoezigt over al het geene de gewoone policie aengaet, opvraegt aen het
collegie der regeering; Gezien eyndelijk de wet van den 6 maert 1818;
Besluyten het gene volgt:
art. 1. Het word aen gemelden Jan Frans Nijs geordonneerd van
op het ontvangen dezer zijne herberg provisionneel tot nader order te sluyten.
art. 2. Hij zal gehouden zijn van seffens het uythangberd of teeken zijner
herberg in te trekken.
art. 3. De overtredingen aen de bovengemelde bepalingen zullen gestraft
worden met eene boete van één tot zeven guldens, of een gevangenis uyterlijk
van dry dagen, het zij afzonderlijk ofwel beyde straffen te samen genomen.
art. 4. Copei dezes zal aen den heer commissaris van politie deezer stad
overgemaakt worden, die er de uytvoering van zal bewaken.
Eecloo, den 26 july 1821.
Bijlage III.
UITTREKSELS AANGAANDE VOLKSSPELEN IN DE STAD EEKLO.
— Bron: Schepencollege Eeklo - Zitting 19-6-1823.
Het collegie gezien de rekwest van P.J. Moortgat, herbergier op de groote
baan leidende van Eecloo naar Balgerhoeke, daarbij vragende van op het stuk land
regt over zijne wooning eene gaaipers te mogen plaatsen om aldaer de oefening
met de handboog te laten verrigten.
Is besloten de toestemming te vergunnen, mits de gaaipers te plaatsen op
eenen afstand van ten minsten 80 ellen van de groote baan, en van 60 ellen van
de straat leidende naar de Krekelmuit...
— Bron: Schepencollege Eeklo - Zitting 1-2-1824.
De Heeren Serafien Ryffranck en Bernard Bouts ingezetenen dezer stad
compareren in zitting en verzoeken de toestemming om eene gaaiperche te mogen
plaatsen op het zogenaamde Oud Schuttershof, ten einde aldaar van tijd tot tijd
eenige oefening met den handboog te mogen doen...
— Bron: Schepencollege Eeklo - Zitting 17-3-1824.
Jan Baptist Vanzuyt, wonende in de Meulestraet, vraagt om gaaischieting te
mogen houden achter zijn huis en prijsvogels te laten schieten...
— Bron: Schepencollege Eeklo - Zitting 21-11-1820.
Gezien de requeste aen hun, door Jean Albert Cornand, herbergier deezer stad
gedaen, ten einde te mogen de toestemming verkrijgen om op zondag 24 deezer,
naer de goddelijke diensten, ten zijne huize en bijvang op te regten eene
prijswinning met de bol.
Overwegende dat er geene redenen bestaen om de vraeg niet toe te stemmen:
Besluyten :
Het is aen gezegden jan Albert Cornand toegestaen op bovenvermelde date eene prijswinning met de bol op te regten, op voorwaerde nogtans dat hij zig schikke naer de in voege zijnde wetten en verordeningen voor de regeltugt deezer stad.
Bijlage IV.
In onderstaande tabellen werden al de herbergiers van Eeklo opgenomen zoals zij voorkomen in de bevolkingsregisters van de stad, voor de jaren 1825 en 1830. Volledigheid is onmogelijk, vermits enkele herbergiers wellicht onder hun nevenberoep vermeld werden en gezien sommige herbergen een zo kortstondig bestaan kenden, dat zij niet eens in de registers werden opgenomen.
1825 | 1830 |
Kerkstraat Dyselinck pieter Couttenier karel Van Hoorebeke pieter |
|
Markt Huyghe bernard De Praet jan-baptist Van de putte ignatius Steyaert marie theresia (wed. Cornand) De hulsters august Nijs jan francies Plasschaert gillis De Smet jacobus De Raedt pieter De Keyser antoine Kloeckaert jacoba (wed. D'hondt) Lippens pieter |
Piro francies De Raedt felix Van de putte ignatius Steyaert marie theresia (wed. Cornand) De hulsters august Van de vijver pieter jan Plasschaert gillis De Smet jacobus De Raedt pieter De Smet judocus Cloeckaert jacoba (wed. D'hondt) De Bruycker johan |
Oosteindeken Mestdagh johan Regelbrugge pieter D'hont engel Mariman joannes Van de voorde ignaas De Groote francies Standaert pieter Van Laerebeke pieter |
D'hont Angelus Lippens pieter Mariman joannes |
Raamstraat Verbrugge johan wed. Van Acker Van overberge pieter |
|
Kaai wed. Van de putte jacob Wulgaert richardos |
Van de putte antoine Wulgaert richardos |
Kaaistraat Vervaet johan |
|
Patersstraat Spittael jan baptist Van de Walle francies Standaert pieter |
wed. Spittael jan baptist Bruggeman bernard Verhé karel |
Hondekotstraat Dryoel bonaventura Jolie johannes Baudts bernardus Beyn jacob De poorter jacob Van de genachte jan |
Dryoel bonaventura Baudts bernardus Beyn jacob Van de genachte jan |
Vlamingstraat De Keyser antoine |
Braet pieter jacob |
Zandstraat Braet jacob |
|
Cocquytstraat De Rycke pieter De Meyer pieter Van de genachte bernard |
|
Spriet Ottory jan baptist |
|
Brugschestraat Keirsbilck pieter Braet jan Braedt pieter |
Keirsbilck pieter wed. De Neve august Braedt pieter |
Molenstraat Van Zuyt jan baptist D'hont pieter Bauwens Karel |
Van Zuyt jan baptist De Poorter jacob francies Bauwens Karel Gamage francies Tourny pieter Bernaert maximiliaan |
Boelare Staelens karel Steyaert jacob Steyaert jan Lampaert bernard Piro francies |
Andries bernard Steyaert jacob Teynckinck francies louis |
Teerlingstraat De Lancker livin |
|
Prinsenhofstraat Cornand johan |
Cornand jan albert |
Raverschootstraat Van Waegenberghe johan De Busscher johan |
Safijn jacob francies wed. De Busscher |
Blakstraat Van Overberghe johan Van de houwe cornelis |
|
Balgerhoeke De Decker pieter Moortgat pieter jan Clyncke karel Haegeman august |
Wijngaert karel Klyncke karel francies |
Boterhoek Verheecke pieter |
|
St-Jans-goed De Haeck jan francies |
De Haeck francies |
Blommekens Verzeldert albert |
Verzeldert albert |
Roze De Keyser Engel |
|
Vrombautstraat Sommel bernard |
|
Oostveld Van Overberghe francies Pauwels jan baptist |
Van Overberghe francies Baere johan |
Zuidmoerstraat | Van laerebeke pieter |
Nieuwendorpe | Nys bernardus Ruckaert johan |
Pokmoer | Dyserinck pieter |
Herbergen opgericht te Eeklo tussen 1820 en 1830 1 - 2 - 3
Vorig artikel: Publikaties |
Inhoud van 1972, jaargang 5 |
Volgend artikel: Aardenburg in oude ansichten |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024