Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1975, 8ste jaargang, nr. 2

EEKLO IN BEELD EN SCHRIFT (10)

Het Patersklooster, waaruit de Minderbroeders in 1797 door de Fransen verdreven werden, stond geruime tijd leeg.  Hun college - althans de enkele gebouwen die toen reeds bestonden - was sinds de Franse overheersing bestemd voor gevangenis.  Het behield deze bestemming ook nog tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en na de omwenteling van 1830 werd het stedelijk arresthuis daar ondergebracht (Geschied. v. Eeklo, blz. 248).

Pas op 1 oktober 1840 heropende het college, onder het bestuur van de Priesters van O.L. Vrouw uit Dendermonde en gepatroneerd door de stad, tot het in 1860 een bisschoppelijk college geworden is.  Sindsdien heeft het Sint-Vincentiuscollege een enorme uitbreiding genomen en kent een grote uitstraling over gans het Meetjesland.  Naast het machtig komplex in de Zuidmoerstraat zijn er de afdelingen Abdijstraat, Maldegem en Zomergem.

159  De Oude Kaai en fabriek «De Lieve», omstreeks 1904.
Prentkaart uit de verzameling van R. Dauw, Gent.

Veel verder in de Zuidmoerstraat, nabij de Guldensporenstraat, verrees de zogenaamde «Balenfabriek, nu sedert een drietal jaar buiten gebruik.  Het was een bekende vervaardigingsplaats van zeilen, zakken en paklinnen, officieel genoemd de «S.A. India Jute Company» (zie foto nummer 165).

Voor wat de Eeklose waterlopen en de lokale scheepvaart betreft, verwijzen wij naar de bekroonde studie van dhr. A. De Vos, in «Appeltjes van het Meetjesl.», nr. 18, 1967, blz. 5-124, waaraan wij enige gegevens ontlenen.

160  Zicht op de Oude Kaai, thans Gebrs Van de Woestyneplein, omstreeks 1905.
Prentkaart uit de verzameling van André Verbeke, Gent

Sinds het graven van de Lieve in 1251 bezat Gent reeds een eerste kunstmatige verbinding met de zee; maar die was dan ook een uitsluitend Gents eigendom.  Al zeer vroeg bestond er evenwel «eenen leed of riviere commende ute der Lieve van Ghend, gaende tot an de voorseide stede ende kelchiede van Eecloo».  Dit leed werd in 1422 al gezuiverd en herdolven, wat uitdrukkelijk bewijst dat er reeds scheepvaart te Eeklo was, vóór het graven van het Leiken in 1457.

De bedelving van dat Leiken kostte opnieuw veel moeite om de vereiste toestemming van Gent los te krijgen.  Een nevenprobleem vormden de onteigeningen en de overeenkomst gesloten met het Sint-Janshospitaal te Brugge, betreffende de constructie en het onderhoud van de Wagenbrug over het Leiken.  Er werd eveneens een octrooi verleend, dat de heffing van een tolgeld op de scheepvaart van het Leiken regelde.

Vanouds was er een loskaai aan de Lieve te Raverschoot, maar die lag al te ver verwijderd van het stadscentrum en was ook te erg onderworpen aan de Gentse willekeur, om van zeer groot economisch nut voor Eeklo te kunnen zijn.  Het is dus zeer begrijpelijk dat de Eeklonaren toen zij eenmaal hun scheepvaart tot aan de «cautsiede» (= kasseide) gebracht hadden, d.w.z. tot aan de rand van de stadskom, in de Potterstraat (Gebrs Van de Woestyneplein), zij aldaar spoedig, bij toenemend scheepsverkeer, een kaai bouwden.  Toen is de Potterstraat stilaan de Kaaistraat geworden, t.t.z. de weg naar de Oude Kaai.

De Eeklose Vaart bij de aanvang van de 20ste eeuw
161  De Eeklose Vaart bij de aanvang van de 20ste eeuw.
Prentkaart uit de verzameling van André Verbeke, Gent (afstempeling 1904).

Er wordt daar reeds over een kaai gesproken in 1470.  Wij vernemen er meer over in 1516; zij was toen een uit hout vervaardigde aanlegplaats en werd geleverd door Jan Everdey en geplaatst door Michel Mannins (L. Stockman en A. De Vos).

Een paar jaar later werd die kaai behoorlijk verankerd met 20 ankers van 7 voet lang, versterkt met 30 voet «gordinghen» of balken en 176 voet planken van 1 duim dik (Rekening, Alg. Rijksarch., Brussel).

Later werd een kaaimuur in grote witte steen opgetrokken, voorzien van ijzeren ringen en in 1561 werd zelfs een echte loskaai met geplaveide omgeving van 18 3/4 roeden aangelegd.

Nadat zowel de Oostwatergang (Burggravenstroom) als de Eeklose Watergang, omstreeks het midden van de 17e eeuw, vrijwel alle belang voor de scheepvaart verloren hadden, geraakte gans het economisch leven van Eeklo geconcentreerd omen rond het Leiken en de Oude Kaai.  Ook het stedelijk marktschip legde daar aan.

Over het Leiken lagen in de 16e eeuw zes bruggen: een voetbrug aan de monding nabij het Frauwelengat (Wambuis), de Wagen brug, de brug te Pateetscruce, de Cocquytsbrug, de Zustersbrug (voor de Grauwzusters) en de brug te Raashekke.

In 1550 werd het Klein Leiken gegraven, parallel aan de reeds bestaande afbuigende arm van het Leiken. De Grauwzusters van O.L. Vr.-ten-Doorn stonden daarvoor 250 1/2 roeden grond af.

Onder het Twaalfjarig Bestand werd in 1611 ook octrooi verleend tot scheepvaart in de Eeklose Watergang, blijkbaar echter met weinig succes.  Vanaf 1676 horen wij voor het eerst van een regelmatig ingerichte dienst van het stedelijk marktschip op het Leiken.  Dit marktschip had een monopolium voor het vervoer van granen en zaden op Gent en Brugge.  Maar dikwijls moest de marktschipper zich verzetten tegen de usurpaties van zijn rechten.

162  De Eeklose Vaart in de omgeving van de «Peignage», Tieltsesteenwegf in 1905.
Prentkaart uit de verzameling van R. Tondat (afstempeling 13-8-1905).

Stedelijke ordonnanties regelden de scheepvaart op het Leiken.  Nieuwe marktschepen werden door de stad aangekocht in 1726, 1738, 1753 en 1789.

In de loop van de 18e eeuw grepen belangrijke herstellingswerken plaats aan kaai en tragels: in 1719 en 1724 werd het Leiken volledig herdolven en aangepast aan het waterpeil van de Lieve. Sinds 1677 werd ook de visserij in het Leiken door de stad verhuurd (A. De Vos).

«In de eerste helft der 19e eeuw kon het Leiken vrij behoorlijk zijn rol als levensader van Eeklo's economische bedrijvigheid vervullen. Dit beeld dreigt in de tweede helft der 19e eeuw brutaal verstoord te worden door het graven van het Schipdonks kanaal, dat het Leiken af zou snijden van zijn verbinding met de Lieve». (Lokale Scheepvaart te Eeklo, blz. 101).

Inderdaad werd in 1852 het graven van het Schipdonks kanaal gedecreteerd, dat vanaf Zomergem-Stoktevijver tot Maldegem in de bedding van de Lieve zou vallen en meteen het Eeklo's Leiken zou afsnijden van zijn vroegere toegangsweg. Dat was een drama voor de stad.

163  De brug te Raverschoot, omstreeks 1902-04.
Reproductie Heemschut.

«Vanaf 1852 tot 1859 zal Eeklo hemel en aarde bewegen om voor zijn lokale scheepvaart de meest gunstige oplossing te bekomen.  Op basis van het argument: de staat heeft Eeklo's scheepvaart afgesneden door het graven van het Schipdonks kanaal, dus moet hij voor een vervanging zorgen, worden acht verschillende voorstellen geformuleerd...  Het voorlaatste ontwerp daarvan (aftakking WambuisTieltsesteenweg, op 234 m van de Lange Moeistraat) werd tenslotte uitgevoerd.

Na lange en steeds wisselende onderhandelingen tussen stad en Staat werd in 1858 volgende overeenkomst gesloten: de Staat zal de werken voor de nieuwe vaart uitvoeren, de stad zal hierin tussenkomen voor 5.178,40 fr., maar moet volledig instaan voor de te onteigenen gronden. De werken vingen aan op 24 oktober 1859 en waren voltooid de 24 augustus 1860.

Als nevenproblemen citeren wij :  het vervangen van de Wagenbrug door de brug aan de Nieuwendorpstraat, de aanpassing van het wegennet aan de nieuwe toestand en de besteniging van de kaai.

Het overgebleven deel van het oude Leiken werd hergraven in 1874-75.

De scheepvaart in de Eeklose vaart kende een betrekkelijke bloei en bereikte zijn hoogtepunt in de jaren tussen de beide wereldoorlogen, om na de jongste wereldoorlog helemaal weg te kwijnen» (ibid., blz. 101-102).

De wijk Raverschoot in 1904
164  Blik op de wijk Raverschoot in 1904.
Prentkaart uit de verzameling van Alf. Ryserhove (afstempeling 1904).

Rond de eeuwwisseling werd er nog heel wat vlas geroot in de Eeklose vaart (zie foto nr 168).  Aan de Oude Kaai stond sedert lang de herberg «Sint-Pieter», op de plaats waar nu de firma Steyaert gevestigd is.  In 1791 ontving Pieter Antoon Dherckers de toelating om daar de herberg «Het Schippershuys» te openen.

(wordt voortgezet)
ALFONS RYSERHOVE
ROMANO TONDAT

Separator

Eeklo in Beeld en Schrift 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024