Het moet in die tijd vrijwel uniek geweest zijn in Eeklo 75 muzikanten op het podium aan het werk te zien. H/a>et gemiddelde ledenaantal van de gemiddelde harmonie-fanfare in Vlaanderen lag immers ver beneden dat cijfer. Een verslag in De Gazette van Eecloo (41) geeft namelijk bijzonder nauwkeurige inlichtingen omtrent de verenigingen die deelnamen aan het festival te Eeklo op zondag 25 juni 1893. Toen waren er 4 harmonieën en 27 fanfares te gast. Zij musiceerden op 4 kiosken die opgericht waren in de stad: op de Markt, in de Boelare, in de Molenstraat en aan het station. De grootste vereniging was de Katholieke Burgersgilde uit Brugge met 67 leden, gevolgd door de harmonie uit Ledeberg met 55 en de fanfare uit Deinze met 52 leden. De kleinste waren de fanfares uit Sint-Laureins, IJzendijke (Nederland), Watervliet en Sint-Margriete, elk met 26 leden. Wat de vier Eeklose muziekverenigingen betreft, ziehier een kort overzicht:
Kiosk Markt Kiosk Boelare Kiosk station Kiosk Molenstr. |
Sint-Cecilia Vereenigde Vrienden Amicitia De Getrouwe |
37 leden (dir. P. Van Acker) 40 leden (dir. B. Steyaert) 35 leden (dir. P. Ryffranck) 36 leden (dir. D. Smitz) |
In de voormiddag, vóór het festival begon, hadden de Eeklose muziekverenigingen reeds een feestelijke stemming in de stad gebracht door hun aperitiefconcerten om 11 uur: Vereenigde Vrienden en Amicitia op de kiosk op het marktplein, De Getrouwe en Sint-Cecilia op de kiosk in de Boelare. Met uitzondering van De Getrouwe kreeg dus elkeen zijn kans om op de kiosk op de Markt (de meest prestigieuze plaats !) te spelen. De Koninklijk Harmonie Sint-Cecilia mocht het festival openen op het marktplein. Zij was waarschijnlijk de enige harmonie uit het Meetjesland, samen met Bassevelde (36 leden). Er kan ook worden vastgesteld dat de Eeklose verenigingen qua ledenaantal aan elkaar gewaagd waren (42). Op het festival in de namiddag mocht elke muziekvereniging één werk vertolken. Als gastheren viel de Eeklose verenigingen de eer te beurt het festival te openen.
Sint-Cecilia Vereenigde Vrienden Amicitia De Getrouwe |
: "Groot mengelstuk" : Le moulin du Hameau : Fantaisie rustique : Les moissonneurs |
(Clément) (Mestdagh) (Mestdagh) (Mestdagh) |
Dat de vier Eeklose verenigingen tijdens dezelfde manifestatie aantraden, was
reeds vóór 1893 gebeurd. De gemoederen waren namelijk in 1891 reeds zodanig
bedaard, dat zij allen deelnamen aan het openingsfeest van de tramlijn
Eeklo-Watervliet-Nederlandse grens op 18
mei. Men speelde toen op andere plaatsen: Sint-Cecilia op de
Markt, De Getrouwe op de Botermarkt (nu K.L. Ledeganckplein), Vereenigde Vrienden aan
de Teerlingstraat en Amicitia op Blommekens (43). Wie de 35
spelende leden waren die Amicitia telde in 1893 valt niet te achterhalen. Drie
namen vinden we echter steeds in de concertrecensies terug. Het zijn deze van
Amicitia's eerste solisten uit eigen rangen: Prosper en Jules Bastien, saxofoon en
Octaaf Lehoucq, piston. Naar aanleiding van het
Sint-Ceciliaconcert van 1886 schreef men: "de jeugdige Octaaf Lehoucq speelde
op het grootst gemak de moeilijkste variatiën op zijnen piston, ook de heer Jules
Bastien won welverdiende toejuichingen op zijnen saxophone"
(44).
Op 23 april 1890 droeg Amicitia voor de eerste maal één van zijn werkende leden ten
grave. Het was de 26 jaar oude Frans De Rijcke, een deftige werkmanszoon.
Muziek en politiek
Onder de leiding van Pius Ryffranck (1886-1897), van wie wij vermoeden dat hij het
brein en de stimulans van de vereniging was, was het concertleven van Amicitia ongemeen
bloeiend. Bijna ontelbaar zijn de openluchtconcerten op het Schuttershof, de
St.-Ceciliaconcerten, de serenades en noem maar op. Opvallend is ook dat dikwijls
vreemde solisten werden geprogrammeerd: van kluchtzangers en voordrachtkunstenaars tot
violisten en trompettisten uit conservatoria en militaire muziekkapellen.
Ze traden op ter afwisseling met Amicitia, en ook toen al schreef men:
"Wat ook in de smaak viel van iedereen, was dat het concert niet te lang duurde:
het was kort en goed, en zoo moet het zijn" (45). Amicitia
was op muzikaal gebied er zo sterk op vooruitgegaan, dat men niet terugschrikte mee
te dingen in wedstrijden. De eerste wedstrijd waarvoor zij zich inschreven, was
vermoedelijk deze die op 13 september 1896 werd georganiseerd door de gemeente
IJzendijke ter gelegenheid van de tentoonstelling van ooft- en tuinbouw.
Amicitia kaapte er de derde prijs (20 gulden) op 15 deelnemers weg. Het was
waarschijnlijk in datzelfde jaar dat zij de eerste plezierreis maakten. Het werd
de aanzet van een lange traditie. Op zondag 19 juli trokken ze met de trein van
7.14 uur naar Oostende. De ereleden mochten de reis meemaken aan verminderde
prijs, d.w.z. 1,95 fr. gaan en keeren.
Toch had Amicitia op het einde van de 19de eeuw ook nog heel wat politieke noten
op haar zang. De radikale houding van de stichtingsjaren was bij momenten weinig
gemilderd. Het spelen voor katholieke politici en verenigingen of ter
gelegenheid van katholieke verkiezingsoverwinningen was legio en
vanzelfsprekend. Op 15 september 1890 brengen Amicitia en De Getrouwe een
fakkelserenade aan burgemeester De Wachter ter gelegenheid van zijn huwelijk.
Zes jaar later, op 3 november 1896, werd hij als ridder in de Leopoldsorde
opnieuw bedacht met een serenade, waarvoor hij bedankte op het St.-Ceciliafeest
van datzelfde jaar.
Eenige stonden later stelde de heer notaris Dauwe eenen heildronk in aan den heer Burgemeester, wiens diensten Zijne Majesteit de Koning over eenige dagen plechtig erkend had met hem te benoemen tot Ridder der Leopoldsorde. De heer Burgemeester antwoordde na de menigvuldige gelukwenschen en genegenheidsbewijzen die hem reeds waren toegestuurd. Hij bedankte zijnen collega van het Schepencollege en van de Leopoldsorde over zijne hartelijke woorden. (...) Indien de Koning, zegde de heer Burgemeester tot de aanwezigen, erkent dat ik diensten bewezen heb, gij deelt daarvan de eer met mij, want gij zijt het die mij in de gelegenheid gesteld hebt om die diensten te bewijzen, namelijk, met mijn mandaat van Gemeente- en Provincieraadslid sedert 1872 acht maal te vernieuwen. Ik drink dus, zoo eindigde hij, op de gezondheid van U allen, op den bloei van den katholieken Kring en zijne Afdeelingen, en op den voortdurenden zegepraal der Katholieke Partij. Die woorden werden lang en luidruchtig toegejuicht. | |
RvA 2 (1896), 48 (29 nov.). |
Ter gelegenheid van de verkiezing waren in april 1891 baron 't Kint de
Roodenbeke, staatsminister, en zijn zoon, baron Arnold 't Kint in Eeklo.
Amicitia bracht deze katholieke voorman een serenade in het huis van
vrederechter Euerard. Bij hun vertrek aan het station speelde Amicitia de
nationale hymne.
Vier maanden later mocht Amicitia een concert spelen in het kasteel van Ooidonk,
de woning van senator 't Kint de Roodenbeke.
Zij speelden er:
1. Marche der Vélopecédisten 2. Au Crépuscule, fantaisie 3. Belle Rose, mazurka 4. Les cocodettes, polka 5. Les Martyrs, fantaisie 6. Jeunes coeurs, wals 7. Clairette, polka 8. La vie militaire, stapmars |
Baudonck Minne Bat Bernaert Dufayel Moeremans Clodomir Steenebruggen |
Het kantonnaal festival te Eeklo van 30 augustus 1891 werd georganiseerd met
geldelijke tussenkomst van 't Kint de Roodenbeke. Alleen katholieke
muziekverenigingen waren er vertegenwoordigd. Amicitia speelde op de kiosk op de
Markt; De Getrouwe musiceerde op de kiosk op den Spriet (= Botermarkt).
Het is vanzelfsprekend dat Amicitia ook met de clerus goede relaties had.
In januari 1891 brachten zij het minderbroedersklooster een serenade
ter gelegenheid van hun 25ste verjaardag te Eeklo, en wel een dubbele, want in
plaats van maar volgens gewoonte drie stukken te spelen, hebben zij er ten
minste zes gespeeld (46).
Het was ook de gewoonte om Z.E.H. Deken, evenals de burgemeester en de
voorzitter een serenade te brengen op oudejaarsavond. Samen met De Getrouwe
begeleidde Amicitia Z.E.H. Deken Foubert naar zijn laatste rustplaats op 19
april 1896, alsook burgemeester De Wachter op 16 mei 1902.
a) VAN FANFARE NAAR HARMONIE
Het tweede verslagboek van de bestuursvergaderingen vermeldt dat op 9 juni 1897 besloten werd om Amicitia om te vormen tot harmonie. Diezelfde maand nog speelde de harmonie twee wandelconcerten. Op 13 juni trokken ze naar Maldegem om er het lokaal van de Katholieke Burgersgilde in te huldigen. Pastoor Bouckaert betaalde er 22 fr. voor. Op 29 juni ging de reis naar Lembeke om er graaf d'Alcantara als burgemeester te vieren. Gezien de omschakeling van fanfare naar harmonie, dus met houten blaasinstrumenten, blijkbaar binnen een week mogelijk was, moet worden verondersteld dat de verandering nog niet fundamenteel was. Binnen die tijdspanne een nieuw repertoire aanleren is vrijwel onmogelijk. Veeleer moet worden gedacht aan het feit dat sommige leden nu een klarinet of een dwarsfluit ter hand namen, een instrument dat ze misschien wel vroeger eens hadden geleerd (47). Wat het bestuur er precies toe aanzette op dat moment over te schakelen, moeten wij in het ongewisse laten. Kwamen zich nieuwe krachten aanmelden, die alleen een houten blaasinstrument bespeelden ? Voelde Amicitia zich sterk genoeg om een muzikaal rijker en meer hoogstaand repertoire aan te pakken ? Of kwam het voorstel van Prosper Lippens, die omstreeks die tijd de dirigeerstok van Pius Ryffranck overnam ? (48)
Prosper Lippens (°1862) was klerk bij notaris Bovijn toen hij in 1880 hulponderwijzer werd in de vrije jongensschool. Onder zijn muzikale hoede werd Amicitia in 1897 omgevormd van fanfare tot harmonie. |
Laatstgenoemde verzaakte wellicht omwille van zijn drukke beroepsbezigheden. Of was het de rivaliteit met de Koninklijke Harmonie ( ! ) St.-Cecilia ? Naar aanleiding van het eerste concert van de Katholieke Harmonie te Eeklo in de hof van Ph. Van Hoorebeke op 18 juli 1897, zou nogal wat kwaadsprekerij zijn geuit door de leden van St.-Cecilia, zo schrijft het weliswaar katholieke weekblad Recht voor Allen:
Dit concert verleden zondag gegeven in den prachtigen tuin van Mijnheer Ph. Van Hoorebeke, heeft eenen ongemeenen bijval genoten. Een talrijk en uitgelezen publiek woonde het bij. De uitvoering der verschillige muziekstukken heeft zeker de algemene verwachting overtroffen; daaruit mogen wij afleiden dat de ievervolle leden van Amicitia hunne maatschappij op de baan der kunst met reuzestappen zullen doen vooruitgaan ! Vooruit, vrienden, "Vooruit met moed en taai geduld !" Vooruit, ja, want het talrijke publiek dat zondag uw concert bijwoonde, heeft u bewezen dat gij zijne gunst bezit, en dat, noch de kleingeestige tegenkantingen, noch de laffe aanvallen van sommige liberale kwajongens niet den minsten indruk maken op deftige weldenkende menschen; integendeel, hunne handelswijze, ingegeven door spijt over uwe inrichting en door jaloersheid over uwen vooruitgang, zal bezwijken onder de algemeene verachting. | |
RvA 3 (1897), 30 (25 juli). |
Al is dit misschien niet meer dan moedwillig katholiek scheldproza, toch blijkt uit andere gegevens dat de afgunst van St.-Cecilia t.o.v. Amicitia en omgekeerd niet onbestaande was. Uit verschillende verslagen blijkt dat St.-Cecilia zich in die tijd als de modelharmonie beschouwde; zij was immers de oudste en koninklijk. In optochten en stoeten eiste zij de ereplaats (de laatste in de stoet) op.
't Was voorgenomen eene fakkeltocht in te richten 's zaterdags avonds als inzet der (Ledegancks-)feesten. Een oogenblik werd aan den goeden uitslag daarvan getwijfeld, gezien de Harmonie St.-Cecilia o.a. nooit wil mededoen, als zij - om reden zij zich de oudste maatschappij noemt, de laatste in rang niet mag gaan. | |
RvA 3 (1897) 34 (22 aug.). |
Gaven Amicitia en De Getrouwe in 1897 toe, het jaar nadien wilden ze van geen wijken weten:
Er was muziek genoeg in den stoet (van de zangvereniging "De Meetjeslanders") , maar men heeft veel de afwezigheid bemerkt van één onzer muzieken. De Kon. Harmonie St.-Cecilia is nog eens, lijk gewoonte, met hare domme pretentie afgekomen, 't is te zeggen hare fameuze "conditio sine qua non": als zij de eereplaats niet bekomt in den stoet, dat zij het feest niet bijtreedt. Dat is nu eens effenaf eene domme, kinderachtige handelswijze. Maar, spijtig voor de Harmonie, dat deuntje is hier zoo al wat versleten, en zij is deze keer gevaren gelijk het haar nog gebeurd is. De inrichters van 't feestje van zondag hebben de Harmonisten schoone daargelaten, en dezen zijn mogen 't huis blijven met hunne pretentie. 't Ging zelfs zoover dat, toen de inrichters de verloting der plaatsen voorstelden, de Harmonie deze rechtmatige handelswijze weigerde bij te treden. Nu, 't is flauw, doch 't volk heeft de Kon. Harmonie geoordeeld ! | |
RvA 4 (1898),25 (19 juni). |
b) DE ORGANISATIE OMSTREEKS DE EEUWWENDE
Een nieuwe bezetting, een nieuw repertoire en een dynamisch bestuur, dat bracht mee dat nu alles minder amateuristisch werd aangepakt. In 1897 waren reeds heel wat nieuwe gezichten in het bestuur:
erevoorzitter voorzitter ondervoorzitter secretaris dirigent onderdirigent leden 3 werkende leden |
: Bernard Sandijck : Hyppoliet Reynekinck-Stocké : Philibert Van Hoorebeke : Ghislain Van De Maele : Prosper Lippens : Prosper Bastien : Pius Ryffranck, Jean Spaey : Jules Bastien Jules De Keyser Octaaf Lehoucq |
In datzelfde jaar werden de bestuursvergaderingen opnieuw opgetekend in een verslagboek (49). Daarin vinden we de vroegst bestaande begroting. Voor het jaar 1899 verdeelde men een budget van 499 fr. als volgt:
concerten 100 reparatie instrumenten 100 aankoop muziek 79 bestuurder 60 onderbestuurder 50 bezorger 50 tambour 20 |
100 100 79 60 50 50 20 ———— |
||
499 | fr |
De belangrijkste wijziging in die tijd was zonder twijfel de indiensttreding van Jules Verhasselt. Hij was 34 jaar dirigent van Amicitia (1899-1933) en één der meest verdienstelijke figuren uit de geschiedenis van de vereniging. Jules Verhasselt was verbonden als hulpkoster aan de dekanale kerk te Eeklo en was reeds op 19 juli 1899 opgemerkt tijdens de uitvoering van zijn (?) Arteveldecantate in het Gildenhuis. Hij leidde toen tot slot van het concert, waar ook Amicitia en De Getrouwe aan deelnamen, 250 uitvoerders. Er waren ongeveer 3000 aanwezigen. Aangezien Prosper Lippens om een ons onbekende reden op 1 augustus 1899 zijn ontslag als dirigent aanbood, aarzelde het bestuur van Amicitia geen moment (50). Met de uitvoering van een fantasie naar Aïda van G. Verdi oogstte Jules Verhasselt in november onmiddellijk succes.
Jules Verhasselt (°Deurle 1862) was in Gent muziekleraar van schrijver Karel en schilder Gustave Van de Woestijne, toen hij organist-kapelmeester van de St.-Jacobskerk was, en kwam via Sleidinge in Eeklo terecht, waar hij gedurende 35 jaar het muziekleven beheerste. |
Tijdens het St.-Ceciliabanket van datzelfde jaar werd hij in triomf rond de zaal gedragen. Op 1 juni 1903 dirigeerde hij een gelegenheidscantate met 1000 uitvoerders op een getimmerd podium voor het stadhuis. Een week later brengt Amicitia de verdiende hulde aan haar dirigent en onder het spelen van muziek wordt hij thuis (Prinsenhofstraat) gebracht. De muzikanten bieden hem een geschenk aan, een harptokkelende maagd met het opschrift "La voix du ciel". Op 17 april 1905 brengt Amicitia een serenade aan haar dirigent, die hen een feestmaaltijd aanbiedt (nu restaurant Groenen Boomgaard).
c) UIT HET CONCERTLEVEN VAN DE NIEUWE HARMONIE
Omstreeks de eeuwwisseling waren de straat- en wijkkermissen de belangrijkste
vormen uit het ontspanningsleven van de gewone volksmensen. Het was ook meestal
aan de plaatselijke fanfares en harmonieën om de kermissen van de nodige
muzikale luister te voorzien. In Eeklo waren in die tijd de kermissen niet op
de ene hand te tellen. Een greep uit deze waar Amicitia aan deelnam:
Balgerhoekekermis, Raverschootkermis, Kruiskenskermis, Boelarekermis,
Blommekenskermis en na de wijding van de H. Grafkapel (1900) ook
Kapellekenskermis sinds 1902, zonder de kermis in het centrum tijdens de laatste
week van augustus te vergeten. Men werd ook uitgenodigd in de omliggende
gemeenten, zoals te Waarschoot in 1899, te St.-Laureins in 1902 en te Middelburg
in 1905.
Op 30 juli 1905 werd in Eeklo de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid van België
gevierd. Aan de optocht namen zowat alle verenigingen en
scholen deel. Naast Amicitia stapten ook op de fanfares Vereenigde Vrienden, De
Getrouwe en de harmonieën St.-Cecilia en St.-Georges, die in 1902 was opgericht door
Georges Euerard (51). Tot slot van de stoet speelden ze samen
o.l.v. Prosper Van Acker het Belgisch volkslied. 's Avonds musiceerden zij
samen met de zangverenigingen op de kiosken die waren opgesteld op de Markt, het
Ledeganckplein en de Statiestraat. In datzelfde jaar nam Amicitia nog deel aan
de herdenkingsplechtigheden te Gent, Balgerhoeke en Oostwinkel.
Op 24 juni 1906 vierde Amicitia haar 25ste verjaardag met een groot vlaggefeest. Het bestuur kocht voor de som van 1100 fr. een nieuwe vlag aan voor de harmonie. Hij werd 's morgens afgehaald ten huize van voorzitter Reynekinck en tijdens de hoogmis gewijd. In de namiddag speelden de twaalf geïnviteerde muziekverenigingen op twee kiosken, één op de Markt, een andere op het Ledeganckplein. Twee Eeklose muziekverenigingen, de fanfare De Getrouwe en de harmonie St.-Georges, hadden de eer het concert te openen. De liberale harmonie St.-Cecilia en de fanfare Vereenigde Vrienden bleven afwezig. 's Avonds werd er een groot vuurwerk afgestoken. Een week later hield Amicitia een feestbanket. Pius Ryffranck schetste er de geschiedenis van de kwarteeuw-oude muziekvereniging en alle stichters werden in de bloemen gezet.
Amicitia's eerste banier was een houten (?) blazoen.
Na ontbinding van de Katholieke Schoolpenning kreeg ze dat vaandelstuk en
bij
het 25-jarig bestaan (1906) schonk het bestuur deze vlag die dienst deed tot
1960 !
In september 1909 werden de jubelfeesten ter gelegenheid van het katholiek landsbestuur gehouden. Er waren niet minder dan 15.000 mensen op de been, ongeveer zoveel als de toenmalige voltallige bevolking van Eeklo. Niet minder dan 113 verenigingen marcheerden mee in de stoet, waaronder natuurlijk De Getrouwe, St.-Georges en Amicitia. In 1911 maakte dit drietal deel uit van de 46 deelnemers aan de grote manifestatie te Eeklo ter gelegenheid van de genezing van koningin Elisabeth.
Uit het archief van Mevr. A. Engels. |
In 1911 werd er gestart met een reeks zomerconcerten. Tussen mei en augustus
gaven de vijf Eeklose muziekverenigingen om beurt twee concerten op zondagmorgen
tussen elf en twaalf uur.
Op 31 oktober 1910 keurde Amicitia 'n nieuw reglement goed
(52). Het zal de lezer zeker niet ontgaan hoe streng dat
reglement wel was. Wat men bijvoorbeeld bepaalt in het hoofdstuk over lessen
en repetities, is vandaag nog weinig uitvoerbaar en bovendien weinig wenselijk.
Reeds vóór de eerste wereldoorlog deden zich enkele wijzigingen voor in de
bestuursfuncties. Hyppoliet Reynekinck, stichtend voorzitter, stond in 1910 zijn
functie af ten gunste van ondervoorzitter Philibert Van Hoorebeke. In 1913
overleed erevoorzitter en weldoener Bernard Sandijck, zijn bestuursfunctie bleef
voorlopig vacant.
Ontdaan van politieke agressie beschouwde Amicitia zichzelf als de officieel katholieke
muziekvereniging van Eeklo. Zij zag het voor haar opdracht aan het politiek belang
van de katholieke partij te dienen en het vermaak van de partijgenoten te behartigen.
Vlak vóór de eerste wereldoorlog was zij ook de grootste muziekvereniging in Eeklo.
Op het festival te IJzendijke van 11 oktober 1907 ontvangt Amicitia immers de premie van
10 gulden voor de grootste vereniging, St.-Cecilia ontvangt de premie van 10 gulden voor
de verstkomende (sic).
Volgens de ledenlijst van 1911 telde Amicitia 40 spelende leden. Men beschikte over
een 60-tal instrumenten: 32 waren eigendom van erevoorzitter Bernard Sandijck, voorzitter
Philibert Van Hoorebeke stelde er 4 ter beschikking, 23 instrumenten behoorden de vereniging
toe en 6 leden schonken elk 1 instrument.
Samenstelling AMICITIA 1911 volgens archieflijst.
Klarinet | : |
J(ules) Bastien G(ustaaf) Ryffranck Pr(osper) Bastien S(erafin) Delcourt Jules Van De Velde P(rosper) Van Ghyseghem J(ulien) Van Overberghe (Willem) Depraet G. D'Aubioul (?) Verbuyt (?) De Vliegher (?) Gallet | |
Kleine klarinet Altsaxofoon Tenorsaxofoon Bugel |
: |
L(eonce) De Poortere E(miel) Van de Velde Ph(ilibert) De Leeuw Maurice Lehoucq Lucien Gallet E. Van Hoorebeke H. Bert | |
Cornet (à pistons) | : |
Octaaf Lehoucq A(loïs) Verstraete | |
Trompet Alto Hoorn Bariton Trombone |
: |
A(lfred) Van Vooren (Leo) Verschoote C(lement) Verstraete Ch(arles) Gallet Benoni Willems J(ules) De Keyser A(ugust) Willems (Arthur ?) Delcourt Eug(een) Fordeyn | |
Tuba: | : |
R(ichard) Van Hyfte (Aimé) Goemé (August) Lacaeyse K(amiel ?) Plasschaert | |
Bombardon | Sib Mib |
: |
(?) De Smet (Louis ?) Delcourt |
Grote trom Kleine trom Triangel |
: |
Aug(ust) Ledeganck Mar(inus) Lehoucq (René ?) Martens |
Sommige leden worden niet vernoemd in de lijst, vermoedelijk omdat ze hun eigen
instrument bespeelden: Albert Bastien (bugel), Urbaan Van De Woestyne (pauken),
Désiré Bastien (trom) e.a.
Muziek, er was meer...
Vanzelfsprekend werd er ook heel wat gegeten en gedronken en plezier gemaakt, vooral
dan op de St.-Ceciliafeesten. Over het St.-Ceciliafeest van
1897 schreef men: "Men gevoelde dat Amicitia eenen goeden dag beleefd had"
(53).
Van datzelfde feest dateert het vroegst bewaarde menu:
Schapenvleesch met Boonen
Filet à la Godard
Kiekens Salade
Pasteygebakken.
Geen muziek zonder St.-Ceciliafeest, maar evenmin Amicitia zonder reizen. Reeds van bij de stichting wilden de leden van Amicitia een stukje van de wereld zien. Door hun hechte vriendschapsband en milde weldoeners werd dit mogelijk gemaakt. In 1911 trokken ze naar Namen en Dinant voor twee dagen, in 1912 naar Spa en Aken. Ze lieten natuurlijk hun instrumenten niet thuis. Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog werden alle aktiviteiten opgeschort.
__________________________ | ||
(41) | GvE 27 (1893), 1337 (4 juni). | |
(42) | J. DUFRANE vermeldt nochtans in zijn Annuaire Officiel de La Musique en Belgique, Frameries, 4ième annèe, 1890, voor St.-Cecilia 25 leden, voor Vereenigde Vrienden 35, voor Amicitia 35 en ook voor De Getrouwe 35 leden. | |
(43) | GvE 25 (1893), 1231 (17 mei) en 1232 (23 mei); zie ook L. LAMPAERT, De Geschiedenis van Eeklo, p. 288. | |
(44) | GvE 20 (181)6), 998 (23 nov.); voor andere concerten, zie o.a. GvE 19 (1885), fJ46 (29 nov.); 25 (1891), 1257 (22 nov.); 28 (1894), 1368 (7 jan.); RvA 2 (1896), 48 (29 nov.). | |
(45) | RvA 2 (1896), 48 (29 nov.). | |
(46) | GvE 25 (1891), 1216 (1 febr.). | |
(47) | Zo speelde Jules Bastien in de fanfare saxofoon en in de harmonie klarinet. | |
(48) | De vroegste expliciete vermelding van Prosper Lippens
als dirigent vinden we op 14 november 1897; zie RvA 3 (1897), 46 (14 nov.). | |
(49) | Naast het oudste verslagboek van V. Roegiers over de ontstaansperiode (zie hoger) bezit het archief van de Kon. Kath. Harmonie "Amicitia" een verslagboek (zonder nr., 20 blz.) met verslagen van juni-juli 1897 tot 15 maart 1902 geredigeerd door secretaris Ghislain Van De Maele (bestaat voor meer dan de helft uit gecopieerde briefwisseling), verslagen van september 1910 tot 7 mei 1913 (met ledenlijst) door secretaris Armand Goethals en een kort verslag over de periode 1914-1927 (met ledenlijst) door secretaris Maurice Goethals. | |
(50) | Was er kritiek op de concerten van 30 juli te Gent, 's morgens op de oude Beestenmarkt en 's middags op de Provinciale Tentoonstelling ? | |
(51) | In feite betrof het hier een in 1902 afgescheiden deel van de fanfare De Getrouwe dat in oktober 1903 door toedoen van Georges Euerard werd omgevormd tot harmonie. | |
(52) | Het was eerder een aangepaste versie van het "Organiek Reglement der Katholieke Fanfaremaatschappij «Amicitia»" (ongedateerd) dat vermoedelijk in 1883 gedrukt werd. | |
(53) | R v A 3 (1897), 49 (5 dec.).
|
Werk met ons mee voor Heemschut Ons Meetjesland.
Werf nieuwe leden aan, steun ons onbaatzuchtig streven.
Volkskundige, historische en heemkundige teksten - om het even van wie - worden
dankbaar aanvaard en naargelang van de inbreng gepubliceerd.
Bezorg ons prentkaarten, oude foto's en aanplakbrieven - al was het slechts in
bruikleen.
Verzamel vroegere gebruiksvoorwerpen en ambachtstuigen voor ons museum.
Meld ons elke vondst, opgraving of ontdekking in het Meetjesland.
Werk met ons mee.
Redaktie Ons Meetjesland.
Koninklijke Katholieke Harmonie Amicitia 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
Vorig artikel: Kuieren in Watervliet |
Inhoud van 1982, jaargang 15 |
Volgend artikel: Huldiging van Daniël Verstraete |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2025