22.10.1831: De naamlijst van de Eeklose kiesgerechtigden voor het verkiezen van een nieuw stadsbestuur werd afgesloten en kenbaar gemaakt. Uit de naarvolgende lijst blijkt dat de 161 kiezers, of de circa 1,95% van de Eeklose bevolking, de bikkelharde strijd om het burgemeesterschap tussen Aernaut, de patriot en Dhuyvetter, gekend als orangist, moesten beslechten.
Ofschoon het gewone volk dikwijls op de vuist ging om hun «kandidaat» te verdedigen, bleven ze onmondig bij de uiteindelijke bepaling, enkel omdat ze niet kiesgerechtigd waren.
Naemlijst van de ingezetenen der Stad Eecloo, welke de vereijschten bezitten om het kiezersregt uijt te oeffenen, voor de zamenstelling van het Bestuer dezer Stad.
Aernaut Angelus Antonius, notaris | Aernaut Jacobus, rentenier |
Ameije Pieter Jan, onderpastor | Andries Bernard, winkelier |
Bastien Jan, fabrikant tabak | Bastien Francies, idem |
Baudts Karel, fabrikant | Berte Henri, zoutzieder |
Betzens Bernard, landman | Biellet Jacobus, herbergier |
Borré Jan, wijnkelier | Bovijn Jan Baptist, bierbrouwer |
Braedt Pieter Jacob, herbergier | Claeijssens Jan, koopman |
Commergo Pieter, koopman | Cornelis Jan Baptist, timmerman |
Dauwe Engel, notaris | De Baets Pieter Jacob, landman |
De Bast Antone, geneesheer | De Clerck Benoit, winkelier |
De Croocq Jan Francies, wever | De Decker Jan Baptist, landman |
De Heuvel Francies, winkelier | De Hulsters Augustien, particulier |
De Landsheere Fernand Jacob, onderp. | De Pape Karel, particulier |
De Raedt Pieter, herbergier | De Scheppere Jacob Jan, geneesheer |
De Smet Francies, olieslager | De Smet Jacob Livinus, winkelier |
De Smet Pieter, bakker | De Stappens Valentin, particulier |
De Vos Louis, wijnkelier | Dhondt Bernard, voerman |
Dhondt Pieter Joseph, pastor | Dhuyvetter Joseph, particulier |
Dierickx Alexander, winkelier | Dirckx Jacques, avoué |
Euerard Bernard, particulier | Eueraerd Ferdinand, koopman |
Gillebeert Ferdinand, winkelier | Gillis Guiellielmus, particulier |
Gillis Jan, koopman | Gimbercie Joseph, bierbrouwer |
Goethals Amand, mulder | Goethals Antone, bierbrouwer |
Goethals Benoit, koopman | Goethals Bernard, winkelier |
Goethals Charles, brouwer | Goethals Livinus, voerman |
Goethals Pieter, koopman | Kloeckaert Antone, herbergier |
Kloeckaert Jan Baptist, winkelier | Lagaet Benoit, winkelier |
Lagaet Jan Frans, particulier | Lampaert Maximiliaen, herbergier |
Lintelo Joseph, winkelier | Lintelo Louis, winkelier |
Lippens Jooris, landman | Lippens Judocus, koopman |
Lippens Pieter, landman | Maroy Romanus, geneesheer |
Martens Bruno, particulier | Martens Eduard, zeepzieder |
Martens Engel, priester | Martens Francies, winkelier |
Martens Gerome, herbergier | Martens Pieter, particulier |
Mattheeuws Pieter, landman | Misseghers Francies, winkelier |
Nelemans Jan Baptist, winkelier | Piessens Jan, landman |
Poppe Judocus, landman | Potvliege Pieter Francies, koopman |
Pyfferoen Bernard, zaekwaernemer | Pyfferoen Jan Frans, landman |
Remery Pieter, winkelier | Reynckinck Francies, winkelier |
Robert Bernard, winkelier | Roegierst Francies, koopman |
Roegierst Antone, koopman | Rodrigos Jan, herbergier |
Rodrigos Philippe, secretaris | Rombaut Francies, schoenmaker |
Rommel Servaes, winkelier | Ryffranck Seraphien, brouwer |
Sandijck Jacob, winkelier | Sierens Cornelies, landman |
Slock Judocus Francies, landman | Speeckaert Jan Baptist, veearts |
Spittael Louis, koopman | Standaert Jan Baptist, winkelier |
Steyaert Anselinus, winkelier | Steyaert Joseph, winkelier |
Stroo Charles, particulier | Temmerman Charles, winkelier |
Temmerman Louis, winkelier | Toebast Karel, winkelier |
Trioen Karel, kamslager | Valcke Francies, winkelier |
Van Acker Jan Baptist, hostelier | Van Boven Jan, winkelier |
Van Daele Jan Baptist, winkelier | Van Damme Charles, landman |
Van Damme Felix, winkelier | Van Damme Karel Emanuel, winkelier |
Van Damme Simoen, particulier | Van de Genachte Frans, broodbakker |
Van de Genachte Jan, herbergier | Van de Genachte Jan, broodbakker |
Van den Bossche Charles, koopman | Van den Neste Jan, herbergier |
Van de Poele Antone, particulier | Van de Poele Jan, koopman |
Van de Poele Pieter, particulier | Van de Putte Bernard, hostelier |
Van de Putte Philippe, winkelier | Van der Weenen Pieter Judocus, notaris |
Van Doosselaere Louis, peerdepostmeester | Van Doosselaere Karel, winkelier |
Van Han Ange, boekdrukker | Van Hoorebeke Bernard, stokker |
Van Hoorebeke Ferdinand, sted. ontv. | Van Hoorebeke Jan Baptist, huydevetter |
Van Hoorebeke Karel, particulier | Van Landschoot Gillis, winkelier |
Van Landschoot Victor, winkelier | Van Loo Jan Baptist, greffier |
Van Overmeire Jan, winkelier | Van Royen Pieter Jan, priester |
Van Vlierberghe Francies, pottebakker | Van Vooren Jacobus Frans, koopman |
Van Waesberghe Jan, winkelier | Van Waesberghe Louis, brouwer |
Van Wassenhove Bernard, priester | Van Wassenhove Francies, winkelier |
Van Wassenhove Joseph, winkelier | Van Wassenhove Romanus, koopman |
Veracx Jacob, particulier | Veracx Louis, huydevetter |
Verbeke Pieter, winkelier | Verdickt Charles, koopman |
Verhasselt Bernard, winkelier | Vermast Antone, huydevetter |
Vermast Bonaventure, huydevetter | Verschaere Judocus, landman |
Vervier Charles, agent | Willems Jan Frans, ontf. der Registr. |
Willems Henri, ontf. der Belast. | Zaman Karel, mulder |
Steyaert Engel, olieslager |
suppelement: De Jaeger Eduard, district commissaris en kapiteyn der burgerwagt De Meulemeester Francies, kapiteyn der burgerwagt Sauvage Honoré Albert, kapiteyn der burgerwagt Trioen Jan Baptist, kapiteyn der burgerwagt Van Crombrugge Seraphien, kapiteyn der burgerwagt Taminiau Alexander Jan, heelmeester Ledeganck Joannes, schoolonderwijzer Bekaert Philippe, schoolonderwijzer Cornelis Eduard, professor van bouwkunde |
22.10.1831 Ingevolge de voortdurende aanwas van het aantal hulpbehoevenden, door gebrek aan werk en door de forse prijsstijgingen van de levensmiddelen, was de stad genoodzaakt naast de toelage van 2.000 gulden, de armenkas nog eens extra te spijzen met 1.000 gulden.
24.10.1831 Joseph Dhuyvetter, na een bikkelharde strijd met Ange
Aernaut, opnieuw verkozen tot burgemeester.
Eeklo kreeg dus terug een orangist als burgervader !
10.11.1831: Schrik heerste onder de Eeklose landbouwers toen veearts Jan Baptist Speeckaert liet weten dat bij landbouwer De Zutter, op het St. Jansgoed, 3 koeien zich bevonden in een 1e en een zwarte vaars in het 3e of laatste stadium van "de kwaedaerdige besmettelijke ziekte, gepaerd met de kwaedaerdige galziekte..."
12.11.1831: Verzoek- van Joannes van Basselaere om te Balgerhoeke een school te mogen openen.
26.11.1831: Om het Princenhofstraatje te kasseien zou men de "rebutkeijen" aanwenden die de stad geschonken waren door de Provincie.
26.11.1831: Via "het algemeen advertentieblad of den mercurnus van Gent"
en een gedegen affichering binnen Eeklo, werd aangekondigd dat voortaan de onderbouw
van het Stadhuis, bestaande uit "drij kamers uijtzicht hebbende op de merkt,
eene keuken komende op het oude kerkhof en een kantoorplaets ten oosten daeraen,
eenen kelder komende onder de middelkamer van het gebouw met den ingang in de
keuken, eenen peerdenstal op den noordoosthoek van 't gebouw, eene plaets ten
westen aende gemeenen gang en hebbende eene uijtgangdeur op het oude kerkhof,
het gemeenzaem gebruijck van den grooten gang...", publiek aan de meest
biedende voor 3 jaar zou verpacht worden.
De verpachting greep plaats op 5 december in de raadszaal van het stadhuis en
werd uiteindelijk toegewezen aan Jan Baptist Kloeckaert, kleermaker-winkelier
voor een jaarlijkse pachtsom van 525 gulden.
30.11.1831: Bij koninklijk besluit van 25 november moest elke stad een gezondheidscommissie oprichten. Voor Eeklo zou het ledenaantal liggen tussen de 4 en 6 personen, zonder inbegrip van de burgemeester die als voorzitter zou fungeren. Op 21 december werden volgende leden plechtig geïnstalleerd: Antone de Bast, Romain Maroy, Jacques de Schepper, Alexander Taminiau, allen geneesheren en Philippe Rodrigos, stadssecretaris.
30.11.1831: Karel de Vlieger benoemd tot lid van het armbestuur.
03.12.1831: Petitie van de inwoners van de "kerk- en kromewaelstraet",
dat gedurende driekwart van het jaar hun straten "bijna ondoorkomelijk zijn,
thans door de geduerige passagie van rijtuigen, is het slijk en moder zoo overvloedig
en diepe, dat de bewooners genoodzaekt zijn, tot alve beenen erdoor te treden
willen zij hunne wooningen bereijken of de zelve verlaeten...". De
vreemdelingen zijn genoodzaakt een omweg te maken om Eeklo-binnen te bereiken.
De handelaars langs deze straten worden daardoor van hun inkomen beroofd. De
plaats waar de Kerk- en Krommewalstraat samenkomt is één modderpoel, zodat het
voor de voetgangers en zelfs voor de rijtuigen nog onmogelijk is er doorheen te
komen.
De circa 50 ondertekenaars dringen er dan ook op aan:
- | zo haast het seizoen het toelaat een aanvang te nemen met het kasseien van de voornoemde straten, temeer daar ze "van alle tijden door onze solemnele processiën doorgetrokken worden, het welk door des zelfs slegten staet reeds menigmael is verhinderd of volkomentlijk belet geworden is". |
16.12.1831: Feestviering ter gelegenheid van het ontstaan van de Belgische
Staat en de verjaardag van Leopold 1.
Op 15 december zou onder klokgelui het komende feestgebeuren aangekondigd
worden.
's Anderdaags zouden de burgerlijke en militaire overheden om 10.30 uur op het
stadhuis verzamelen, om daarna stoetsgewijs naar de kerk te trekken om het Te
Deum bij te wonen.
Over de plechtigheid schreef deken Pieter Joseph Dhondt:
"Door bevel van zijne doorluchtige hoogweirdigheijd onzen bischop zal in onze
kerke op vrijdag naestkomende 16 dezer ten 11 ueren eenen solemneelen Te Deum
gezongen worden om den alderhoogsten te bedanken, over het plegtig contract door
het welke de vijf groote mogentheijden van Europa de gepasseerde maend ons lief
Belgiën onafhangentlijk verklaert en onzen doorluchtigen koning, den oppersten
prince van Belgiën, verzekert hebben als ook omdat het alsdan den verjaerdag is
van zijne doorluchtige majesteijd..." De samenstelling van de stoet bestond
uit het muziekkorps van St. Cecilia, een compagnie van de burgerwacht, de
personaliteiten en een detachement gendarmen.
Gedurende de ganse dag mocht het volk "spelen en vreugde bedrijven".
De publieke gebouwen werden van stadswege verlicht terwijl de ingezetenen verzocht
werden hun huizen te versieren, te bevlaggen en de voorgevels 's avonds te verlichten.
nov.-dec. 1831: In het laatste kwartaal van 1831 werd onze streek en niet in
het minst Eeklo zwaar getroffen door militaire logementen. Zo verbleven tijdens
de maand november niet minder dan 13.158 militairen binnen onze stad,
gelukkiglijk moest de bevolking slechts in 124 gevallen tussenkomen in de
voedselbevoorrading. Voor december lag het aantal militaire overnachtingen
aanzienlijk
lager. Slechts 3.240, waarvoor evenwel ook evenveel voedselvoorzieningen
werden geëist.
Een financiële last waaronder de bevolking veel te lijden had.
1831: Samenstelling van het Stadsbestuur in de loop van 1831:
In de loop van het jaar hield de raad 30 zittingen. De hiernavolgende lijst
geeft ons al de bestuursleden die zetelden, met naast hun naam het aantal
aanwezigheden op een totaal van 30:
Stroo Karel Francies, burgemeester tot 24 nov. (26), Dhuyvetter Joseph,
burgemeester vanaf 24 nov. (3), Martens Bruno (28) en De Schepper Jacobus (24),
sehepenen. Raadsleden: Aernaut Angelus Antonius (24), De Clercq Augustinus (25),
Van Daele Jan Baptist (25), Roegiers Francies (13), Remery Pieter (27), Van
Wassenhove Joseph (24), Vermast Antone (19), Van Doosselaere Charles Francies
(17), Sierens Cornelis (15), Rodrigos Philippe (30), secretaris.
04.01.1832: De heer Vermeulen (ook Vander Meulen) werd benoemd tot majoor van het eerste bataljon burgerwacht, gekazerneerd te Eeklo.
07.01.1832: Het voornemen van Valentin de Stappens, om op de markt alhier, - nu boetiek Polly Magoo - een "zoutziederij" op te richten werd na onderzoek gunstig geadviseerd. Op 14 maart liet hij het college weten dat hij van zijn voornemen afzag.
09.01.1832: Voor de vrachtvoerders was de winter, onafgezien van de barre
weersomstandigheden voor mens, dier en materiaal, zeker geen heilzame periode.
In hoofdzaak bij dooiperiodes, wanneer de wegen herschapen lagen in gigantische
modderpoelen, greep men terug naar een eeuwenoude wetgeving op het sluiten der
wegen. Deze maatregel, ingegeven ter bescherming van de zo reeds gamele wegen,
zette de voerlui soms wekenlang zonder inkomen. Deze toepassing was toen zo
met de tijd vergroeid dat het bij niemand kwaad bloed zette !
Zo ook op 9 januari ontving de stad een schrijven om zijn wegen te sluiten.
Bepaald werd dat de tollen van de grote en provinciale wegen gesloten bleven voor
alle beladen rijtuigen. Uitgezonderd: "de wagens en rytuygen zoo van
particulieren als van militairen, gebruykt voor eenig vervoer ten dienste van en
voor den staat; de koetsen, chaisen en kleine karren met één peerd bespannen,
welke niet zwaer zijn gelaeden; de rytuygen gelaeden met waeren voor de merkten;
de postwagens, diligencen, enz., voorzien van banden of schenen ter breedte en
geladen zoo als het bepaeld is bij het Decreet van den 23 juny 1806...".
Op 14 januari werd het wegennet terug opengesteld voor alle verkeer.
Alnaargelang de weersomstandigheden kon men diverse malen per winter naar deze
maatregel teruggrijpen. Vandaar ook dat een beter wegdek een dringende
noodzaak bleek voor de handel te Eeklo en in het Meetjesland.
14.01.1832: "Uyt hoofde vanden tegenspoed welke hij (Benedictus Gillebeert,
pachter van de plaats- en meetrechten van de granen) in zijne "onderneming heeft
ontmoet..." verzocht de betrokkene om een maximale korting over de laatste zes
maand van 1831.
Naast het heropflakkeren van de Belgisch-Hollandse vijandigheden, waardoor de
grensbewoners van de wekelijkse markt wegbleven, werd hij tevens in zijn
ontvangst nog getroffen door de overstromingen rond Eeklo. Overstromingen
die te wijten waren aan graafwerken te Assenede, Boekhoute, Watervliet, Oudeman,
St-Jan-in-Eremo en St.-Laureins. Als tegemoetkoming in het groot verlies
van de pachter, werd hem door het college een korting verleend van 300 gulden.
18.01.1832: Aan de 18-jarige Bernard van de Walle, zoon van Jacob en Theresia van den Driessche, verleende men toelating om gedurende 1832, op kosten van de stad, de lessen te volgen bij "meester" Jan Ledeganck. Van een late schoolgaander gesproken !
18.01.1832: Van overheidswege werd binnen de stad een aktie op touw gezet om de maatschappelijk betere ingezetenen te verenigen in een "Maatschappij van Weldadigheid". De jaarlijkse bijdrage bedroeg 2 gulden 60 cent. Een lidmaatschap moest gelden als een gebaar van liefdadigheid tegenover de minstbedeelden. De ontvangen fondsen besteedde men integraal om de nood binnen de stad te lenigen.
25.01.1832: Het Ministerie van Justitie riep de Oostvlaamse gemeenten op tot waakzaamheid tegenover een zekere kolonel Cleirens, gezien deze reeds heel wat vrijwilligers te onzent had geronseld voor het Hollands leger.
30.01.1832: In voorgaande bijdragen hadden we reeds gewezen op de weinig
verdraagzame houding van de Eeklose patriotten en orangisten tegenover elkaar.
Elk overwicht zette bij de tegenstaander ipso facto kwaad bloed !
Dat alle middelen, - de achterbakse liefst - gewettigd waren om het gestelde
doel te bereiken, werd nogmaals geïllustreerd bij de verkiezing van burgemeester
Joseph D'Huyvetter.
Op 27 oktober 1831 legde D'Huyvetter de eed als burgemeester af in handen van de
gouverneur te Gent. Hoewel men te Eeklo in grote getale feestvierde, weigerden
de patriotten, de aanhangers van de afgetreden burgemeester Stroo, Joseph
D'Huyvetter als burgervader te erkennen.
Ze beweerden dat de uitslag vervalst was !
Karel Temmerman, de kopman van de protestanten, gerugsteund door een achttal
mede-ondertekenaars, stuurden klacht op klacht naar de gouverneur.
Deze houding wekte bij de orangisten zoveel wrevel en vijandschap, waardoor
Eeklo dagelijks gekonfronteerd werd met vecht- en scheldpartijen.
In een schrijven van 14 maart liet de gouverneur weten dat de klacht van
Temmerman onontvankelijk verklaard was.
04.02.1832: Overlijden te Eeklo van schepen Jacobus Jan de Schepper. "Uyt hoofde van zijn zware ziekte" zetelde hij voor het laatst op 11 november 1831.
15.02.1832: Geregeld ontving de wet overlijdensberichten van Eeklose jongens die
als militair buiten hun haardstede waren overleden. Veelal bereikte het
overlijdensbericht de naaste verwanten slechts weken na de feiten !
- Op 31 januari stierf te Wachtebeke, "in een huis op Calve" de 29-jarige
Lodewijck Dryoel, zoon van Bernard en Anna Catharina Dierkens, behorende tot het
4° bataljon 2° compagnie "der garde civique".
- In de nacht van 11 op 12 februari overleed ingevolge hoge koorts te
Dendermonde Napoleon de Pauw, ondergebracht bij dezelfde eenheid als Dryoel.
- Pas op 25 februari bereikte het overlijden van infanterist Pieter Jan Coppens
Eeklo. De ongelukkige was te Ieper overleden op 27 januari 1826... dus zes
jaar na de feiten, indien het hier om geen schrijffout gaat ?
27.02.1832: In vervanging van de overleden schepen De Schepper werd Ange Antone
Aernaut verkozen.
Op 8 maart legde Aernaut, zoals voorgeschreven bij decreet van 22 juli 1831,
volgende eed af:
"Ik zweer getrauwigheyd aen den koning, gehoorzaemheyd aen de staetswet en de
wetten van het belgisch volk".
28.02.1832: Aan Ludovica Dhavé, weduwe van Joseph de Vis, werd van staatswege een pensioen van 150 gulden toegekend, ter compensatie van het verlies van haar man, dewelke was "overleden ten gevolge der ontvangene wonden in den aenval bij Oostburg op 31 oktober 1831...".
03.03.1832: Om de kwijnende handel te Eeklo van een gewisse ondergang te redden
was het niettegenstaande het sluiten van de Belgisch-Nederlandse grens voor de
stad van essentieel belang de oude kontakten met het Noorden te onderhouden.
Vandaar ook, dat eens het ergste achter de rug, onmiddellijk stappen werden
ondernomen om de handelsaktiviteiten terug op gang te krijgen. Zo vroeg en
verkreeg Charles Verdick machtiging van generaal Niellon, legerhoofd van de
beide Vlaanders, om zich zoals reeds jaren gebruikelijk was, binnen
Zeeuws-Vlaanderen te bewegen voor de aankoop van granen.
Gesteld werd dat hij er maximaal 3 à 4 dagen mocht verblijven en vooraf de
plaatsen moest stipuleren waar hij zich wou begeven. Op 14 maart werd een
analoog verzoek van Joannes de Jaeger gunstig geadviseerd. Van levensbelang
was het voor de man om als "marsdrager" zijn koopwaar als "katoen,
siamoise en lijnwaetsche neusdoeken, wit en gedrukt katoen, siamoisen koussen,
mans en vrouwemutsen, garen, saeyette, lint en merinos", zoals gebruikelijk
in het Noorden aan de man te mogen brengen.
12.03.1832: Romain van Wassenhove en Johan Gillis als vertegenwoordigers van de handelaars en Bernard van Hoorebeke als genever- of brandewijnstoker, waren voorgedragen als kandidaat voor de funktie van rechter in de rechtbank van koophandel te Gent.
14.03.1832: In de Eeklose burgerwacht waren twaalf mannen die onbemiddeld bleken om hun kledij met eigen middelen aan te schaffen. Door het college werd een prijsopgave uitgeschreven die openstond voor alle ingezetenen. De 15 kielen, dito tassen en riemen met gespen zouden toegewezen worden aan de beterkoopste.
17.03.1832: Binnen de stad werd een intensieve campagne gevoerd om toe te treden tot het vrijwilligerskorps onder leiding van majoor Jacqmin.
21.03.1832: Onderzoek naar "commodo et incommodo" betreffende de oprichting
van een "keersenmakerij" door Jacobus de Nijs op de markt, waar heden
fotohandel Nollet gevestigd is.
Daar er door een viertal omwonenden klacht was neergelegd tegen de ergerlijke stank,
die een dergelijk bedrijf met zich meebracht, werd het college uiterst voorzichtig.
Het feit dat de fabriek in het dichtst bevolkte stadsgedeelte zou komen, deed hun
uiteindelijk besluiten een negatief advies te vellen. Op 28 april werd het verzoek door
het comité van Conservatie derhalve ook afgewezen.
07.04.1832: Beangstigende berichten bereikten Eeklo ! Ons land werd bedreigd door de verschrikkelijke "cholera Morbus". Gezien deze dodelijke epidemie reeds duizenden slachtoffers had gemaakt binnen het Seine-departement in Frankrijk, kregen onze wetgevers op 14 april opdracht waakzaam te zijn tegenover elke vreemdeling en zeker wanneer het iemand gold uit voornoemd departement.
(vervolgt) Erik De Smet |
Chronologie van Eeklose gebeurtenissen
1 -
2 -
3 -
4 -
5 -
6 -
7 -
8 -
9 -
10 -
11 -
12 -
13 -
14 -
15 -
16
Vorig artikel: Op verkenning door Waarschoot |
Inhoud van 1980, jaargang 13 |
Volgend artikel: Desiré Steyaert (1816-1881) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024