Als laatste vertegenwoordiger van het Oostenrijkse Huis zal deze graaf van
Vlaanderen geen lange heerschappij over onze gewesten beschoren zijn, daar hij
zal verdreven worden door de soldaten van de Franse Revolutie.
Van hem werden te Brussel geslagen, met het engelkopje als muntmerk:
1) Dubbele Souverein: goudstuk met op de voorzijde de beeltenis van Francis
II en op de keerzij de de gekroonde wapens op ranken 1793.
2) Souverein: zoals voorgaande doch op halve zwaarte - 1793.
3) Kroon: groot zilverstuk met op de voorzijde de beeltenis van de graaf en
op de keerzijde de gekruiste vuurstokken met hanger van Gulden Vlies - 1794.
4) Veertien oorden: zilverstukje met op de voorzijde de gekruiste vuurstokken
en op de keerzij de het wapen op dubbele adelaer 1792.
5) Tien oorden: zilverstukje met op voorzijde de gekruiste vuurstokken
en op de keerzijde het gekroond wapen - 1792.
6) Dubbeloord: koperstukje met op de voorzij de de kop en op de keerzijde
«ad useum belgii austr. - 1793».
7) Oord: zoals voorgaande op halve zwaarte.
Tijdens de franse bezetting werden er bij ons geen munten gemaakt, behalve de noodmunten tijdens het beleg van Antwerpen in 1814, eerst op naam van Napoleon. nadien van zijn opvolger Lodewijk XVIII.
1) Tien centiem: Koperstuk met op de voorzijde N of 2 letters L in
monogram, omringd door lauwerkroon, op de keerzijde 10 cent. met er omheen
«monnaie obsidionale».
2) Vijf centiem: als voorgaande maar op halve zwaarte.
1) Dukaat: goudstuk met op voor zij de een staande ridder met zwaard en
pijlbundel en als omschrift Concordia res parvac crescunt.
Keerzijde: mo. aur.
Belgii ad legem imperii.
2) Tien gulden: goudstuk met op voorzijde de kop met er omheen «Willem
Koning der Ned. G.H.V.L.». Keerzijde gekroond nederlands wapen tussen 10 - G.
Kantschrift: God zij met ons.
3) Vijf gulden: zelfde als voorgaande doch op halve zwaarte en met 5 - G.
4) Drie gulden: groot zilverstuk met afbeeldingen zoals voorgaande, doch met 3 - G.
5) Gulden: als voorgaande.
6) Halve gulden: als voorgaande.
7) Vijf en twintig cent: tien cent en vijf cent: zilverstukjes met op de
voorzij de een gekroonde, vloeiende W tussen datum, en op de keerzij de de
gekroonde wapens tussen de waarde.
8) Cent en halve cent: koperstukjes zoals voorgaande.
Leopold I (1831 - 1865)
a) de gelauwerde stukken.
Veertig frank: goudstuk met op voorzijde het gelauwerd hoofd, er omheen
«Léopold premier roi des Belges» en op de keerzij de «40 Francs» en datum
in een lauwerkroon.
Twintig frank: Goudstuk op halve zwaarte, als voorgaande.
Vijf frank: groot zilverstuk van 25 gram met op voorzijde het gelauwerd hoofd en tekst als voorgaande, op de keerzijde waarde, datum in lauwerkrans. - Tussen 1832 en 1844 hebben de randen een hol inschrift (Dieu protège la Belgique). Van 1847 tot en met 1849 is hetzelfde randschrift in relief.
Twee frank, een frank, halve frank, kwart frank: als voorgaande, doch met kartelrand.
(wordt vervolgd)
JORIS COUDENYS
De Munten van Vlaanderen 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
Vorig artikel: 't Stond in de gazet |
Inhoud van 1975, jaargang 8 |
Volgend artikel: Merkwaardigheden over Waarschoot (1) |
Inhoudstafels |
1968 -
1969 -
1970 -
1971 -
1972 -
1973 -
1974 -
1975 -
1976 -
1977 1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986 |
Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024